Column

Tijd om te depriminderen. Wie doet er mee?

Tijd om te depriminderen. Wie doet er mee?

‘How we spend our days is, of course, how we spend our lives,’ schreef Annie Dillard in The Writing Life. Een eenvoudige waarheid. Toch bekruipt me soms het idee dat we het elke dag zo druk hebben met productief zijn, dat we bijna heel ons leven afwezig zijn.

We moeten met z’n allen lekker veel. Een paleo-dieet volgen, onze belastingen betalen, up-to-date zijn met de laatste ontwikkelingen in ons werkveld, een sociaal leven en een lief hebben (of ten minste een actieve Tinder-account), onze ziel voeden met zenmeditatie, reizen, onze moeder bellen, de afwas te lijf gaan, van maatschappelijk nut zijn door bladeren van het trottoir te vegen …

We zouden tijd moeten hebben voor dit alles dankzij de wonderen der technologie. De auto brengt ons in theorie sneller naar ons werk. De wasmachine voorkomt dat we onderbroeken moeten schrobben met de hand. Tijdwinst alom, toch?

Op kantoor verdoen we uren op Facebook, die we ‘s avonds inhalen door thuis verder te werken op onze laptop.

De realiteit is anders. Op kantoor verdoen we uren op Facebook, die we ‘s avonds inhalen door thuis verder te werken op onze laptop. Social media wekken bovendien de indruk dat we méér moeten. Instagram toont ons dagelijks hoe anderen er wél in slagen om ’s avonds omringd door stralende vrienden aan de cocktails te zitten en de volgende dag weer fris op de yogamat te staan. Vergelijken is gemakkelijk en zelden in ons voordeel.

Apps meten nauwkeurig hoe hard we falen. Runkeeper herinnerde mij er vanochtend aan dat ik alweer twee weken niet hardgelopen heb, en dat ik het de laatste keer amper twaalf minuten volhield. De e-reader vertelde me dat ik pas op 29% van mijn boek zit. Wunderlist bliepte omdat er al vijf dringende taken over datum zijn.

Zoveel achterstand en de week is nog maar amper begonnen.

Het is bovendien 18 januari, oftewel deprimaandag, de meest deprimerende dag van het jaar. De feestdagen zijn voorbij, de workforce volledig ontwaakt, de hoop dat we het dit jaar beter gaan doen alweer vervlogen.

Om dingen te onthouden, moet ik van mezelf lijstjes maken. Soms voeg ik al voltooide taken met terugwerkende kracht toe, zodat ik ze vervolgens meteen kan afstrepen.

De exacte datum van Blue Monday wordt jaarlijks berekend aan de hand van een formule die iets te maken heeft met het weer, de hoeveelheid schulden, het al dan niet volhouden van goede voornemens, het aantal dagen dat de vakantie al voorbij is en het motivatieniveau.

Maar ook zonder wetenschappelijke onderbouwing geloof ik het wel. De bewijsstukken liggen overal om me heen. Had ik met kerst nog flink huisgehouden, nu groeit de was de mand en de mail de inbox alweer uit.

Ik durf nauwelijks na te denken over alles wat ik nog moet. Om die dingen te onthouden, moet (!) ik van mezelf lijstjes maken. In diverse notitieboekjes, op servetten, op m’n iphone. Soms voeg ik al voltooide taken met terugwerkende kracht toe, zodat ik ze vervolgens meteen kan afstrepen. Yes! Check! Ik ben weer productief vandaag!

Zelfs ontspannende activiteiten worden taken. Ik tel hoeveel bladzijdes ik op een dag gelezen heb en kan multitasken als de beste. Breien, muziek luisteren en lezen tegelijk: ik kan het. Veel doen met weinig aandacht, dat is mijn specialiteit.

Maar vaker nog kom ik aan die ‘ontspannende taken’ gewoon niet toe. Mijn heilige to-do-lijsten kennen namelijk een strenge hiërarchie. Eerst work, dan play.

Ik ben geobsedeerd door het meten van mijn productiviteit, maar wat blijft er over als ik mezelf letterlijk weggecijferd heb?

Ik heb een nieuw werkwoord bedacht: depriminderen. Het staat voor meer lanterfanten en minder kwantificeren.

Als je me zou vragen wat ik het liefste doe, zou mijn antwoord niet zijn ‘lijstjes afwerken’. Het antwoord zou zijn ‘schrijven’. En dat lukt me in alle drukte zelden. Inspiratie vindt namelijk geen ingang in een vol hoofd. Geluk – nog zo’n ongrijpbaar fenomeen – openbaart zich ook voornamelijk op de meest verloren momenten.

Daarom heb ik een nieuw werkwoord bedacht: depriminderen. Het staat voor meer lanterfanten en minder kwantificeren.

Mijn eerste stap om te depriminderen was een extra lijstje maken, wat misschien tegenstrijdig lijkt. Het is een lijst van alle dingen die ik niet meer doe. Als iemand die ik waardeer me vraagt om voor de prijs van een afhaalsushi een workshop te geven, zeg ik nee. Ja, jullie werken met een beperkt budget, maar ik werk met een heilige lijst. En de lijst zegt nee.

De tweede stap was de aankoop van een kleurboek voor volwassenen, om mijn hoofd te legen. Het werkt wonderwel. Kleuren verleidt me niet tot tellen, want ik hoef niet te weten hoeveel kleurplaten ik maakte deze maand. Bijkomend voordeel: multitasken is uitgesloten. Het is me nog niet gelukt om te kleuren terwijl ik aardappels schil.

Sinds ik actief depriminder, glimlach ik meer.

Wanneer ik met mijn kleurpotloden paradijsvogels en orchideeën tot leven breng, vergeet ik alles om me heen. Als ik uren later opkijk van het papier, functioneert mijn huishouden nog, is mijn inbox niet ontploft en zien mijn vrienden me nog even graag. Eigenlijk redt de wereld zich prima zonder mij.

Ik durf op deze deprimaandag te stellen dat ik dankzij de nee-lijst en het kleurboek vooruitgang heb geboekt in het terugdringen van mijn vooruitgangsdrang. Sinds ik actief depriminder, glimlach ik zelfs meer.

Wie vandaag ook lijdt onder de gevolgen van chronische drukte, productiviteitsobsessie of vooruitgangsdrang, raad ik aan iets te kleuren. Een bierviltje bijvoorbeeld, of het visitekaartje van iemand die je toch alweer vergeten bent. Of beter: doe het niet. Doe gewoon een uurtje helemaal niets. Happy Blue Monday iedereen!

Schrijf je reactie

9 reacties
  • Kindercoach Nele Meykever says:

    Ik heb mijn kleurboek onlangs gekocht -> ga er nu eindelijk aan beginnen 😉

  • nlandau says:

    Herkenbaar stuk!

    Alleen: voor Blue Monday bestaat geen wetenschappelijke basis 🙂

    http://www.theguardian.com/science/blog/2012/jan/16/blue-monday-depressing-day-pseudoscience

    All made up!

  • Vee says:

    Ik ben leerkracht in het vierde leerjaar, en wat jij beschrijft…dat zou ik graag in de klas terug kunnen zien gebeuren: kinderen die gewoon eens een uurtje kunnen kleuren,tijd om voor te lezen, samen eens een spel spelen, gaan wandelen als het lente is….maar ook daar MOETEN wij zoveel en mogen we geen kansen laten liggen en….echt…ik kan soms niet ademen , laat staan de kinderen….ik heb toch het gevoel, dat wij dat vroeger wel konden, en wij zijn er toch niet slechter van geworden volgens mij…

  • Amen! Helemaal mee eens! Hier ook soms een hoofd vol van alle activiteiten en verplichtingen, en op den duur wordt de ontspanning ook wel eens een heuse inspanning!
    Mijn suggestie voor deze depri-dag: vanavond eens heerlijk in de zetel ploffen met een goed glas wijn!
    Gewoon single-taskend een glas wijn drinken, die ene taak goed doen en er eens lekker van genieten :-)))

  • Mel says:

    Vooruitgangsdrang, zo heet dat dus. Ik lijd er ook aan. En die afgewerkte taken bij op het lijstje schrijven om toch maar te kunnen schrappen, zo herkenbaar!

  • Els says:

    Voor mij geen kleurboek, maar lezen….Ik hoor de conversaties in mijn hoofd, zie de personages en leef helemaal mee. En ja, hoor, de wereld redt zich prima zonder mij.

  • gwen says:

    dit zinnetje vind ik het meest treffend: “Als ik uren later opkijk van het papier, functioneert mijn huishouden nog, is mijn inbox niet ontploft en zien mijn vrienden me nog even graag. Eigenlijk redt de wereld zich prima zonder mij.” Misschien dat we allemaal moeten erkennen dat wat we doen, doorgaans niet mega-belangrijk is. Dat de wereld zich inderdaad redt zonder ons. En van deze gedachte genieten. 🙂

Selma Franssen is freelance journalist en auteur van 'Vriendschap in tijden van eenzaamheid' (uitgeverij Houtekiet, 2019). Haar werk verscheen onder meer bij Charlie Magazine, OneWorld, De Morgen, De Standaard, The New Statesman, VPRO en Vice. Ze volgde het postgraduaat Internationale Onderzoeksjournalistiek, ontving een beurs van het Fonds Pascal Decroos voor haar werk en presenteert journalistieke lezingenreeks 'Moeilijke Dingen Makkelijk Uitgelegd'.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen