In de reeks Start Me Up interviewen we mensen die een idee hadden om de wereld te verbeteren en er een bedrijfje van maakten. Ze verkiezen maatschappelijke meerwaarde boven winst. Ze zorgen dat kromme komkommers niet op de afvalhoop belanden, dat vluchtelingen verloren familieleden kunnen vinden of dat kinderen leren programmeren. Wat drijft deze ondernemende wereldverbeteraars? Foto’s: Sarah Van Looy
De kledingindustrie is de meest vervuilende industrie ter wereld, na de olie-industrie. Zowel wie kleren maakt als wie kleren koopt, kan daar iets aan veranderen. Het zou een enorm verschil maken als modemerken niet meer kleding maken dan er verkocht wordt en hun producten beter afstemmen op de wensen van consumenten. Consumenten zouden op hun beurt beter minder kopen; bijvoorbeeld door vaker kleren te lenen of door minder miskopen te doen. Modebibliotheek Les ReBelles d’Anvers maakt dat mogelijk. Je kunt er kleding lenen, feedback geven aan de ontwerper, en de items kopen waar je verliefd op wordt. Veerle Spaepen en Emelie Vervecken startten Les ReBelles d’Anvers als nieuwe dienst om ontwerpers en consumenten vooruit de helpen.
Hoe kwamen jullie op het idee om een modebibliotheek te starten?
Veerle: “Vroeger ging ik nog wel shoppen op de Meir, maar de laatste jaren vond ik mijn gading niet meer bij de fast fashion. Ik had steeds minder zin in de hectiek van shoppen in drukke ketens en daar kleding aan te schaffen die maar een seizoen meegaat. Ik wilde op mijn gemak kunnen rondneuzen in de boetiekjes van duurzame, onafhankelijke ontwerpers. Alleen liet mijn budget dat niet toe. Toevallig moest ik voor een opdracht van mijn werk op zoek naar duurzame mode en toen gaf ik binnen een dag 1000 euro uit. Dat is niet een bedrag dat je zomaar even uitgeeft. Ik dacht: als ik kan lenen, hoef ik geen 1000 euro per maand aan duurzame kleding uit te geven. Pragmatisme, egoïsme en idealisme leidden dus tot het idee van een modebibliotheek (lacht).”
We willen op een positieve manier rebelleren tegen verspilling door een alternatief aan te bieden met kleding die steeds weer mooi is.
Emelie: “Het idee bleef maar terugkomen als Veerle en ik op café gingen, en we werden er steeds enthousiaster over. We vonden het interessant om het concept van de deeleconomie ook eens op mode los te laten. Er zijn al veel tweedehandswinkels, maar met de overstocks die ontstaan doordat er in de fashionwereld in seizoenen wordt gedacht, wordt nog nauwelijks iets gedaan. Het is zo jammer dat mooie, perfect bruikbare kleding ‘overblijft’ omdat er een nieuw modeseizoen begonnen is, terwijl het omgevingsseizoen buiten nog niet afgelopen is. Als naam voor onze bibliotheek kozen we daarom ‘ReBelles’. We willen op een positieve en alternatieve manier rebelleren tegen de fast fashion. Het staat ook voor re-belle: telkens opnieuw mooi kunnen zijn voor een aanvaardbaar budget.”
Waarom doen ontwerpers eigenlijk mee met de modebibliotheek? Zij willen toch liever verkopen dan uitlenen?
Emelie: “Wij richten ons op ontwerpers wiens producten vaak wat moeilijker in de markt te zetten zijn. Denk aan beginnende ontwerpers die moeite hebben om consumenten te bereiken, doordat ze weinig startbudget hebben en alles zelf moeten doen, dus ook de marketing. Daarnaast bieden we een aanvullend verkoopkanaal, naast de shops die enkel kleding uit het nieuwste seizoen verkopen. Door samen te werken, ondersteunen we elkaar. Onze community maakt kennis met nieuwe merken, en geeft ook waardevolle feedback aan deze startende ontwerpers. En als je merk verkocht wordt bij Les ReBelles d’Anvers, betekent dat dat je aan kwaliteitscriteria voldoet die onze community belangrijk vindt.”
