Kunstjournaliste en redactrice Annelies Vanbelle fileert elke maand een inspirerend kunstwerk uit de collectie van Kunst in Huis. Ze kiest voor vrouwelijke kunstenaars die, naar eigen zeggen, ook Charlie-fähig werk maken.
‘Dust’ (2015) van Evelien Gysen, litho-offset mixed techniques, 55 x 38 cm
Stel je even voor: een foto van de yeti. Of: een mogelijke observatie van het Monster van Loch Ness. Of: Bigfoot. Heb je de beelden in je hoofd? Wat verbindt ze? Kun je dat nagaan? Het antwoord is wat als rode draad loopt door de werken van Evelien Gysen (°1975): een zekere vaagheid, een schemer in al die weergaves. Als wij ons mythische figuren trachten voor te stellen, of ze denken te hebben vastgelegd op lens, zijn ze altijd onscherp.
Precies deze schimmigheid is hetgeen Evelien Gysen fascineert. Al van kinds af was ze geïntrigeerd door datgene wat we niet kunnen grijpen en niet begrijpen. Zaken als UFO’s, buitenaardse wezens, weerwolven en wildemannen, vreemde entiteiten. Allerlei mysteries van de natuur en het heelal, alles wat onlogisch is en moeilijk te verklaren, ving haar aandacht. Evelien Gysen: “Ik hou van volksvertellingen en fabels. Van de dieren die daarin figureren en meer zijn dan louter dier, zoals de raaf, de kraai en de uil. Ze zijn metaforen, staan ergens symbool voor, openen een hele wereld in je hoofd.”
“Gysen omarmt de imperfectie en verheft dit tot doel in plaats van het te zien als een vervelend nevenverschijnsel.”
Al toen ze studeerde – eerst grafiek en daarna mixed media – koesterde Evelien Gysen een voorkeur voor imperfecte prints. Denk maar aan kopieën die je nam met oude machines, waarop altijd wel wat vlekken, krassen of ruis te zien waren. Voor die onvolmaakte esthetiek heeft Gysen een voorliefde. Dezelfde wazigheid vind je op oude, nog ingekleurde postkaarten of in vergeelde geografische studieboeken. Of meer uitvergroot: de grove pixels van enorme straataffiches. Kom je dichterbij, dan zie je de rafelige randjes, de onaffe lijnen. Die gebrekkigheid van het beeld maakt deel uit van de kern van haar kunstpraktijk. Ze omarmt de imperfectie en verheft dit tot doel in plaats van het te zien als een vervelend nevenverschijnsel.
Kijken we nu even naar het werk ‘Dust’, onderdeel van de reeks ‘Forest Hill (what’s calling you)’ uit 2016. Wat zien we? Een eerder desolaat landschap, waar mens noch dier te bespeuren valt. Het lijkt alsof hier net een bosbrand heeft plaatsgevonden, alsof alles nog nasmeult en de ontreddering totaal is. Verlatenheid, onherbergzaamheid, unheimlichkeit: het spreekt allemaal uit dit beeld. Wie goed kijkt, ziet misschien rechtsonder een tentje, of linksboven een vogel. Maar dit kunnen ook illusies zijn, creaties van je verbeelding. In de taferelen van Evelien Gysen loop je verloren tussen realiteit en fantasie.
Misschien zijn het ook afspiegelingen van je verlangen. Want een landschap dat zo weinig geborgenheid biedt, dat kan toch niet? ‘Dust’ confronteert ons met onze diepste angsten, neemt je mee naar het onderbewuste, naar dromerige landschappen waar je enkel mentaal kunt in rondlopen en verdwalen, maar nooit een werkelijke voet aan land kunt zetten. Zoals in de romantische schilderkunst, waar landschappen zelden reëel zijn maar meestal een vertolking van een gemoedstoestand.
Het is dezelfde drang tot duiding die ons patronen doet herkennen in onbestemde beelden. Pareidolia heet dat, het verlangen van de hersenen om verbanden te leggen, bijvoorbeeld gezichten te zien waar er geen zijn. Iedereen ziet wel eens een dier in de wolken of het mannetje in de maan. In het geval van ‘Dust’, het werk hierboven, kunnen we in de linkerhoek een hoofdje en een roofdier herkennen, als we deze ‘fout-positieven’ toelaten. “Ik speel hier bewust mee”, zegt Evelien Gysen, “Soms door foto’s uit een bepaalde invalshoek te nemen, soms door bewuste enscenering.”
“Het zijn bad pictures, die je in sneltreinvaart voeren naar een plek waar je misschien niet wil zijn, maar je niettemin inpalmen.”
Je zou het op het eerste gezicht niet zeggen, maar dit werk is ontstaan op basis van een maquette. Het landschap dat je ziet is dus geen bestaand landschap. “Ik werk wel op basis van oude, idyllische landschapsfoto’s. Ik tracht die sfeer te recreëren, maar dat lukt nooit. Ik kom altijd uit bij een zeker onbehagen, bij leegte, bij donkerte.”
Niet altijd is het proces van Evelien Gysen zo bewerkelijk. Vaak zijn haar foto’s, eventueel bijgepast met lensgebaseerde technieken, interessant genoeg op zich. Soms vragen ze meer, en doorlopen ze een ingewikkeld technisch procedé. Dit beeld drukte ze op een oude offsetpers, tijdens een residentie in het Frans Masereel Centrum. Daarna voegde ze er nog verschillende lagen kleur aan toe, met bewust foute kleuren en fout gepositioneerd, zodat je het effect krijgt als op oude litho’s of postkaarten van Toulouse-Lautrec.
Het beeld verschonen of verlelijken, dat is het dilemma waar Evelien Gysen mee speelt. Aangezien ze geen fotograaf is, zijn de technieken die ze gebruikt eerder wat onorthodox. Maar net dat verschaft haar werk een zeker obscuur karakter. Het zijn bad pictures, die je in sneltreinvaart voeren naar een plek waar je misschien niet wil zijn, maar je niettemin inpalmen. Je wilt niet blijven kijken, en toch doe je het. Kijken naar het werk van Gysen is als kijken naar een film van Hitchcock, Lynch of Polanski: je weet dat het ontwrichtend is, en toch laat je je meeslepen. Verduiveld verleidelijk.
Schrijf je reactie