De afgelopen weken stonden social media in het teken van #metoo. Iets wat keihard nodig is – maar dat maakt het niet meteen een feest om verhalen over geweld te lezen en delen. Telkens als ik social media of een nieuwssite had bekeken, wilde ik mijn hoofd onder een kussen begraven en er alleen onderuit komen voor een kop hete thee. Het internet wist de oplossing voor mijn druilerige mood: meer “self-care” in de vorm van kleimaskers, positieve affirmaties en yoga-poses.
“Self-care is nu een hot topic, maar het idee erachter is niet nieuw.”
De vorige keer dat het nieuws maakte dat ik een onmiddellijke winterslaap wilde beginnen, was november 2016. Donald Trump was verkozen tot president van de VS. Ik weet nog dat ik ‘self-care tips’ googlede, en uit een lijst met 101-tips koos voor ‘go outside, shut the door’. Ik bedacht dat ik naast een bos woon, liet mijn smartphone thuis en wandelde een paar uur door de regen. In het bos was alles nog zoals altijd en de vogels trokken zich geen hol aan van wie er zojuist president was geworden van de VS. In het bos ging het leven gewoon door. Mijn woede zakte weg, na twee uur wandelen voelde ik me eigenlijk best goed. Eenmaal thuis werd ik weer met de neus op de feiten gedrukt, maar voor even had het geholpen.
Blijkbaar was ik in november 2016 niet de enige die op zoek was naar manieren om slecht nieuws het hoofd te kunnen bieden. De week na de verkiezingen hebben de Amerikanen de term ‘self-care’ bijna twee keer zo vaak gegoogled als ooit eerder in de afgelopen twee jaar.
Goed voor jezelf zorgen, daar kan niemand op tegen zijn, zeker niet als het koud is buiten en binnen je smartphone blijft roepen dat er allerlei nare dingen gebeuren in de wereld waar jij nog niet over gelezen hebt. Toch heb ik mijn bedenkingen bij de populariteit van #selfcare, #selfcaresunday en #metime.
Een beknopte geschiedenis van self-care
Self-care is nu een hot topic, maar het idee erachter is niet nieuw. Voor het grootste deel van de geschiedenis van de mens was zelfzorg het enige wat voor handen was, en bovendien van levensbelang. Wie zelf zijn eten bij elkaar moet jagen, verzamelen of verbouwen, mag niet te lang ziek zijn. Voordat de geneeskunde en gezondheidszorg geïnstitutionaliseerd werden, droegen mensen met de middelen en kennis die ze hadden zorg voor de gezondheid van zichzelf en hun familieleden.
In de 19e en 20e eeuw zorgden wetenschappelijke en medische ontdekkingen, technologische vooruitgang in diagnostiek, chirurgie en medicijnen, voor een revolutie. Zorg werd een taak van een breed scala aan professionals. Rond de jaren 1960 werden zelfzorg en zelfmedicatie in het Westen zelfs argwanend bekeken door een gezondheidssysteem dat vooral gericht was op ziektes genezen in plaats van voorkomen. De laatste decennia groeit het besef weer dat genezen vaak duurder is dan voorkomen, patiënten hebben zelf meer toegang tot informatie en zijn beter bekend met de gevolgen die zaken als stress, slechte voeding of roken op hun gezondheid kunnen hebben.
“Grote bedrijven voorzien yogalessen voor hun werknemers, lifecoaching lijkt wel de snelst groeiende beroepsgroep.”
Maar self-care is meer dan een medisch concept. In de VS zetten de burger-, homo- en vrouwenrechtenbewegingen de term op de kaart. Vrouwen, mensen van kleur, LGBTQ en andere groepen die vochten voor hun rechten, zagen zorgen voor zichzelf in een maatschappij waar anderen hen als minderwaardig beschouwden, als een daad van verzet. Ze beseften dat er een direct verband was tussen armoede en een slechte gezondheid, en dat om ongelijkheid op basis van ras, geslacht, klasse en seksuele geaardheid te ontmantelen, ze een gezond leven moesten kunnen leiden. Zoals activiste en dichteres Audre Lorde jaren later zei: “Caring for myself is not self-indulgence, it is self-preservation, and that is an act of political warfare.”
In de jaren 1980 ontstond er interesse in ‘wellness’ bij een andere groep: mensen die meer dan “gewoon gezond” wilden zijn. Met een holistische aanpak probeerden zij hun levenskwaliteit te verbeteren. Door bijvoorbeeld aan fitness, yoga of meditatie te doen, een bepaald dieet te volgen. Die trend is de laatste jaren steeds meer mainstream geworden. Grote bedrijven voorzien yogalessen voor hun werknemers, zelfhulpboeken scheren hoge toppen in de bestsellerlijsten, lifestylebloggers veroveren het internet en lifecoaching lijkt wel de snelst groeiende beroepsgroep.
Je vindt online lijsten met 101-tips voor self-care, waarin je van alles wordt aangeraden van vriendinnenavondjes organiseren tot een compliment geven aan je spiegelbeeld tot dagelijks mediteren. Ook Instagram doet mee: de hashtags #selfcare (3.536.929 plaatjes) en #selfcaresunday (117.800 plaatjes) winnen aan populariteit – ze tonen positive life quotes en selfies met gezichtsmaskers en komkommerschijfjes.
Maar ook activisten van allerlei pluimage hebben het belang van self-care opnieuw ontdekt. Op internet hebben ze hun eigen fora om self-care-tips te delen, elkaar te steunen om door te kunnen gaan met hun verzet en om te dealen met haatcomments en andere vormen van (online) backlash.
In de stress door je gebalanceerde levensstijl
In turbulente tijden is het extra belangrijk om een kop hete thee te drinken en even iets voor jezelf te doen, dus zo verwonderlijk is de hernieuwde aandacht voor self-care niet. Als we allemaal met ons hoofd onder een kussen blijven liggen, zijn we én ongelukkig én gaat er nooit iets veranderen. In die zin kan ik de aandacht voor self-care alleen maar toejuichen. Aardig zijn voor jezelf, wie kan daar nu tegen zijn?
“Soms is de scheiding tussen herstellen van je werk en herstellen om nog meer te kunnen werken flinterdun.”
Maar ik heb ook een paar bedenkingen bij de populariteit van self-care. Het is vreemd dat korte momenten van self-care zo populair zijn in een maatschappij waar technologie, geld, gezondheidszorg, voeding en entertainment voor velen rijkelijk voorhanden zijn. Waarom snakken we zo naar een herstelmoment nippend aan een groene smoothie? Eigenlijk zouden we sowieso goed voor onszelf moeten kunnen zorgen, de samenleving heeft er in principe alle middelen voor. Dat self-care zo hot is, bevestigt wat de depressie- en burn-outcijfers ook al zeggen: het combineren van werk, gezin en privé-leven zonder jezelf voorbij te rennen wordt een steeds grotere uitdaging. Structureel goed voor jezelf zorgen is zo gemakkelijk niet, waardoor we terug moeten grijpen op een snelle dosis #metime als het water ons aan de lippen staat. En als je dan eindelijk die #metime pakt, voor wie doe je dat dan? Soms is de scheidslijn tussen herstellen van je werk en herstellen om nog meer te kunnen werken flinterdun.
Door de nadruk die we erop leggen dreigt self-care bovendien zelf onderdeel te worden van dat eeuwige rennen. Zelfzorg wordt, zeker op social media, gepresenteerd als een quick fix waar elk modern mens momenten voor moet inbouwen. Het is alweer iets waar je goed in moet zijn, een extra ding op je to do-lijst – des te meer als je die momenten ook nog eens moet delen op social media.
Voor jezelf zorgen is niet altijd fotogeniek
De plaatjes die lifestylemedia en Instagrammers posten focussen bovendien op een beperkte definitie van self-care. Want hoewel het er op Instagram verdacht vaak uitziet als iets wat je kunt kopen, is echt goed voor je zelf zorgen vaak minder fotogeniek. Soms betekent self-care dat je een jaar lang bespaart op alles om wekelijkse sessies met een psycholoog te kunnen betalen. Soms betekent het eindelijk je administratie doen. ‘Nee’ zeggen tegen een leuk avondje uit omdat je doodmoe bent. Je urenlang inlezen in een moeilijk onderwerp zodat je jezelf in discussies staande kunt houden. Een fuck-off spaarpot aanleggen, zodat je een vervelende baas of partner de deur kunt wijzen. Of ontdekken wat je echt wil en nodig hebt in het leven, en waar je grenzen liggen.
“Soms ben jij niet degene die niet genoeg voor zichzelf zorgt; soms is het het systeem dat niet goed genoeg voor jou zorgt.”
De aandacht voor self-care legt tot slot veel verantwoordelijkheid bij het individu en ons vermogen om gevoelens van stress zelf op te lossen. Maar soms ben jij niet degene die niet genoeg voor zichzelf zorgt; soms is het het systeem dat niet goed genoeg voor jou zorgt. Bijvoorbeeld wanneer je, zoals #metoo laat zien, in een cultuur leeft waar grensoverschrijdend gedrag dagelijks in allerlei vormen voorkomt. Natuurlijk voel je je shit als je een hele avond #metoo-getuigenissen leest. Een extra bruisbad kan je helpen om even te ontspannen en er daarna weer tegenaan te kunnen (vooral doen dus), maar je kunt er geen verrot systeem mee wegwassen. Als de vele #metoo-getuigenissen iets laten zien, dan is het dat we te maken hebben met een structureel probleem dat om structurele oplossingen vraagt. Dat geldt niet alleen voor het seksisme en geweld dat wordt blootgelegd door #metoo, maar voor veel andere problemen van onze tijd die maken dat je liefst de hele dag in bad zou blijven liggen.
Een leven waar we niet uit willen ontsnappen
Begrijp me niet verkeerd: ik ben voor gezond eten, bewegen, rusten en alle andere dingen die onder de noemer zelfzorg kunnen vallen. Dat mensen verschillende vormen van zelfzorg tot een vast onderdeel van hun dagelijkse routine maken, kan ik enkel aanmoedigen. Ik probeer het zelf ook, waarbij sommige dingen goed lukken (gezond eten, mijn huis opruimen) en andere niet (sporten, genoeg slapen). Goed voor onszelf leren zorgen is uiteindelijk ook beter voor het geheel. Want voor een ander zorgen kan pas als je eerst leert voor jezelf te zorgen.
“In het beste geval zetten we self-care in om onszelf weerbaar genoeg te maken om anderen de hand te reiken.”
Maar ik hoop wel dat we verder kunnen kijken dan de hashtags, hype en commercie die met self-care verbonden zijn geraakt. In het beste geval zetten we self-care in om onszelf weerbaar genoeg te maken om anderen de hand te reiken.
Naast #selfcare hebben we ook #collectivecare nodig, al hashtagt dat niet zo lekker. Een #collectivecare die niet alleen op de schouders van de usual suspects (in het bijzonder vrouwen) mag vallen. Ik zou graag evenveel blogs en posts op Instagram zien met tips voor #collectivecare. Zoals gewoon eens luisteren naar iemand anders zonder te oordelen. Je durven uitspreken over zaken als seksisme of racisme, ook al gaat het jou niet direct aan. Maar bovenal hoop ik dat er meer gesprekken gevoerd gaan worden over hoe we een maatschappij kunnen inrichten waar mensen niet telkens even van moeten wegvluchten.
2 reacties
Tijdens mijn depressie hoorde ik allerlei adviezen.
Je “moet” elke dag een half uur wandelen
Je “moet” je lijf ontspannen (door naar de sauna te gaan of een massage te boeken)
Je mag niet slapen overdag, of toch niet langer dan 20 minuten
Net die (zeker goedbedoelde adviezen) “moetens” en “niet mogens” zorgden ervoor dat ik mijn zelfbeeld nog daalde, want zelfs voor mezelf zorgen lukte niet.
Het moment dat ik alles losliet én zelf besliste wat ik wou doen, kon mijn herstel starten. En dat was heel vaak slapen, rusten, weinig mensen zien, prikkelarm leven.
Dit artikel zou ook besproken moeten worden bij de opleidingen tot life coach, lichaamswerkers, therapeuten en zelfs psychologen die hun begeleiding als dé oplossing profileren. Ze kunnen bijdragen tot een herstel, zeker. Even belangrijk is om zichzelf te relativeren en onder ogen te durven zien dat dé oplossing niet bestaat. En dus de persoon die ze voor zich hebben, niet het gevoel te geven dat het hun eigen schuld is dat hét niet werkt.
Bedankt voor dit artikel en om de zo populaire selfcare / zelfzorg eens anders te belichten! En om te doorprikken dat selfcare niet altijd zo leuk is en ook ‘moet’ zijn! Wanneer het een noodzaak is (geworden), is het inderdaad verre van social – media waardig!
Zo herkenbaar alles wat je schrijft!
Op naar die #CollectiveCare,
Lieve groet!