Veerle: “Ook bekendere merken doen mee. Zij hebben het ook niet gemakkelijk, omdat high fashion niche aan het worden is. De grote massa is nu eenmaal gewend aan kleding die eigenlijk te goedkoop is, doordat die niet op mens- en milieuvriendelijke wijze is geproduceerd. Via de modebibliotheek kunnen we mode van onafhankelijke ontwerpers, waar vaak een hoger prijskaartje aan vast zit doordat er niet aan massaproductie wordt gedaan, opnieuw aan de man brengen. Er is een publiek dat graag goedgemaakte high fashion wil kopen, maar zo’n aankoop doe je nu eenmaal minder snel dan even een rokje bij een budgetwinkel meepakken. Ons slow fashion concept stelt een nieuw publiek in staat die kleding te ontlenen of na een proefperiode aan te schaffen.”
Waarom kiezen klanten voor lenen in plaats van kopen?
Emelie: “Vaak lenen mensen voor een speciale gelegenheid, zoals trouwfeesten. Het is ook een manier om nieuwe merken te leren kennen, zonder zelf veel uitzoekwerk te moeten doen. Bovendien is er niets zo ergerlijk als een miskoop: een truitje dat in de winkel leuk leek, maar dat je na aankoop nooit blijkt te dragen, omdat je geen broek hebt die daar goed bij past of omdat het toch niet fijn zit. Wist je dat we gemiddeld 30% van de items in onze kledingkast nooit dragen? Dat is zo’n 500 euro aan miskopen. Impulsaankopen kun je voorkomen als je een kledingstuk een tijdje kunt uitproberen. Je kunt daarna iets nieuws lenen, of het kledingstuk kopen als het goed bevalt.”
Gemiddeld 30% van de items in onze kledingkast dragen we nooit. Dat is zo’n 500 euro aan miskopen.
Hoe brachten jullie het concept van ReBelles in de praktijk?
Emelie: “We verzamelden een ploeg van zo’n tien vrijwilligers, die bijvoorbeeld kleding kunnen selecteren en onze winkel kunnen bemannen. En we gingen op zoek naar subsidie om een Pop Up-store te kunnen openen om ons idee in de praktijk te kunnen uittesten. We kregen een subsidie van de Stad Antwerpen die dat mogelijk maakte en werden ook gesteund door mensen die in ons project geloofden via crowdfunding. Daardoor konden we afgelopen zomer drie maanden een winkel openen in Antwerpen. ”
Veerle: “In onze store kon je voor 50 euro per maand, of voor 120 euro voor tien leenbeurten, telkens drie kledingstukken twee weken lenen. En je kon er natuurlijk kleding kopen. We berekenden dat je met dit model voor minder dan 500 euro per jaar toegang hebt tot een eindeloze (en duurzame) kledingkast. We organiseerden er ook talks en workshops, zodat ontwerper en klant elkaar konden ontmoeten. Zowel het publiek als de ontwerpers waren enthousiast.”
Betekent dit dat Les ReBelles d’Anvers doorgaat?
Veerle: “We weten nu dat ons idee levensvatbaar is en hoe we hiermee verder kunnen. Door de testfase hebben we een sterk verhaal om mee naar banken en investeerders te stappen. Dat is ook ons belangrijkste advies aan andere start ups. Wacht niet, maar breng je idee in de praktijk. Zo leer je wat er wel en niet werkt. Drie maanden een winkel runnen lijkt misschien niet veel, maar we leerden er meer van dan eender welk marktonderzoek ons had kunnen vertellen.”
Emelie: “In 2017 willen we met die opgedane kennis opnieuw een winkel openen. We beraden ons nu op de vorm die dat gaat aannemen. Gaan we naar andere steden, doen we meer Pop Ups of beginnen we een permanente store? We werken ook aan de mogelijkheid om een online platform uit te bouwen en deel te nemen aan de groeiende e-commerce markt in België. En ja, we zoeken natuurlijk financiers die in ons bedrijfsidee geloven. Zodat we onszelf en onze werknemers kunnen vergoeden en ons concept een volwaardige, winstgevende speler op de markt kan worden. Hoe meer van dit soort initiatieven, hoe meer zetjes de mode-industrie krijgt om de goede kant op te schuiven.”
Meer info: www.lesrebellesdanvers.be
Foto’s: Sarah Van Looy
Lees alle verhalen in de reeks Start Me Up hier.
Schrijf je reactie