Opinie

De prijs die je betaalt voor een zitje aan tafel

De prijs die je betaalt voor een zitje aan tafel

Pick your battles” zeggen ze me vaak. En dat ik toch niet van alles zo’n spel moet maken. Het grappige aan die uitspraak is: I don’t get to pick my battles, en ik ben ook geen spelverdeler. De spelverdelers zijn de lezers, de klikkers, de reageerders. Het is niet mijn gewoonte om te lang stil te staan bij weerstand of tegenwind, want als ik dat zou doen kan ik niet vooruit. En vooral: dan kan mijn boodschap niet vooruit.

Wat die boodschap dan eigenlijk is, vraagt u? Die is eigenlijk simpel: ik ben iemand die houdt van het leven, houdt van mensen, en houdt van dit stukje aarde dat we delen. Ik wil dat stukje zo mooi en leefbaar mogelijk maken voor iedereen. Dus als ik dingen opmerk die het leven in Vlaanderen voor mensen zoals ik moeilijker maken, lelijker maken, dan zeg ik dat. Wanneer ik dingen opmerk die het leven moeilijker maken voor mensen die misschien niet meteen op me lijken, zeg ik dat ook, trouwens. Als ik het gevoel heb dat ik er iets zinnig over te zeggen heb toch.

Maar wij zijn gewoontedieren, en de media speelt daar graag op in. Dus weerklinkt mijn stem het luidst als ik racisme of stereotiepe beeldvorming aankaart. Dat is de rol die ik heb gekregen en ik verzet me daar niet tegen. Want ik klaag dingen aan, als ik vind dat ze aangeklaagd moeten worden. Ook al levert dat dan reacties op als “pick your battles“. Zoals ik zei, ik sta doorgaans niet te lang stil bij weerstand of tegenwind. Maar wat er de afgelopen week gebeurde, verdient een verduidelijking ‘straight from the horse’s mouth’, me dunkt.

“Laten we eerlijk zijn, dit soort dingen behoeven toch geen gigantisch debat?”

Dat er heel wat reactie zou komen op mijn Instagrampost over een stereotiepe afbeelding op de affiche van een scoutsfuif, had ik wel verwacht. Het is altijd moeilijk iets aan te kaarten, dat voor heel wat mensen onschuldig is. Dat het een heel eigen leven zou gaan leiden, waarbij ik werd neergezet als de woedende vrouw die scoutsgroep x enorm hard aanpakte voor vermeend racisme, had ik niet zien aankomen. Omdat dat gewoon niet klopte.

Ik heb één sociale media-post gedaan, en één gesprek hierover op de Zevende Dag gevoerd. Geen interviews, geen screaming-match met de scouts als tegenstander, integendeel. Naïef, zegt u? Misschien is dat zo. Misschien heb ik de impact onderschat, net omdat zo’n afbeelding voor mij maar een symptoom is dat gemakkelijk aangepakt kan worden. Want, laten we eerlijk zijn, dit soort dingen behoeven toch geen gigantisch debat? We zijn toch intussen als maatschappij genoeg geëvolueerd om te kunnen erkennen dat sommige mensen moeite hebben met bepaalde beeldvorming?

Mensen met Afrikaanse roots, zwarte mensen, worden nog steeds gediscrimineerd op zowat alle domeinen die ertoe doen: op de woningmarkt, de arbeidsmarkt, in het onderwijs, en ja ook in beeldtaal. Dat we daarin niet alleen zijn weet ik maar al te goed. Maar ik kan alleen vanuit mezelf spreken. Ik ben geen woordvoerder, of (zoals ik in een open brief werd genoemd) een zelfverklaarde moraalridder. Ik ben Dalilla, en ik heb mijn eigen ervaring als zwarte vrouw in dit land als achtergrond. Dat is nu eenmaal zo. En in die hoedanigheid vallen sommige zaken me op, waar iemand anders misschien niet bij zou stilstaan. Niet meer dan dat, maar ook niet minder dan dat.

“Dat er mensen zich afvragen of ik niet overal op zoek ga naar racisme, wil ik wel even ter sprake brengen.”

Dat ik haatmail, doodsbedreigingen en verkrachtingsscenario’s krijg toegestuurd, heb ik intussen een plaats gegeven. Hoe jammerlijk ook, dat hoort er nu eenmaal bij dezer dagen als je de status quo in vraag stelt. Daar ga ik niet eens op in. Maar dat er steeds meer mensen zich afvragen of ik niets beter te doen heb, en of ik niet overal op zoek ga naar racisme, wil ik wel even ter sprake brengen.

Ik heb in de afgelopen 12 maanden geschreven of gesproken over Obama, kanker en verlies, Syrië, lage pensioenen, burgerschap in het onderwijs, zelfmoord, body-image, standbeelden, zelfliefde, ouderschap, bevallen, en een boksmatch godbetert. Ik heb een boek over mijn leven geschreven, en alles wat bij het uitgeven van een boek komt kijken zelf mee gecoördineerd. Ik heb een derde kind gekregen (en heb nu 3 mini-me’s onder de 5 jaar). Ik heb voordrachten gedaan, panels gemodereerd en in debatten gezeten. Ik heb, zwanger, een feestweekend rond vrouwendag mee georganiseerd. Ik heb drie weken na mijn bevalling zelf een event en expo georganiseerd. Ik heb de blauwprint van twee nieuwe boeken uitgeschreven. En ja; ik heb tussendoor ook 3 keer stereotiepe beeldtaal aangekaart.

De eerste keer door het pietenpact, waarbij Zwarte Piet een roetpiet werd, als iets positief te bestempelen (en niet meer dan dat). De tweede keer door een oproep te doen om een tekening uit het nieuwe Suske en Wiske-album een update te geven (en niet meer dan dat). En de derde keer door te stellen dat de affiche van een scoutsfuif niet meer van deze tijd is (en niet meer dan dat). Dus zoals je ziet: I don’t get to pick my battles. Degene die breed werden uitgesmeerd in de media zijn enkel die laatste drie.

“De lezers, klikkers en reageerders bepalen wat het meeste aandacht krijgt, zij zijn de spelverdelers.”

De reden daarvoor is zo simpel: it’s all about the clicks. De lezers, klikkers en reageerders bepalen wat het meeste aandacht krijgt, zij zijn de spelverdelers. Het feit dat er dus “zoveel spel gemaakt wordt” als ik me uitspreek over beeldvorming, maakt pijnlijk duidelijk hoeveel werk er nog aan de winkel is om dit stukje aarde zo mooi mogelijk te maken voor mensen zoals ik. De allergische reacties als ik beeldtaal ter discussie breng, zijn een bewijs dat dit debat in Vlaanderen nog in zijn kinderschoenen staat. Na meer dan twintig jaar anti-racisme-strijd hebben mensen met Afrikaanse roots eindelijk een zitje aan tafel wanneer het over onszelf gaat. Worden we eindelijk gehoord in gesprekken over diversiteit en de veranderende maatschappij. Maar we betalen er een hoge prijs voor, voor dat zitje.

Je moet er heel wat voor incasseren, om je mening te mogen geven over zogezegde symbooldossiers (die wel degelijk een directe impact hebben op ons dagelijks leven). Je moet het ontvangen van een haast absurde hoeveelheid rauwe haat aanvaarden om gewoon te kunnen zeggen dat je dingen liever ànders zou zien. En dat doe ik met plezier, liever het zwarte schaap dan het arme schaap. Liever op alle slakken zout leggen, dan verandering aan een tergend slakkengangetje te zien gebeuren. Want ik heb die drie mini-me’s rondhuppelen. En ik krijg dagelijks mails en berichtjes van jongeren met Afrikaanse roots die het hier niet meer zien zitten. Die het gevoel hebben dat ze er nooit bij mogen horen. Die zich schamen voor hun kleur, en zich elke dag een n-woordje voelen. Voor wie dit kleine stukje aarde nog geen mooie plek is. Dat is iets tastbaars, iets dat echt nog steeds aan het gebeuren is. Ik ga die jongeren, en mijn kinderen, niét vertellen dat dat er nu eenmaal bij hoort en dat ze wat harder en sterker moeten worden. Neen. Ik ga zout op die slakken blijven leggen en hopen dat het zo wat rapper vooruit gaat.

Lees hier alle artikels van Dalilla
Foto: Jason Asare

Schrijf je reactie

4 reacties
  • Marius Dekeyser says:

    Wees gerust, veel mensen, ook witte mensen, steunen wat je doet.
    En voor de anderen, kijk es naar “I’m not your negro”, de docu over James Baldwin. Met een klein beetje empathie zie je dan hoe film, reclame, tv, … het beeld van “de zwarte” bepalen, ook met de beste bedoelingen. Zo’n scoutsaffiche op zich is misschien maar een “detail”, maar al die details samen zijn een bombardement van clichébeelden.
    Hand in Hand tegen racisme

  • Sandra says:

    Ik vind net dat jij dat soort dingen op een heel serene manier aankaart. Je toont vaak begrip voor de context zonder daarom minder op je strepen te staan. En ik kan me niet voorstellen hoe hard het moet zijn om in het oog van een Twitterstorm te staan. Courage!

  • Ann says:

    Een groot schrijver zei ooit: “Schop de mensen tot zij een geweten krijgen”. Blijven schoppen Dalilla. Ik ben blij dat er mensen zijn zoals jij.

Dalilla Hermans is geboren in Rwanda en geadopteerd. Ze heeft er haar missie van gemaakt om racisme en discriminatie bespreekbaar te maken en aan te pakken. Ze schrijft regelmatig stukken over dit thema voor Charlie en heeft een tweewekelijkse column in De Standaard. In 2017 kwam 'Brief aan Cooper en de wereld' uit bij Manteau, een autobiografisch boek met een scherp maatschappijkritisch randje. In 2018 leverde ze een bijdrage aan de bloemlezing "Zwart -Afro-europese literatuur uit de Lage Landen". Later dat jaar verscheen bij Davidsfonds haar kinderboek "Brown Girl Magic". In 2019 verscheen de thriller "Black-out" (uitgegeven bij Horizon), haar eerste fictieboek voor volwassenen. Vanaf september 2019 is Dalilla seizoensdenker van Concertgebouw Brugge en momenteel schrijft ze ism Mungu Cornelis de monoloog 'Epiphany' die later dit jaar in première gaat bij NTGent.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen