Opinie

Waarom we allemaal wel een verkrachter kennen

Waarom we allemaal wel een verkrachter kennen
Uit ons archief maar nog steeds relevant

Bijna 25 jaar geleden. Ik ben vijftien jaar oud en logeer een week aan zee met een vriendin. De jongens uit ons dorp op wie we verliefd zijn, houden ons al maanden aan het lijntje. Ze willen alleen met ons meegaan (zo noemden we kussen en foefelen destijds) maar echt verkeren? Ho maar. Mijn vriendin en ik zijn vastberaden om het die vakantieweek niet aan ons hart te laten komen. We gaan op café en bezatten ons. Met voorbedachte rade. De jongens uit ons dorp kunnen de pot op. We pappen aan met twee mannen van bijna tien jaar ouder. Expres. Uit wraak.

Ik ga met de mijne naar buiten. Een wandeling op de dijk wordt meegaan op de dijk. We kussen en kussen en als het aan mij had gelegen was het daarbij gebleven. Maar toen duwde Thierry – zo heette hij, een Fransman – mijn hand in zijn broek. Het wordt de eerste piemel die ik ooit aanraak. Dat was niet de bedoeling – voor mij volstond een eenvoudige kus als zoete vergelding voor mijn onbeantwoorde liefde in mijn dorp. Uiteindelijk trok ik mijn hand terug, trok Thierry zichzelf af en klaar. We wandelden verder en even later hoorde ik mijn vriendin roepen vanop het strand.

“Naar de politie gaan was het allerlaatste waar wij toen aan dachten. We hadden het zelf gezocht.”

Haar Fransman, Pascal, had haar proberen te verkrachten. Ik zeg proberen omdat het niet duidelijk was in hoeverre hij daar in was geslaagd. Uit wat mijn vriendin huilend vertelde, denk ik dat het maar voor heel even was geweest. Alsof dat het minder erg maakte. Wat sowieso totaal gestoord was in het hoofd van ieder weldenkend mens, inclusief het mijne, is dat mijn vriendin en ik nadien nog met die mannen een discotheek zijn binnengestapt. Oftewel: hoe maf kunnen twee tienermeisjes reageren? Tot op de dag van vandaag krijg ik dat niet uitgelegd, ook niet aan mezelf.

Dagelijks komen er in België acht klachten per dag binnen bij de politie inzake verkrachting. In het verkrachtingsdossier van Amnesty International staat dat 44 procent van de verkrachtingszaken bij het parket (2009-2011) werden geseponeerd zonder gevolg: daarvan 56 procent wegens gebrek aan bewijzen en 17 procent omdat de dader onbekend was. En dan moet je weten dat 90 procent van de seksuele delicten niet eens worden aangegeven.

Naar de politie gaan was het allerlaatste waar wij toen aan dachten. We hadden het zelf gezocht. Opzettelijk gezopen. Bewust twee mannen versierd, jazeker – hadden we kunnen uitleggen dat versieren in onze wereld iets anders was dan in die van hen? We waren uit op een kus, hooguit wat gefoefel, want vrijen deed je alleen met een echt lief van minstens vier maanden. Na die nacht heb ik het er nooit meer over gehad met die vriendin. De beelden zijn vervaagd. We zijn verdergegaan met onze liefdeslevens, met vallen en opstaan.

“Ik weet dat het niet alleen de viezeriken op straat zijn die je moet vrezen. Integendeel.”

Ik ben nog creeps tegengekomen. Toen een vriend van een vriend me na een nachtje uitgaan aanbood me met zijn bestelwagen naar huis te brengen, hapte ik als luie achttienjarige met plezier toe, want anders moest ik in de kou naar huis tuffen op mijn brommertje. Toen hij eerst nog een koffie wilde gaan drinken, vond ik dat oké. Tot hij zijn tong in mijn mond probeerde te stoppen en boos reageerde toen ik protesteerde. Resultaat: een wandeling van een paar kilometer, terug naar mijn brommer, plus alsnog de koude tocht naar huis. Sindsdien weet ik dat het niet alleen de viezeriken op straat zijn die je moet vrezen. Integendeel. Weet je wat het gekke is? Ik ben hem nog tegengekomen en ik ben er nog beleefd tegen geweest ook. Meer zelfs, hij staat nog altijd in de wachtrij bij mijn te beantwoorden vriendschapsverzoeken op Facebook. Hij heeft waarschijnlijk nooit beseft dat hij iets fout heeft gedaan, laat staan dat ik het hem nooit heb vergeven. We hebben twintig gemeenschappelijke vrienden.

Over Facebook gesproken. Daar heb je dus dat vonnis van die radio-dj in Gent. Zíj had hem toegevoegd op Facebook. Zíj had grapjes gemaakt over anale (!) seks. Er werd geflirt. Gezoend. En toen stak hij zijn piemel in haar. Waarop zij ‘nee’ zei. Tot negenmaal toe. Dat heeft de radio-dj nota bene zelf toegegeven. Dat zie je zelden, zo’n bekentenis.

Ondanks de overduidelijke bewijslast lees je dan zo’n vonnis. De dader is wel schuldig aan verkrachting maar krijgt opschorting van straf. Omdat de rechter het leven van de dader niet wil hypothekeren. De voorafgaande vriendschap lijkt een verzachtende omstandigheid: “U hebt de grenzen niet gerespecteerd. U penetreerde het slachtoffer. Maar het gaat niet om een brutale verkrachting. De zaak past in een specifieke context. Een vriendschapsrelatie waar twee personen een verschillend beeld van hadden. Het beeld van de beklaagde stemde niet overeen met de realiteit.”

“Wat zegt deze uitspraak over hoe wij hier met vrouwen omgaan? Dat een ‘nee’ afhangt van de context?”

En inderdaad. Het kan altijd erger. Dit geval is niet zo grotesk als de groepsverkrachting in Oostende van een 17-jarig meisje door zeven mannen, onder wie twee asielzoekers. Over asielzoekers gesproken. Wat zegt deze uitspraak over hoe wij hier met vrouwen omgaan? Dat een ‘nee’ afhangt van de context? Dat het minder brutaal is als je eerst vrienden wordt? Onlangs was ik oprecht blij te horen dat lessen seksuele opvoeding vanaf nu standaard worden binnen een algemene integratiecursus voor nieuwkomers. Vooraleer iemand weer racisme roept: je moet ergens beginnen. Maar van een vonnis als dit word ik moedeloos.

Laten we wel wezen, meneer de rechter. De meeste verkrachtingen gebeuren NIET door onbekenden op straat of achter een bosje. De meeste daders zijn gewoon kennissen, vrienden, collega’s, geliefden, partners.

Ik kan alleen maar hopen dat de rechter in beroep wat meer verstand heeft.

Een nee is een nee. Zelfs als ze je twee minuten eerder nog gewillig kuste. Zelfs als ze de dag voordien wel seks met je had. Zelfs al is ze de grootste slet van de stad. Kan dat er alsjeblieft nog bij, in die nieuwe eindtermen, minister Crevits?

“Die verkrachter loopt dus nog altijd rond. We hebben zelfs negentien gemeenschappelijke vrienden op Facebook.”

Vijftien jaar geleden. Een andere goede vriendin biechtte met horten en stoten op dat haar lief haar had verkracht. Ik kon dat nauwelijks plaatsen. Mijn eerste reflex was – opnieuw – helemaal niet om samen met haar naar de politie te gaan. Hij had haar ook al geslagen en ik vond haar vooral dom dat ze niet onmiddellijk bij hem wegging. Zij huilde, ik gaf haar een schouderklopje en zuchtte eens diep. Een tijd later verliet ze hem gelukkig wel, voorgoed.

Maar die gast loopt dus nog altijd rond. Ik heb er een paar jaar terug zelfs nog een vriendschappelijk babbeltje mee gedaan. Onder zijn vrienden zitten nog altijd vrienden van mij. We hebben negentien gemeenschappelijke vrienden op Facebook. We kennen allemaal een verkrachter.

Ik kan nu wel roepen dat ik het schandalig vind, van die rechter. En dat het onbegrijpelijk is, dat Urgent.fm nog niet eens kan zeggen of ze die dader nog plaatjes zullen laten draaien. Hoezo dan, waar wachten ze nog op om hem dat voor altijd te verbieden?

Maar zelf ben ik geen haar beter. En ik vrees de meesten onder ons.

(Intussen lieten ze ons vanwege Urgent.fm weten dat de dader gisteren meteen na de uitspraak aan de deur werd gezet: “Niet voor even, maar voor altijd.” Waarvoor dank, red.)

Schrijf je reactie

8 reacties
  • Matthias says:

    Dames, het gerecht laat je in de steek. Dat moét veranderen, zonder twijfel, maar dat gaat morgen niet klaar zijn. Daarom: Ga eens langs bij een gevechtsportclub. Praat erover met elkaar wat je kan doen, en hoe. Jullie zijn niet per definitie weerloos. Zeg je nee, maar luistert hij niet? een vinger omwringen, een duim acher het oor, of een ordinaire klem doet wonderen tegen een “misverstand”. Een moordenaar ga je er misschien niet mee weg krijgen, maar als het een “vriend” is die zich teveel permitteerd, is de kans klein dat hij rustig doordoet terwijl z’n pink langzaam ontwricht wordt. Je hoeft daarbij geen alteet te zijn om een paar trukjes te doen werken.

    • Joke says:

      Waarom wordt er hier steeds naar de meisjes en de dames gekeken? Wij moeten niet in een gevechtsclub gaan. Wij moeten geen klemmen kunnen zetten. Wij moeten niet vragen dat mensen zich zorgen maken over ons, dat ouders nonstop bezorgd zijn als hun dochter uit gaat.

      Het is niet juist dat meisjes onder een stolp worden geplaatst, ‘want er moet maar eens iets gebeuren’. NEEN. Het zijn de mannen die verdorie van ons af moeten blijven. Het zijn de mannen die moeten leren dat een neen echt wel een neen is. Het zijn de mannen die moeten gaan beseffen dat ze fout bezig zijn! Door te zeggen ‘ga in een gevechtsclub’, zeg je eigenlijk dat de mannen mogen verder doen en dat het maar aan de vrouw is om zich te verdedigen. Dit is de omgekeerde wereld, want vrouwen zouden zich niet moeten hoéven verdedigen. Als alle mannen zich gewoon netjes zouden gedragen zoals het hoort, zou het niet nodig zijn dat wij, als vrouw, ons zelf keer op keer moeten verdedigen en moeten verantwoorden.
      (En ja, ik veralgemeen hier. Ik weet dat niet alle mannen slecht zijn en dat er vrouwen zijn die dader zijn. Voor het gemak ben ik gewoon even heel stereotiep, waarvoor mijn verontschuldigen naar zij die zich hierdoor aangevallen voelen.)

    • Maïté says:

      Hey Matthias,

      Ik volgde even Krav Maga, en had geleerd dat ik door mijn vingers op iemand zijn luchtpijp te duwen, dat putje daar tussen de sleutelbeenderen, zijn luchtweg zou blokkeren als verdedigingstechniek. Dit heb ik ook gedaan, toen een vriend van een vriend op mij kwam liggen en mij niet liet gaan, tot ik hem zou kussen. En hij dacht dat het “speels worstelen” was en deed verder. Het heeft mij een iéts beter gevoel opgeleverd achteraf, dat ik toch iéts kon doen. Maar het is wel nog steeds gebeurd. Gevechtstraining moet je best lang volgen om je instinctieve reacties te kunnen tegengaan en zelfs als het dan lukt: een mannenlichaam is zwaar. Als hij je op de grond krijgt is het eigenlijk al voorbij.

  • Daisy says:

    Ik weet nog dat ik in shock op 20-jarige leeftijd naar de 101 belde omdat ik net was aangerand op straat. Kreeg ik als antwoord: “Maar meiske, de feiten zijn al gepasseerd. U bent niet meer in gevaar. Dus in het vervolg naar het lokaal politiebureau bellen en daar de 101 niet voor gebruiken.” ?

    Dader nooit gevat. Alleen wat fotookes op het bureau moeten bekijken, ik was immers aangerand “bovenop mijn kleren”.
    Ergens eind jaren ’90 was dat. Hopelijk is het sindsdien gebeterd…

    Al die keren dat ik “bijna” werd aangerand op de trein, zal ik maar buiten beschouwing laten. Doorgaans gaf je dat niet aan, want dat “overkwam ieder meiske wel eens (of meer)” ?

    Dat van mijn lief, daar ging ik inderdaad niet mee naar de politie. Ik had immers niet “nee” gezegd, maar het wel als een trauma ervaren… leerde ik ruim 10 jaar later toen mijn lijf er onderdoor ging (lees = chronische overspannenheid).

    Nu besef ik pas, op 39-jarige leeftijd, zo hard dat ik nooit heb geleerd waar dat mijn lichaam van mij is. Anderen “pleasen” leek belangrijker – vooral beleefd blijven en niemand een strobreed in de weg leggen dus. Ook die drie kussen aan oma geven, als je dat niet wil.

  • Met veel interesse bovenstaand verhaal gelezen. Kinderen moeten vroeg op de grenzen van aanvaardbare seksualiteit gewezen worden.
    Ik denk zelf vooral aan jongens, tussen 13 en 18 jaar, die niet goed weten hoe ver ze mogen gaan bij hun eerste liefje, die uit schrik misschien niet meteen weerwerk zal bieden.
    Seksuele opvoeding op seksueel/relationeel vlak is daarom broodnodig, voor mij zelfs vanaf 12 jaar,dus het zesde leerjaar én daarna ook in het eerste en tweede middelbaar.
    En laat dit door een deskundige doen, op een schoolbezoek. Niet door een leerkracht.

  • Patricia D'haenens says:

    Dat vrouwen kiezen om in stilzwijgen verder te leven, kan ik zeer goed begrijpen. Als klastitularis van een eindjaar, vertelden mijn leerlingen mij en mijn collega dat een mannelijke collega grensoverschrijdend gedrag stelde ten opzichte van een aantal van hen. Als leerkrachten en dus pedagogische begeleiders hebben wij de plicht dit te melden. Niet enkel uit pedagogische verplichting maar ook juridische, zo stelt het Burgerlijk Wetboek artikel 1384§4. Dus wij hebben dit gemeld aan de directie en het schoolbestuur. Sindsdien, zijn wij gepest, emotioneel gechanteerd, geïntimeerd en bedreigd door het schoolbestuur. Aan de grond van de zaak werd tot nu toe niet geraakt. Onze leerlingen zijn bang en terecht. Ook wij zijn gewaarschuwd dat de betrokken collega rancuneus is en dat we maar beter op onze tellen passen. Ondertussen onderneemt het schoolbestuur en de directie absoluut niets. De leerlingen hebben klacht neergelegd bij het schoolbestuur en werden nog niet gehoord, waar zij terecht boos om zijn. Hoe het met deze zaak verder moet, is ons nu een raadsel. We proberen tijdens deze krokusvakantie energie op te doen om volgende maandag opnieuw met opgeheven hoofd de lerarenkamer binnen de stappen en “gewoon” les te geven.

  • Anoniem says:

    Pffffff! Onlangs te weten gekomen dat m’n vriendin 11 jaar geleden die ‘ene’ foute scoutsleider had die ook nu na verschillende verhoren over andere zaken nog op vrije voeten rondloopt.

    Hoe het ter sprake kwam schetst de broosheid van alles. Eén gewone weekendwandeling, genietend van de buitenlucht, met één verkeerde beweging volstond.

    Wat is een mensenleven broos. Voor je staat zo een enthousiast & oprecht persoon, maar vanbinnen zo kwetsbaar. Kwetsbaarheid op de meest intense momenten die twee geliefden kunnen hebben.
    Want inderdaad, ook dan, na al die jaren, is één beweging voldoende om een uur de kleinste krop in de keel door de kamer te doen gieren.

    Verdorie, wat doe je ertegen? Twijfel twijfel twijfel. Onderneem je actie tegen de dader, dan neem je een serieuze loop met het vertrouwen van diegene die de stap durfde te zetten om je haar pijnlijkste, beschamendste moment te delen. Of respecteer je de keuze voor stilte terwijl je weet dat de kans op nieuwe feiten groot is.

    Bah! Slik.

    Véle vragen die voor eeuwig zullen blijven zonder antwoorden.

Als journalist weigert Ann-Marie Cordia al vijftien jaar lang te kiezen tussen de serieuze schrijfsels, de curieuze en de amoureuze. Ze schreef al voor Het Laatste Nieuws, NINA, Goedele en De Morgen, maar haar ziel blootleggen doet ze alleen op Charlie.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen