Column

Slechte vrouwen

Slechte vrouwen

Sarah Van Liefferinge, Charlie en Gentenaar, komt vaak schoon volk tegen. En daar ontstaat meestal iets moois uit – desnoods enkel in haar hoofd. Foto: Sandra Mermans

Traag baant ze haar weg over het terras van de Krook naar de ligzetel naast mij. Met trillende handen plaatst ze haar kriekbiertje op wat nu ‘ons’ tafeltje is. Ze gaat zitten en zakt dieper dan ze zelf verwachtte, zo vertelt haar geschrokken gezicht.
“Wilt u liever een stoel?”
“Beter wel,” steunt ze, “anders gaan ze mij hier mogen wegtákelen.”

Tevreden zit ze nu 20 cm hoger, met haar trotse blik op het water en de plezierbootjes gericht. De wind speelt door haar grijze haren en genietend steekt ze een Kent ultralight sigaret op. Ik duik weer in mijn boek over engeltjesmaaksters.

Na een kwartier verbreekt ze de stilte, ze vraagt of ik geïnteresseerd ben in politiek. Ik twijfel.
“Alleszins niet in de traditionele partijpolitiek, nee.”
“Jammer,” zo vindt ze, “want we moeten toch iets doen, hè?”

“Op de markt deelden we pamfletten uit met advies over anticonceptie. Zo kregen we de reputatie van ‘slechte vrouwen’.”

Ze vertelt hoe ze in de jaren 70 feministe en activiste werd, en hoe ze samen met een hele troep vrouwen op de barricades sprong: “Gelijk loon voor gelijk werk!” en “Baas in eigen buik!” Zij schreef vooral teksten, de anderen ontpopten zich als juriste, vrouwenarts of politica. Er ontstonden meerdere vrouwenbewegingen van verschillende leeftijden en strekkingen, “maar we streden sámen voor hetzelfde doel,” zo benadrukt ze.

Sisterhood is belangrijk,” knik ik.

“De acties, die vond ik heel leuk,” vertelt ze met glinsterende ogen. “Op de markt deelden we roze pamfletten uit met advies over anticonceptie. Zo kregen we de reputatie van ‘slechte vrouwen’. Sommigen van ons besloten om geen kinderen te krijgen, maar ja, ik had de mijne al. Daar heb ik nooit spijt van gehad, en toch.. Toch ben ik benieuwd naar hoe het leven anders gelopen zou zijn. Maar altijd weer die vragen: “En wanneer komen de kindjes? En hoe zit ’t met de biologische klok?” Zo dúwen ze vrouwen in het moederschap.”

Ze buigt voorover en fluistert: “Eerst had ik het zelf moeilijk met abortus, ik vroeg me af of we daar wel voor moesten strijden. Maar toen mijn dienstvrouw me vertelde over de priemen met haakjes die gebruikt werden voor clandestiene abortussen, toen besefte ik dat abortus gelegaliseerd moest worden. Dat gebeurde pas in 1990, en dan nog maar half! Vrouwen zijn nog steeds strafbaar, kunt ge dat geloven!?”

We schudden samen het hoofd om zo veel diepgeworteld paternalisme.

“Ach, het waren andere tijden,” mijmert ze. “Mijn vader steigerde toen ik wilde gaan studeren voor onderwijzeres, dus ik moest liegen. Dat werd niet verwacht van meisjes, die moesten leren thuisblijven. En een tante van mij zei ooit: “Ons Lena dat is geen echte vrouw, die haar handen staan zo!””, terwijl ze twee linkerhanden uitbeeldt.

“Ik wist dat ik niet gemaakt was om huisvrouw te zijn.”

Fel vervolgt ze: “Maar ik wist dat ik niet gemaakt was om huisvrouw te zijn, ik wilde mensen entertainen, dáár ben ik goed in! Zelfs met drie kinderen ben ik blijven werken. Ik betaalde een dienstvrouw voor de zorg, anders was dat nooit gelukt. Kinderkribbes bestonden niet, daar hebben wij toen voor geijverd. Men noemde ons ‘slechte moeders’.”  

“En eerlijk toegegeven, sommigen van ons hadden ook een niet zo aangenaam beeld van onze eigen moeder. Onze moeders konden zéker niet kiezen of ze kinderen wilden of niet, die vraag werd gewoon niet gesteld. Moeder werd ge tegen wil en dank. Net dát maakt ‘slechte moeders’, toch?”

“Ge moogt niet in de val lopen,” zo besluit ze, “zeker als vrouw moet ge niet te veel toegevingen doen en uw eigen weg kiezen: dit wil ik wel en dat wil ik niet.”

Ze kijkt op haar horloge en schrikt: “Oei, ik ga terug naar huis! Mijn man vindt het niet leuk als ik te lang wegblijf.”
Ik gniffel geamuseerd.
“Maar nu weet gij alles van mij en ik niks over u!”
“Volgende keer,” zo stel ik voor.
“Ja!” glundert ze, “Dat vind ik echt leuk hè, van die ontmoetingen. Kom hier, ik wil een kusje!”

Ja, volgende keer? Wie weet vertel ik haar dan wel over de abortus die ik net had en het taboe dat er nog steeds rond heerst, over mijn beslissing om nu geen moeder te worden (en misschien wel nooit), over mijn dankbaarheid voor het zelfbeschikkingsrecht dat zij voor mij verworven heeft. Of misschien luìster ik toch weer vooral naar Lena, die het persoonlijke politiek heeft gemaakt en op die manier mijn leven heeft gered. Want zo voelt het wel.

Dankjewel Lena, voor jouw moed.

 

Lees ook de andere verhalen van Sarah in deze reeks

Schrijf je reactie

1 reactie
  • Esmeralda hoeck says:

    Een abortus is geen schande. Het is een vrije keuze voor elke vrouw. We mogen dankbaar zijn dat we de dag van vandaag die keuze mogen maken. Ik heb een abortus ondergaan enkele jaren geleden en het was misschien wel de beste beslissing van mijn leven.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen