Wetenschapsliefhebster en fulltime nieuwsgierigaard Stephanie Dehennin zoekt dingen uit die ons allemaal bezig houden, zodat jij dat niet hoeft te doen.
Van ‘gewoon weten wat de ander denkt’ tot toevalligheden die te mooi of te eng lijken om waar te zijn; er zijn véél verhalen over tweelingen die telepathisch zouden communiceren. Wat gebeurt er hier en hoe verklaren we dat?
De Jim Twins
Jim Springer en Jim Lewis werden bij hun geboorte gescheiden en groeiden op bij verschillende adoptieouders. Toen ze elkaar terugvonden op 39-jarige leeftijd bleken ze nog meer gemeen te hebben dan hun adoptienaam. Beiden waren ze getrouwd en gescheiden van vrouwen die Linda heetten. Beiden hertrouwden ze met een Betty. Hun zonen noemden ze respectievelijk James Alan en James Allan. Bovendien leden ze allebei aan chronische hoofdpijn en waren ze beiden kettingrokers.
Wat een opmerkelijk toeval! Helaas – of gelukkig – zijn toevalligheden als deze geheel mathematisch verklaarbaar. Als je weet dat er ongeveer 100 miljoen tweelingen leven op onze planeet, is het logisch dat er ergens tweelingen zijn die allebei Jim genoemd werden door hun adoptieouders en trouwen met een Linda of Betty.
Samen geboren, samen sterven
Het quasi identieke DNA van identieke tweelingen verklaart ook waarom ze dezelfde gezondheidsproblemen kennen. Zo ook Julian en Adrian Riester, twee Amerikaanse paters die hun hele leven samen leefden in het klooster van Sint Bonaventure. Op 92-jarige leeftijd stierven ze op dezelfde dag aan een hartaanval. Niet alleen is het logisch dat mensen met zo goed als hetzelfde DNA en dezelfde levensstijl allebei een hartkwaal ontwikkelen, ook de emotionele impact van de dood van de ene kan verklaren waarom de andere kort nadien het loodje legt.
“Er zijn een hoop verhalen van tweelingen waarbij de ene voelt wat de andere meemaakt.”
Maar wat als de ene ziek wordt en de andere dezelfde symptomen vertoont? Er zijn een hoop verhalen van tweelingen waarbij de ene voelt wat de andere meemaakt. Dat klinkt uitermate spectaculair, maar neurologisch gezien is het niet zo vreemd om pijn te voelen wanneer je een ander gekwetst ziet worden. Als ik jullie een filmpje zou laten zien van iemands vingernagels die worden uitgetrokken met een knijptang, gaan er een hoop van jullie pijnlijk grimassen trekken en achteruit deinzen. Ik hoef het zelfs niet te tonen, sommigen voelen het nu al (sorry). Dit is perfect normaal. Kijken naar een lichaamsdeel waarmee iets gebeurt of er nog maar over praten, activeert de hersengebieden van datzelfde lichaamsdeel.
Dat effect kan alleen maar groter worden wanneer het gebeurt bij iemand waar je enorm close mee bent. Een afgeleide hiervan is het Couvadesyndroom, waarbij aanstaande vaders last krijgen van zwangerschapskwaaltjes. En als voormalig ambulancier kan ik zeggen dat sommige collega’s niet geheel bestand waren tegen het aanschouwen van overgevende patiënten. Ieder zijn gevoeligheid.
Voorspellingen
Die neurologische verklaring kan niet worden gebruikt wanneer er iets gebeurt buiten het gezichtsveld. Goed voorbeeld hiervan zijn de Houghton twins, wiens verhaal viraal ging in 2009. De 15-jarige Gemma vertelde dat ze op een dag ‘gewoon voelde’ dat haar tweelingzus Leanne in gevaar was. Ze snelde naar de badkamer en vond haar zus bewusteloos in bad. Telepathie? Hoogstwaarschijnlijk niet. Leanne was een gekende epilepsie-patiënte, waardoor ze regelmatig seizures kreeg. Het feit dat haar zus plotseling ongerust werd, is eerder te verklaren door haar gekende medische geschiedenis dan door een paranormaal fenomeen.
“Ietwat griezelig wordt het wanneer iemand lijkt te voorspellen wat hun tweelingbroer of -zus gaat doen.”
Het is logisch dat je regelmatig denkt aan iemand met wie je zo’n hechte band hebt. Dit verklaart ook het fenomeen van mensen die denken aan hun tweelingbroer of -zus nét voor die hen opbelt. De momenten waarop iemand denkt aan de andere, maar er geen telefoontje op volgt, worden uiteraard niet onthouden. Net als de momenten dat iemand een kramp krijgt en de tweelingzus géén gebroken been blijkt te hebben. Stoute hersenen!
Ietwat griezelig wordt het wanneer iemand lijkt te voorspellen wat hun tweelingbroer of -zus gaat doen. Zo vertelde een moeder dat ze met haar ene zoontje op weg was om zijn tweelingbroer op te halen bij hun grootmoeder. De 4-jarige Ethan zei plots dat oma zijn broertje alvast moest aankleden. Enigszins geïntrigeerd belde zijn moeder naar de oma in kwestie. Bleek dat tweelingbroer Gabriel inderdaad zijn pyjama nog aan had en resoluut weigerde kleren aan te doen ‘omdat het zo koud is’.
Vreemd? Niet zo wanneer je bedenkt dat Ethan en Gabriel elkaar door en door kennen, en het allicht niet de eerste keer was dat Gabriel in pyjama wou blijven omwille van de kou.
Dezelfde verklaring kunnen we toepassen op fenomenen waarbij de ene nog maar naar de andere moet kijken om te weten wat die gaat vragen. Een scheef hoofdje, een aankondigende zucht, dit soort micro-expressies en kleine gewoontes zijn perfect leesbaar voor mensen die je goed kennen.
Door een wetenschappelijke bril
Britse onderzoekers die wilden peilen naar de eigenaardige vaardigheden van tweelingen, plaatsen hen in verschillende kamers en vroegen aan de ene om een cijfer op te schrijven, of een tekening te maken van wat er ook maar in hen opkwam. De andere werd gevraagd te raden welk cijfer hun tweelingbroer of zus zou kiezen of wat ze zouden hebben getekend. De tweelingen scoorden hier een pak hoger dan de controlegroep van niet-tweelingbroers en -zussen.
“Veel is te verklaren omdat tweelingen elkaar gewoonweg steengoed kennen.”
Ook hier durf ik te suggereren dat dit te verklaren is omdat tweelingen elkaar gewoonweg steengoed kennen. Natuurlijk kennen ze elkaars lievelingscijfer en favoriete tekenonderwerpen. Als ze net samen naar de dierentuin zijn geweest en zich vrolijk hebben gemaakt over pakweg een bavianenpoep, valt het ook te verwachten dat diezelfde poep op dat blaadje papier verschijnt.
Dit wordt nog duidelijker wanneer je hetzelfde experiment doet, maar de factor ‘elkaar goed kennen’ uitsluit door er toeval aan toe te voegen. Wanneer de tweelingen een cijfer of thema werd toegewezen, scoorden ze even laag als de niet-tweelingen.
Geheimtaal
Een ander fenomeen dat soms als paranormaal wordt gezien, is dat van de geheime tweelingtaal. Het meest gekende en ook ietwat griezelig voorbeeld hiervan zijn de Kennedy-twins. Grace en Virginia Kennedy noemden elkaar Poto en Cabengo, en praatten enkel in een soort gibberish dat onverstaanbaar was voor iedereen behalve zijzelf. Onderzoekers ontrafelden het mysterie door hun geheime taal grondig te analyseren, waaruit bleek dat het vooral een heel ongearticuleerde versie was van een mix tussen Engels en Duits (de taal van hun moeder).
Tweelingentaal, of cryptofasie, is allesbehalve uitzonderlijk. Zowat de helft van alle tweelingen ontwikkelen hun eigen taaltje, maar meestal houden ze hier rond hun derde mee op. Rond die leeftijd gaan ze immers meestal naar school en ontstaan er relaties met andere kinderen. Poto en Cabengo werden thuis gehouden en hadden bijna exclusief contact met elkaar. Eens ze werden blootgesteld aan andere kinderen, leerden ze dan ook ‘gewoon’ Engels. Mystery solved.
I’ve got you under my skin
Tweelingen zijn relatief zeldzaam (cijfers gaan van 1,5 tot 3 procent naargelang de regio). Toch wordt aangenomen dat ongeveer één op acht zwangerschappen begint als een tweeling waarbij er maar één foetus overleeft. Wanneer dit erg vroeg in de zwangerschap gebeurt, is dit amper detecteerbaar. De gestorven foetus desintegreert en wordt opgenomen door de baarmoeder. Dit fenomeen noemt men ‘vanishing twin syndrome’.
Bijzonder wordt het wanneer cellen van de afgestorven foetus zich innestelen in de overlevende foetus. Wanneer dit gebeurt bij eeneiige tweelingen, kan het onmogelijk worden gedetecteerd, maar bij twee-eiige tweelingen kan dit zorgen voor vreemde situaties.
“Karen had twee verschillende DNA-profielen in haar weefsels: één van haarzelf, en eentje van een tweelingzus die de zwangerschap niet had overleefd.”
Karen Keegan, een Amerikaanse moeder, was in volle voorbereiding voor een niertransplantatie toen ze een verontrustend telefoontje kreeg van haar dokter. Na genetisch onderzoek van haar naaste familie, bleek immers dat ze onmogelijk de moeder kon zijn van haar zonen. Nochtans had Keegan haar kinderen heus zelf gebaard, in een ziekenhuis, met een gynaecoloog en de hele rimram. Haar artsen stonden voor een medisch mysterie, en keerden haar binnenstebuiten. Wat bleek? Karen had twee verschillende DNA-profielen in haar weefsels: één DNA-profiel van haarzelf, en eentje van een tweelingzus die de zwangerschap niet had overleefd. Karen was een chimera, en biologisch gezien, haar eigen tweeling.
Ze had geen idee. Net zoal één op de acht mensen die ooit een tweelingbroer of -zus had die de zwangerschap niet overleefde. Als er werkelijk een telepathische band zou zijn tussen tweelingen, zouden er dan niet aanzienlijk veel mensen rondlopen met een onverklaarbaar gevoel van gemis en onvolledigheid?
Tweelingen zullen altijd tot onze verbeelding spreken, en mensen zijn nu eenmaal dol op schijnbaar onverklaarbare fenomenen. Niet alle tweelingen zijn daar blij mee. Voor elke tweeling met een innige band, is er een tweeling die elkaar niet kan uitstaan. En of ze nu overeenkomen of niet, waarschijnlijk zijn ze allerminst gediend met de vraag ‘kunnen jullie telepathisch communiceren?’ De vraag is hen allicht al duizend keer gesteld, en bij deze toch gedeeltelijk beantwoord.
1 reactie
Leuke feiten en weetjes, maar ik ben zelf van een 1-eiige tweeling maar wij beschikken wel over telepathie en andere dingen wat eigenlijk onverklaarbaar zijn. Dingen die bij onze andere broers niet voorkomen!!