In de reeks Start Me Up interviewen we mensen die een idee hadden om de wereld te verbeteren en er een bedrijfje van maakten. Ze verkiezen maatschappelijke meerwaarde boven winst. Ze zorgen dat kromme komkommers niet op de afvalhoop belanden, dat vluchtelingen verloren familieleden kunnen vinden of dat kinderen leren programmeren. Wat drijft deze ondernemende wereldverbeteraars? Foto’s: Sarah Van Looy
Le Wagon Brussel leert startende ondernemers om te programmeren in bootcamps van 9 weken. Daarnaast is Le Wagon een hub voor iedereen die geïnteresseerd is in technologie en ondernemen. Chauffeurs van Le Wagon Brussel zijn Anne Collet en Charlotte Deprez. Anne bracht het oorspronkelijk Franse initiatief in 2014 naar Brussel, vervolgens naar Amsterdam en binnenkort ook naar Luxemburg. Charlotte pitchte zichzelf uit enthousiasme bij Le Wagon en houdt zich er nu bezig met de communicatie.
Hoe begon Le Wagon Brussel?
Anne: “Ik heb een achtergrond in de journalistiek en communicatie. Ik werkte tien jaar bij een consultancybedrijf, waar ik via software een grote database moest raadplegen. Ik vond de software onhandig, dus begon ik op andere manieren de database toegankelijk te maken. Dat beviel me zo goed dat ik besloot ICT te gaan studeren. Op de universiteit leerde ik veel, maar niet hands on programmeren. Ik zocht een stageplek uit waar dat wel kon en leerde daar programmeren in Ruby. Toen ging het snel: ik raakte betrokken bij Rails Girls, een netwerk van vrouwelijke programmeurs. De organisatoren van Le Wagon Frankrijk benaderden mij en een collega op mijn stageplek om het concept van Le Wagon naar Brussel te brengen.”
Wat houdt een coding bootcamp in?
Charlotte: “Onze bootcamps zijn zo praktisch mogelijk. We leren de deelnemers om vanaf nul een app te maken. Zo kunnen ondernemers hun eigen producten ontwikkelen, of weten ze in elk geval hoe ze een developer het beste kunnen aansturen als ze de ontwikkeling uitbesteden. Ze spreken immers dezelfde taal. Wat we niet hadden voorzien, is dat veel technologiebedrijven onze studenten in dienst nemen. Daardoor hebben we nu ook deelnemers zonder ondernemersplannen die gewoon graag op korte tijd willen leren programmeren.”
Wat meteen opvalt is de diversiteit aan deelnemers. Zetten jullie hier bewust op in?
Anne: “Omdat we een brede doelgroep wilden bereiken, besloten we de coding bootcamps in het Engels te geven. In anderhalf jaar tijd hebben we mensen uit heel de wereld hier ontvangen, uit meer dan 42 verschillende landen. En van alle leeftijden. De jongste student was 18 jaar oud, de oudste 55. Diversiteit is de sleutel tot innovatie. Als je al een andere achtergrond hebt, breng je die ervaring mee en kun je technologie inzetten om die sector beter te maken.”
Charlotte: “Er nemen bovengemiddeld veel vrouwen deel aan onze bootcamps. Dat komt omdat vrouwen goed vertegenwoordigd zijn in ons team. Als vrouwen met een tech-functie die plezier hebben in hun werk, zijn we een soort ambassadeurs die laten zien dat je geen wiskundig genie, of een man, hoeft te zijn om te kunnen programmeren.”
Waarom vinden jullie het belangrijk dat programmeren op een laagdrempelige manier toegankelijk wordt gemaakt?
Charlotte: “Programmeren is het nieuwe Engels. Iedereen, inclusief mijn moeder, zou een basiskennis programmeren moeten hebben. De meeste technologie is geen rocket science. Dat besef willen we zoveel mogelijk doen groeien.”
“Diversiteit is de sleutel tot innovatie. Als je al een andere achtergrond hebt, breng je die ervaring mee en kun je technologie inzetten om die sector beter te maken.”
Anne: “We zijn omringd door ‘slimme’ objecten en dat zal alleen maar toenemen. Je frigo zal slim zijn. Je auto is het al. Ik wil dat mensen begrijpen hoe die producten gemaakt worden en hoe ze die kunnen hacken. Ik wil dat we meer zijn dan passieve consumenten die afhankelijk zijn van grote bedrijven. Dat straks je frigo niet alleen automatisch een boodschappenlijstje samenstelt, maar dat je ook weet hoe je die frigo een liedje kunt laten spelen als je de deur opendoet. Ik merk vaak dat er nogal wat angst is naar technologie, dat het allemaal te ingewikkeld lijkt. Die angst wil ik graag wegnemen. Iedereen kan leren programmeren en met wat basiskennis kun je al heel veel.”
Jullie zijn zelf een start-up en werken veel met beginnende ondernemers. Inmiddels is het een hype om start-ups een hype te noemen. Hoe zien jullie dat?
Anne: “Wij begonnen voordat start-ups een hype waren, wat het niet altijd gemakkelijk maakt, maar ik ben trots op hoever we al gekomen zijn. We hebben nooit subsidie gekregen, de inkomsten van de bootcamps coveren onze kosten en stellen ons in staat om ook gratis events te organiseren. Er is geen universeel recept voor succes. En de wereld verandert snel. Toch is het wel mogelijk om een succesvolle onderneming te starten, zolang je gepassioneerd bent, hard werkt en goed luistert naar wat er leeft bij je klanten en je die kennis toepast.”
Charlotte: “Dat principe hanteren we zelf ook. We vragen feedback van onze deelnemers tijdens en na het bootcamp en spelen daar meteen op in. Ik denk dat grote bedrijven zich naar verloop van tijd zullen aanpassen aan die flexibiliteit en transparantie die start ups eigen is. Jonge mensen werken niet om rijk te worden of zekerheid te krijgen, want laten we eerlijk zijn, er is weinig kans op beide. Ze werken uit passie. Momenteel doen ze dat graag voor start-ups omdat die sexy en flexibel zijn, in tegenstelling tot grote bedrijven. Tegelijkertijd zijn niet alle start-ups duurzaam. Ik vermoed dat die werelden zich aan elkaar gaan aanpassen om te kunnen overleven.”
Wat zijn jullie toekomstplannen?
Anne: “We zijn gestart met trainingen voor kinderen en tieners, waar ze programmeren en kennismaken met robotica en 3d-printen. We laten kinderen en ouders samenwerken, wat er erg leuk is omdat dit een van de weinige gebieden is waar ze starten van hetzelfde kennisniveau. We willen bovendien graag een echte ‘wagon’ hebben waarmee we scholen kunnen bezoeken. Of we over 15 jaar nog bestaan? Geen idee. Tegen die tijd is programmeren misschien gewoon een schoolvak en is er geen behoefte meer aan wat we nu doen. Laten we het hopen!”
Schrijf je reactie