Column

“Mijn tijd bij de jeugdbeweging heeft me mee gemaakt tot wie ik ben”

“Mijn tijd bij de jeugdbeweging heeft me mee gemaakt tot wie ik ben”

Op vrijdag 19 oktober 2018 is het de Dag van de Jeugdbeweging in Vlaanderen. Op deze dag wordt het engagement gevierd van duizenden jongeren die zich inzetten om meer dan 240.000 kinderen en jongeren een jaar vol spel en plezier te bezorgen. Redactrice Dalilla denkt terug aan haar eigen tijd in de jeugdbeweging.

Ik zei het al vaker: ik ben een product van de jeugdbeweging. Mijn hele schoolperiode, van het eerste leerjaar tot het zesde middelbaar was ik lid van KSJ Weelde (intussen KSA Weelde). Dat was een afdeling van KSA nationaal, en voor de genderhokjes in de beweging wegvielen had je dus: VKSJ voor meisjes, KSJ voor meisjes en jongens en KSA. Wij waren eigenlijk een VKSJ: een meisjeswerking.

Iedereen noemde ons de ‘roodkapjes’ omdat we rode sjaaltjes droegen bij ons uniform. Elke zaterdag, na de tekenschool (intussen noemen we dat het deeltijds kunstonderwijs) snelde ik naar huis om snel een ‘hotdog’ (lees sandwich met zwanworstje en ketchup) naar binnen te werken. Dan sprong ik van mijn tekenschoolkleren in mijn ksj-uniform en fietste ik naar het lokaal van KSJ Weelde. Op mijn zeventiende werd ik, na een doop waarbij ik kattenvoer at en een geweldige playbackshow gaf met mijn beste vriendinnen, leidster. Een jaar later werd ik samen met mijn beste vriendin hoofdleidster.

“Mijn tijd als lid, leidster, hoofdleidster enprovinciaal en nationaal vrijwilliger hebben me mee gemaakt wie ik ben.”

Ik ging op BKV,de animatorcursus die elke jeugdleider binnen de organisatie moet volgen. Dat vond ik zo plezant dat ik me engageerde voor KSJ Provinciaal, zodat ik zelf BKV kon geven. Dat deed ik jarenlang. Er was ook Wadieper (de hoofdanimotarcursus), Triptrap (een fietstocht van enkele dagen) en natuurlijk de Joepie (een vierdaagse wandeltocht).

Mijn tijd als lid, leidster, hoofdleidster en uiteindelijk provinciaal en nationaal vrijwilliger van KSJ/KSA hebben me voor een groot stuk gemaakt tot wie ik ben. Ik leerde er delen, verantwoordelijk zijn, organiseren, promo maken, vormingen geven. Ik leerde er oplossingsgericht denken, conflictbemiddeling, volharding en (niet onbelangrijk) een tent op te stellen en een wc sjorren. Ja, dat kan ik echt.

“Door mijn engagement in de jeugdbeweging kon ik mijn competenties bewijzen en kreeg ik kansen.”

Mijn jeugdwerkverleden heeft heel rechtstreeks mijn professionele pad beïnvloed. Voor er sprake was van Charlie, boeken schrijven, of tv-quizjes werkte ik in de jeugdsector. Ik had er niet de juiste diploma’s voor (mijn onderwijsgeschiedenis is voer voor een aparte column, geloof me). Maar door mijn engagement in de jeugdbeweging kon ik mijn competenties bewijzen en kreeg ik kansen. Tot op de dag van vandaag kom ik in de media, in de scholen waar ik ga spreken, en zelfs hier in het gebouw waar onze redactie huist mensen tegen met wie ik die gouden jaren beleefde.

“Door mijn engagement in de jeugdbeweging kon ik mijn competenties bewijzen en kreeg ik kansen.”

Dit jaar bestaat de groep waar het voor mij allemaal begon in Weelde alweer vijftig jaar. Generaties meisjes werden er jonge vrouwen en kregen al die belangrijke skills en levenslessen met zich mee. Ik vind dat indrukwekkend. Toen ik de uitnodiging voor het driedaagse feest waarmee dat jubileum wordt gevierd aankreeg dacht ik weer: amai! Dat alles wordt georganiseerd door een groep meisjes van 18, 19 jaar. Wat een schitterend systeem, wat een empowerend concept, de jeugdbeweging.

Nu denk jij misschien: ochot ochere, de madam die zaagde over een scoutsfuifaffiche gaat een stukje schrijven over haar liefde voor jeugdbewegingen, geeuw. Of verwachtte je hier van mij kritiek op hoe’n lange weg er nog te gaan is op vlak van diversiteit in de klassieke grote jeugdbewegingen. Maar weet je, daar wilde ik het even helemaal niet over hebben. Het is immers niet omdat ik kritiek heb op sommige dingen, of omdat ik als deel van een geheel suggesties heb, dat ik geen diepgewortelde liefde voel voor het vrijwillige engagement van zovelen. Liefde en ontzag voor jongeren die elke week vergaderen, voorbereiden en organiseren om kinderen een fijne tijd te geven.

“Generaties meisjes werden er jonge vrouwen en kregen al die belangrijke skills en levenslessen met zich mee.”

Er worden me vaak vragen gesteld over identiteit. Of ik me Vlaming voel, bijvoorbeeld, of er dingen zijn hier bij ons waar ik trots op ben. Mensen denken soms dat ik heel negatief naar onze maatschappij kijk. Maar dat is niet zo. Ik zie de keerzijden en ik probeer te werken aan wat beter kan, maar ik zie ook al het schoons. En twee typisch Vlaamse dingen waar ik echt trots op ben, zaken waar wij in dit landsdeel echt in uitblinken maar waarover we vaak veel te bescheiden zijn: onze zomerfestivals én ons jeugdwerk.

X,

Van een fier Roodkapje

Schrijf je reactie

Dalilla Hermans is geboren in Rwanda en geadopteerd. Ze heeft er haar missie van gemaakt om racisme en discriminatie bespreekbaar te maken en aan te pakken. Ze schrijft regelmatig stukken over dit thema voor Charlie en heeft een tweewekelijkse column in De Standaard. In 2017 kwam 'Brief aan Cooper en de wereld' uit bij Manteau, een autobiografisch boek met een scherp maatschappijkritisch randje. In 2018 leverde ze een bijdrage aan de bloemlezing "Zwart -Afro-europese literatuur uit de Lage Landen". Later dat jaar verscheen bij Davidsfonds haar kinderboek "Brown Girl Magic". In 2019 verscheen de thriller "Black-out" (uitgegeven bij Horizon), haar eerste fictieboek voor volwassenen. Vanaf september 2019 is Dalilla seizoensdenker van Concertgebouw Brugge en momenteel schrijft ze ism Mungu Cornelis de monoloog 'Epiphany' die later dit jaar in première gaat bij NTGent.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen