Interview

In bed met Lara Taveirne

In bed met Lara Taveirne

Op welke manieren kun je een liefdesrelatie vurig houden? Lara Taveirne zoekt het antwoord in haar tweede roman: “Maar ik kwam meer ellende tegen dan schoonheid.” Zo werd Hotel zonder sterren een bitterzoet, wonderschoon boek.

Zelfs wanneer alles meezit, kan het leven een bitch zijn. Lara Taveirne hoorde op de boekpresentatie van haar tweede roman dat ze voor haar eersteling de Debuutprijs had gewonnen. “Wil je geloven dat ik een beetje boos was, toen? Er zijn zoveel dagen dat er niets gebeurt in mijn leven en dan is er opeens te veel vreugde voor één dag.” Het is zondagnamiddag en we zitten in een gezellig boetiekhotel in Brugge. Geen slechte setting om te praten met de schrijfster van een roman waarin een Portugees droomhotel een prominente rol speelt.

Hotel zonder sterren heeft een aparte plot. Na tien jaar belt Larissa haar jeugdliefde Andreas op met een ongewoon voorstel. Ze wil hem ontmoeten, ook al zijn ze intussen allebei met een ander getrouwd. Larissa heeft geen onschuldig bijpraatmoment bij een kopje koffie voor ogen. Ze biedt Andreas een weekend buiten de tijd aan, in hotel The Bussaco Palace. Twee dagen om de fouten uit hun verleden te herstellen.

Een onconventioneel idee, zegt u? Onconventioneel is the name of Lara Taveirnes game. De schrijfster die door haar ouders naar Lara Antipova uit dokter Zjivago werd genoemd, gaf haar eigen dochter de naam Dolores: “Naar Lolita, ja. Mensen worden daar boos om, heb ik gemerkt. Je mag je kind blijkbaar niet naar het grootste verdriet noemen… Dolores is een beladen naam. Mijn zoon heet Samuel. Dat vond ik gewoon mooi.” Taveirne bracht de baby- en peuterjaren van haar kinderen met hen door in een primitief, afgelegen molenhuis: “Het was heel idyllisch en tegelijk heel hard. Zelf water pompen, hout hakken, bijna vier jaar onafgebroken borstvoeding geven. Ik had de eenzaamheid ervan onderschat.” Op de blog van uitgeversgroep WPG beschreef Lara die periode al eens.

Ik ga in een boek nooit mijn leven vertellen, maar ik put wel uit mezelf.

Uiteindelijk zou het schrijven Lara redden: “Tijdens mijn studententijd in Gent had ik – parallel aan mijn eindwerk – een roman geschreven. In mei 2013 vroeg een vriend uit die tijd, die net bij uitgeverij Manteau was begonnen, of hij die mocht lezen. Toen ben ik dat manuscript beginnen herwerken, bijna vanaf nul, want stilistisch was dat nodig. Zo ontstond De kinderen van Calais. Maar de gevoelens en ideeën in die roman stammen dus uit mijn studententijd. Dat iedereen me er nu – door de Debuutprijs – over aanspreekt, is soms wel raar.” Gelukkig toeval dus, dat wij het met Lara vooral over Hotel zonder sterren willen hebben.

Het hoofdpersonage in Hotel zonder sterren heet Larissa… Is zij je alter ego?
Lara Taveirne: “Ik ga in een boek nooit mijn leven vertellen, maar ik put wel uit mezelf. Larissa staat heel dicht bij wie ik was, vooral in haar relatie tot de werkelijkheid en anderen. Ze zit vast in haar hoofd en heeft het gevoel dat ze moeilijk contact kan leggen. Tegelijk heeft ze een heel euforische kijk op haar verleden met Andreas. Als lezer besef je gaandeweg dat Larissa die periode en die liefde sterkt bijkleurt. Ik geloof dat ik intussen verder sta dan Larissa in het boek. Ik besef nu dat wat er mijn hoofd zit niet altijd met de werkelijkheid overeenstemt. Vroeger zat ik meer gevangen in mijn fantasie en in angsten voor wat zou kunnen gebeuren.”

Lara-Taveirne-3

Larissa is gulzig in de liefde. Ook uit het leven gegrepen?
“Ik ben doodsbang om alleen te blijven. Ik heb ook vaak paniekaanvallen over mensen die weggaan. Natuurlijk heeft dat te maken met mijn broer, die op zijn achttiende verdween en later dood werd teruggevonden. In de eindfase van een relatie heb ik altijd al een nieuw lief klaar en tijdens mijn studententijd had ik zelfs twee lieven, omdat ik één wat weinig vond. Ik heb ook altijd gedacht dat ik met veel mannen tegelijk zou trouwen. Na de geboorte van mijn zoontje liet mijn man zijn beste vriend bij ons inwonen. Hij begreep dat ik eenzaam was, dat één man voor mij niet volstond. Ik ging zelfs met mijn ‘twee’ mannen naar familiefeesten (lacht). Uiteindelijk liep het stuk. Met drie samenwonen is niet evident. Bij het schrijven van Hotel zonder sterren heb ik me de vraag gesteld op welke manieren je een liefdesrelatie vurig kan houden, maar ik ben daarbij meer ellende dan schoonheid tegengekomen. Zelf ben ik daar nu mee in het reine. Vroeger moest ik actie ondernemen wanneer ik de passie voelde oplaaien. Nu kan ik beter stoom aflaten bij mijn man. Ik loop dan een halve dag te vertellen: ‘Dit wil ik, dit voel ik.’ Hij laat me praten en dan is het gezegd en voorbij. Woorden hebben mij geholpen om flinker te worden op liefdesgebied.”

Bij het schrijven van Hotel zonder sterren heb ik me de vraag gesteld op welke manieren je een liefdesrelatie vurig kan houden, maar ik ben daarbij meer ellende dan schoonheid tegengekomen.

De passages over de jaren die Larissa’s ouders doorbrachten in een commune, zijn van de mooiste in het boek. Hoe goed ken je die wereld?
“Mijn man heeft zijn jeugd doorgebracht in een commune. Op zolder stootte ik eens op een doos met foto’s uit die tijd. Op de beelden is te zien hoe ze een oude caravan binnenrijden in hun oude, rommelige herenhuis en daar een feestje bouwen. Dat maakte me zo jaloers! Ik heb het moeilijk om te aanvaarden dat mijn man, die een stuk ouder is dan ik, een heel leven heeft gehad waar ik niet bij was. Ik kan mij die periode niet toe-eigenen en ik kan er nooit deel van uitmaken maar ik heb Hotel zonder sterren wel op die foto’s gebaseerd.”

Je omschrijft je man als een oerman?
“Mijn man is een biologische landbouwer, hij is voortdurend buiten en heeft enorme, doorleefde handen. Daar ben ik verliefd op geworden. Toen ik hem ontmoette, had ik één dag om hem voor mij te winnen. Daarna moest hij terug naar Nederland. Ik heb hem meegenomen naar het kleine, vervallen huisje van een vriendin. Na onze eerste nacht samen werd ik wakker en hoorde het geluid van motoren. Hij was buiten in de weer met kettingzagen en de grasmachine. Dat was de eerste keer dat ik me op en top vrouw voelde, louter omdat ik omringd werd door zoveel mannelijkheid. Ik had plots zin om in potjes te gaan roeren (lacht). Ik ben nochtans lang een ‘jongetje’ geweest met kort haar. Op mijn vijftiende voelde ik een enorme druk: ik moet mooi worden want ik wil niet alleen blijven. De angst om vrouw te zijn en alle verwachtingen daarrond, daar speel ik mee in De kinderen van Calais.”

Lara-Taveirne-8

De moeder van Larissa is een gedreven, maar wispelturige vrouw met een rits minnaars. Begrijp je dat ze negatieve gevoelens oproept bij lezers?
“Ik kom uit een warm nest. Na het lezen van het boek heeft mijn moeder me oprecht bezorgd gevraagd: Was ik zo verschrikkelijk? Nee dus, in Larissa’s moeder geef ik mijn eigen angsten rond het moederschap vorm. Ik heb vier jaar in een afgelegen setting voor mijn kinderen gezorgd en ik werd daar intriest van. Ik had geen tijd om na te denken en ik voelde me ongezien. Dat heb ik van die periode geleerd: ik kan pas leven als er een getuige in mijn buurt is. Daarom schrijf ik ook brieven. Twaalf jaar lang heb ik gecorrespondeerd met een oude geliefde. Zo hield ik het gevoel dat hij over mijn schouder meekeek bij wat ik deed. Niets gebeurde ongemerkt, want ik wist bij alles dat ik het aan hem zou beschrijven.”

Ik heb het gevoel dat mijn daden pas zin krijgen als iemand meekijkt. Als ik lesgeef, beeld ik mezelf in dat er achteraan in de klas iemand zit. Daar word ik een betere leraar van.

Vanwaar komt die nood aan iemand die meekijkt? Is dat een behoefte aan bevestiging?
“Misschien is het eerder een vorm van zingeving? Ik heb het gevoel dat mijn daden pas zin krijgen als iemand meekijkt. Ik werk momenteel als docent, en ook als ik lesgeef, beeld ik mezelf in dat er achteraan in de klas iemand zit. Daar word ik een betere leraar van. Ik heb voor het eerst in mijn leven een echte ‘job’ en ik worstel daar nog een beetje mee. Voor de klas heb ik vaak dat typische middelbare school-gevoel: ‘Hoor ik er wel bij? Ga ik niet door de mand vallen?’. Als tiener dacht ik dat ik op mijn dertigste wel zou weten hoe het allemaal moet – deel uitmaken van het verkeer, terugkomen van mijn werk… Maar dat valt tegen: ik ben nog altijd dezelfde. Ik heb aanvaard dat ik met mezelf zal moeten leven.”

Wat brengt de toekomst?
“Ik voel dat ik nog veel te schrijven heb, maar ben tegelijkertijd bang om mensen teleur te stellen. Altijd eigenlijk. Laatst had ik een fotoshoot voor een magazine. Ik voelde me slecht op mijn gemak in de outfits die de styliste had gekozen. Op zo’n moment ga ik er altijd van uit dat de fotograaf en het team denken: ‘Oh, die Lara hadden we leuker en losser verwacht…’ Stom, maar het is nu eenmaal zo. Of ik ooit over mijn broer zal schrijven, weet ik niet. Wat mijn gezin heeft meegemaakt, is ontzettend heftig. Mijn broer is vrijwillig naar het noorden getrokken, zonder ons over zijn plannen te vertellen. Hij heeft het niet gehaald. Op dit moment voel ik te veel schroom om daarover te schrijven of uitgebreid over te vertellen. Het is niet mijn verhaal. Het ligt voor ons hele gezin ontzettend gevoelig.”

Momenteel lijkt het je wel te lukken, de combinatie moederschap en schrijven?
“Soms, als ik een baby ruik, hoor ik mijn lichaam schreeuwen om een kind. Mijn hoofd weet dat ik geen derde baby aankan, maar toon mij een man met zwart haar en ik moet me bedwingen. Het moederschap bevalt mij wel beter nu de kinderen naar school gaan. Zodra ik hen aan de schoolpoort heb afgezet, spurt ik naar huis om te schrijven. Bij het opstaan heb ik meestal al een idee of vijf. Die moeten dan wachten tot na het ontbijt en het aankleden om op papier te geraken. Dat is moeilijk. Maar intussen kan ik ook al eens vijf dagen naar Amsterdam om te schrijven. Zo afhankelijk zijn ze niet meer.”

Met dank aan exclusive guesthouse Number 11 in Brugge voor de locatie.
Interview: This is how we read
Foto’s: Barbara De Munnynck

Schrijf je reactie

Literair journalisten Barbara De Munnynck, Eveline Janssens, Katrien Elen en Kurt Van Gasse runnen samen de literaire blog This Is How We Read, waar ze schrijven over boeken, zichzelf, boeken, cocktails, literaire feestjes, boeken, citytrips en… boeken. Je kan hen volgen via Facebook en Instagram.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen