Opinie

Hallo, dames! Klaar om te verliezen?

Over alledaags seksisme en hokjesdenken

Hallo, dames! Klaar om te verliezen?

Ik kijk niet veel reclame. Maar laatst was het toch weer van dat, tijdens de finale van ‘Mijn pop-up restaurant’. Van een schoenenwinkel.

Komen er twee meisjes een schoenenwinkel binnen. De een is zogezegd de mama, de andere een lastige puberdochter. Ze worden verwelkomd door een jongetje: de verkoper.

Jongetje-verkoper: ‘Dag dames, welkom.’ Tegen het mama-meisje: ‘En ik zie dat u uw zus heeft meegebracht!’
Het mama-meisje lacht: ‘Charmeur, dat is mijn dochter!’
Jongetje-verkoper: ‘En wat een knappe juffrouw. Helemaal haar moeder.’
Mama-meisje: ‘Zeg eens lief goedendag aan de meneer.’
Dochter-meisje: ‘Goedendag aan de meneer.’
Mama-meisje: ‘Ach, pubers.’
Jongetje-verkoper: ‘Zal ik jullie eens iets supercools laten zien?’
Mama-meisje: ‘Ja, graag.’
Het jongetje-verkoper knipt met de vingers. ‘Voilà, de 3D-scan. Eerst gaan we alles scannen.’
Het mama-meisje kijkt verschrikt op. ‘Alles?! Oei, ligt mijn haar wel goed?’
Jongetje-verkoper sust haar. ‘Nee, enkel de voeten.’ Hij scant haar voeten. ‘Zoals je kan zien, mevrouwtje, hebben we nu de lengte en de breedte van uw voet en de hoogte van uw wreef. En dan gaan we naar de leukste stap. Schoenen kiezen.’
Het mama-meisje is verrukt: ‘Hè-hè, eindelijk!’ Ze koopt uiteindelijk vier dozen schoenen en is net niet extatisch.

Is dat nu zo erg, de zoveelste reclame waarin vrouwen worden voorgesteld als shopaholics die niets liever doen dan shoppen – whatever happened to het doodgewone winkelen, trouwens? – en zich net als het mama-meisje in de reclame zorgen maken ‘of hun haar wel goed ligt’?

Ja, zegt Asha ten Broeke, wetenschapsjournaliste, columniste, schrijfster, en curator van het Seksismemuseum. Ze was deze week te gast bij De Buren voor een lezing.

“T-shirt voor hem: ‘Be a hero’. T-shirt voor haar: ‘Find a hero’.”

‘Maar er zijn toch veel ergere dingen?’, vragen mensen haar dan, als ze huis-, tuin- en keukenseksisme aanklaagt. ‘Die meisjes in India, bijvoorbeeld. Die verkracht werden en opgehangen aan een boom. Waarom schrijf je daar niets over?’
Dat doet ze ook. Maar dat neemt niet weg, betoogt ze, dat al die stereotiepe reclames, tv-series wel een slechte invloed hebben.
Ze noemt het microseksisme. Hoe meisjes en jongens vanaf de geboorte subtiel worden gewezen op hoe ze verschillen.

Gorgeous_CleverZe toont een foto van twee kinderboeken. ‘How to be gorgeous’, heet het meisjesboek. Dat van de jongens heeft als titel ‘How to be clever’.

En er komen nog voorbeelden van kinderspullen. T-shirt voor hem: ‘Be a hero’. T-shirt voor haar: ‘Find a hero’. T-shirt voor haar: ‘It’s all about the looks.’ T-shirt voor hem: Doctor in training. T-shirt voor haar: Nurse in training. Enfin, u begrijpt waar dit naartoe gaat.

Meisjes en jongens krijgen vanaf het begin duidelijke rollen toebedeeld. Meisjes zijn mooi, lief, braaf, goed in relaties en ze hebben een groot moederinstinct. Jongens zijn stoer, sterk, actief en technisch sterk.

Evolutiebiologen bevestigen dat. De man is de jager, de vrouw de zorgende. Dat is al zo van in de oertijd. We zijn zo geprogrammeerd. In de jaren negentig bleek uit hersenscans dat de hersenen van mannen en vrouwen verschillen en dus was het ultieme bewijs geleverd. Als de hersenen van mannen en vrouwen verschillen, dan moeten de verschillen wel aangeboren zijn.

“Wat is blijven hangen? Inderdaad. Dat mannen niet luisteren en dat vrouwen niet kunnen kaartlezen.”

Waar ze toen geen rekening mee hielden, was dat hersenen een heel leven lang blijven veranderen, aldus Asha ten Broeke. Het is ook nog niet omdat hersenen verschillen, dat ze daarom tot ander gedrag leiden. Maar wat is blijven hangen? Inderdaad. Dat mannen niet luisteren en dat vrouwen niet kunnen kaartlezen.

Als ze wat ouder worden, zijn meisjes kuis en jongens op seksbelust.

Vraag studentes naar hoeveel bedpartners ze hebben gehad, zoals wetenschapster Terri Fisher deed aan Ohio State University, en ze antwoorden twee of drie. Vraag het aan de jongens en ze antwoorden acht.

Aha! Zie je wel, zeggen de evolutiebiologen dan. Dat is omdat het mannetjes zijn. Dat is hun natuur!

De wetenschapster vreesde dat de meisjes sociaal wenselijke antwoorden hadden gegeven en stelde een andere groep studenten precies dezelfde vragen. Alleen maakte ze hen deze keer wijs dat ze aan een leugendetector vasthingen, om duidelijk te maken: ‘Pas maar op, ik weet wanneer je liegt.’

En zie. De meisjes hadden ineens evenveel bedpartners gehad als de jongens. Vorig jaar, toen de psychologe het hele experiment nog eens over deed, bleken de meisjes zelfs méér sekspartners te hebben gehad dan de jongens.

Vrouwen zijn sletten, zou een vriend van mij zeggen. Maar dit terzijde.

AapjesTerug naar Asha ten Broeke. Ze besprak nog interessante experimenten.

Eentje met groene meerkatten, een apensoort, wordt steeds aangehaald door evolutiebiologen als Dick Swaab. De onderzoekers wilden te weten komen of de voorkeur voor speelgoed al dan niet aangeboren is. Het idee erachter is: aapjes kunnen niet valsspelen omdat het aapjes zijn. Ze kunnen niet onder druk gezet worden door hun omgeving.

Ze mochten kiezen tussen mannelijk speelgoed (een auto en een bal), vrouwelijk speelgoed (plastic pop of pannetje) of neutraal speelgoed (een boekje of een knuffelhond).

De jongens speelden 1/3 van de tijd met het mannenspeelgoed, 1/3 van de tijd met het vrouwenspeelgoed en 1/3 van de tijd met het sekseneutrale. De meisjes hadden een iets grotere voorkeur voor de pop en het pannetje. Maar bij allebei de seksen was het knuffelhond het populairst.

Zie je wel, vrouwtjes koken! Het is bewezen. Denk je eerst.

“Alsof die vrouwen in de oertijd ook al roze prinsessenjurken droegen met glitters in hun haar.”

Dan ga je het van dichterbij bekijken. In hoeverre lijkt die pop op een kind of een babyaap? Lijkt zo’n knuffelhond niet meer op een apenkind dan een plastic pop? Hebben de meisjesaapjes die pop verzorgd of op de grond geslagen? Zegt het feit dat de vrouwtjes vaker de pan oppakten écht dat ze graag koken? Groene meerkatten koken niet. Is het omdat de mannetjes graag met een auto of bal spelen dat het ook goede jagers zijn? Groene meerkatten jagen niet. Het zijn vegetariërs die vruchten plukken uit planten en bomen. (Sylvia Stuurman schreef hier ook een interessant stuk over.) En waarom is een knuffel een sekseneutraal speeltje in deze studie en een vrouwelijk speeltje in een andere? Als je de data gaat heranalyseren, zegt Asha ten Broeke, is er geen verschil.

In een Zweedse studie mochten 2- tot 10-jarige meisjes met allerlei speelgoed spelen, van theeservies tot X-men. Het populairst waren niet de barbies, maar de blokken. Op twee stond nota bene de autogarage.

Altijd maar weer hoor ik hoe kleine meisjes niet weg te slaan zijn bij al dat roze. Dus moet het wel voorgeprogrammeerd zijn. Alsof die vrouwen in de oertijd ook al roze prinsessenjurken droegen met glitters in hun haar.

Er is nog nooit zoveel apart speelgoed geweest voor jongens en meisjes als vandaag. Die paar vrouwelijke wetenschapsters van Lego zijn een doekje voor het bloeden. Een 7-jarig meisje schreef naar Lego om te vragen waarom er zo weinig Lego-meisjes zijn. ‘Het enige wat de meisjes doen, is thuis zitten, naar het strand gaan, shoppen’, klaagde Charlotte Benjamin in haar brief. ‘Ze hebben geen werk, terwijl de jongens avonturen beleven, mensenlevens redden en jobs hebben.’

Lego

Ach, het is ‘maar’ speelgoed, hoor je zo vaak. Maar zo onschuldig is het niet. Als speelgoed wordt verpakt alsof het voor één sekse bedoeld is, wil de andere sekse er niet meer mee spelen, zo is aangetoond in onderzoek. Door speelgoed in te delen in seksen beperken we dus de keuzes van kinderen. Bovendien blijkt dat kinderen die voortdurend het idee krijgen dat meisjes en jongens heel anders zijn en apart moeten spelen, zich gaan gedragen naar de clichés. Ze hebben ook minder positieve gevoelens tegenover het andere geslacht.

Neem nu een experiment onder Franse scholieren. Ze moeten een test doen. Twee groepen van jongens en meisjes, gemengd. Bij de ene groep wordt de test een tekenproef genoemd, bij de andere groep is het een wiskundeproef. Maar het gaat dus om precies dezelfde opgave.

Voor jongens maakte het geen verschil. Ze presteerden even goed in elke groep.

“Als maatschappij minimaliseren we verkrachting, meer nog, we maken verkrachting mogelijk, door de normen en waarden die we hanteren.”

Bij de meisjes was het een ander verhaal. De meisjes die de wiskundeproef deden, scoorden slechter dan de meisjes die de tekenproef deden – en nogmaals, het ging om precies dezelfde test.

Asha ten Broeke gaat verder en legt zelfs een link tussen microseksisme en rape culture: als maatschappij tolereren en minimaliseren we verkrachting, meer nog, we maken verkrachting mogelijk, door de normen en waarden die we hanteren.

Gewaagde stelling, waar ik nog geen mening over heb.

OpenUpBitch‘Open up, bitch’, staat er op de sleutelhanger die Asha ten Broeke laat zien. Het gat is, zoals je hierboven kan zien, haar mond. Subtiel. ‘Feel free to abuse me’ staat er op de achterkant. Was te koop bij Cool Cat.

Dat is rape culture.

Asha ten Broeke haalt voorbeelden aan van tienermeisjes die slecht gedrag van jongens goedpraten. ‘Ik wilde niet met hem kussen en toen zei hij dat hij me thuis zou komen verkrachten. Ik weet dat hij een grapje maakte, maar ik vond het eigenlijk niet leuk.’

Ze heeft het over jongens die dachten dat ‘het niets was’ als ze een ongewenste hand op een been hadden gelegd. Maar ook over jongens die vertellen hoe het allerergste dat hen kan overkomen, is om een meisje genoemd worden. Maar dan ook écht het allerergste. ‘Het zou me kapotmaken.’

Wat leren we jongens over meisjes eigenlijk, als dat het ergste is wat hen kan overkomen, meisje genoemd worden? Zijn vrouwen zo minderwaardig dat je mannen vernedert door hen vrouw te noemen?

En daarom, zegt ze, is het niet onschuldig wanneer er in de kinderfilm ‘Planes’ een jongentjesvliegtuig twee andere jongentjesvliegtuigen uitdaagt om te racen en zegt: ‘Hallo dames, klaar om te verliezen?’

Het gaat niet om die ene opmerking. Het zijn allemaal kleine prikjes. Haar lezing had als titel: ‘Bloeden uit 1000 kleine sneetjes. Hoe lullig microseksisme meisjes geestelijk kortwiekt.’

“We behandelen jongens en meisjes anders. We denken van niet, maar we doen het wel. Onbewust.”

Ze vertelde nog hoe onderzoek aantoont dat we veel meer praten tegen meisjesbaby’s dan tegen jongensbaby’s. Hoe we meisjes vaker en langer troosten. Hoe we hen meer dan jongens aanleren om beleefd te zijn en braaf. We behandelen jongens en meisjes anders. We denken van niet, maar we doen het wel. Onbewust.

Het tweeënhalfjarige zoontje van een vriendin mocht geen nagellak op, bedenk ik. En ooit zag ik op tv hoe een jongetje op korte tijd zoveel mogelijk gratis spullen mocht meegraaien in een winkel. De ouders mochten toekijken vanop afstand maar niet helpen. Hij pakte een roze fiets. Waarop de papa zijn hand naar zijn gezicht sloeg: ‘Ai! Ai! Ai! Niet de roze!’

In de pauze hoor ik van een jonge moeder dat ze haar ogen niet kon geloven, toen ze zag hoe een verzorgster de pop afnam waar haar eenjarig zoontje op de crèche mee zat te spelen.

En later klagen, zeker, dat die mannen niet zorgzaam genoeg zijn of niets doen in het huishouden. De jonge moeder heeft er toch maar wat van gezegd.

Of de verschillen tussen mannen en vrouwen aangeboren of aangeleerd zijn, daarover is het laatste woord nog niet gevallen. Maar van één ding ben ik zeker. We sturen meer dan we denken.

En eens je daar op begint te letten, in reclames, in boeken, in tv-series, in films, dan kan je niet meer gewoon naar een spotje kijken van een pijnstiller zonder zelf hoofdpijn te krijgen. Voor dit pilletje dus, helaas alleen te vinden in de Nederlandse versie. Klikken op het onderste filmpje.

Hoe ga je met verschillende soorten pijn om, vraagt de commentaarstem.
Komt een tienermeisje op de bank in beeld met menstruatiepijn: ‘Maaa-ham.’ Ze geeft haar dochter een pijnstiller.
‘Ooh, lieverd!’ sust een vrouw tegen haar man met spierpijn. Ze geeft hem een pijnstiller.
‘Mamaaaa…’ jammert een puberjongen met kiespijn. Ze geeft hem een pijnstiller.

Is dat nu zo erg, de zoveelste reclame waarin de vrouw weer de zorgende rol krijgt en niet de man? Er zijn toch veel ergere dingen?

And so it goes.

(De tekeningen bovenaan komen uit een boek uit de jaren zeventig met de titel ‘I’m glad I’m a boy, I’m glad I’m a girl’ van Whitney Darrow, Jr., cartoonist voor de New York Times. Volgens Maria Popova van de website Brainpickings waren ze waarschijnlijk satirisch bedoeld, al staat dat niet vast.)
Deze tekst verscheen eerder op de blog van Ann-Marie Cordia.

Schrijf je reactie

Als journalist weigert Ann-Marie Cordia al vijftien jaar lang te kiezen tussen de serieuze schrijfsels, de curieuze en de amoureuze. Ze schreef al voor Het Laatste Nieuws, NINA, Goedele en De Morgen, maar haar ziel blootleggen doet ze alleen op Charlie.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen