In het jaar dat er géén Nobelprijs voor Literatuur wordt uitgereikt dankzij een Metoo-schandaal, trekken miskende schrijversvrouwen op het grote doek nu massaal de pen naar zich toe. Mary Shelley, de vrouw die horrorklassieker Frankenstein schreef, neemt daarin nu de voortrekkersrol.
Tweehonderd jaar geleden schreef Mary Shelley Frankenstein; or, the Modern Prometheus (1818). Ze was nog maar achttien toen ze eraan begon, had net haar eerste kind begraven. Tussen het schrijven door zette ze een tweede kind op de wereld, verzorgde het en wanneer het boek bijna twee jaar later in druk ging, was Shelley opnieuw zwanger. Uit schrik dat ze het hoederecht op haar kinderen zou verliezen, werd het boek anoniem gepubliceerd. Ook het monster in haar boek bleef naamloos, daarmee de deur open latend voor interpretatie. Wie is het monster?
Wie hierop kant-en-klare antwoorden wil vinden in Haifaa Al-Mansours biografische drama, is eraan voor de moeite. Frankenstein is immers een gothic novel die uit verschillende lagen bestaat, gaande van een allegorische en fabelachtige tot een autobiografische. En vooral die laatste laag wordt in Mary Shelley onderzocht – waarin sowieso al genoeg gruwel en tragiek zit voor een hele miniserie. De Saudische cineaste puzzelt hiermee een strijdlustig, soms wat houterig beeld bij elkaar dat de vrouw achter ‘s werelds bekendste monster een eigen stem geeft.
Ook haar monster verschijnt in verschillende gedaantes, maar een vaste vorm krijgt het niet. Mysterie moet er zijn.
Uit de schaduw
Dat Al-Mansour vooral geïnteresseerd is in hoe Shelley (Elle Fanning) haar eigen stem vond en minder in het boek, verbaast trouwens niet. Ook in haar debuut Wadjda (2012) toonde de cineaste al een voorliefde voor sterke vrouwelijke protagonisten die vechten voor wat ze verdienen en hun rechtmatige plaats opeisen. Hoewel dat in haar debuut nog een groene fiets was – de prijs die te winnen valt voor de student die de Koran het beste uit z’n hoofd kent – is dat nu het auteurschap op Frankenstein. Omdat deze anoniem gepubliceerd werd, dachten velen immers dat dit geschreven was door Mary’s grote liefde Percy Bysshe (Douglas Booth), het jonge literaire genie waarmee Mary een turbulente liefdesrelatie had.
“Dat Al-Mansour vooral geïnteresseerd is in hoe Shelley haar eigen stem vond en minder in het boek, verbaast niet.”
Nieuw is het niet dat de literaire wereld eeuwenlang vrouwelijke auteurs miskend heeft. De afgelopen jaren kwam dat al meermaals aan bod in zowel boeken als films. Alleen: dat de Nobelprijs voor literatuur door een Metoo-schandaal dit jaar niet uitgereikt wordt, onderstreept pijnlijk hoe actueel dit thema nog steeds is. Niet gek dat strijdlustige schrijvers vandaag de pen zwaaien in de fijnproeversbioscopen. Zo zal binnenkort Becoming Astrid (over Pippi Langkous-schrijfster Astrid Lindgren) en Colette (over de Franse mimespeelster en auteur Sidonie-Gabrielle Colette) te zien zijn en is momenteel The Wife in de bioscoop te zien. Dit uitmuntende drama gaat over de vrouw van een man die de Nobelprijs voor literatuur wint en wier invloed verder gaat dan steun en toeverlaat van ‘het genie’.
Tand des tijds
Literaire erkenning voor vrouwelijke auteurs is een strijd die dus al meer dan 200 jaar gaande is, met Mary Shelley als uitgelezen voortrekker. Dat Haifaa Al-Mansour nu Shelley en haar erkenningsstrijd opnieuw tot leven wekt – samen met een jonge cast die bestaat uit prille twintigers als Elle Fanning, Bel Powley en Maisie Williams – is dan ook tekenend voor deze tijd. Eindelijk is deze rijp om voorbij de mannelijke kant van de (literaire) geschiedenis te kijken en ook aan historische vrouwen een stem te geven.
“Eindelijk is de tijd rijp om voorbij de mannelijke kant van de (literaire) geschiedenis te kijken en ook aan historische vrouwen een stem te geven.”
Dat deze in Mary Shelley nog wat stram en geforceerd literair klinkt, valt te vergeven omdat het drama een eigentijds licht werpt op de klassieker. In de inleiding van mijn editie van Frankenstein waarschuwt horrorkoning Stephen King immers dat ‘de verwachtingen die de meeste lezers van het boek hebben, zijn gevormd door tientallen huiveringwekkende films, van de originele Frankenstein van James Whale via Blackenstein tot Frankenstein Meets Godzilla.’ Na het bekijken van zulke films, meent King, zal het boek minder gemakkelijk moderne lezers bevredigen. ‘Deels het gevolg van afstomping door te veel knokpartijen, te veel bloederige beelden en te veel films voor boven de achttien’. Daar brengt Al-Mansour nu verandering in.
Met haar biografische film plaatst zij Mary Shelley en haar boek in een eigentijdse, minder op horror beluste context waardoor je na het bekijken van dit biografische drama weer met frisse ogen aan Frankenstein kan beginnen. Dan zal je ontdekken dat deze gothic novel bol staat van het melodrama, gruwel en vernuft. Dan leer je de achttienjarige Mary Shelley kennen die het monster recht in de ogen keek en ontdekte dat het enkel maar uit was op wat liefde en erkenning. Wie niet?
Schrijf je reactie