Kunstjournaliste en redactrice Annelies Vanbelle fileert elke maand een inspirerend kunstwerk uit de collectie van Kunst in Huis. Ze kiest voor vrouwelijke kunstenaars die, naar eigen zeggen, ook Charlie-fähig werk maken.
Muhiba Botan: ‘The Myth of the Other’ (2016), 70 X 100 cm, foto
1958, Brussel. Op de plek waar nu de Heizel is staan strooien hutten in een tropisch decor, met daarrond ‘primitieve’ Afrikanen. Een wit publiek kijkt vanachter de bamboe omheining geamuseerd toe, daagt uit met spottende opmerkingen, maakt oerwoudgeluiden, gooit bananen en pinda’s, als in een dierentuin. De Congolezen doen af en toe schijnbaar spontane vreugdedansen en beelden zogezegd traditionele dorpsscènes uit. Dag na dag ondergaan ze de schofferingen en het gejoel van het publiek. Het is de Wereldtentoonstelling, en voor de meeste Belgische bezoekers de eerste keer dat ze een zwart persoon zien.
“Je leert met racisme omgaan, maar makkelijk wordt het nooit.”
2019, Antwerpen. We hebben een gesprek met de Somalisch-Nederlandse Muhiba Botan (°1988). Tijdens de Somalische Burgeroorlog vluchtten haar ouders naar Nederland. Ze was toen twee, en herinnert zich uiteraard weinig van haar land van afkomst. Maar haar Afrikaanse roots staan te lezen op haar gezicht, en haar voorgeschiedenis helemaal vergeten is hierdoor onmogelijk. Quasi elke dag wordt ze door een of ander voorval gewezen op haar anders-zijn. Kleine fricties, flitsen van racisme, al dan niet hevig kwetsend. “Je leert daarmee omgaan”, zegt ze, “maar makkelijk wordt het nooit.”
Haar persoonlijke ervaringen kristalliseren tijdens haar studies aan de Genkse LUCA School of Arts tot de wens om hierrond een fotoreeks te creëren. Ze verdiept zich gretig in het thema van deze human zoos, die vooral rond 1900 populair waren doorheen Europa. In deze ‘menselijke dierentuinen’ worden allerlei culturele stereotypes gemixt, tot een over-the-topversie van de ‘exotische wilde’, alles om het westerse publiek te laten vergapen en te doen geloven in de superioriteit van de witte beschavingsbrenger.
Met haar reeks ‘The Myth of the Other’ speelt Muhiba Botan in op dergelijke artificieel gecreëerde tegenstellingen, die van alle tijden zijn. Ze laat zich hierbij inspireren door cultuurtheoreticus en socioloog Stuart Hall, die consequent kritische bedenkingen plaatst bij het beeld dat onder meer in de media wordt opgehangen van niet-witte mensen. Hij legt uit dat je stereotypes kunt ontkrachten door ze te ontleden: “Ondervraging van stereotypes maakt ze onbewoonbaar, het vernietigt hun natuurlijkheid en normaliteit.”
Precies dat doet Muhiba Botan in deze fotoreeks. Ze wentelt zichzelf in een resem alter ego’s die allemaal even overdreven en kunstmatig zijn, een collage van clichés en soms interessante dissonanten. We zien dus zowel het hypergepriviligeerde upper class blondje met tandpastasmile en smetteloze tennisoutfit, als een krijgslustige ‘primitieve’ Afrikaanse met machinegeweer, en – ironisch genoeg – latex keukenhandschoenen. Of: een pittige zwarte popdiva met dotjes én traditionele juwelen én beugel en daartegenover de iets te voorbeeldige, zelfingenomen witte studente met ‘graduation cap’. Of, nog een mooi contrast: de vleesgeworden perfectie van een witte Miss Universe tegenover een bloedmooie zwarte deerne die een aapje de borst geeft.
Veel laagjes dooreen, veel te decoderen, wat een heerlijke kettingreactie aan betekenissen ontketent. De foto’s zijn zowel homogeen met elkaar verbonden als contrasterend, wat precies de boodschap is die Muhiba wil brengen: wij zijn allen een aaneenschakeling van oneindig veel eigenschappen – en nooit zullen we in de benauwende mal van een archetype te prangen zijn. Ze brengt de kijker in verwarring en zet hierdoor de mythische creatie van ‘de ander’ op losse schroeven. Zowel de te gestroomlijnde westerse, die we zien in films als ‘Pleasantville’ en ‘The Stepford Wives’, als de tegenhanger, de ‘barbaarse vreemdeling’, zijn mythes, gekunstelde iconen die weinig uitstaans hebben met de realiteit.
“Wij zijn allen een aaneenschakeling van oneindig veel eigenschappen, nooit zullen we in de benauwende mal van een archetype passen.”
Om het helemaal af te maken, voegt Muhiba Botan in deze reeks nog een extra betekenislaagje toe. Want de zeer opmerkzame kijker zal her en der dezelfde gelaatstrekken weten te onderscheiden. In elk van de foto’s figureert immers de fotografe zelf, al dan niet grondig gefotoshopt. De reeks is dus ook een sociaal experiment over perceptie: wat voel je als je plots bemerkt dat je steeds naar dezelfde persoon zit te kijken? Verandert dat je interpretatie, of niet? Slaag je erin om al deze versies van één vrouw tot verenigen tot één consistent beeld of is dat onmogelijk?
Wat ons betreft zit de spil van de hele reeks in één portret waarop een neutrale vrouw staat afgebeeld, zonder uitvergrootte en onnatuurlijke kenmerken. Dat is het nulpunt waarin alles samenvloeit en de extremen tot stilstand zijn gekomen. Een eerder kleurloze versie, maar minstens even intrigerend in relatie tot het geheel. Elk van Botans beelden heeft een overtuigende aantrekkelijkheid, en wij zouden niet weten welk ‘alter ego’ we uit deze reeks zouden prefereren. Voor Muhiba Botan is haar werk de schuilplaats bij uitstek waarin precies die openheid, die vloeibaarheid van identiteit mag blijven bestaan. Alle ‘anderen’ met al hun nuances, en alle incongruenties in onszelf. Een ode aan de verleidelijkheid van de diversiteit.
Schrijf je reactie