Interview

“Het web is geen dumpplek voor journalistieke bagger”

10 vragen aan twintigers over de toekomst van de journalistiek

“Het web is geen dumpplek voor journalistieke bagger”

Terwijl de debatten over de toekomst van de media vaak gevoerd worden door Belangrijke Mijnheren in nette pakken, willen wij de vraag graag stellen aan de volgende generatie: meisjes en jongens die gebeten zijn door nieuws en media en geen wereld kennen zonder internet. Van een pas afgestudeerde student journalistiek tot de jongste hoofdredacteur van Vlaanderen. We trappen de rubriek af met Thomas Smolders.

Thomas Smolders (24) schrijft. Zowel voor toffe organisaties en bedrijven (dat doet hij bij DIFT) als voor kranten en tijdschriften.

 

1. Welke media consumeer je?
Thomas:
“Qua kranten lees ik op weekdagen De Tijd en De Morgen, in het weekend ook De Standaard. Vroeger las ik Knack, maar nu mijn ouders hun abonnement hebben opgezegd lees ik die veel minder – al heb ik deze zomer uiteraard wel de Generatie Nu-edities in de krantenwinkel gekocht.

In het huis dat ik met m’n beste vrienden deel staat een tv, waarop we vooral naar VIER, Canvas of voetbal kijken. Al gebeurt het veel vaker dat ik stukjes televisie – De Ideale Wereld, Zondag Met Lubach… – gewoon op m’n computer bekijk of video’s bekijk die rechtstreeks voor het web gemaakt zijn (BOOS, vlogs…).

Traditionele radio luister ik vooral op het werk als achtergrondgeluid, maar Spotify is daarvoor wel chiller (die ThrowbackThursday-playlist en Discover Weekly zijn geniaal). Als ik iets doe waarvoor ik niet hoef na te denken – wandelen of de afwas, bijvoorbeeld – zet ik podcasts op.

2. En hoe en waar?
“De Tijd lees ik op m’n gsm, wanneer ik ’s morgens nog in bed lig. Als ik daarna beneden kom lees ik tijdens het ontbijten De Morgen op papier (shocking!) en wat nieuwssites op m’n laptop. Tijdens het wandelen naar en van het werk luister ik een podcast, op kantoor ben ik vooral aan het werk en probeer ik zo weinig mogelijk nieuws te checken.”

Het is makkelijk om iets moeilijker te maken, maar het is moeilijk om iets makkelijker te maken.

3. Betaal je voor media?
“Uiteraard, al kan ik de kosten van de meeste abonnementen gelukkig met anderen delen. Ik denk dat ik maandelijks ongeveer 50 euro uitgeef aan nieuws, Netflix en MUBI.”

4. Wat mis je zelf in het aanbod?
“Een Nederlandstalige VOX, die wat uitzoomt en me op een simpele manier ingewikkelde zaken kan uitleggen. Het is makkelijk om iets moeilijker te maken, maar het is moeilijk om iets makkelijker te maken.”

5. Waarvan is er te veel?
“Clickbait, ‘journalistiek’ die nooit had mogen verschijnen, inhoudsloze copy-paste stukken, media die hun publiek onderschatten.”

6. Welke nieuwe ontwikkelingen maken jou enthousiast?
“Ik hou van verhalen waar duidelijk veel werk in is gekropen. Een artikel, video of podcast die afwijkt van het traditionele format ‘inleiding – midden – slot’ en die me iets bijleert over de wereld. Me op een andere manier naar bepaalde zaken laat kijken. Me eens goed wakker schudt.

Niets zo pijnlijk als een medium dat de ene na de andere nieuwigheid wil uittesten zonder goed na te denken over waarom ze dat precies doen.

Het is niet echt een nieuwe ontwikkeling, maar hoe ze bij De Correspondent openlijk communiceren over fouten die ze maakten – door bijvoorbeeld grondig uit te leggen welke trackers er waarom op hun site staan – vind ik echt heel mooi. Van hun jaarverslagen kunnen heel wat media nog iets leren.

Er zijn veel interessante nieuwe vertelvormen – infographics, video’s met van die gekke effectjes, longreads, podcasts… – dat er soms echt een overkill is. Niets zo pijnlijk als een medium dat halsoverkop de ene na de andere nieuwigheid wil uittesten zonder goed na te denken over waarom ze dat precies doen.”

7. Hoe zie jij het gebruik van media evolueren?
“Print is al meermaals doodverklaard – toen de radio opkwam, toen de televisie opkwam, toen de computer opkwam, toen de tablet opkwam… – maar bestaat nog steeds. Iedere keer is print erin geslaagd om te overleven door haar rol te herdefiniëren. Nu nieuws non-stop online te volgen is, zal de papieren krant in een ideale wereld vooral gebruikt worden voor lange achtergrondstukken en duiding én kunnen abonnees die artikelen vooraf al online lezen.

In diezelfde ideale wereld is er dus ook geen onderscheid meer tussen de web- en ‘normale’ redactie van de krant. (Journalisten die neerkijken op het web en het vooral zien als een dumpplek om geschreven bagger te storten mogen wat mij betreft eens met een faxmachine op het hoofd geslagen worden.)

Mensen willen gerust betalen voor online media – serieus, er zijn zelfs mensen die betalen voor virtueel snoepgoed in Candy Crush Saga – maar uitgevers maken ze het zo ontzettend moeilijk. Qua betaalmethoden is Blendle best handig, maar elke keer naar het platform surfen als je op een betaalmuur botst is voor veel mensen te veel moeite (en terecht).

Mensen willen gerust betalen voor online media. Serieus, er zijn zelfs mensen die betalen voor virtueel snoepgoed in Candy Crush Saga.

Aan de andere kant snap ik de uitgevers ook die vooral proberen om abonnementen te verkopen – want voor heel wat media is dat het enige businessmodel waarmee ze kunnen overleven. En met succes, als je het aantal (digitale) abonnementen van de Vlaamse (kwaliteits)kranten bekijkt.”

8. Welke rol heeft de overheid om media te ondersteunen of controleren?
“Ze moeten vooral monopolies tegengaan, maar lijken die momenteel eerder in stand te willen houden door de grootste spelers absurde belastingvoordelen te geven.”

9. Hoe zie jij de interactie tussen lezer en medium het liefst?
“Het schoolvoorbeeld hier is uiteraard De Correspondent, die haar lezers actief betrekt bij onderzoeken. Logisch ook, want zoals zij het zelf verwoorden: “Honderd lezers die zelf arts zijn weten waarschijnlijk meer dan één journalist die over geneeskunde schrijft.”

Het is tenenkrommend om andere media op hun sociale media ‘vragen’ te zien stellen die puur bedoeld zijn om extra reacties uit te lokken. Alsof ze bij de krant echt wakker liggen van de vraag “of u de iPhone 7 gaat kopen nu u weet dat die geen headphone jack meer heeft”. Door de kinderachtige manier waarop sommige nieuwssites op Facebook met hun lezers lijken te communiceren (“Terecht?”, “Fantastisch!”, “Dit geloof je toch niet?”) heb ik ze onlangs allemaal ontvolgd om te zien wat het zou geven. Het antwoord zal je ontroeren en verbazen!”

Mijn ideale redactie zou ik zo divers mogelijk maken. Divers naar geslacht, achtergrond, religie, afkomst en interesses.

10. Wat zou jij doen als je eindbaas was van een krant of mediahuis?
“Een heel moeilijke vraag, omdat die haast lijkt te impliceren dat er één gouden formule is om zo’n bedrijf probleemloos te laten overleven. Alles staat of valt nog steeds met de inhoud van de stukken of video’s die je maakt, dus zou ik in eerste instantie journalisten aannemen die kennis van zaken hebben – en hen nadien vooral over die zaken laten schrijven. Het is te idioot om iemand de ene dag over economie te laten schrijven en de dag nadien een interview met een operazangeres te laten afnemen. Die redactie zou ik – in alle opzichten – zo divers mogelijk maken. Divers naar geslacht, achtergrond, religie, afkomst en interesses.”

En dan nog de bonusvraag! Volgende week is webitor-in-chief bij Knack Weekend Katrin Swartenbroux aan de beurt. Wat zou je haar willen vragen?
“Waarom is het zo belangrijk dat er ook over lifestyle diepgravende journalistieke stukken gepubliceerd worden?”

 

Lees hier alle interviews in de reeks Jonge Mediamakers
Beeld boven: Illustratie Thomas door Zwoltopia, foto’s via Istock

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen