Beeldvorming

Representation matters

De herinnering die het boek niet haalde

Representation matters

Zij die ‘Brief aan Cooper en de wereld’ al hebben gelezen, weten dat het boek is opgebouwd uit tien hoofdstukken, die telkens worden ingeleid door een herinnering uit mijn leven. Het was uiteraard wikken en wegen welke verhalen ik zou vertellen en welke niet. Op dertig jaar leven durft er al eens wat gebeuren. Er is één verhaal waarvan ik lang twijfelde of ik het zou gebruiken of niet. Uiteindelijk heeft het de ‘selectie’ niet gehaald, maar het is wel iets dat ik graag met jullie wil delen, omdat het veel verklaart over waarom beeldvorming en het diversifiëren van mainstream media zo belangrijk voor me zijn.

Toen ik 15 jaar was, ben ik een jaartje van ASO (algemeen secundair onderwijs) overgestapt naar KSO (kunstonderwijs), optie ‘beeldende en architecturale vormgeving’. Dat kon gewoon op de school waar ik zat, het Heilig Grafinstituut in Turnhout. Niet omdat ik moest ‘afzakken’ ofzo, maar omdat ik heel graag tekende en wilde ontdekken of dat niet meer iets voor mij was. Voor het vak beeldende vorming kregen we ergens dat jaar een grote opdracht: we moesten een foto van onszelf nemen, verkleed als wat we later wilden worden. Van die foto moesten we dan een groot schilderij maken. Ik wist op die leeftijd uiteraard nog bijlange niet wat ik wilde worden, en ik piekerde me suf over hoe ik de opdracht ging aanpakken. Omdat ik een puber was en wispelturig van nature. Omdat ik een leerling was die overal een beetje goed in was, zonder opvallende uitschieters. En ook, omdat ik nooit zwarte vrouwen zag in beroepen die me iets zeiden. Ik kan niet zingen (maar laten we dat stilhouden, mijn inner-Beyoncé blijft hoop koesteren), en ik ben de minst sportieve persoon die ik ken. Toen ik 15 was leken dat echter de enige opties om als zwarte vrouw succesvol te zijn.

You can’t be what you can’t see

Nu, dat lijkt misschien een beetje vergezocht, of abstract, als je zelf geen deel uitmaakt van een minderheid. Maar je mag niet onderschatten hoeveel impact het heeft op je zelfbeeld als puber, dat er niemand is zoals jij om naar op te kijken. Of met wie je je kan identificeren. Mijn vriendin en Charlie hoofdredactrice Jozefien Daelemans gebruikte onlangs in een presentatie een catchphrase van de vrouwenbeweging die het goed verwoordt: “You can’t be what you can’t see.” Zwarte mensen in het algemeen, en zwarte vrouwen in het bijzonder, waren zo goed als onvindbaar in voorbeeldfuncties. Ze kwamen zelden op tv, en al zeker niet als volwaardig persoon met gedachten, interesses, diepgang. Je zag hen nooit in magazines of kranten, en ze stonden niet voor de klas. Het was zelfs moeilijk om een boek of een film te vinden waarin sterke, succesvolle zwarte vrouwen aan bod kwamen.

Waiting to exhale

Tijdens het piekeren over de opdracht zag ik op een avond per toeval de film ‘Waiting to Exhale‘. Achteraf bekeken een draak van een zeemzoeterige, kleffe film. Maar ik was een enorme Whitney Houston fan (en ja, dat ben ik nog steeds, Whitney for life!) dus ik keek met veel aandacht. Ergens in die film, die gaat over de vriendschap tussen vier zwarte vrouwen en hun woelige liefdeslevens, besluit het personage gespeeld door Angela Bassett haar zaakjes op orde te krijgen. Ze wil wraak nemen op haar overspelige ex door als een gewiekste zakenvrouw haar deel van zijn zaak op te eisen, en haar eigen bedrijf op te richten. Ze knipt haar haar, meet zich een prachtig maatpak aan en ziet er indrukwekkend uit. Voor mij was dat de àllereerste keer dat ik een zwarte vrouw zag die er echt succesvol uitzag. Ik wist als 15-jarige al dat ik hoogstwaarschijnlijk geen zakenvrouw zou worden, want daarvoor was en ben ik veel te chaotisch. Ik wist alleen dat ik er zo ook wilde uitzien. Succesvol. Waardig. Indrukwekkend. Iemand die respect afdwingt.

Mevrouw De Schepper

Ik probeerde dus Angela’s look uit Waiting to Exhale te kopiëren voor mijn grote schoolopdracht. Dat lukte best aardig, en het schilderij dat ik maakte leverde me een mooi cijfer voor Beeldende Vorming op.
“Mijn leerkrachte Nederlands zei: “Laat niemand je ooit wijsmaken dat je iets niet kan omdat je zwart bent.””
Even later vroeg mijn leerkrachte Nederlands, mevrouw De Schepper, me aan het einde van een les waarom ik voor ‘zakenvrouw’ als toekomstbeeld had gekozen. Ze zag me, terecht, veeleer iets creatiefs met mijn leven gaan doen, en vroeg het uit oprechte interesse. Ik vertelde haar dus mijn gedachtengang en het verhaal van de film. Ze vroeg me even te blijven wachten. Ik dacht dat ik iets fout had gedaan. Na de les keek ze me streng aan, en tilde ze met haar hand mijn kin een beetje op, zodat ik haar zeker in de ogen zou kijken. Ze zei me: “Dalilla Hermans, jij weet toch dat jij kan worden wie je maar wilt zijn. Jij bent slim, en hebt een goed hart, en je bent creatief en interessant. Ga terug naar ASO volgend schooljaar, hou al je opties open, en laat niemand je ooit wijsmaken dat je iets niet kan omdat je zwart bent. En meer gaan we daar niet meer over zeggen.”
Dat deed ik dus, ik veranderde het volgende schooljaar van richting (waarmee ik niet wil zeggen dat ASO beter zou zijn dan KSO – heavens no! – maar toen ik 15 jaar was dacht men nog zo).
Een zakenvrouw ben ik nooit geworden, en een maatpak heb ik nog nooit gedragen. Maar door iemand te zien met dezelfde huidskleur als ik, al was het dan in een zeemzoeterige kleffe film, leken er opeens meer opties te zijn voor mezelf in de wereld. En dat was belangrijk. En mevrouw De Schepper begreep dat.

Grab the Narrative!

Daarom doet het mijn hart zeer om 16 jaar later – wat vliegt de tijd – vast te stellen dat we er nog lang niet zijn. Dat het ook nu nog voor jonge mensen die niet tot de meerderheid behoren echt zoeken is naar representatie, naar beelden van mensen die op henzelf lijken en het goéd doen. Naar herkenbare verhalen. Daarom maak ik me een beetje druk telkens er zeer stereotiepe afbeeldingen door de mazen van het net glippen. Daarom neem ik initiatief om dit te veranderen, en blijf ik op deze nagel kloppen.
Daarom ook Grab the Narrative. Ik hoop daar veel nieuwe en bekende gezichten te zien.
Foto: Istock

Schrijf je reactie

1 reactie
  • Maïthé says:

    Dit is zoooo belangrijk. Onlangs zag ik online een post die zei “the only people who don’t get why representation is so important have always been represented”. Daarmee probeer ik niemand de schuld in de schoenen te schuiven, want de meeste (blanke, heteroseksuele) mensen denken hier zelfs niet bewust over na. Maar het is net dat onbewuste dat zo belangrijk is. Als iemand die zelf niet zwart maar wel biseksueel is, kan ik tot op zekere hoogte zeker begrijpen wat je bedoelt. Bedankt voor dit mooie en inspirerende stuk! Ik hoop dat er later jonge, zwarte meisjes naar je opkijken and want to be what they can see.

Dalilla Hermans is geboren in Rwanda en geadopteerd. Ze heeft er haar missie van gemaakt om racisme en discriminatie bespreekbaar te maken en aan te pakken. Ze schrijft regelmatig stukken over dit thema voor Charlie en heeft een tweewekelijkse column in De Standaard. In 2017 kwam 'Brief aan Cooper en de wereld' uit bij Manteau, een autobiografisch boek met een scherp maatschappijkritisch randje. In 2018 leverde ze een bijdrage aan de bloemlezing "Zwart -Afro-europese literatuur uit de Lage Landen". Later dat jaar verscheen bij Davidsfonds haar kinderboek "Brown Girl Magic". In 2019 verscheen de thriller "Black-out" (uitgegeven bij Horizon), haar eerste fictieboek voor volwassenen. Vanaf september 2019 is Dalilla seizoensdenker van Concertgebouw Brugge en momenteel schrijft ze ism Mungu Cornelis de monoloog 'Epiphany' die later dit jaar in première gaat bij NTGent.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen