Getuigenis

Wild Wild Web

Staan smartphones tussen ons en de wereld in?

Wild Wild Web

We horen het tegenwoordig zo vaak: technologie maakt ons asociaal. We hebben meer aandacht voor het schermpje van onze gsm dan voor onze tafelgenoten. We Facebooken, vangen Pokémon en maken Snapchatfoto’s van wat er op ons bord ligt. Volgens een recente studie checken we onze smartphone gemiddeld 150 keer per dag. Maar ligt de schuld daarvoor bij de technologie? Of steken we beter eens de hand in eigen boezem?

Sinds jaar en dag ben ik gefascineerd door het Wilde Westen. Ik verslond en verslind boeken over de pioniers die dwars door het Amerikaanse continent trokken, recht door onbekend en woest terrein. Op zoek naar een betere wereld dan het Europa dat ze achterlieten, hunkerend naar een nieuwe thuis.

Wat had ik graag in die tijd geleefd, dacht ik dikwijls. Oh het avontuur! Ruige sexy cowboys met boots! Maar mijn dagdromen werden altijd snel gekenterd door het besef dat ik dat nooit gekund zou hebben: zo ver weg verhuizen van mijn mamaatje, van familie en vrienden… Enkel nog kunnen communiceren per post, die dan nog eens weken of maanden onderweg was. No way.

Anno 2016

Maar nu, 150 jaar later, zijn afstanden niet meer wat ze geweest zijn. Postkoetsen werden vervangen door een snelle internetverbinding en telegrammen ruimden de baan voor sms’jes. Het laatste anderhalf jaar heb ik aan den lijve ondervonden dat de moderne technologie ons meer dan ooit in staat stelt om sociaal te zijn. We overbruggen in een nanoseconde afstanden die zo goed als onoverkomelijk lijken. Communiceren met de andere kant van de wereld kan altijd en overal in realtime.

Dankzij Facetime is mijn mama – die nu 7896 kilometer verder woont – just a click away.

Zonder die technische snufjes zou ik mijn grote verhuis naar Vancouver Island voor de Canadese westkust geen seconde overwogen hebben. Maar hier zit ik nu, want ik heb het geluk in een tijdperk geboren te zijn waarin de wereld zoveel kleiner geworden is. Allemaal dankzij dat dwaze gsm-toestelletje. Dankzij Facetime is mijn mama – die nu 7896 kilometer verder woont – just a click away. We spreken elkaar twee keer per dag, soms wel meer dan een half uur. En vaak bel ik ook nog even tussendoor, zomaar, voor alles en voor niets. Ze is nu eenmaal ook mijn persoonlijke tante Kaat op speed dial.

illustratie-3-nanoe

“Ik moet iets laten zien”

Kinderen zijn er nog het snelst mee weg. Voor mij en mijn leeftijdsgenoten is Facetime gewoon ‘een telefoon met beeld’, maar kinderen gaan er op een heel andere manier mee om. Voor hen is het een interactieve beeldbuis: ze duiken met het toestel onder tafel, zetten het neer, draaien het rond, nemen het mee naar buiten. Mijn zesjarig nichtje belt me meermaals per week op. “Ik moet iets laten zien”, kondigt ze elke keer met een brede glimlach aan. Soms zijn dat nieuwe schoenen – een liefde die ze ongetwijfeld van haar moeder geërfd heeft. Een andere keer is dat een nieuw dansje, haar eerste huiswerk, of wil ze dat ik haar help met muziekraadseltjes op haar kinderpc. En als ze me beu is, dan maakt ze het zich gemakkelijk: “ik heb geen zin meer, dadaa!”, waarop ze de telefoon op tafel legt en me naar het plafond laat staren tot haar moeder voorbijkomt en me uit mijn benarde positie bevrijdt.

De Facetime app maakt de afstand en het gemis wat draaglijker.

Haar broertje was 2,5 toen ik vertrok. Zo goed als alles wat die uk zich van mij herinnert, is mijn gezicht op zijn mama’s telefoon. Maar hij is het gewend, is elke keer blij om me te zien en vertelt honderduit, net zoals zijn zus. Mijn vrees dat hij me snel zou vergeten, bleek ongegrond.

Dat neemt niet weg dat ik hen mis. En zij me ook. Toen mijn nichtje me onlangs vroeg wanneer ik weer voor altijd terug naar België kwam, moest ik even slikken. Maar die app maakt de afstand en het gemis tenminste wat draaglijker.

whatapp-geweer

Vrienden voor het leven

Dankzij de moderne technologie kan ik vriendschappen onderhouden die door een gebrek aan contact anders misschien snel zouden verwateren. In whatsappgroepjes vliegen zin en onzin dagelijks over en weer en houden mijn vriendinnen en ik elkaar op de hoogte van de laatste sappige roddels. Dat zie ik niet meteen veranderen. We bellen, Facetimen en Facebooken.

Via Facebook blijf ik in contact met het merendeel van het sociaal netwerk dat ik in België heb opgebouwd én onderhoud ik de nieuwe contacten die ik hier leg.

Kortom

Ik geloof niet dat moderne technologie ons asocialer maakt. Integendeel: ze stelt ons in staat om onze stoute schoenen aan te trekken en de wijde wereld te gaan verkennen. Dankzij die smartphone voel ik me altijd en overal een beetje thuis: al wie mij lief is, zit bij wijze van spreken in de palm van mijn hand.

Deze regels werden hier al ingevoerd: niet met de gsm prullen tijdens het eten, tijdens een gesprek en in bed.

Dat betekent niet dat het OK is om de hele tijd naar die telefoon te staren, maar voor die balans tussen de ‘verre’ buitenwereld en je nabije omgeving sta je zelf in. Niet met de gsm prullen tijdens het eten, tijdens een gesprek en in bed is al een regel die hier in dat opzicht werd ingevoerd.

Mijn fascinatie voor het Wilde Westen, die blijft. Getuige alleen al die vijf paar boots in mijn schoenkast. Want ze zitten zo gemakkelijk. En ze verslijten niet. Maar ik kus mijn beide handjes dat ik het anders kan aanpakken dan die stoere pioneers 200 jaar geleden.

En nu nog effe mama Facetimen om te vragen hoe ik die verrekte benzinevlek uit mijn laars krijg.

cowboy-botjes

Illustraties: Nanoe Carremans

Schrijf je reactie

1 reactie
  • stany says:

    De dag dat mijn hond via een chip in de hersenen op “farcebook” kan of zijn eerste SMS aan mij verstuurt, pleeg ik zelfmoord.
    Met een pint of koffie aan een tafeltje in een pianobar of jazz club betekent zo ongelooflijk veel meer dan “friend with anonymous” op facebook.
    Fuck fake.
    Stany

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen