Stephanie schuift met plezier aan voor een potje Scrabble of Kolonisten van Catan. Maar aan Monopoly heeft ze, zoals vele anderen, een hartsgrondige hekel. En gelijk heeft ze.
Persoonlijk hoor ik tot de categorie mensen die oprecht blij opveert bij de vraag ‘Zullen we een spelletje spelen?’. In mijn huishouden is het dan ook zelden junior die staat te zeuren om een potje Scrabble of Master Mind. Enkel wanneer hij het meest gevreesde spel in de geschiedenis van de gezelschapsspelen bovenhaalt, ga ook ik lichtjes wanhopig naar het plafond staren.
Onze collectieve afkeer voor Monopoly is niet zo vreemd. Doorgaans weet je al na een kwartier wie er gaat winnen, maar moet je nog drie en half uur door een eindeloze lijdensweg vol hypotheken, dividenden, en andere lastige dingen die ik niet meteen associeer met een ontspannen woensdagavond. En ja, we spelen het spel met z’n allen verkeerd, maar zelfs wanneer u zich houdt aan de originele regels, met het opbieden van onverkochte grond en zonder ‘de pot’ in het midden, blijft het een pijnlijke langdradige illustratie van het inherente falen van het kapitalistische systeem.
Er is geen heroïek, geen mysterie, en maar één manier om te winnen: ongebreidelde hebzucht – niet bepaald een eigenschap die ik graag spelenderwijs stimuleer bij mijn nageslacht. Ik kan me ook niet voorstellen dat andere ouders wél zwellen van trots wanneer hun kinders, eenmaal verleid tot de Dark side van het duivels imperialisme, na een paar rondes transformeren tot meedogenloze uitbuiters en sardonische grootgrondbezitters. En willen we echt aan onze kinderen meegeven dat zelfs een tijdelijke gevangenisstraf geen probleem hoeft te zijn als je maar genoeg geld hebt?
Laat ons eerlijk zijn, Monopoly is een onwaarschijnlijk vervelend en moreel twijfelachtig spel. Daar is een zeer eenvoudige reden voor: we spelen maar de helft van het spel. Er is namelijk een goed bewaard geheime tweede deel.
De vergeten tweede helft
Toen Lizzie Magie in 1903 haar patent indiende voor The Landlord’s Game, had ze geen idee dat haar spel zou uitgroeien tot een van de meest verkochte bordspellen van de eeuw. Niet dat ze er rijk van is geworden, maar dat was ook niet haar intentie. Magie was, naast een feministe avant-la-lettre, ook een fervente aanhanger van het Georgisme, een economische ideologie die we, om niet te ver uit te wijden, zullen omschrijven als een soort socialistische vrije-markteconomie waarin privé-bezit blijft bestaan maar grond en natuurlijke bronnen gemeenschappelijk goed worden. The Landlord’s Game was voor Magie een manier om de theorieën van Henry George te verspreiden en te bewijzen dat monopolistisch kapitalisme een destructief economisch systeem is dat globale welvaart in de weg staat.
‘Welvaart’, of ‘Prosperity’, was dan ook de naam van het ondertussen obscure tweede deel van het spel. Spelers konden immers in samenspraak overgaan op het Prosperity systeem, dat andere regels kent. Nutsbedrijven worden opgekocht en vrijgegeven, huur op onbebouwde gronden gaat naar de gemeenschap en wordt herverdeeld onder de spelers en iedereen behalve de monopolist, vaart er wel bij.
Er is geen heroïek, geen mysterie, en maar één manier om te winnen: ongebreidelde hebzucht.
The Landlord’s game werd al gauw een underground succes onder universiteitsstudenten, professoren en jonge economen. Spelers maakten hun eigen borden, het spel werd gemeengoed en begon een eigen leven te leiden. Tot een zekere Charles Darrow in 1935 besloot er munt uit te slaan. Darrow had zijn vrienden en familie het huisgemaakte spel zien spelen, maakte een versie met straatnamen uit Atlantic City, kreeg een patent en haalde een deal binnen met speelgoedfabrikant Parker Brothers. Een jaar nadien was Monopoly het best verkochte gezelschapspel in Amerika en Darrow de eerste game designer die zich miljonair mocht noemen.
The winner takes it all
Lizzie Magie kreeg een schamele 500 dollar voor de afstand van haar rechten. Ze ging akkoord op voorwaarde dat haar spelvariant mocht blijven bestaan. ‘Het maakt me niet uit wat ik ervoor krijg’, zei zei in 1936, ‘zolang de theorie maar verspreid wordt’. Laat dat nu niet gebeurd zijn. Parker Brothers heeft nooit enige moeite gedaan om The Landlord’s Game te promoten, en al snel werd de productie van het spel stopgezet. Moest je ooit zo’n exemplaar tegenkomen, hou het vooral bij, want het is bijzonder zeldzaam.
Die 500 dollar was een afkoopsom om miljoenen te kunnen verdienen, niet gehinderd door intellectuele eigendomsrechten. The Landlord’s Game was, ironisch genoeg, de ontbrekende straat die opgekocht moest worden om tot een monopolie te komen.
Parker Brothers is ondertussen opgekocht door speelgoedgigant Hasbro. Monopoly is nog steeds een van hun bestverkochte producten. Er is ondertussen een Monopoly junior, want je kan nooit vroeg genoeg beginnen; Monopoly Millionaire, voor liefhebbers van privé jets en luxejachten; er is zelfs een Monopoly Empire waar je ’topbrands als McDonalds of Coca-Cola’ kan kopen. Fun voor heel de familie!
Van The Landlord’s game of Lizzie Magie geen spoor in de Monopoly ‘history & fun facts‘ op Hasbro’s officiële site. En hoewel Hasbro binnenkort een House Rule Edition zal uitbrengen met nieuwe regels gekozen door het publiek, zit er geen Prosperity variant bij. Lizzie Magie is naar huis gespeeld, en Monopoly heeft gewonnen. Het zou haar allicht niet hebben verbaasd.
Schrijf je reactie