Openhartig

“Je hoort geen schrik te hebben van frieten”

Gudrun Hespel over haar strijd tegen eetstoornissen

“Je hoort geen schrik te hebben van frieten”

Eerst anorexia, dan orthorexia en daarna boulimie. Gudrun Hespel (27) worstelde met drie eetstoornissen in acht jaar. Nu wisselt ze af tussen haar job als psychologe en personal trainer. “Een leven zonder eetstoornis lijkt soms ondenkbaar, maar ik wil aan jonge meisjes laten zien dat het wél kan.”

“De 16-jarige ik had weinig zelfvertrouwen en was perfectionistisch. Ik wilde altijd anderen helpen met een smile op mijn gezicht. Het behulpzame blije meisje, dat was ik. “Alles is oké, je moet je geen zorgen maken” was mijn go-to zin. Mijn echte emoties kropte ik diep vanbinnen op.

Nog voordat ik anorexia ontwikkelde, was ik een mager meisje. Toch vond ik mezelf te dik, maar vooral waardeloos. Zo weinig mogelijk eten, gaf mij een gevoel van controle over mijn emoties. Als ik mij focuste op voeding, was er geen plaats meer voor mijn negatieve gevoelens. Mijn perfectionistische kant pushte mij om steeds minder te eten totdat ik ongeveer één appel per dag at.

“Ik at meer, zodat mama niet ongelukkig bleef, maar zelfmotivatie had ik echt niet.”

En liegen dat ik kon. “Mama, ik ben net naar de winkel geweest of ik ben net met vriendinnen gaan eten.” Zo kwam ik ermee weg. Tot twee vriendinnen aan mijn klastitularis zeiden: “Wij hebben Gudrun al maanden niet meer zien eten. Ze gooit ’s middags alles weg.” De titularis heeft mijn mama verwittigd. Mama heeft meteen naar de dokter gebeld en de dokter contacteerde de psychiater. Het gebeurde allemaal zo snel.

Toen de psychiater dreigde met een opname ben ik beginnen eten om niet opgenomen te worden. Mijn mama dacht dat die eetstoornis haar schuld was, terwijl ik net mijn omgeving niet wilde lastigvallen met mijn innerlijke struggles. Zodat mama niet ongelukkig bleef en de psychiater tevreden was, at ik meer. Maar zelfmotivatie had ik écht niet.

Ongezond gezond

Ik was achttien en had opnieuw een aanvaardbaar gewicht bereikt. “Je mag op kot gaan, zolang je niet onder dat gewicht gaat.” Dat was de voorwaarde. En ik wilde zo graag op kot, dus bleef ik op gewicht. Na een paar maanden hard van het studentenleven genoten te hebben, besloot ik dat ik toch weer wat gezonder wilde leven. Maar ook dat liep weer helemaal uit de hand.

“Elke maaltijd was een getal op mijn bord.”

Calorieën tellen, werd de nieuwe gewoonte. Ik kon soms drie uur in de winkel rondlopen om alle voedingsetiketten te bekijken. En uiteindelijk ging ik toch met appelen en havermout naar huis. De etiketten kwamen in mijn ogen nooit overeen met mijn ‘gezonde’ levensstijl. Ik moest alles tot op de gram afwegen en wilde voeding continu categoriseren als gezond of ongezond. Soms werd ik ’s nachts wakker om te checken of ik de calorieën wel juist had geteld!

Mijn gewicht daalde, maar ging niet pijlsnel naar beneden als toen ik anorexia had. Hierdoor viel mijn orthorexia minder op naar de buitenwereld toe. Toen ik in het middelbaar in behandeling ging voor anorexia was de boodschap: méér eten. Maar bij orthorexia moest ik net anders leren eten. De mentale strijd was precies zwaarder, omdat ik nog steeds wist hoeveel calorieën elk voedingsmiddel bevat. Elke maaltijd was een getal op mijn bord. Zelfs nu kan ik van sommige producten nog altijd zeggen hoeveel calorieën, vetten en suikers ze bevatten.

“Ik sport veel én graag.” Foto: Irmy Coeckelbergs

Calorieën tellen, palmt je leven in. Ik heb mezelf geïsoleerd van mijn omgeving. “Ik moet studeren of gaan sporten” gebruikte ik als excuus om sociale gelegenheden te vermijden. Mijn vriendinnen hadden het bijna niet door, want ik nodigde ze bij mij thuis uit en kookte zelf. Zo wist ik perfect wat er op mijn bord zou liggen. Bij het uitgaan, dronk ik soms één glas wijn voor de show en daar voelde ik mij dagen schuldig over. Iets zo simpel als met vrienden weggaan en genieten van een cocktail ging niet meer.

“Mijn bomma heeft nog nooit van een calorie gehoord.”

Orthorexia moet meer aandacht krijgen. De omgeving denkt dat je gezond bezig bent, maar vanbinnen ben je zeer ongelukkig. Je kan perfect gezond eten zonder obsessief te zijn. Eens een pizza eten en met vrienden uitgaan zonder je daar schuldig over te voelen, moet kunnen. En als je verjaar- en feestdagen gaat ontwijken, omdat je schrik hebt voor de maaltijden, dan klopt er iets niet. Die calorie-obsessie bestaat nog maar enkele jaren: mijn 95-jarige bomma heeft nog nooit van een calorie gehoord. (lacht)

Mijn laatste psycholoog was ook meteen de eerste die echt tot mij kon doordringen. In het begin van mijn behandeling was ik ervan overtuigd dat ik on the mend was, maar ik kwam elke week éxact evenveel bij. Toen ik mijn streefgewicht haalde, was ik in mijn ogen helemaal genezen. Niet dus. Mijn angst en controle over dat eten was nog niet verdwenen. Die therapeut kon gelukkig door mijn smoesjes heen kijken.

Vanaf dan ben ik deadlines voor mezelf beginnen vast te leggen. Deze week wil ik pizza – mijn lievelingseten trouwens – gegeten hebben of dit weekend wil ik naar de chocoladebar. Ik heb ooit een pak frieten al wenend en met trillende handen opgegeten. Maar ik heb het gedaan! Door mezelf te blijven uitdagen om meer ‘ongezonde’ voeding te eten, kon ik er steeds meer van genieten. Je hoort geen schrik te hebben van frieten!

“Ik heb ooit een pak frieten al wenend en met trillende handen opgegeten.”

Weg naar herstel

Eet zo veel mogelijk voeding dat niet uit ‘pakskes en zakskes’ komt. Natuurlijke producten zoals groenten en fruit moeten in je basis voedingspatroon zitten, koekjes en chips niet. Dan maken die wijntjes of pizza’s in het weekend of op feestjes niet uit. Je moet niet altijd gezond eten om gezond te zijn. Meestal gezond eten, is al goed genoeg. En bij mij was het, toen ik orthorexia had, nooit gezond genoeg.

“Meestal gezond eten, is al goed genoeg.” Foto: Irmy Coeckelbergs

Nu eet ik tijdens de week gezond en snoep ik tijdens het weekend of op feestjes. Dit werkt voor mij, want ik weeg al sinds het einde van mijn behandeling – drie jaar – ongeveer hetzelfde. Ik sport veel én graag waardoor mijn lichaam regelmatig voeding nodig heeft. Moest ik alleen slaatjes en havermout eten, zou ik weer te snel afvallen.

“Ik kon mijn cursussen niet meer lezen zonder aan calorieën te denken.”

De doorslaggevende stap in mijn herstelproces was een studieswitch. Elke examenperiode ging mijn gewicht fors naar beneden. Tijdens mijn juni-examens in het vierde jaar geneeskunde ben ik gecrasht. Ik kon mijn cursussen niet meer lezen zonder aan calorieën of voeding te denken. Mijn examens heb ik niet afgewerkt met veel herexamens tot gevolg.

Tijdens de herexamens had ik een tweede dip. De therapeut vroeg: “Doe je eigenlijk graag geneeskunde?” Stoppen met geneeskunde leek hiervoor nooit een optie. Maar na lang twijfelen, kapte ik ermee. De competitieve cultuur tussen studenten geneeskunde in combinatie met mijn perfectionisme wakkerde die orthorexia alleen maar aan. Het voelde als een failure om na vier jaar succesvolle studies op te geven, maar ik was opgelucht. Het volgende academiejaar ging ik psychologie studeren.

De competitieve cultuur tussen studenten geneeskunde in combinatie met mijn perfectionisme wakkerde die orthorexia alleen maar aan.”

Na 2,5 jaar therapie en acht jaar vechten, ben ik ervan af. Tegen het einde van mijn therapie was ik even de controle kwijt over wat ik at. Boulimie heet dat. Alles eten en het dan uitbraken. Daar ben ik uiteindelijk ook van verlost geraakt. Sinds mijn volledig herstel droom ik ervan om andere meisjes die met eetstoornissen worstelen, te helpen als therapeut, maar ook als ervaringsdeskundige. Ik weet hoe zij zich voelen en begrijp hoe hopeloos de situatie soms kan lijken.

Op mijn Instagram stories toon ik mijn realiteit. Ik doe meer dan sporten en gezond eten. Een week op vakantie gaan zonder elke ochtend in de fitness te staan, lukt mij zonder moeite. Via Instagram krijg ik ook berichten van jonge meisjes: “Jij geeft mij hoop.” Dat motiveert mij énorm.

Ik weeg nu 18 kilo meer dan toen ik die eetstoornissen had, maar ben nog nooit zo fier geweest op mijn lichaam. Wanneer ik foto’s van toen bekijk, kan ik mijn ogen bijna niet geloven. Niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal ben ik veranderd. Vroeger schaamde ik mij voor mijn aanwezigheid op deze wereld en was ik verlegen tot op het punt dat ik geen drankje durfde te bestellen op restaurant. En nu heb ik een boek geschreven!”

Gudrun’s eerste boek, The Fittest You, verschijnt op 5 april en is uitgegeven bij Van Halewyck. Ze heeft ook een blog die binnenkort weer helemaal up-to-date is.
Lees ook: “Wanneer voeding je leven begint te bepalen, wordt het problematisch”
Foto bovenaan: Elodie Kona

Schrijf je reactie

Elodie Kona is studente in de journalistiek met een breed interesseveld. Haar grootste passies zijn wetenschap, talen en dans. Van jongs af aan heeft zij ervaringen in het buitenland opgedaan, waaronder in Azië. Ze spreekt vloeiend Nederlands, Frans en Engels én een vleugje Chinees. Daarnaast werkt zij af en toe als reporter bij DANST, een Belgisch dansmagazine, waar haar expertise in de danswereld van pas komt.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen