Column

Radicaliseren tot wielerterrorist

Radicaliseren tot wielerterrorist

De voorjaarszon heeft de afgelopen weken meermaals met mijn gevoelens gespeeld. Een fuckboy is er niets tegen. Tussen de maartse buien en aprilse grillen door waagde ik me op nieuw terrein, op glad ijs: de fiets. Voor iemand die jarenlang met de auto naar het werk pendelde en al enige tijd in eigen stad met het openbaar vervoer op haar bestemming probeert te geraken, voelt het haast als opnieuw leren fietsen.

Technisch gezien kan ik het wel. Ik heb het geleerd als kind. Maar ik blijk er echt geen talent voor te hebben. Een blikken doos rondom mij als harnas voelt ook net iets veiliger dan een fluo hesje. Maar in deze tijden probeer ook ik milieubewust te zijn en vaker de fiets te nemen. Enfin ja, wat ik eigenlijk bedoel: soms, wanneer ik weer eens aan de late kant ben, is binnendoor fietsen echt sneller dan op de tram wachten die nog een omweg zal maken.

“Jarenlang automobilist zijn, zorgt dan weer voor een ingewikkelde relatie met de fietsers zelf.”

Het gebrek aan talent – nee, er is echt geen Jolien D’Hoore aan mij verloren gegaan – gaat logischerwijs gepaard met een moeizame verstandhouding met de stalen ros. Jarenlang automobilist zijn, zorgt dan weer voor een ingewikkelde relatie met de fietsers zelf, vooral met de Sagan wannabe’s: de wielertoeristen.

Doorgaans kwam ik de wielertoeristen vooral tegen op de plattelandswegen waar ik opgroeide. Als de eerste lentezon doorbreekt, kan je er je klok haast op gelijk zetten: de wielertoeristen terroriseren in zwerm de weg, nààst elkaar rijdend in plaats van achter elkaar, natuurlijk. En als je hen al wandelend passeert, trakteren ze je meestal nog eens ongevraagd op een fluitconcert. Wielerterrorisme. Yes, I said it.

Door naar de stad te verhuizen, kreeg ik ineens te maken met een ander soort wielerterrorisme. De fietsers rijden niet per se in zwerm, maar duiken één voor één op langs voor, langs achter, langs links en langs rechts. Wanneer je in de auto zit aan te schuiven, want dat doe je altijd in het centrum van Antwerpen, wringen ze zich wankelend tussen de wagens door om toch maar als eerste aan de lichten te staan. Als ze rechts willen afslaan, worden ze ineens blind voor de kleur rood en doen ze zonder omkijken gewoon hun ding.

“Nu ik naast automobilist en voetganger sinds kort dus ook fietser ben, krijg ik stilaan meer begrip voor hun situatie.”

Ook als simpele voetganger krijg je met wielerterrorisme te maken. Ze chasen onverschillig langs je door en stoppen zelden voor je als je aan een zebrapad wil oversteken. Iedere keer vervloek ik ze en denk ik meteen wraakzuchtig: “Als jullie, fietsers, nu geen respect voor mij tonen als voetganger, zal ik ook later als autobestuurder geen respect tonen voor jullie, nah!”

Maar nu ik naast automobilist en voetganger sinds kort dus ook fietser ben, krijg ik stilaan meer begrip voor hun situatie. Al denk ik in eerste instantie nog steeds: “Welke zot doet dit elke dag vrijwillig?!” Het weinige fietstalent dat ik bezit, maakte me de eerste dagen onzeker om me op twee wielen door deze stad te begeven. Ook op de rode velo voelde ik me vooral geterroriseerd door alle verkeersdrukte.

Iedere dag verandert de verkeerssituatie van waar je wel en niet mag gaan, staan en fietsen. De wegen zijn gewoon nooit af, hier in Antwerken. En wanneer quasi iedereen, van automobilisten, over tram- en buschauffeurs tot voetgangers, de regels aan hun laars lappen, lijk jij degene in fout te zijn als je wel netjes de wegmarkeringen en verkeersborden volgt. Het wordt dan stilaan een kwestie van overleven.

“De maatschappelijke polarisering wordt misschien wel het meest zichtbaar in het verkeer.”

Tot je de klik maakt en je neerlegt bij de situatie: in deze stad heerst er totale verkeersanarchie. Het gaat erom je plek in de chaotische ruimte op te eisen. Als het niet kan met het vriendelijke gerinkel van de fietsbel, dan maar met beide voeten vol op de trappers. Ik ontpopte me in een mum van tijd tot een volwaardige wielerterrorist. Eerst nog aarzelend toen ik nét door het rood reed: “Sorry!” Maar ook ik chasete al snel onomwonden voorbij de voetgangers die wilden oversteken: “Fuck ‘m all!”

De maatschappelijke polarisering waar iedereen het tegenwoordig over heeft, wordt misschien wel het meest zichtbaar in het verkeer. Het is ieder voor zich en iedereen voelt zich aangevallen door de ander waardoor er weinig ruimte – in de vorm van pakweg een goede asfaltweg, een ingebed tramspoor of een fietspad – over blijft voor wederzijds begrip.

Of zou het toch weer een handig trucje zijn van overheidsbesturen die deze situatie bewust in stand houden? Wanneer de ene vierkante meter is hernieuwd meteen een ander plekje opnieuw opengooien om te ‘renoveren’. Dit om de chaos, anarchie en de bijhorende polarisering levendig te houden. Velo, verdeel en heers.

Foto: Sarah Van Looy

Schrijf je reactie

1 reactie
  • An Gorta Mór says:

    Graag raad ik u aan om één van twee dingen te doen: of op Engelse les voor beginners te gaan, of alles gewoon in het Vlaams te schrijven. Die woorden in het (steenkolen-)’Engels’ (cursief gedrukt) kloppen voor geen millimeter. Het komt echt vreselijk dom over.

Anouk Torbeyns is geboren in India en getogen in België. Haar huid is donker, maar haar privilege wit. Ze groeide op in een echt Vlaams boerengat en woont nu in de diverse stad. Ondertussen zoekt ze nieuwsgierig haar weg tussen al die schijnbare tegenstellingen. Als eindredacteur is ze verzot op de Nederlandse taal en als jonge journaliste zal ze waarschijnlijk meer vragen stellen dan antwoorden bieden.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen