Sinds de opmars van de iPhone in 2007 is ons internetverbruik enorm gestegen, wat steeds vaker leidt tot ‘digitale ziektes’ zoals hyperconnectiviteit en smartphoneverslaving. We zijn always on en zijn voortdurend afgeleid door meldingen en ping-berichtjes waardoor we ons steeds slechter kunnen concentreren. In deze reeks onderzoekt hoofdredactrice Jozefien de oorzaken en gevolgen van dit hedendaags fenomeen en gaat ze op zoek naar oplossingen. Illustraties: Valérie Van den Eynde
Mijn iPhone is mijn beste vriend en mijn ergste vijand. Maar de laatste tijd vooral een bezitterige minnaar die continu mijn aandacht opeist zodat ik steeds minder waardevolle tijd met anderen kan doorbrengen. Ik kan niet meer zonder hem, maar de tijd die we samen doorbrengen is niet altijd even aangenaam. Hij is de baas in onze relatie en ik plooi me naar zijn wensen. Wanneer hij oplicht, spring ik. Wanneer ik met anderen praat, hengelt hij naar mijn aandacht. Ik voel me opgejaagd en leeg, ondanks alles dat hij me te bieden heeft.
“Mijn iPhone is als een bezitterige minnaar: wanneer ik met anderen praat, hengelt hij naar mijn aandacht.”
Meer dan twee jaar geleden schreef ik al over de haat-liefde verhouding met mijn iPhone. Ik nam me stellig voor te ‘digiminderen’ (wat een gruwelijk woord nog steeds). Helaas. Vandaag moet ik toegeven dat ik verslaafder ben dan ooit. En daar wil ik deze keer écht iets aan doen.
Mijn doel is om 2018 in te gaan met een schone digitale lei. Dat betekent dat ik de komende weken mijn smartphonegebruik onder de loep ga nemen, resetten en een nieuwe modus vivendi wil vinden. Want definitief scheiden wil ik niet. Daarvoor zie ik hem te graag. Hij maakt mijn leven nog steeds beter en boeiender, maar zoals we nu samenleven, werkt het niet.
In deze minireeks wil ik dieper ingaan op mijn problematisch iPhone-gebruik, de oorzaak van mijn verslaving vinden én op zoek gaan naar efficiënte oplossingen, die verder gaan dan: laat je smartphone wat meer liggen of verwijder je social apps.
Ik begin bij het begin.
HOE ERG IS HET EIGENLIJK MET ME GESTELD?
De eerste stap om van een verslaving af te geraken is toegeven dat je een probleem hebt. Eigenlijk was het mijn man die me met mijn neus op de feiten drukte en me tijdens een fikse ruzie zei dat ik ‘dat ding’ 100 keer meer aandacht geef dan hem. En toen mijn jongste zoon zich op school moest verkleden als zijn moeder, was het belangrijkste accessoire dat hij nodig had een smartphone “want jij zit toch altijd op je iPhone, mama.”
Touché.
Mijn smartphoneverslaving is eigenlijk een onderdeel van een groter probleem: mijn ‘digibesitas’, het gevoel continu bereikbaar en online te moeten zijn. Ik sta altijd aan. En ik ben niet de enige. Sinds de opmars van de iPhone is ons internetverbruik enorm gestegen, wat meer en meer leidt leidt tot ‘digitale ziektes’ zoals internetverslaving en hyperconnectiviteit. Florence Pérèz, auteur van het boek Digital Detox, en gediplomeerd mindfulness trainer, ontwikkelde een methode om geen slaaf meer te zijn van haar smartphone. Om je probleem in kaart te brengen, moet je beginnen met al je ‘digitale touch points’ op te lijsten. Dat zijn plaatsen of kruispunten waar we in verbinding staan met anderen, zoals apps, mailprogramma’s, sociale media enzovoort.
“Als ik alles optel, kom ik aan 15 kanalen waarlangs ik voortdurend informatie binnenkrijg en doorstuur.”
Ik neem de proef op de som. Op mijn smartphone beheer ik vier inboxen: twee privé- en twee werkmailboxen. Ik ben actief op Instagram, Facebook en Twitter en een paar keer per maand werk ik de meldingen weg op mijn LinkedIn app. Ik ben medebeheerder van de sociale mediakanalen van Charlie Magazine, dat ook actief is op Instagram, Facebook en Twitter, waardoor ik ook daar regelmatig rode bolletjes zit weg te werken wanneer er iemand iets heeft gecomment onder onze posts. Refresh refresh refresh.
Daarnaast zit ik sinds kort op Slack, een online communicatietool die ervoor moet zorgen dat je minder mails in je inbox hebt, maar in de praktijk betekent het nog meer onverwachtse geluidjes die je van je werk afleiden. Met mijn kinderen en vrienden communiceer ik vooral via Whatsapp, waar ik in minstens 10 verschillende chatgroepjes zit, waar avondjes uit worden gepland of familienieuwtjes worden uitgewisseld. En dan heb je nog de goeie oude smsjes en telefoontjes.
Als ik al die kanalen optel, kom ik aan 15 touch points. 15 verschillende kanalen waarlangs ik voortdurend informatie binnenkrijg en doorstuur. En dan zit ik niet eens op dating apps, Snap Chat of YouTube.
Wanneer ik gedurende een halve dag optel hoeveel berichten ik uitstuur kom ik aan:
- 20 mails
- 45 slack berichten
- 5 Facebook berichten
- 17 smsjes
- 7 Whatsappjes
- 7 telefoontjes tussen de 30 seconden en 13 minuten
Dat zijn 101 berichten in vier uur tijd, oftewel bijna eentje om de twee minuten. Dat is eigenlijk ontzettend veel als je er bij nadenkt. En dan heb ik alle meldingen op sociale media nog niet meegeteld die ik weggewerkt heb of de duimpjes en hartjes die ik heb uitgedeeld. Het ergst van al is dat deze communicatiekanalen beheren niet eens mijn échte job is: dat is namelijk een redactie runnen, foto’s selecteren en visuals ontwerpen, lezingen voorbereiden en geven, nadenken over digitale strategieën en als het effe kan: artikels schrijven en goeie ideeën bedenken. Maar intussen is het middel om al deze taken te volbrengen, namelijk online communicatie, bijna een fulltime job op zich geworden.
Wat het nog ingewikkelder maakt, is dat al deze kanalen steeds meer door elkaar heen lopen: mijn man stuurt me via mail een invite voor het oudercontact van onze kinderen, collega’s vragen me advies via Facebook en goed nieuws in verband met een deal die doorgaat wordt via Whatsapp gedeeld. Mocht ik werk van privé strikt willen scheiden: het is bijna niet mogelijk meer. En telkens wanneer ik van het ene kanaal naar het andere switch, moet ik mijn aandacht weer helemaal resetten.
Hoe vaak is het al niet gebeurd dat ik mijn iPhone neem om iets op te zoeken (mijn agenda bijvoorbeeld), afgeleid word door een melding, daarop doorklik en in gesprek geraak met iemand waardoor ik totaal vergeet wat ik op mijn iPhone kwam doen.
IK BEN OP ZOEK NAAR AANDACHT
Dit noemt Florence Perez de digitale waas. “Onze digitale overconsumptie, is niet de oorzaak, maar het gevolg van de digitale waas waarin we leven. Het is de chaos die ervoor zorgt dat de grenzen vervagen, zodat we (vaak onbewust) veel vaker digitaal zijn dan we zouden willen.” Zo raken onze smartphones minstens 2600 keer per dag aan. En dat heeft gevolgen voor ons brein en onze performantie.
“Je neemt slechtere beslissingen, vertoont minder zelfbeheersing, bent dommer en minder gelukkig als je constant afgeleid bent.”
Een onderzoek uit 2014 dat door Microsoft besteld werd, mat de hersengolven van proefpersonen en berekende dat de gemiddelde mens zich 8 seconden lang kan concentreren. 10 jaar geleden was dat nog 13 seconden. Onderzoekers wijten de daling in concentratie aan ‘nieuwe technologieën, toegenomen mediagebruik, sociale media en multimschermgedrag’. Onze smartphone maakt van ons dus helemaal geen slimme multitaskers, zoals we zelf graag willen geloven. Wouter van Noort, technologie-journalist en auteur van ‘Is daar iemand? Hoe de smartphone ons leven beheerst’, gaat in zijn boek dieper in op alle onderzoeken die de impact meten van ons smartphonegebruik op ons gedrag en komt tot een ontnuchterende conclusie: “Je neemt slechtere beslissingen, vertoont minder zelfbeheersing, bent dommer, minder gelukkig en minder sociaal als je constant afgeleid bent.”
BAM.
Of denk aan het recente onderzoek van de UAntwerpen en de UGent die de examenresultaten van de eerstejaarsstudenten analyseerden. De groep studenten met een bovengemiddeld smartphonegebruik behaalde gemiddeld 1,1 punt op 20 minder. De studies en onderzoeken zijn overal en komen steeds opnieuw op hetzelfde uit: we zijn te afhankelijk van nieuwe media en dat is niet goed voor ons.
Journalist Tim Verheyden, bekend van Pano en Koppen, maakte er begin januari een podcast over. Hij vindt dat loskomen van de verslaving aan onze smartphone een van de grootste uitdagingen van onze toekomst is. “Een onbetaalbaar goed dat we allemaal hebben, is onze aandacht. En daar moeten we goed zorg voor dragen.”
Ook Bregje Hofstede, journaliste bij de Correspondent, trok al aan de alarmbel. Voor haar zijn de gevolgen van onze verminderde aandacht een structureel probleem voor de hele samenleving: “Wat op het eerste gezicht een lifestyleprobleempje is – verstrooiing, smartphonegebruik – is volgens mij een cruciaal thema van de tijd. Andere problemen gaan niet worden opgelost voordat we dit probleem het hoofd bieden. Als iedereen bezig is met meldingen, komt niemand toe aan het echt vermeldenswaardige: extreem urgente problemen zoals het klimaat komen niet in pushberichtjes binnen. En als niemand zich kan concentreren, komt ook niemand meer met een goed uitgewerkt idee.”
Voor mij is het duidelijk: we zitten met een dik, vet probleem dat onze onverdeelde aandacht verdient.
“We zitten met een dik, vet probleem dat onze onverdeelde aandacht verdient.”
Terwijl ik het laatste stuk van dit artikel uittyp, zit ik in de cafetaria van de plaatselijke Jiu Jitsu vereniging, waar mijn zoon twee keer per week les heeft. Ik ben mijn iPhone thuis vergeten en toen ik dat daarnet besefte, kreeg ik een kleine hartaanval. Mijn maag kromp in elkaar en even overwoog ik zelfs om terug naar huis te rijden om het ding op te pikken. In paniek bedacht ik wie me allemaal zou kunnen bellen of appen en vooral wat ik zou moeten doen tijdens deze 60 minuten zonder internet (in de cafetaria is geen wifi).
Gelukkig heb ik mijn laptop bij me, wat zonder internet eigenlijk gewoon een dure tekstverwerker is. Ik besloot het los te laten, wat meer onderzoek te doen en dit stuk af te werken. Voor de eerste keer vandaag kan ik me een heel uur lang helemaal concentreren zonder onderbroken te worden. Daarvoor moet ik dus naar een schamel cafetaria met slechte tl-verlichting trekken. Pijnlijk.
Na een uurtje sluit ik mijn computer af en zit voor het eerst sinds lang gewoon wat rond te kijken. Aan het tafeltje voor me zitten vier ouders boven een pakje paprikachips te praten over het nieuwe programma van Philippe Geubels. Een van de vrouwen toont een fragmentje op haar smartphone en de andere ouders voorzien het van commentaar. Als het filmpje afgelopen is, praten de drie ouders zonder smartphone verder. Ik hoor hoe op de smartphone van de ene vrouw Whatsapp berichtjes binnenkomen en hoe er Facebook Messenger verhalen worden getypt. Ze sluit zich volledig af van het gezelschap en duikt in twee nieuwe conversaties met mensen die niet aan het tafeltje zitten.
Ik probeer te herinneren hoe lang geleden het is dat ik nog eens een gesprek had met mijn man of een vriendin zonder dat het onderbroken werd door een melding of een oplichtend scherm. Facebook hygiëne, waarom is dat nooit een ding geworden?
Volgende week zoek ik uit waarom het zo verdomd moeilijk is om die smartphone zomaar links te laten liggen. Hoe komt het dat Zuck & Co ons volledig in hun zak hebben zitten? Hoe cultiveren de grote mediareuzen onze verslaving? In deel 3 probeer ik op zoek te gaan naar oplossingen en meer breinrust.
Hoe verslaafd ben jij? Vertel hier (anoniem) over jouw relatie met je smartphone!
Dit artikel kwam tot stand met steun van een projectsubsidie Innovatieve Media van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, Afdeling Cultuur en Media.
Schrijf je reactie