Opinie

“We weten het, we zien het, maar we kunnen het niet accepteren”

Over hoe we omgaan met de horror in Aleppo

“We weten het, we zien het, maar we kunnen het niet accepteren”

In een muur van het concentratiekamp Auschwitz vonden werkmannen in 2009 een flesje met een boodschap. Er zat een briefje in de fles waarop de namen, kampnummers en geboorteplaatsen van een aantal gevangenen stonden.

In andere concentratiekampen vond men boodschappen in hout of steen gekrast. Boodschappen aan God en de wereld. Bewijzen van bestaan. Laatste getuigenissen van mensen die wisten dat de dood hen wachtte.

In Rwanda, op herdenkingsplaatsen van de genocide in 1994, vind je dezelfde boodschappen. In een andere taal, maar universeel te lezen als: “Ik besta, ik ben hier en ik wil leven. Help mij.”

Overal vind je dezelfde boodschappen, universeel te lezen als: “Ik besta, ik ben hier en ik wil leven. Help mij.”

Overlevenden van de massamoorden in Bosnië getuigden over het allesoverheersende gevoel van eenzaamheid. Van in de steek gelaten worden. Van niet langer mens te zijn, nog voor de dood finaal toeslaat.

We kunnen ons al lang niet meer verschuilen achter een gebrek aan informatie. We kunnen nu live en in real time volgen hoe mensen in Oost-Aleppo hun laatste smeekbedes aan de wereld, aan iémand, uitschreeuwen. Nooit eerder werden we zo indringend en direct met onze neus op de feiten geduwd als nu, in 2016. We hoeven zelfs niet meer te wachten tot het journaal van zeven uur, want onze smartphone toont ons de hel op aarde in gestileerde filmpjes en met handige notificaties.

Het is hemeltergend hoe we dit opnieuw en opnieuw laten gebeuren. De geschiedenisboeken zullen niet mild zijn voor ons, denk ik. Dat mogen ze ook niet zijn. Nooit eerder zijn er minder excuses geweest. We kijken niet eens weg van wat er gebeurt, we volgen het op de voet.

Ik weet niet wat ik hiermee aan moet. Ik weet niet hoe we dat gevoel van machteloos toekijken, dat perverse ramptoerisme op afstand dat tot niets dan walging leidt, kunnen omzetten naar iets wat betekenisvol is. Ik voel dat ik mijn aandacht wil verleggen. Dat het soms jeukt om me te mengen in de visumrel van Francken. Dat ik wil schreeuwen dat het schandalig is, dat schouwspel. Dat ik me afvraag hoe je zo koud en halsstarrig aan een ‘wij-zijn-het-OCMW-van-de-wereld-niet’-discours kunt blijven vasthouden, terwijl er in Syrië een endlösung aan de gang is. Maar door dat te doen, sus ik natuurlijk enkel mijn eigen frustratie, en ben ik zoals gezegd enkel mijn aandacht aan het verleggen.

Nooit eerder zijn er minder excuses geweest. We kijken niet eens weg van wat er gebeurt, we volgen het op de voet.

Het is niet wollig of soft om menselijkheid te verwachten. “Ga jij al die mensen dan in huis nemen?” Ik kreeg de vraag al vaak. Alsof iedereen die menselijkheid verwacht bij voorbaat een sukkel is, een naïeveling die als puntje bij paaltje komt evengoed de deur zou dichtslaan. Het is niet soft of wollig om te eisen dat mensenlevens iéts waard zijn. Om te eisen dat kinderen een kans krijgen levend uit de puinhoop die volwassenen van hun wereld maken te mogen kruipen.

Ik weet niet wat we hier als gemeenschap van mensen mee moeten doen. Ik weet alleen dat ik dàt weer wil voelen. Dat we een gemeenschap van ménsen zijn. Dat we een signaal geven, samen. Een signaal dat we het wel zien, wel weten, en niet accepteren. Ik wil dat de geschiedenisboeken streng zijn voor ons, maar ik wil dat er tenminste gewag gemaakt wordt van een verzetsbeweging, van een massa die niet toekeek en zweeg.

Lees ook: Dit kan je doen om de mensen in Syrië te helpen.
Beeld: via Ramie Zien op Twitter
Beeld homepage: Bengin Ahmad via Flickr Commons

Schrijf je reactie

8 reacties
  • Marleen says:

    Lieve, warme, empathische Dalila… jij doet wat we allemaal meer zouden moeten doen, onze stem laten horen bij mistoestanden! De meesten van ons weten toch wat waardevol is in een mensenleven, maar als het erop aankomt zwijgen we…in het nieuws deze ochtend, het ontslag van een ernstig zieke vrouw en moeder omdat ze langdurig ziek was! Ik vraag me dan af…waar zitten verdorie haar collega’s die dit ook allemaal meemaakten en dit stilzwijgend lieten gebeuren? Dit verhaal is geen uitzondering! Grote en kleinere onrechtvaardigheden en onmenselijkheid…we hoeven dit niet te tolereren.
    Jonge mensen zoals jij zijn de hoop dat we niet altijd machteloosheid moeten toekijken, dat onze mening er echt toe doet! Ook ik heb het gevoel dat meer en meer mensen aansluiten bij deze positieve boodschappen! Bedankt!!!
    Al mijn respect!

  • Sanna says:

    Vandaag schreef ik over het “andere geluid”. Het geluid van mededogen, van menselijkheid. Het is een geluid dat veel zachter klinkt dan de kille klanken van haat, wantrouwen en angst. Maar ik weet dat ze zal overwinnen, omdat ze rechtstreeks tot het hart spreekt. En alleen met het hart kun je zien…. Ik ben blij dat ook jij dit geluid laat horen. Want inderdaad: ook al kunnen we misschien weinig, laten we dan toch in ieder geval onze stém laten horen. De stem van het hart, de stem van verbondenheid. Dank je wel voor je prachtige tekst.

  • Ilse says:

    Ontzettend juist

  • Tina says:

    Raakt me tot in de diepste snaar Dalilla!
    Knappe en straffe madam. Ik kijk naar jou op!

  • May Dierckx says:

    Hey Dallila

    Gefeliciteerd met deze indringende, sprekende tekst!!

    Toen ik je onlangs op TV zag, herkende ik je onmiddeljk! Herinner je je nog heel lang geleden… Een tweede jaar met M. Dierckx als titularis. Je was toen al een bijzonder persoontje met een sterk karakter!

    Ik ben trots dat ik ooit je titularis was!

    • Dalilla Hermans says:

      Oh mevrouw Dierckx! Wat een fijne reactie! NATUURLIJK herinner ik me u nog! Ik ben zelfs ooit nog bij u thuis geweest met de hele klas 🙂 Was u ook niet de mama van Jan? Fijne tijden! x

  • Annick says:

    Dalilla, I feel you. Ik weet zo goed wat je bedoelt. Het feit dat wij hier vanachter ons klavier weinig zinvols kunnen doen voor de mensen die we in doodsangst zien vastzitten in Aleppo, weegt. Het feit dat een Theo Francken koppig een visum blijft weigeren aan een gezin in nood, weegt. Maar wat nog veel meer op mij weegt, zijn de ijskoude en in mijn ogen vaak onbegrijpelijk gruwelijke reacties van de ‘gewone man of vrouw’ die je op elk moment leest op de facebookpagina’s van nieuwssites. Zo weinig empathie. Zoveel angst om ons ‘zuurverdiende’ belastinggeld te moeten uitgeven aan ‘mensen die niet van hier zijn’ en dus wel profiteurs moéten zijn. Zoveel haat. Nochtans heb ik het gevoel dat we met héél veel zijn die niet onverschillig kunnen toekijken. Die wél geraakt worden. Die wél voorstander zijn van een humaan beleid. We mogen inderdaad niet meer zwijgen. Want zwijgen is toestemmen.

Dalilla Hermans is geboren in Rwanda en geadopteerd. Ze heeft er haar missie van gemaakt om racisme en discriminatie bespreekbaar te maken en aan te pakken. Ze schrijft regelmatig stukken over dit thema voor Charlie en heeft een tweewekelijkse column in De Standaard. In 2017 kwam 'Brief aan Cooper en de wereld' uit bij Manteau, een autobiografisch boek met een scherp maatschappijkritisch randje. In 2018 leverde ze een bijdrage aan de bloemlezing "Zwart -Afro-europese literatuur uit de Lage Landen". Later dat jaar verscheen bij Davidsfonds haar kinderboek "Brown Girl Magic". In 2019 verscheen de thriller "Black-out" (uitgegeven bij Horizon), haar eerste fictieboek voor volwassenen. Vanaf september 2019 is Dalilla seizoensdenker van Concertgebouw Brugge en momenteel schrijft ze ism Mungu Cornelis de monoloog 'Epiphany' die later dit jaar in première gaat bij NTGent.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen