interview

“Dit zijn echt boeiende tijden voor vriendschap”

“Dit zijn echt boeiende tijden voor vriendschap”

Redactrice Selma, auteur van het boek ‘Vriendschap in tijden van eenzaamheid’, ging in gesprek met Beate Volker, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Beate Volker doet al jaren onderzoek naar hoe we vrienden maken – een vraag die actueler is dan ooit, nu bijna de helft van de Belgen zegt zich eenzaam te voelen.

Waar komt uw eigen interesse in vriendschap vandaan?
Beate Volker: “Ik vind het waanzinnig interessant om te leren hoe mensen netwerken opbouwen. Je hebt collega’s op je werk, buren in je buurt en familie die is aangeboren: zij maken deel uit van een netwerk waar je eigenlijk niet voor gekozen hebt. Liefdesrelaties en vriendschappen zijn de enige relaties waarvoor we volledig zelf gekozen hebben. Wat vriendschappen extra boeiend maakt is dat er geen instituut rond bestaat die maatschappelijk is verankerd, zoals het geval is bij de romantische liefde. Het maakt dat je veel vrijheid hebt om je vriendschappen zelf vorm te geven.”

Wat maakt vriendschappen zo interessant voor de wetenschap?
“Vrienden zijn cruciaal voor ons welzijn. Onderzoek wijst al tientallen jaren uit dat vrienden goed zijn voor onze fysieke en mentale gezondheid. Hoe dat precies komt weten we nog niet, maar wat zeker is, is dat vrienden ons stressniveau verlagen. Daarnaast zijn vrienden een praktische steunpilaar. We vallen op hen terug als we ziek zijn, of bij het verlies van een partner of ouder. Hun praktische en emotionele steun zorgen dat we er sneller bovenop komen.

“Het zou voor iedereen beter zijn als ouderen een netwerk hebben.”

Daarnaast zijn er veel veranderingen in de samenleving die vriendschap boeiend maken. Mensen kennen hun vrienden vandaag vaak langer dan hun partner. Het toenemende aantal echtscheidingen en de vergrijzing zorgen ervoor dat mensen er vaker alleen voorstaan. Mensen worden gemiddeld gezien ouder, maar dat geldt niet voor iedereen. Er zijn veel ouderen die alleen zijn, zonder partner of familie. Het zou voor iedereen beter zijn als zij een netwerk hebben. Ook vanuit maatschappelijk oogpunt zijn vriendschappen dus relevant voor de wetenschap.”

Recent heeft u onderzocht welke invloed onze persoonlijkheid heeft op hoe we vriendschappen aangaan. Hebben extraverte mensen meer vrienden?
“Iemand die hoog scoort op extraversie gaat met een soort gietertje door de wereld en bewatert overal kiemen voor connectie. Je zou denken dat zo iemand veel meer vrienden en een groter netwerk heeft dan meer introverte mensen. Dat klopt slechts ten dele. Want of we nu introvert of extravert zijn, de meesten van ons hebben gemiddeld een drietal hechte vrienden en daaromheen een cirkel van lossere vrienden en kennissen. Heel uitbundige mensen hebben vooral in die buitenste schil wat meer contacten. Dat heeft ermee te maken dat introverte mensen iets meer rust nodig hebben. Zij vinden het letterlijk vermoeiend om sociaal te zijn.”

Waar maken mensen eigenlijk vrienden? Is de werkvloer of de buurt een goede plek?
“Het is niet onmogelijk, maar je kunt wel tegen de hiërarchie op je werk aanlopen. Bevriend raken met je baas kan bijvoorbeeld gevaarlijk zijn. Het ene moment is je baas je vriend, het volgende wil die dat je een opdracht klaar hebt. Je favoriete collega kan ook plots je baas worden, of met jou concurreren om een positie. Zulke competitie zit vriendschap al snel in de weg. Op sommige werkplekken heerst een erg individualistische sfeer, wat niet bevorderlijk is voor vriendschap. De kans op vriendschap op de werkvloer is groter wanneer er een cultuur van samenhorigheid en teamwork is. Veel werkgevers stimuleren dat ook, want wie vriendschappelijke banden heeft met collega’s is gelukkiger en presteert beter. Uit onderzoek blijk dat het niet zo vaak voorkomt dat echte vriendschappen op het werk ontstaan; het blijven toch eerder losse banden.

“Introvert of extravert, de meesten van ons hebben gemiddeld een drietal hechte vrienden.”

Voor buren geldt er iets gelijkaardigs. Ik ben in 2000 begonnen met mijn onderzoek naar cohesie in buurten. Mensen zeiden dan vaak dat het heel gezellig was in hun wijk, maar gaven ook aan geen beste vrienden te zijn met hun buren. Over gevoelige dingen, zoals relatieproblemen, praten mensen nu eenmaal niet met hun buren. Je houdt een bepaalde afstand en evenwicht in die relaties, want ze komen letterlijk te dichtbij – als er iets gebeurt, komt je buur de volgende dag vragen hoe het met je gaat. Dat willen we niet altijd. Grote problemen of zorgen delen we liever met vrienden, de mensen voor wie we gekozen hebben. Van hen willen we advies, bevestiging en horen of zij iets gelijkaardigs hebben meegemaakt. Eigenlijk zijn buren en collega’s meestal dus zwakke relaties – we zijn bang dat het problemen geeft als een collega of buur veel gevoelige zaken van ons weet, of als er ruzie ontstaat: je wil niet van werk of huis veranderen door een slechte band.”

Waar maken we dan wel vrienden?
“Uit ons onderzoek blijkt dat vriendschap vaak een bijproduct is van een andere bezigheid. Studie of opleiding is een goede kweekvijver voor vriendschap: je zit allemaal in hetzelfde bootje en komt elkaar regelmatig tegen. Dat is de klassieke manier om vrienden te maken. Er bestaan tegenwoordig ook vriendschapsapps, maar die zijn instrumenteel en heel doelgericht. Het is veel fijner als een vriendschap gewoon opbloeit, net zoals met de liefde. Wie meer vrienden zou willen hebben, kan best eens kijken in z’n adresboek – vaak zijn we leuke mensen uit het oog geraakt. Grote kans dat die persoon jou ook nog wel eens wil zien als je iets van je laat horen. Wat ook goed werkt: een etentje organiseren met mensen die je al kent en hen vragen om iemand mee te nemen die jij nog niet kent. Het voelt ongedwongen aan en je hebt bijna gegarandeerd een leuke avond!”

“Wie meer vrienden zou willen hebben, kan best eens kijken in z’n adresboek.”

Is de ‘framily’, een gekozen familie van vrienden, eigenlijk een nieuw fenomeen?
“Er is nu veel aandacht voor, maar dat mensen zo dichtbij staan dat je het verschil tussen vriend en familielid niet meer voelt, is van alle tijden. Het is waar de uitdrukking ‘kind aan huis’ vandaan komt. Mensen zorgden een paar decennia geleden nog voor anderen als voor hun eigen familie. In sommige culturen is de framily nooit weggeweest. Bij onderzoek dat we in Nederland deden onder mensen met een Marokkaanse migratieachtergrond, merkten we dat zij veel minder een onderscheid maakten tussen vriend en familie. Het maakte voor de mensen die we bevroegen veel minder uit of een goede vriend een bloedverwant was of niet, die persoon werd gewoon tot de familie gerekend en daarmee klaar.”

Waarom is er de laatste jaren meer aandacht voor het concept van framily?
“Deels komt dat door verschuivingen in de samenleving, zoals een groeiend aantal singles en de vergrijzing. Die factoren maken dat we opnieuw moeten nadenken over de vraag hoe we zullen leven als we ouder zijn. En daar kan die framily een rol in spelen. Misschien gaan we later wel met vrienden samen één groot huis met een tuin delen, dat heeft allerlei ecologische, financiële en sociale voordelen.

Het heeft er ook mee te maken dat mensen tegenwoordig iets minder vertrouwen op de verzorgingsstaat. Kinderopvang is in Nederland heel duur. Mensen vertrouwen er ook niet op dat alles goed geregeld zal zijn wanneer ze niet meer voor zichzelf kunnen zorgen. En dus kijken ze voor zulke zaken ook naar hun netwerk. Los daarvan zien mensen ook hoe leuk het is om dingen met vrienden samen te doen.”

“Iemand die op ons lijkt, bevestigt ons zelfbeeld. Die persoon is leuk en lijkt op mij, dan ben ik ook best leuk.”

Een andere verandering is dat de samenleving diverser wordt. Zien we dat ook terug in onze vriendennetwerken?
“Het interessante is dat mensen tijdens onze onderzoeken vaak zeggen dat ze een heel uitgebreide en diverse vriendengroep hebben, maar er vaak al snel blijkt dat er één vriend(in) is die anders is dan de rest. Over het algemeen kiezen we vrienden die heel hard op ons lijken: van hetzelfde opleidingsniveau, uit dezelfde leeftijdscategorie en haast altijd met dezelfde etniciteit.

Deels komt dat omdat praten met iemand en je begrepen voelen makkelijker is wanneer die persoon op jou lijkt. Iemand die op ons lijkt, bevestigt ook ons zelfbeeld. Die persoon is leuk en lijkt op mij, nou, dan ben ik ook best leuk. Daarnaast is de samenleving ook gesegregeerd. Je komt in je dagelijks leven bijna niemand tegen die echt heel verschillend is van jou. Buurten zijn homogeen samengesteld, op school worden we al jong geselecteerd op leeftijd en opleidingsniveau.”

De kans dat mannen en vrouwen met elkaar bevriend zijn is ook kleiner. Hoe komt dat?
“We zien in films en series zelden een vriendschap tussen heteromannen en  -vrouwen. We hebben dus weinig voorbeelden. Een man en vrouw die goed bevriend zijn, worden daardoor door de buitenwereld al snel als stel gelabeld. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar als één van de twee of allebei een partner heeft, dan wrijft dat soms. De kans dat de betrokken partners de vriendschap helemaal oké vinden, is niet zo groot. Daardoor ga je elkaar minder zien en wordt de vriendschap zwakker.”

“Hoe fantastisch is dat, dat je met één druk op de knop een vriendin die heel ver weg is een bericht kan sturen?”

Is dat nu eigenlijk slim om vooral vrienden te maken die op ons lijken?
“Als je denkt in termen van sociaal kapitaal en wat je aan elkaar kan hebben, zou het veel beter zijn als je juist contacten hebt met mensen die anders zijn dan jij. Wat ben je eigenlijk met mensen die allemaal op jou lijken? Dan heb je een groep mensen die geen spijker in de muur kunnen slaan, dat is onpraktisch. Rijkdom zit net in het delen en uitwisselen, elkaar aanvullen. Maar vrienden worden met iemand die heel anders is dan jij kan eng zijn. We zijn zo bang voor uitsluiting. Iemand die op jou lijkt zal je natuurlijk niet snel het gevoel geven dat je vreemd of anders bent.”

Vrienden voor het leven, bestaat dat?
“Het kan, maar het is zeldzaam. Het bijzondere aan vrienden is dat we ze loslaten, vaak omdat we in een andere levensfase terechtkomen, maar soms ook weer opnieuw vinden. Iemand kan trouwen en vijf jaar later weer scheiden, terwijl jij heel die periode single bent geweest, en na de scheiding weer hechter met jou worden. Je kan vrienden door sociale media ook weer makkelijker terugvinden. Er zitten nadelen aan sociale media, maar ik ben er over de hele lijn best positief over. Hoe fantastisch is dat, dat je met één druk op de knop een vriendin die heel ver weg is een bericht kan sturen? Ja, dit zijn echt boeiende tijden voor vriendschap.”

Illustraties: Istock
Lees ook het interview met Selma Franssen over haar boek ‘Vriendschap in tijden van Eenzaamheid’
Op zaterdag 30 november gaat Beate Volker in gesprek met Ojaimi Abolhab (Iraakse vluchteling, onthaalmedewerker Vluchtelingenwerk Vlaanderen), Lies Lecomte (chef digitale projecten en trekker van Het Grote Gelijk bij De Standaard) en Saskia De Coster (auteur Nachtouders, Wij & ik, Held, Eeuwige roem …) op het Festival van de Gelijkheid in Gent. Journalist Selma Franssen leidt dit gesprek in goeie banen. Inschrijven kan hier.

Schrijf je reactie

Selma Franssen is freelance journalist en auteur van 'Vriendschap in tijden van eenzaamheid' (uitgeverij Houtekiet, 2019). Haar werk verscheen onder meer bij Charlie Magazine, OneWorld, De Morgen, De Standaard, The New Statesman, VPRO en Vice. Ze volgde het postgraduaat Internationale Onderzoeksjournalistiek, ontving een beurs van het Fonds Pascal Decroos voor haar werk en presenteert journalistieke lezingenreeks 'Moeilijke Dingen Makkelijk Uitgelegd'.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen