Next Generation

“Er staat geen minimumleeftijd op dromen waarmaken”

Next Generation: Yasmien Naciri

“Er staat geen minimumleeftijd op dromen waarmaken”

De mensen in deze reeks hebben grootse dromen, waarvan ze er al op jonge leeftijd heel wat gerealiseerd hebben. Redactrice Alice Elliott, zelf 19, laat ons kennismaken met bijzondere jongeren die haar inspireren, mensen die elk op hun manier de wereld een stukje mooier maken.

Met haar hart van minstens 22 karaat, haar scherpe, onverwachte humor, en liefst ook een paar donuts, pendelt Yasmien Naciri (26) tussen Mol en de rest van België om er steeds meer en meer mensen te besmetten met haar enthousiasme, wilskracht en open blik. Toch wordt ze op Twitter regelmatig bedolven onder stortbuien van haat, maar op een dag zullen zelfs de hardnekkigste trolls voor haar smelten. Dat kan haast niet anders.

Bijna twee maanden na mijn eerste mailtje en na zo’n vijf mislukte pogingen af te spreken, tref ik Yasmien in een koffiebar naast de universiteit van Antwerpen, waar ze een master meertalige professionele communicatie volgt. Naast haar master werkt ze ook fulltime als zelfstandige, is ze vaste columnist voor de Morgen, geeft ze workshops rond Social Media marketing, neemt ze regelmatig deel aan panelgesprekken, en is ze oprichter van vzw Amana en jongerenorganisatie Fleks. Tussendoor doet ze ook wel eens een TedTalk. Een vrij drukke agenda dus.

“Hmmm, moeilijk”, zegt Yasmien twijfelend wanneer ik haar vraag welk van die dingen het allerbelangrijkst voor haar is. Hoewel ze alles vol passie doet, is het uiteindelijk toch vooral Amana waaraan ze haar hart verloren heeft, en in het bijzonder het waterputten-project. “Met Amana proberen we zoveel mogelijk mensen te helpen die het nodig hebben”, legt ze uit. “In Marokko bouwen we waterputten, voorzien we weeshuizen en schooltjes van materiaal en toiletten, en knappen we klaslokaaltjes op. In België zetten we ons voornamelijk in voor daklozen, door bijvoorbeeld voedings- en hygiëne pakketten uit te delen.”

“Ik kom uit een familie die het niet zo breed had, dat motiveert me om de handen uit te mouwen te steken.”

Amana bestaat ondertussen al sinds 2012. Hoe heb je het voor elkaar gekregen om op 20-jarige leeftijd al een humanitair project op starten?
“Het is allemaal gewoon wat uit de hand gelopen.” (lacht) “Ik kom uit een familie die het niet zo breed had, dat heeft me altijd gemotiveerd om zelf zo veel mogelijk de handen uit de mouwen te steken. Rond mijn zeventiende ben ik begonnen met vrijwilligerswerk, maar toen dat niet meer te combineren viel met mijn studies, ben ik geld gaan inzamelen voor plaatselijke organisaties die zich inzetten voor mensen in armoede. Dat ging vlotter dan verwacht en al snel had ik meer dan €4000 op mijn slaapkamer liggen. Achteraf bedacht ik me dat ik net zo goed zelf iets kon opstarten, in plaats van geld in te zamelen voor andere organisaties. Een paar maanden later had ik mijn eigen vzw. In het begin was dat niet simpel, maar uiteindelijk is de bal gaan rollen, en zijn de donaties blijven toestromen.”

Je belangrijkste project voor Amana is het bouwen van waterputten. Waarom waterputten? En hoe begin je in je eentje aan zoiets?
“Ik wou iets doen waarbij ik met zo weinig mogelijk geld een zo groot mogelijk verschil kon maken. In Marokko zijn er nog steeds veel bergdorpjes waar vrouwen en kinderen dagelijks uren onderweg zijn om water te halen. Door een waterput aan te leggen, kan je voor zo’n 2000 à 3000 euro de levens van een heel dorp veranderen. Maar het is inderdaad niet simpel om dat allemaal zelf te organiseren. In het begin was het pure horror, en drie waterputten later is het nog steeds een afschuwelijk gedoe. Ik heb vaak gehuild uit frustratie en onmacht omdat alles zo moeizaam ging. In het dorp waar we onlangs een nieuwe waterput gebouwd hebben, was er een soort burgemeester die de eer naar zich toe wou trekken, hoewel wij niets met hem te maken hadden. Hij zei dat we niet mochten boren tot hij ons een vergunning gaf, terwijl we helemaal geen vergunning nodig hadden. Op zo’n momenten moet je heel sterk in je schoenen staan, maar wat je ervoor terugkrijgt, is al die ellende zo hard waard.”

Tussen al je projecten door heb je ook Fleks mee opgericht. Wat is Fleks juist?
Met Fleks willen we getalenteerde en ambitieuze jongeren een duwtje in de rug geven om sneller de weg naar de arbeidsmarkt te vinden. We hopen ook jongeren met een migratieachtergrond te bereiken, omdat zij nog steeds de meeste drempels tegenkomen. Dat heeft deels met discriminatie te maken, maar ook met de juiste netwerken: jongeren met een migratieachtergrond hebben die vaak niet. Doordat er nog steeds zo weinig diversiteit is, is er ook een groot gebrek aan rolmodellen. Het is zowat een vicieuze cirkel. Door die jongeren in contact te brengen met de juiste experts, hopen we voor verandering te zorgen. Los daarvan willen we hen ook een podium geven om hun artistieke talenten te tonen en ontwikkelen.”

“Door die jongeren in contact te brengen met de juiste experts, hopen we voor verandering te zorgen.”

Is je vrijwilligerswerk voor Amana en Fleks iets wat je in de toekomst wil blijven doen?
Het klinkt misschien raar, omdat ik het zo graag doe, maar hoe sneller ik ermee kan stoppen, hoe liever, omdat dat zou betekenen dat mijn werk simpelweg niet meer nodig is, dat jongeren met migratieachtergrond volledig gelijke kansen krijgen en dat waterputten niet meer nodig zijn. Maar zolang dat niet het geval is, zal ik me blijven inzetten. Ik zie mezelf dus nog niet direct vertrekken.”

Ben je altijd zo’n ondernemer en wereldverbeteraar geweest?
Als kind, en nu eigenlijk nog steeds, was ik enorm gefascineerd door vraagstukken, raadsels en problemen, en het bedenken van oplossingen ervoor. Mijn mama zei altijd dat ik een fixer was. Ergens heeft ze gelijk. Ondanks dat mijn interesses eerder bij de economie lagen, was ik er lang van overtuigd dat ik dokter zou worden. In mijn ogen waren dat de echte fixers. Het is mijn interesse voor armoede en ongelijkheid, en hoe die ondanks alle technologische vooruitgang zijn blijven bestaan, die mij uiteindelijk toch richting de economie getrokken heeft. Ik kreeg door dat ik daar misschien nog meer problemen zou kunnen oplossen dan in de geneeskunde.”

Over een paar maanden heb je je masterdiploma, wat zijn je plannen voor daarna?
Ik wil graag zo veel mogelijk ervaring opdoen, liefst in het buitenland. Vooral multinationals met veel doorgroeimogelijkheden spreken mij heel erg aan, maar ooit wil ik mijn eigen bedrijf uit de grond stampen. Hoe ik eraan begin, weet ik nog niet, ik weet alleen dat ik pas tevreden zal zijn als niet alleen ik er voordeel uit haal, maar ook mijn werknemers én onze samenleving. Geld is belangrijk, maar het geld op mijn eigen bankrekening is dat minder.”

En hoe kijk je naar de toekomst in het algemeen? Ik weet niet hoe jij erover denkt, maar in mijn ogen was het afgelopen jaar er niet bepaald één met veel goed nieuws.
“Als we zo verder blijven doen, gaat het in ieder geval niet de goede kant op. Er moet veel veranderen. Het is ontzettend belangrijk dat mensen ruimdenkender worden, of dat ze überhaupt gaan denken, want op sociale media lijkt zelfs dát vaak niet het geval. We moeten proberen onze bubbels te doorbreken, om elkaar te begrijpen en op een open manier met elkaar in gesprek te gaan. We moeten ons verzetten tegen polarisering. Het is tijd dat sommige mensen gaan beseffen dat een afgebakend België met alleen maar “echte” Belgen er nooit geweest is en nooit zal komen, en dat ze meteen ook eens hun idee van “integratie” bijschaven.”

“Het is tijd dat mensen beseffen dat een afgebakend België met alleen maar “echte” Belgen er nooit geweest is en nooit zal komen.”

Voor de eerste keer sinds het begin van ons gesprek, zo’n anderhalf uur geleden, is het even stil. Yasmien denkt na, staart eventjes afwezig naar buiten, en gaat dan weer vastberaden verder. “Het klinkt misschien niet zo, maar ik geloof oprecht in een betere toekomst. Er zijn het afgelopen jaar afschuwelijke dingen gebeurd, maar er waren ook ontzettend veel prachtige tegenbewegingen. Iedere keer dat mijn vertrouwen in de mensheid een stevige knak krijgt, maken andere mensen dat vertrouwen alleen maar groter.”

Met de hoeveelheid haat die je vaak over je heen krijgt op sociale media, kan ik me voorstellen dat het inderdaad allesbehalve eenvoudig is om de hoop nooit te verliezen. Denk je daar oplossingen voor zijn?
“Volgens mij is het enorm belangrijk dat er meer Belgen met een migratieachtergrond aan bod komen in de media, en dat ze dan ook de kans krijgen om over andere dingen te praten dan hun geloof. Het is bijna lachwekkend hoe vaak ik al gevraagd ben om te komen spreken over Islam-gerelateerde onderwerpen, maar het feit dat ik een moslima ben, wil daarom nog niet zeggen dat ik enkel over geloof kan praten. Ik ben méér dan de hoofddoek die ik draag, en het is belangrijk dat mensen dat eindelijk gaan zien. Hoe veel hoogopgeleide Belgen met migratie achtergrond ik ook ken, hoe veel zij ook weten over hun vakgebied, uiteindelijk blijft het toch vooral datzelfde groepje van blanke mannen van middelbare leeftijd dat steeds opnieuw wordt ingeschakeld als er in de media experts nodig zijn. Dat moet anders.”

Je bezit een haast onuitputtelijke hoeveelheid wilskracht om dingen te veranderen. Je schrijft opiniestukken voor De Morgen die vaak over politiek actuele onderwerpen gaan. Op het eerste zicht staat een politieke carrière je op het lijf geschreven. Zou je het ooit overwegen om je politiek te engageren?
“Die vraag krijg ik heel vaak! Mensen zien blijkbaar een geboren politicus in mij, maar nee, dat zou ik niet kunnen. Hoe hard ik mij ook stoor aan sommige politici, hoe graag ik het ook beter zou willen doen, ik kan en wil geen water bij mijn wijn doen, en in de politiek moet dat continu. Het lijkt bijna onmogelijk om daadwerkelijk iets te veranderen, haast een processie van Echternach. Ik maak dus liever op andere manieren een verschil.” (lacht) “Veel politici zouden ook eens wat minder bezig moeten zijn met hun eigen ego. Hun onderlinge discussies en ruzies zijn tegenwoordig veel te vaak van speelplaats-niveau. Alleen al daarom zou ik nooit de politiek in willen gaan. Ik heb geen zin om samen te werken met mensen die niet voor rede vatbaar zijn, die nooit hun ongelijk zullen toegeven, omdat de angst om hun gezicht te verliezen groter is dan het algemeen belang.”

“Ik kijk niet op naar grote sterren of bekende personen maar naar mensen die dag en nacht keihard werken om een verschil te maken.”

Naar wie kijk je het meest op?
“Ik kijk niet op naar grote sterren of bekende personen. Ik kijk op naar mensen die dag en nacht keihard werken om een verschil te maken, mensen die zichzelf volledig naar de achtergrond schuiven om voor anderen iets te kunnen betekenen, mensen die anderen helpen zonder daar ooit iets voor terug te willen, mensen die onvoorwaardelijke liefde geven. Het zijn de mensen zoals mijn mama naar wie ik op kijk, die mij inspireren.”

Waar ben je trots op?
“Ik ben heel trots dat ik dankzij Amana al op jonge leeftijd voor zoveel mensen een verschil heb kunnen maken. Maar ik ben even goed trots dat ik de eerste in mijn familie ben die verder studeert. Alles wat ik tot nu toe bereikt heb, heb ik volledig zelf opgebouwd. Gelukkig stond er wel altijd een heel team van familie en leerkrachten aan de kantlijn, die er altijd waren om mij te motiveren en inspireren. Ik heb hard en vaak gesukkeld, maar het is mij toch maar gelukt. Ik ben er ook trots op dat ik elke keer opnieuw uit mijn comfort zone durf te komen en mijn grenzen blijf verleggen door dingen te doen die ik eigenlijk niet durf. Het lijkt misschien niet zo, maar ik ben heel introvert, en toch spreek ik regelmatig voor publiek. Als je mij vijf jaar geleden had gezegd dat ik ooit een TedTalk zou doen, ik had je keihard uitgelachen.” 

Welk advies zou je graag willen meegeven aan andere jongeren?
“Het is enorm cliché, maar blijf dromen. Begin klein, maar zie het groots, en begin vooral ook nu meteen. Ik heb zelf ontdekt dat er veel meer mogelijk is dan je zou denken als je alles geeft en er keihard voor gaat. Er staat geen minimumleeftijd op dromen waarmaken. Maar trek dit advies nu ook niet in het extreme, he.” (lacht) “Te veel hooi op je vork nemen, is nooit goed. Ik heb mij daar zelf zwaar aan mispakt, en dat heeft serieuze gevolgen gehad voor mijn gezondheid. Ik merk dat ik nu soms echt aan mijn limiet zit. Dit advies geldt dus even goed voor mezelf.”

 

Lees de hele reeks Next Generation interviews 

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen