Opinie

Help ons online haat tegen te gaan

Help ons online haat tegen te gaan

Durf jij een commentaar achter te laten in de commentsectie van een willekeurige nieuwssite? Grote kans dat een rits woedende berichten in all caps met 300 uitroeptekens en boze emoticons je afschrikken. Het gaat van lichte verwijten tot regelrechte doodsverwensingen. Helaas: ook bij Charlie hebben we er soms last van. Kan dit echt niet anders? Het is tijd om van het internet een gezellige plek te maken.

Na het zien van de video met een bloemlezing van haatcomments die onze redacteurs ontvingen, vraag je je misschien af of het allemaal ellende is bij Charlie. Wees gerust: over het algemeen hebben we weinig te klagen. In de drie jaar dat we online zijn, hebben we hoogstens vijf trollen moeten blokkeren en slechts een twintigtal haatcomments moeten verwijderen omdat ze echt te gortig waren. Dat is ontzettend weinig in vergelijking met andere nieuwssites of online magazines. Daar zijn een paar verklaringen voor.

Ten eerste ligt onze community van lezers ons nauw aan het hart. Als het niet meer gezellig is op onze kanalen, komen onze lezers niet meer terug. Daarom hebben we duidelijke richtlijnen opgesteld voor wie wil reageren: niet schelden, geen haatpraat en geen links dumpen enkel om je gelijk te halen. We letten er goed op dat de regels gerespecteerd worden, maar in veel gevallen moeten we zelf niet eens ingrijpen omdat onze lezers vervelende reageerders op hun gedrag wijzen. De overgrote meerderheid van reacties, zowel op de site als op Facebook, is echter onderbouwd en respectvol, zelfs als onze lezers het niet eens zijn met elkaar of de auteur.

“Als het niet meer gezellig is op onze kanalen, komen onze lezers niet meer terug.”

Ten tweede vermijden we polariserende titels en clickbaitartikels. Verontwaardiging is makkelijk uit te lokken, maar je raakt er moeilijk vanaf. Bovendien doen we niet aan bannering op de site, dus hoeven we niet te jagen naar clicks en views en zijn we even blij met 20 nieuwe abonnees, als met 20.000 kliks op een artikel.

Een andere belangrijke verklaring is natuurlijk dat we geen honderdduizenden bezoekers per dag over de vloer krijgen en we praten tegen een publiek van gelijkgestemde zielen. Dat verandert wanneer een van onze artikels “viraal gaat” en een publiek bereikt dat ver buiten onze comfortzone ligt. Of wanneer een van onze stukken opgepikt wordt door radio of televisie. Dan krijgen onze redacteurs de wind van voren in de commentsecties van de nieuwssites, op Twitter of via hun privéberichten op Facebook.

Dit onderzoek van The Guardian laat zien dat wanneer het om haatcomments en bedreigingen gaat, vooral vrouwelijke auteurs (vrouwelijke auteurs hebben 80% meer kans om haat te ontvangen dan mannen) en mensen van kleur het moeten ontgelden. En dus hebben vrouwelijke journalisten van kleur dubbel pech. Redactrice Dalilla Hermans is jammer genoeg ervaringsdeskundige en heeft van al onze redactrices de meest gore bagger over zich heen gekregen het voorbije jaar. “De berichten die ik voorlees in de video zijn maar het topje van de ijsberg. Wanneer ik in de pers kom, krijg ik scheldberichten, doodsbedreigingen en verkrachtingsscenario’s toegestuurd via alle mogelijke kanalen. Ik blokkeer zulke mensen onmiddellijk, maar ze zijn er wel. En het zijn meer dan je denkt,” zegt Dalilla.

“Wanneer ik in de pers kom, krijg ik scheldberichten, doodsbedreigingen en verkrachtingsscenario’s toegestuurd via alle mogelijke kanalen.”

Een nieuw rapport van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten bevestigt hoe serieus dit probleem is: journalisten worden steeds vaker bedreigd waardoor ze terughoudender worden in wat ze nog publiceren. Van de 638 ondervraagde journalisten werd 61 procent bedreigd, waarvan 22 procent maandelijks. De onderzoekers verklaren dit door “het verruwde klimaat, politieke polarisatie en de opkomst van sociale media, de toegenomen ongeremdheid van burgers en het feit dat de nieuwsconsument steeds kritischer wordt”.

Als redactie kunnen we niet accepteren dat onze schrijvers worden bedreigd, gekleineerd en uitgescholden. De naam “Charlie” komt van het Spaanse woord ‘charlar’, dat ‘praten’ betekent. We willen met onze artikels graag een dialoog opstarten over thema’s die ertoe doen, zoals racisme, maar ook gendergelijkheid, onze voedingsindustrie of body image.

Een dialoog voeren betekent dat je kritisch kunt zijn, het oneens kunt zijn, vragen mag stellen en naar elkaar luistert. Het betekent niet dat er zo hard en gemeen gescholden wordt dat anderen niet meer durven spreken. Schelden is gewoon niet oké. Het internet geeft ons ongekende mogelijkheden om meer over elkaar en de wereld waarin we leven te leren, maar die mogelijkheden verdwijnen zodra we mensen met een andere mening het zwijgen opleggen. En dat gebeurt. “De krochten van internetfora jagen me vaak schrik aan, en ik laat die te vaak regeren.” Zo reageert een lezeres op het artikel van hoofdredactrice Jozefien ‘Kunnen we nog van mening verschillen zonder elkaar de huid vol te schelden?’. Deze lezeres reageert liever niet op mensen die haat spuien, ook al heeft ze een waardevolle bijdrage, omdat ze zich niet wil laten uitschelden op internet. En zij is niet de enige.

“Wie het hardst roept, kaapt het debat en houdt met verbaal geweld een podium bezet.”

Die reflex is begrijpelijk, want wie wordt er nu graag uitgescholden? Mensen met een andere mening dan de roeptoeters zwijgen maar al te vaak. Het gevolg is dat wie het hardst roept het debat kaapt en met verbaal geweld een podium bezet houdt. De luidste roepers reageren zonder nuance, alsof we in continue staat van oorlog zijn, en zetten hele bevolkingsgroepen tegen elkaar op. Of het nu gaat over witte mensen tegenover zwarte mensen, vegetariërs tegenover vleeseters, feministen tegenover alfamannen of gelovigen tegenover niet-gelovigen. Belangrijke debatten die we juist zouden moeten voeren, raken verziekt. Dat kunnen we niet laten gebeuren: het internet is van iedereen en heeft te veel potentieel om te verliezen aan een stel geradicaliseerde brulboeien.

We blijven bij Charlie ons best doen om ruimte te bieden aan boeiende gesprekken, zonder haat. In tegenstelling tot veel andere sites houden wij onze commentaren open, verwijderen haatpraat die te ver gaat en reageren zelf ook op de discussies over onze artikels. Elke maand zetten we de mooiste comment van een lezer in de kijker op onze social media. Want die zijn er ook en voeren zelfs de boventoon op onze kanalen. We steunen onze redacteurs die haat en bedreigingen te verduren krijgen en blijven online haatpraat ter discussie stellen in onze eigen stukken.

Lezers die het belangrijk vinden dat het internet niet wordt gecensureerd door trollen kunnen iets doen om ons te helpen. Want de online community, dat zijn wij allemaal. Hier een paar manieren waarop je online haatpraat mee tegen kunt gaan:

– Laat eens een aanmoedigend of positief commentaar achter als je iets leest waarmee je het eens bent.
– Lees je zelf iets waar je het niet mee eens bent? Begin een respectvol gesprek. De eerste comment zet vaak de toon – hopelijk zullen andere mensen je voorbeeld volgen.
– Durf het toegeven als je zelf (deels) fout was. Durf het te zeggen wanneer de andere een punt heeft. Dat toont de andere dat het oké is om dit zelf ook te doen.
Deze video toont waarom feiten mensen niet overtuigen. Mensen denken nogal graag in “clans”. Wat je ook zegt, als je tot een andere clan behoort, zal de andere je ongelijk geven. Probeer in discussies dus ook je gelijkenissen te benadrukken. Zo toon je dat jullie deel uitmaken van eenzelfde “clan”, waardoor de andere meer geneigd zal zijn je te geloven. Misschien wonen jullie beiden in dezelfde regio of zijn jullie beiden jonge ouders? Dat schept vertrouwen.
– Hervalt het gesprek toch in gescheld? Rapporteer de haatpraat aan de redactie en eventueel aan het social media platform waarop het gebeurt. Je kan haters blokkeren door hun profiel te melden of door ongepaste posts of reacties aan te geven bij Twitter of Facebook.
– Als het iemand overkomt die je kent, vraag degene die getarget wordt hoe je kunt helpen, stuur een bericht om hen te laten weten dat er ook genoeg mensen zijn die achter hen staan.
– Gebruik je eigen kanalen om je steun uit te spreken voor mensen die slachtoffer zijn van bedreigingen en haat.
– Steun de projecten van mensen die geviseerd worden. Deel hun berichten, koop hun boeken, steun onafhankelijke media die hen een platform geven (ja we kijken onder andere naar onszelf hier).
– Laat het internet af en toe voor wat het is. Ga naar buiten, spreek met je vrienden af in het park of begin eens een gesprek met iemand op café. Kom uit je eigen internetbubbel en haal je hoofd eens uit je eigen kont. We weten allemaal dat te veel sociale media je gek kan maken.

Vul gerust aan. En zoals hoofdredactrice Jozefien al eens schreef: “Het is nog niet allemaal naar de kloten. Ergens in de stad die Het Internet heet, zijn ook wijken waar mensen elkaar nog wel goeiedag zeggen. Waar er overleg is met de buren wanneer er een probleem is. Waar er een wafelenbak georganiseerd wordt als iemand geld nodig heeft en waar er volop moppen verteld worden op de oprit.”

Het kan dus wel. Laten we samen het internet een betere plek maken. One comment at a time.

Regie & montage video: Soe Nsuki
Lees ook: Waarom doen we online wat offline niet mag?

Schrijf je reactie

2 reacties
  • Melouda says:

    Ik kom op tegen haat na alles wat in nieuw Zeeland is gebeurt is verschrikkelijk haat moet stoppen ik ben zelf moslim ik vindt erg dat zo veel haat is

  • DE GEBELGDE BELG says:

    Allez laat ik dan maar beginnen. Je triomfantelijke lach vindt je normaal alleen in Oost-Afrika.

    Je kans om te overlijden via huidkanker is te verwaarlozen. De kans, daarentegen, op een beroerte is maar liefst ZEVEN keer groter dan bij een blanke. Mijn vriendin heeft dat al 2 keer voor gehad.

    Dan worden de casserollen als het ware omgedraaid. Alhoewel 18 jaar geleden zegden ze in het Augustinus : uw madam is een patiënt X : alles wat mis aan het gaan is, is mis aan het gaan.

    Hier in de hoge Ardennen, zoveel jaren later bij een controledokter. Zegt dat mens :”Est-ce que madame mange bien oh je le vois”. In één zin. Ik was te verbouwereerd om er wat van te zeggen.

    Mathilda is lief, Pak nu de vaat. Ze voelt zich schuldig omdat ze me daarmee niet meer kan helpen. Dat stoort haar.

    Ondertussen hoop ik dat het goed gaat met je man. Dat je hem niet gaat lastigvallen met Leopold 2 en diens gedoe. Dan kun je er nog lang plezier van hebben.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen