De wereld wordt kleiner, wordt wel eens gezegd. In 2015 woonde volgens cijfers van vzw International Contacts 1 op 20 Belgen in het buitenland. De globalisering is een feit en heeft effect op zowat alles; welke films we kijken, welke muziek we luisteren, wat we eten, waar we reizen en ook op wie we verliefd worden. Wat staat je te wachten als je je hart verliest aan de andere kant van de aardbol? Charlie sprak met drie ervaringsdeskundigen. Vandaag: Anne (34, Nederlands) en José (32, Brazilaans).
Anne: “Als je samen bent, dan doe je dingen samen en dan moet je ook rekening houden met elkaar. Als ik langere tijd alleen geweest ben en José komt dan weer naar Nederland, dan ga ik soms heel erg op in mijn eigen leven met afspraakjes met vrienden en familie en vergeet dan soms om José erbij te betrekken. Ik ben nu eenmaal gewend om mijn eigen ding te doen. Dat is soms moeilijk, we moeten altijd weer dat evenwicht zoeken.”
José: “Eigenlijk is zo’n relatie een deel van de tijd platonisch: je ontwikkelt een sterke band met iemand die niet fysiek bij jou is. Je kan erover dromen en denken hoe het zou zijn. Je creëert een idee van een relatie die aan de gang is, maar het is niet fysiek. Mensen die nooit een lange afstandsrelatie hebben gehad zullen denken dat het heel moeilijk is, maar op een bepaalde manier maakt dat het ook makkelijk…”
Anne: “Als je op Skype ruzie hebt, dan hang je gewoon op!” (lacht)
Wat vond je het moeilijkst aan de lange afstandsrelatie die jullie de eerste jaren hadden?
José: “Ik was soms bang dat we niet meer dezelfde connectie zouden hebben wanneer we elkaar terugzagen, dat we uit elkaar gegroeid zouden zijn. Door de jaren heen ontwikkel je je allebei, word je geleidelijk aan een ander persoon, maar de ander is daar niet van dichtbij getuige van. Die veranderingen voel je niet via Skype.”
Anne: “Jij was vegan toen ik in 2014 naar Brazilië kwam, maar de volgende keer niet meer.” (lacht)
José: “Het is ook moeilijk om steeds opnieuw afscheid te nemen. In een lange afstandsrelatie moet je leren dealen met het feit dat je zo graag bij elkaar wilt zijn, maar dat het niet altijd kan. Je kunt niet beginnen samen een leven op te bouwen, of aanwezig zijn als er belangrijke gebeurtenissen in elkaars leven, positief of negatief, zijn.”
“Je kunt niet beginnen samen een leven op te bouwen, of aanwezig zijn bij belangrijke gebeurtenissen in elkaars leven.”
In 2012, een jaar nadat jullie elkaar leerden kennen, vroeg José Anne ten huwelijk. In 2013 stapten jullie in Nederland samen in het huwelijksbootje.
Anne: “We trouwden uit liefde, maar ook om sneller bij elkaar te kunnen zijn. Ik wilde eigenlijk niet per se trouwen, maar ik kreeg daardoor wel een visum voor Brazilië voor negen jaar. We hebben ons eerst nog even in Europa proberen te vestigen, maar daar hangt je kans op een verblijfsvergunning vaak af van je inkomen. Omdat dit niet meteen lukte, emigreerde ik een jaar nadat we trouwden naar Brazilië José richtte een eigen bedrijfje op in Brazilië, dat in het eerste jaar genoeg omzet had. Ik trok bij hem in en ging er werken. Twee jaar later moest ik weer naar Nederland vertrekken. Brazilië kwam in een economische crisis terecht en het lukte niet meer om financieel rond te komen doordat de huren en productprijzen de hoogte in schoten. We werkten ons een slag in de rondte, maar door de inflatie konden we toch bepaalde basisbenodigdheden zoals een verzekering niet betalen. Eens terug in Nederland zocht ik een baan en ik begon een startup, maar daar verdiende ik niet genoeg geld mee. Het was heel moeilijk om een job te vinden. Ik moest een vast contract hebben, anders kon José geen Nederlands visum krijgen.”
Dus jij moet genoeg geld verdienen, zodat José naar Nederland mag komen. Wat was daar nog meer voor nodig?
Anne: “Je moet in je geboorteland een verplichte inburgeringstoets afleggen. José deed de test in Brazilië en we moesten vier maanden wachten op de resultaten. Hij moest één deel, spreekvaardigheid, opnieuw afleggen, waarna hij opnieuw drie maanden moest wachten op de resultaten. Daarnaast moet ik ook een vast contract met een minimum nettoloon van 1600 euro per maand hebben. Een vast contract krijg je niet zomaar in Nederland. Meestal krijg je twee keer een jaarcontract en dan moet je werkgever je een vast contract geven om je in dienst te houden. Loopt het spaak, dan moet je bij een andere werkgever weer onderaan de ladder met een jaarcontract beginnen. Steeds meer Nederlanders beginnen te werken als zelfstandige of hebben flexibele contracten. De regels zijn niet aangepast aan die nieuwe realiteit. Als je bankier bent, kun je je geliefde wel bij je hebben, als je kapper bent, dan kun je dat niet. Dat is erg hard.”
José: “Of we getrouwd zijn of kinderen hebben samen, dat doet er niet toe, het enige wat telt is dat we genoeg geld verdienen. Dat is om te voorkomen dat mensen misbruik maken van de sociale voorzieningen. Dat is logisch, maar tegelijkertijd zijn de eisen in Nederland nauwelijks haalbaar voor jonge mensen die zich in de levensfase bevinden waarin ze vaak zowel een serieuze relatie aangaan als aan het begin van hun loopbaan staan.”
“We appreciëren onze tijd samen meer dan ooit, maar realiseren ons ook dat we nu op verschillende vlakken risico’s nemen.”
Omdat José één deel van de test niet haalde en Anne in Nederland geen jaarcontract kreeg, begon Anne ook in België werk te zoeken. In België ligt bovendien het vereiste minimumloon om een partner van buiten de EU over te laten komen lager. Anne vond een vast contract voor twee dagen per week en verhuisde naar België. José volgde enkele maanden later.
Anne: “We weten we nog niet hoe het ons in België zal vergaan. We gingen naar het consulaat voor informatie, en voor we het wisten, hadden we al een document waarop stond dat José het land niet mag verlaten voor zes maanden en dat hij een visumaanvraag had ingediend. We waren blij, want dat wil zeggen dat José toch even in België kan blijven. Hij mag zelfs hier werken, maar gek genoeg mag hij zich nog niet verzekeren. We weten niet wat er hierna gebeurt: het is onduidelijk of ik voldoe aan de eisen om een partner van buiten de EU over te laten komen en we hebben daar nog geen eenduidig antwoord op gekregen. Bovendien heeft Josés moeder kanker, en mocht haar situatie verslechteren, dan kan hij haar niet opzoeken. We appreciëren onze tijd samen meer dan ooit, maar realiseren ons ook dat we nu op verschillende vlakken risico’s nemen.” (In de dagen tussen de interview- en publicatiedatum van dit artikel is de moeder van José overleden. Hij heeft haar niet meer kunnen bezoeken, nvdr.)
José: “Er gaat altijd iemand iets moeten opgeven: dat kan je familie of je carrière zijn. Dat weet je als je eraan begint, maar tegelijkertijd voelt het zo willekeurig… constructen zoals grenzen en nationaliteiten blokkeren ons samenzijn. Mocht ik in Duitsland, Polen, Spanje of eender welk ander Europees land geboren zijn, dan was het gemakkelijker geweest. Het komt door de internationale verhoudingen tussen landen dat we niet eenvoudig samen kunnen zijn – en daar kunnen we geen enkele invloed op uitoefenen.”
Hebben jullie wel eens gedacht om de handdoek in de ring te gooien en een partner uit eigen land te zoeken?
José: “Natuurlijk stel je jezelf die vraag soms, maar we hebben bewust voor elkaar gekozen. En sinds we getrouwd zijn kunnen we in principe samen in Brazilië wonen.”
“Ik volg dagelijks Nederlandse les, zoek werk en hoop dat het lukt om hier onze toekomst op te bouwen.”
Anne: “Natuurlijk is het niet gemakkelijk, maar dan bedenk ik dat mensen die een relatie hebben met iemand uit hetzelfde land ook moeilijkheden hebben. Als ik onze situatie vergelijk met vrienden die al kinderen hebben en een huis, dan wordt het frustrerend. Maar als ik denk aan mensen die hun familie achterlaten en een nog onzekerdere toekomst tegemoet te gaan, zoals asielzoekers, dan bevinden wij ons echt in een luxepositie.”
Als je nu je ideale toekomt kon kiezen, waar zou die dan zijn?
José: “Ik zou in België willen blijven. Ergens is het een voordeel dat we in België allebei een nieuw leven beginnen. We hebben hier een gelijke start. Daarnaast hoop ik gewoon dat het hier lukt en we niet weer opnieuw moeten beginnen ergens anders: we denken ook aan kinderen, maar door onze onzekere situatie moeten we daar mee wachten. Ik wil zo snel mogelijk weten hoe het hier werkt, volg dagelijks Nederlandse les, zoek werk en hoop dat het lukt om hier onze toekomst op te bouwen.”
Om met een positieve noot te eindigen. Wat maakt jullie relatie zo mooi?
Anne: “Omdat deze relatie niet evident is, moeten we er extra hard voor werken en als het tegenzit steeds weer de vraag stellen of we er nog voor willen blijven gaan. En het mooie is dat we die bewuste keuze om voor elkaar te gaan elke keer opnieuw maken.”
José: “En ik hou gewoon heel veel van de cakes die je maakt.” (lacht)
Schrijf je reactie