Als we de weergoden mogen geloven zit een witte winter er niet meer in, maar gelukkig zijn er nog wat plekken waar je sneeuwwit kan zien zo ver je ogen reiken. De redacties van een doorsnee krant of radiozender, bijvoorbeeld.
Wie de redactie van pakweg De Standaard bekijkt, ziet een groep mensen die zo wit is als mijn bil na een horrorwinter. Geloof je me niet? Kijk dan vooral eens naar deze pagina. Niet alleen de redactie van De Standaard kan een kleurtje gebruiken, ook heel wat andere media zitten in hetzelfde schuitje. De Correspondent, bijvoorbeeld, maar ook de crew van Gimlet Media – het Amerikaans bedrijf achter enkele zeer succesvolle podcasts (StartUp, Reply All, Mystery Show…). Alleen de redacties van de openbare omroepen zijn vaak iets diverser, al zijn die nog lang geen realistische afspiegeling van de samenleving – waar één Vlaming op zes van vreemde origine is. In Nederland ligt dat percentage nog hoger.
Hoe komt het eigenlijk, dat media nog steeds zo’n wit bastion blijven? Dit is wat Tom Naegels, ombudsman bij De Standaard, daarop antwoordt:
In de eerste plaats door de structuur van ons kleine segment van de arbeidsmarkt. Sowieso zijn de media geen sector die actief en gericht rekruteert: mensen met ambitie melden zich spontaan, blijven vaak lang in onzekere statuten rondzwerven omdat ze toch maar willen schrijven, en worden als ze geluk hebben uiteindelijk aangeworven. Geen wonder dat die vaak hetzelfde profiel hebben. De antidiscriminatiewet verbiedt ook dat je doelgericht op afkomst rekruteert. Stages zijn aan allerlei belemmerende voorwaarden gebonden. Bovendien is het niet zo dat er op redacties elk jaar tientallen jobs bijkomen, om het zacht uit te drukken. Het aantal aanwervingen is beperkt, terwijl je, om een effect te kunnen voelen in de berichtgeving, toch al een behoorlijk percentage op de werkvloer moet zien. De VRT slaagt er langzaam in om haar personeel diverser te maken, ja – maar de VRT is een overheidsinstelling, die daar decretaal toe verplicht is en die er een ruim budget voor ter beschikking krijgt.
Hij schreef dat naar aanleiding van de 19e Nieuwsmonitor, waarin geconcludeerd werd dat het qua diversiteit in onze media vaak nog huilen met de pet op is.
Is zo’n oproep als die van De Correspondent – die openlijk op zoek ging naar gekleurde medewerkers – hyper politiek correct? Misschien. Uiteraard moet een platform als het hunne vooral streven naar het aannemen van de beste journalisten en vind ik het niet OK om iemand aan te nemen louter omdat hij een andere origine heeft (dat is trouwens verboden), maar het helpt wel – zo vertelt Rob Wijnberg – als je als redactie actief aangeeft dat je op zoek bent naar een diverse redactie. Meer dan driehonderd kandidaten reageerden op hun oproep, en dat is uitstekend nieuws. Zo’n gekleurde redactie komt immers ook de journalistiek ten goede.
Zo zorgt een diverse redactie er volgens mij voor dat onderwerpen aan bod komen die anders niet zo snel zouden aangesneden worden. Stel je een redactie voor waar alleen mannen zitten. Hoeveel van hen zouden opperen om een stuk te schrijven over onderwerpen als DES of aanrandingen zoals die in Keulen? Vanuit welke insteek zouden ze dat onderwerp benaderen? En hoe kritisch zouden ze zijn – of net niet, uit angst om op zere tenen te trappen? Beeld je dan eens hetzelfde in met een redactie vol witte mannen en vrouwen, die werken rond thema’s als de schietpartijen in Ferguson, Black Twitter en de Zwarte Piet-discussie.
Wie het wel anders wil aanpakken doet er goed aan om te kijken naar hoe De Correspondent het doet (of dat toch op zijn minst probeert). In eerste instantie is het al belangrijk dat je openlijk vertelt dat je je redactie wil verrijken. In de media is het – zoals Tom Naegels zegt – inderdaad gebruikelijk dat men achterover leunt en afwacht tot mensen zich spontaan komen melden, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. De drempel om je als allochtone journalist in spe spontaan te komen melden is immers best hoog als iedereen op de redactie zo wit is dat ik m’n schermverlichting bij de redactieportretten even drie niveautjes lager moet zetten.
Daarnaast moeten media durven investeren in de begeleiding van die journalistieke talenten. Ja, dat kost geld, maar het komt de journalistiek ten goede. Wie een paar miljoen in een bodemloze put als MediaID kan pompen, kan evengoed een spaarpotje aanleggen om de krantenredacties wat diverser te maken.
En die talenten zijn er wel degelijk – wie het tegendeel beweert is gewoon te lui om ze op te zoeken. Ze zijn misschien minder zichtbaar, soms omdat ze zich via andere media uitdrukken, soms omdat ze op andere platformen actief zijn – als vlogger, bijvoorbeeld. Hakuna Casting, dat actief zoekt naar en investeert in acteurs van vreemde origine, toonde alvast aan dat het wél mogelijk is.
Alle beelden: Istock
Schrijf je reactie