column

Hoe je troost kan bieden aan iemand die rouwt

Hoe je troost kan bieden aan iemand die rouwt

Uus Knops is psychiater en psychotherapeut en schreef ‘Casper – een rouwboek’, over de zoektocht naar haar broer die met zijn reisgenoot vermist raakte in Venezuela. Ze geeft inzicht in het rouwproces en hoe je iemand kan steunen die daar doorheen gaat. “Verdriet vraagt liefde, in levende lijven, lef ook, voor een lange tijd.”

Sterkte. Het lijkt wel een sneltoets op ons klavier te zijn. Het is zowat het meest toegewenste woord bij een overlijden. Daarmee benadert het de categorie waartoe ook ‘gelukkige verjaardag’ en ‘gelukkig nieuwjaar’ behoren, die van standaarduitdrukkingen die goedbedoeld maar weinigzeggend zijn. Ik ben er zeker van dat achter die toegewenste ‘sterkte’ veel meer schuilgaat, dat de empathie veel groter is en de onbeholpenheid van dit woord onbedoeld. Want sterkte is niet wat je iemand die rouwt nu als belangrijkste toewenst. Al te veel sterkte is nefast, vanwege de te grote inzet op draagkracht en op je sterk houden, met als risico dat iemand die zich sterk houdt niet aan rouwen toekomt.

Anderzijds zullen rouwenden zich soms ook sterker moeten voordoen dan ze zijn, en kunnen ze daarbij wel enige aanmoediging gebruiken. Het is een complex en paradoxaal gegeven, en iemand sterkte toewensen moet niet per se angstvallig vermeden worden. Maar ik durf wel een pleidooi te houden voor alternatieven die meer aansluiten bij wat we rouwende mensen echt toewensen. Zoals het in die andere talen zo mooi kan met ‘take care’, ‘I’m so sorry’ of ‘courage’. Misschien past bij ons wel ‘groet, hou moed’, of ‘ik rouw met jou’, of ‘ik leef met je mee’.

“Ik durf een pleidooi te houden voor alternatieven die meer aansluiten bij wat we rouwende mensen echt toewensen.”

Op veruit de meeste rouwkaarten prijkt in sierlijke letters ‘innige deelneming’. Iemand die zich goed voelt bij deze formulering, en het gevoel heeft ook echt innig deel te nemen aan het verdriet, mag deze woorden natuurlijk gebruiken. Vaak komen ze wat plechtstatig over. ‘Mijn deelneming’ is een mogelijk alternatief. Al kan je je afvragen welk deel je dan neemt. Een mooie tekst recht uit het hart kan bij een klassieke rouwkaart de gestileerde orchideeën of kringen in het water bij zonsondergang ruimschoots compenseren. Iemand die meer in beelden dan in woorden denkt, vindt een visuele of creatieve manier om zijn steun te betuigen, bijvoorbeeld met een tekening, een betekend koffiekopje of een zakdoek met een persoonlijk borduursel op. Zoals ieders rouwproces persoonlijk is, kan de steun ook op een persoonlijke manier ingevuld worden.

‘Je moet het een plaats geven’ of ‘het zal slijten’ zijn metaforen die mooi en veelbetekenend kunnen zijn, maar niet altijd geapprecieerd worden. Om misverstanden te vermijden, helpt het om echt even stil te staan bij het overlijden, en de emoties te benoemen. Een verlies wordt niet dramatischer door het een drama te noemen. Meer nog, erkenning ervaren is essentieel voor iemand die rouwt. Helaas slaan we de stap van erkenning al te vaak over.

“Verdriet vraagt liefde, in levende lijven, lef ook, voor een lange tijd.”

Wat we het liefst doen als iemand lijdt, is de pijn verzachten of het verdriet wegnemen. We denken snel in oplossingen, in de stap voorwaarts, weg van het zeer. Dat is een logische reactie, een zorgzame reflex omdat we het lijden liever verholpen zien. Maar deze reacties komen al te vaak over als sussend, wegwuivend, niet erkennend, relativerend. Ook al zijn ze met heel andere intenties geuit. Iemand die net een dierbare heeft verloren, wil nog niet op zoek gaan naar een plaats om “het” te geven, wil “het” nog geen betekenis geven, wil hem nog niet levend houden in zijn herinneringen. Iemand die net een dierbare heeft verloren, heeft nood aan een luisterend oor om op verhaal te komen, zelfs enkele keren opnieuw. Nood aan iemand die naast hem komt zitten op het bankje, om samen te staren, om samen te zijn in de pijn. Nood aan echt contact, een meelevende blik, een lange knuffel. Niet aan iemand die aan zijn arm trekt om snel weer op te staan en door te gaan.

Na het zwijgen, het luisteren, het meeleven, kunnen er woorden komen die er toe doen, die het verdriet benoemen en erkennen. Troost kan bovendien ook heel concreet zijn, hoe concreet precies is persoonlijk. Zoek gerust uit of degene die jij wil helpen geholpen is met verse soep, boodschappen, wandelgezelschap, een taxichauffeur van dienst,… Hou het niet bij ‘laat maar weten als ik iets voor je kan doen’, maar doe zelf concrete voorstellen. Rouwen is werken, verwerken, dat vraagt heel wat energie dus ontlastende hulp is vaak meer dan welkom. Rouwen is bovendien een levenslang proces. Ook maanden en jaren na datum is een attentie, en berichtje, een gesprek nog steeds erg welkom en van een grotere waarde dan de inspanning die het kost.

Verdriet vraagt liefde, in levende lijven, lef ook, voor een lange tijd.

Op welke manier jij iemand die rouwt het best kan troosten, vraagt een kleine zoektocht. Een zoektocht bij jezelf en bij de andere. Een die verder gaat dan de sneltoets “sterkte”.

‘Casper – een rouwboek, waar ben je lieve broer?’ van Uus Knops is uitgegeven bij Borgerhoff & Lamberigts en ligt, afhankelijk van de boekhandel, vanaf zaterdag 20 oktober of maandag 22 oktober in de winkels.

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen