“Ik heb het stierenvechten leuk gevonden tot de laatste dag van mijn carrière.” Álvaro Múnera stopte helemaal niet met stierenvechten omdat hij plots in de zielige ogen keek van de stier die voor hem stond, zoals de beroemde foto van de berouwvolle stierenvechter wil laten geloven. Hij werd pas dierenrechtenactivist nadat hij verlamd geraakte tijdens een stierengevecht. “Ik heb pas spijt gekregen nadat de stieren mij hebben pijn gedaan.” Tolk & vertaling: Arkasha Keysers
Een stierenvechter die net diep in de ogen van een stier heeft gekeken en ter plekke beslist om te stoppen als toreador. Je hebt het beeld (hieronder) van de zogenaamd berouwvolle stierenvechter ongetwijfeld al zien passeren op sociale media. Maar het is een fake foto. De volgende tekst staat er telkens bij en klopt dus ook niét: Deze foto markeert het einde van de carrière van Álvaro Múnera. Hij stortte ineen, halverwege het stierengevecht, net op het moment dat hij zich realiseerde dat hij dit zachtaardige beest moest aanporren om hem aan te vallen. Hij is een hevige tegenstander geworden van stierengevechten. Zelfs toen de stier zwaargewond was door de picadors, viel hij deze man niet aan.
Het verhaal is te mooi om waar te zijn. De man op de foto die viraal is gegaan, is niet tot inkeer gekomen in de arena, maar is Javier Sanchez Vara, een Spanjaard die nog steeds vecht tegen stieren en allesbehalve spijt heeft. Hij vertelde voor het eerst aan Charlie hoe het zit, met die foto (zie deel 1 in ons bookzine of lees het online).
Klopt óók niet: Toreador Múnera zou op dit moment gezegd hebben: “En plots keek ik naar de stier. Hij had een onschuld in zijn ogen die alle dieren hebben in hun ogen, en hij keek me smekend aan. Het was een roep voor rechtvaardigheid, heel diep vanbinnen. Ik omschrijf het als een gebed – omdat als iemand te biechten gaat, het gehoopt is dat men vergeven wordt. Ik voelde me als de grootste stront ter wereld.”
De woorden worden toegeschreven aan Álvaro Múnera, maar zijn eigenlijk (deels) van een Spaanse schrijver, Antonio Gala, en komen uit een column van 30 juli 1995 uit de Spaanse krant El País.
Wat wel waar is: Álvaro Múnera bestaat. De Colombiaan was ooit stierenvechter. En hij is nu inderdaad dierenrechtenactivist. Maar de waarheid is iets minder idyllisch, vertelt hij via een videogesprek aan Charlie vanuit Medellín in Colombia. Dit is zijn verhaal.
Álvaro Múnera: “Ik ben opgegroeid in een familie van architecten – mijn vader, mijn moeder en al mijn oudere broers en zussen hebben architectuur gestudeerd – maar mijn vader was liever stierenvechter geworden. Vanaf dat ik klein was, nam hij ons mee naar stierengevechten in Medellín en Cartagena. Ik moet vier jaar geweest toen ik er voor het eerst een zag. Er was bij ons thuis geen sprake van voetbal of kunst, het ging altijd over stieren.”
“Ik zag dat er uit de koe die ik net gedood had, een foetus kwam.”
“Een keer, rond mijn twaalfde, gingen we op vakantie in Mexico, naar de stad Coco. Daar had je een restaurant, El Cortijo de la Morera, met een ring in het midden en tafels errond. Daar lieten ze kalveren in los die je als kind mocht bevechten met de muleta, met de cape, zonder dat je ze doodt. Zonder enige ervaring was ik daar verbazingwekkend goed in. Ik ging terug naar huis in de volle overtuiging dat ik een stierenvechter moest worden. Achteraf zou blijken dat het een vergiftigde roeping was.”
“Een jaar later nam ik deel aan een ‘stierenfeest’ in de stad Fredonia, op twee uur rijden van Medellin; het was nota bene een benefiet ten gunste van een ziekenhuis. Op dit festival werden behalve stieren ook koeien bevochten en gedood – in die tijd was dat nog toegelaten, terwijl vandaag alleen stieren afgemaakt mogen worden. Na het einde van een gevecht is het de gewoonte om de dieren in stukken te hakken, voor ze naar de vleesfabriek gaan. Nadat ik klaar was in de ring, zag ik achteraf hoe er uit de koe die ik net gedood had, een foetus kwam. Ik was op dat moment in shock. Dit kon alleen betekenen dat ik eigenlijk twee dieren tegelijk had gedood. Ik ben beginnen te huilen, ik heb zelfs moeten overgeven, zo gruwelijk was het om te zien. Toen ik wat bekomen was, heb ik er met mijn toenmalige manager over gepraat. Ik vertelde hem dat ik niet verder wilde, dat dit niet goed was. Het was allemaal zo brutaal en bloederig. Pepe Gomez legde zijn hand op mijn rug en stelde me gerust: ‘Rustig maar. Dit zijn de dingen die je erbij moet nemen. Je wordt echt een grote stierenvechter.’ De druk op mijn schouders was groot, want ik was – zogezegd – op de goede weg om het te maken.”
“Ik heb pas veel later beseft dat dit het eerste teken was van God. Hij gaf me een boodschap om te stoppen met dat moordenaarsbestaan. Maar op dat moment heb ik dat signaal genegeerd.”
“De stier heeft me gepakt en in de lucht gegooid. Dat moment herinner ik me: ik voelde iets koud in mijn lichaam.”
Álvaro bevocht in Colombia novillos, jonge stieren, en stieren, en ook in Venezuela en Ecuador. In maart 1984 is hij naar Spanje vertrokken. Dat was een hele eer, op zijn achttiende. Want je kreeg niet zomaar een contract te pakken. Het was dankzij de toen bekende stierenvechter José Cubero, met de bijnaam El Yiyo, dat Álvaro Múnera naar Europa mocht komen. Cubero had hem tijdens een stierengevecht ‘gespot’ op de Feria de Medellín. Múnera heeft naar eigen zeggen met een zestigtal stieren gevochten.
In Spanje heeft ‘El Pilarico’, zoals zijn bijnaam luidde, 22 corridas gedaan, maar lang duurde zijn carrière als matador niet. Amper een half jaar na zijn aankomst in Spanje, op 22 september, 1984, kwam zijn carrière als stierenvechter tot een abrupt einde. Álvaro Múnera vocht die bewuste dag in een dorp dat, op het accent na, precies dezelfde naam draagt als hij: in Munera, in Albacete. De jonge stierenvechter was die dag de eerste torero die de arena instapte op de Plaza de Toros. “Het was de eerste stier van de dag. Een stierengevecht telt drie rondes, en ik zat in de derde tercio, de laatste ronde, van het gevecht. Ik was bezig met de cape, om de zwaaibewegingen te doen, toen de stier me oppakte en de lucht ingooide. Dat moment herinner ik me nog goed: ik voelde iets koud in mijn lichaam. Daarna kon ik niets meer zien, kon ik niet meer bewegen en voelde ik niets meer. Ik besefte niet eens dat het bloed uit mijn mond liep. Ik kon alleen nog luisteren en hoorde de stem van mijn vriend die me kwam helpen.”
Nadat hij naar het ziekenhuis werd afgevoerd, heeft de tweede matador, Manuel Cubero, de broer van El Yiyo, het stierengevecht voortgezet. De stier ging dood, zoals het scenario voorschrijft in – bijna – elk stierengevecht. Ook de tweede stier die Álvaro had moeten doden, werd door Manuel bevochten en gedood. Waarna hij nog de stieren doodde die altijd al voor hem bedoeld waren. The show must go on, in de arena.
“Ik moest alles opnieuw leren: wassen, aankleden… Maar boven alles was het een spirituele revalidatie.”
Op dat moment wist het publiek nog niet hoe erg Múnera eraan toe was. “De dokter dacht eerst dat ik het niet zou overleven, dat ik een hartaanval zou krijgen, of een longontsteking. Maar ik had een goede fysieke conditie. Daardoor heb ik het overleefd.”
Het uiteindelijke verdict van de arts bleef hard. Álvaro was aan zijn ruggenwervel geraakt en zou nooit meer kunnen lopen. Vier maanden lag hij, helemaal verlamd, in het ziekenhuis van Toledo in Spanje. Daarna verhuisde hij naar het Jackson Memorial Hospital in Miami. Hij werd er verschillende keren geopereerd aan zijn wervelkolom, en begon er aan een lange, zware revalidatie. Het was in Florida dat hij zijn armen weer leerde te bewegen. Álvaro bleef uiteindelijk vier jaar in de VS, om te revalideren en te studeren. “Ik moest alles opnieuw leren: wassen, aankleden… Maar boven alles was het een spirituele revalidatie. Het is in de VS dat ik spijt heb gekregen, door met anderen te praten.”
“Een vrouw zei: ‘Weet je, ik ben heel blij dat jij in een rolstoel zit. Ik hoop dat je nooit meer rechtstaat, want je bent een barbaar’”
Amerikanen, die willen niets weten van stierengevechten. “Een keer ging ik eten bij de familie van een vriendin. Ze stelde me voor aan haar moeder en aan de rest van haar familie. ‘Dit is Álvaro Múnera,’ vertelde ze. ‘Hij zit in een rolstoel omdat hij als stierenvechter gewond is geraakt.’ Haar tante keek me heel indringend aan en zei: ‘Weet je, ik ben heel blij dat jij in een rolstoel zit. Ik hoop dat je nooit meer rechtstaat, want je bent een barbaar.’ Ze heeft me allerlei verwijten naar het hoofd geslingerd. Die confrontatie heeft me aan het denken gezet. In de Verenigde Staten ben ik niemand tegengekomen die deze spektakels steunde, niemand. Iedereen was tegen. Normaal zijn ze daar allemaal heel respectvol tegenover met mensen met beperkingen, maar als ze hoorden dat ik torero was geweest, werden ze soms heel afstandelijk.”
Beetje bij beetje werd Álvaro een ander mens. In Colombia was er in die tijd – het waren nog altijd de jaren 80 – helemaal geen antistierenvechtenbeweging, vertelt hij. “Het stierenvechten was er een heel sociaal gebeuren. Stierenvechters waren helden in Colombia en Spanje, iedereen wilde met hen op de foto en niemand dacht dat ze moordenaars waren. Dat is vandaag wel anders. Maar als ik toen niet uit Spanje was vertrokken, dan zou ik nooit denken zoals ik nu denk. Weet je, de tante van mijn vriendin heeft me mentaal gebroken, en anderen hebben me met argumenten overtuigd. Er is geen excuus voor de marteling van dieren.”
“Ik wilde niet stoppen met stierenvechten, maar het ongeluk heeft uiteindelijk een beter mens van mij gemaakt, omdat het mijn ogen heeft geopend. Ik denk dat God dacht: als hij niet wil horen, dan zal hij voelen.”
“Ik had stieren gemarteld en gedood, voor het plezier. Ik wilde het stierenvechten onder geen enkel beding nog steunen.”
Álvaro woonde vier jaar in Miami, voor hij terugkeerde naar huis in Colombia. Daar begon hij zich eerst in te zetten voor mensen met een beperking, vooraleer hij dierenrechtenactivist werd. “Toen ik terug thuiskwam, heb ik alles moeten uitleggen aan mijn familie. Hoe mijn manier van denken en mijn blik op de wereld veranderd was. Ik vond het belangrijk dat ze echt zouden begrijpen wat er met mij gebeurd was en hoe ik nu dacht. Ik had stieren gemarteld en gedood, voor het plezier. Ik wilde het stierenvechten onder geen enkel beding nog steunen.”
“Op een gegeven moment heb ik een artikel gepubliceerd in een belangrijke Colombiaanse krant met als titel: ‘De stieren huilen ook’. Mijn vader vroeg me of dat waar was. Ik antwoordde: ‘Ja papa, stieren huilen. Ik heb er veel zien huilen.’ Door ons gesprek zette hij zijn eerste stap om het stierenvechten achter zich te laten. Uiteindelijk is iedereen in mijn familie dierenactivist geworden, zelfs mijn vader, die voordien zo’n grote liefhebber van stierenvechten was. Intussen ben ik al jaren vegetariër en draag ik geen leer. (Nadrukkelijk) Er zijn veel video’s op het internet waarop je kan zien hoe stieren huilen. Stieren – en koeien – beginnen te loeien van pijn. Dat is hoe ze pijn uiten.”
Google ‘bull’ en ‘crying’. Probeer vooral zelf niet te huilen.
“Niemand is geboren om te worden gemarteld, en zeker niet voor het plezier.”
“Ik ben artikels blijven schrijven om uit te leggen wat er met mij is gebeurd en wat er allemaal mis is met stierenvechten. Intussen was mijn beste vriend El Yiyo gestorven door een stier. Hij is omgekomen op 30 augustus, 1985, in Madrid. Ik kon op dat moment niet naar zijn begrafenis, want ik was volop aan het revalideren. Zijn dood is een zware klap voor mij geweest. De stier had zijn hart doorboord. Bij mij had de stier mijn rug gebroken. Maar dankzij mijn tijd in de VS was ik gaan beseffen dat de stieren ons hadden aangedaan wat wij hen hadden aangedaan. Dat is de grootste les die ik heb geleerd. Je moet anderen geen dingen aandoen waarvan je zelf niet wilt dat ze jou worden aangedaan. Ik mocht niet klagen over wat me was overkomen. Mijn ongeval was een vorm van karma.”
“Ik ben ervan overtuigd dat ik niet ben gedood door de stier, enkel opdat ik een martelaar zou worden voor de dieren. Mijn verhaal heeft mensen mee helpen overtuigen om geen fan meer te zijn van stierengevechten. Toen ik torero was in de jaren 80, waren er nog elf corridas in de Feria van Medellín. Vandaag zijn het er nog maar vier, omdat er niet meer genoeg mensen komen kijken. En zelfs dan geraken ze niet uitverkocht.”
Voor veel dierenrechtenactivisten is Álvaro als een held, maar in de wereld van de matadors kunnen ze zijn bloed drinken. Hij probeert ze niet eens te bekeren. “Ik word gehaat in de stierenvechterswereld. Ze kennen mijn verhaal. Ik heb zelfs al bedreigingen gekregen. Ik ben niet geïnteresseerd in wat ze denken of voelen, want ze zijn niet voor rede vatbaar. Ze zien stieren als een spel en stellen zich niet in de plaats van het dier. Ze zeggen dat die stieren geboren zijn voor stierengevechten, maar dat is niet waar. Niemand is geboren om te worden gemarteld, en zeker niet voor het plezier. Het heeft geen zin om met torero’s te praten, ik denk dat ze een verloren generatie zijn. Wat ik wel wil doen, is kinderen bewust maken van hoe dieren worden gedood tijdens de spektakels. De liefde van de jeugd voor dieren is groot. Zij zullen later de wereld besturen. Als we hen nu al kunnen overtuigen, dan is er hoop.”
Terug naar de foto. Wanneer hij die voor het eerst zag, weet hij niet meer precies. “Het moet een jaar of acht, negen geleden zijn. Ik herinner me dat iemand me die foto met die tekst stuurde per mail. Ik antwoordde: ‘Dat ben ik niet. Het is een leugen.’ Ik heb de foto niet gemaakt, ik sta niet op de foto en ik heb de tekst niet geschreven. Ik heb geen idee wie dat beeld wel heeft gemaakt. Volgens de tekst die erbij stond, had ik er op dat moment spijt van, dat ik stierenvechter was. Maar ik heb me dus helemaal niet bekeerd omdat ik een stier in de ogen keek. Ik heb het via een pijnlijkere weg moeten leren. Pas toen de stier mij heeft aangedaan wat ik stieren heb aangedaan, en zelfs pas tijdens mijn revalidatie, heb ik de boodschap begrepen. Aanvankelijk heb ik niet gereageerd op het beeld, ik had geen tijd om aandacht te schenken aan zulke trivialiteiten op sociale media. Pas toen de foto viraal ging en iedereen me berichten begon te sturen, heb ik op Facebook uitgelegd dat ik dat niet was.”
“De foto is gebruikt door de verdedigers van dierenrechten die niet veel afweten van stierenvechten”
“Ik heb zelfs uitgelegd dat de stierenvechter op de foto een ‘desplante’ aan het doen is; hij neemt een superieure houding aan tegenover het dier. De torero spot met het dier: ik wacht gewoon totdat je valt en sterft. Het is burlesk. De foto ging viraal in alle talen: Spaans, Engels, Russisch… Hij is gebruikt door de verdedigers van dierenrechten die niet veel afweten van stierenvechten. Ze snappen niet dat de stierenvechter daar met de stier zit te lachen. Met spijt heeft dat niets te maken.”
Zou het doel de middelen heiligen? Wat als iemand van mening verandert over stierenvechten omdat hij die foto ziet? Vindt Álvaro Múnera het doel belangrijker dan de waarheid? “(stellig) Nee. Iemand die de foto ziet en veel van stierenvechten houdt, ziet meteen dat het een valse foto is. Iemand die die wereld niet kent en denkt dat het om een stierenvechter met spijt gaat, wordt gefopt. Voor fans van stierenvechten zijn er betere methodes om ze dingen te doen inzien. Je kan hen laten zien hoe gruwelijk het eraan toe gaat met die speren (de stier wordt tijdens de tweede ronde in hun nek gestoken met een lange speer om ze te verzwakken, zie deel 1, red.). Je kan hen de gevolgen uitleggen van die marteling van de stier. Ik vind het beter dat mensen beginnen nadenken op basis van de waarheid.”
Dat hij nog altijd verlamd is, doet Álvaro niets. “In een rolstoel zitten is voor mij maar een kleine straf. Na zes maanden kon ik alweer autorijden en kon ik gaan studeren. Dat ik niet kan wandelen, vind ik niet zo erg. Maar het lijden van de dieren herinnert me elke dag aan wat voor vuile persoon ik was. Het is bijna een dagelijkse kwelling voor mij dat men dieren doodt. (geraakt op dreef) In de tijd dat dit interview duurt, werden duizenden en duizenden dieren vermoord. Voor mij is dat een hel. Mijn moeder heeft ooit gezegd: ‘Ach, je zou me nog inruilen voor dieren’, omdat ze weet dat onschuldige wezens voor mij het belangrijkste zijn in het leven. Hoewel ik gelukkig ben met de fantastische familie die ik heb, ben ik door het dierenleed een ongelukkig mens, en zal ik ongelukkig sterven. Dat is mijn straf, voor wat ik heb gedaan.”
***
Nawoord
Nep of niet, die foto blijft maar opduiken op het internet. Doorgaans als de berouwvolle stierenvechter en niet als de stierenvechter die een kunstje opvoert met de stier. Dat wil wat zeggen. De foto werd via één pagina op Facebook ruim 375.000 keer gedeeld. And counting. De laatste keer was acht minuten geleden.
Het beeld raakt mensen.
In mijn zoektocht naar de oorsprong van de foto – Wie heeft hem voor het eerst online gezet? En in combinatie met die foute tekst? – ben ik hopeloos verloren gelopen. Uren, dagen, weken heb ik doorgebracht achter mijn scherm, zonder veel succes. Suf gesurft.
Ik heb foto’s van hetzelfde stierengevecht gevonden, dat wel. Ze zijn genomen op 27 juni, 2009 in de arena van Chota in Peru. Misschien vind ik de originele fotograaf ooit nog. Maar wat mij het meest interesseert: wie heeft de foute foto bij de foute tekst gezet? Wanneer? En waarom? De naam van een zekere Fabian Oconitrillo Gonzalez valt hier en daar.
Er bestaat ook een hele lange versie van de tekst bij de fake foto, vandaar. Fabian blijkt een jongeman uit Costa Rica. Hij antwoordde niet op de vragen die ik stuurde via Facebook, om te vragen of hij alles had bedacht.
De korte versie van de foto van de berouwvolle matador is volgens mij pas viraal gegaan in maart 2012 en meer bepaald op 6 maart 2012. Maar vanwaar? Een zekere Ehte Eve duikt op, die het interview met Álvaro Múnera uit Vice samenbracht onder de titel Make the connection. Klik verder tot een oude blog. Weer een dood spoor.
Soms was ik gechoqueerd, bijvoorbeeld wanneer ik zag dat zelfs wanneer een dierenrechtenorganisatie erop wordt gewezen dat het beeld fake is, ze de fake foto toch doodleuk opnieuw posten.
Er zijn gedichten geschreven voor de berouwvolle toreador. Zoals dit.
No bull would ever again gore
Torero Álvaro Múnera
the matador
because he refused
to be a party to
bullknifing by picadors
or to send any more
bulls through death’s door.
Dit gedicht linkt zelfs naar een artikel met de waarheid, maar toch doet het tegelijkertijd nog altijd alsof Álvaro Múnera ter plekke spijt kreeg in de arena en daarom gestopt is met stierenvechten.
Begrijpe wie begrijpe kan. Mensen geven niet om de waarheid. We geloven liever in sprookjes. Zelf moet ik niet veel zeggen. Ik heb de documentaire over stierengevechten Tauromaquia van Jaime Alekos ook nog altijd niet durven te bekijken. Te bang voor de gruwel. Om dezelfde reden heb ik ook nog niet willen kijken naar The Cove (over hoe dolfijnen worden afgeslacht) en Cowspiracy (over hoe koeien lijden voor vlees en ja, zelfs voor melk).
“Mensen haken snel af als je te veel gruwelijke beelden deelt. Ze willen het gewoon niet zien.”
Ik heb er even met Roos Vonk over gesproken, hoogleraar psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, idealiste en bekend met de wereld van dierenrechten. Ze benadrukt dat het verspreiden van fake berichten helemaal niet voorbehouden is aan dierenrechtenactivisten. Het gebeurt in de eerste plaats om het aantal kliks. En een mens kan inderdaad maar zoveel dierenleed aan, zegt ze. “Mensen haken snel af als je te veel gruwelijke beelden deelt. Ze willen het gewoon niet zien. Dat is de moeilijkheid waar dierenrechtenactivisten mee zitten: ze willen dierenleed aanklagen en hebben daar beelden voor nodig. Maar te vaak te expliciet heeft geen zin, want dan haken mensen af. Dat de foto met zo’n verhaal van een berouwvolle stierenvechter zo vaak wordt gedeeld, is niet toevallig. Want het is heel inspirerend, van hetzelfde type als ‘slager wordt vegetariër’. Dat lezen mensen graag, want het toont aan dat een mens tot inkeer kan komen.”
Tot slot nog een lichtpuntje. Ik kwam ook het verhaal tegen van de overleden stierenvechter Chiquilín. Hij doodde in zijn leven bijna 500 stieren. De Spanjaard kreeg evenmin spijt in de arena, maar ging na zijn carrière, op zijn oude dag, toch heel anders denken over dieren.
Hij kon zelfs niet meer kijken naar een descabello, vertelde hij in de Spaanse krant ABC op 28 oktober, 2007. Dat is het moment tijdens een stierengevecht dat de ruggengraat van een stier wordt doorgesneden met een zwaard wanneer het dier niet wil doodgaan en het dan maar zo uit zijn lijden wordt verlost. Op de vraag van de journalist of hij vandaag nog een stier zou kunnen doden, antwoordt hij ‘nee’. “Nee. Ik heb medelijden met ze. (…) Stieren kunnen voelen. Ik heb sinds acht jaar een hond, en zij heeft me anders doen denken over dieren. Ik, die lange tijd elke dag ging jagen, kan nu nog geen vlieg doden.”
Of hoe er nog hoop is voor de waarheid.
1 reactie
Ik vond dit 2 pracht artikelen! Ik kwam de bewuste post ook enkele weken geleden nog tegen op Facebook en ik vroeg me toen net af of dit hele verhaal misschien verzonnen was, zoals zo vaak bij die virale foto’s-met-tekst. Ik was dan ook blij verrast toen ik het bookzine aankreeg. Hoe jullie dit hele verhaal hebben uitgepluisd en er ook in geslaagd zijn een mooi genuanceerd (maar ook terecht gruwelijk) beeld neer te zetten van het stierenvechten, het is echt knap! Dankjewel 🙂