Daar gaan we, jong. Start van het schooljaar 2014-2015. Dat de vakantie voorbijgevlogen is. Dat de tijd vliegt, zeg ik u.
En we denken: ‘Yes, eindelijk weer structuur!’ Kunnen we weer ongestoord werken.
En we denken: ‘Fack! Daar is hij weer die structuur.’ Gedaan met kinderen – alweer – net iets te laat in bed te steken. Omdat het nu toch wel zo gezellig was en we nog geen zin hadden om huiswaarts te keren. Gedaan met uitslapen.
Onze vleugels worden weer wat afgeknipt want ons nageslacht keert terug naar dat nest genaamd School.
Hoe je het ook draait of keert: aan alles komt een einde maar telkens weer een begin.
En we sturen ons kinderen er weer op uit met een boekentas vol verwachtingen. Naar die plek waar hun vrienden zijn, waar ze zullen groeien en groter worden. Telkens een beetje minder kind. Jaar na jaar. En we hopen dat ze dat goed doen. En dat ze uitgroeien tot fijne mensen. Dat hopen we, verwachten we.
Verder laten we alles op z’n beloop. We brengen ze, en we halen ze. En heel soms gebeurt er al iets dat men NIET verwacht. En al zeker niet op een school. De school van Die Van Mij.
Daar kwam ik iets tegen. Of beter gezegd: iemand. Ei zo na een jaar geleden. En ik voelde mij zelf weer een heel klein beetje kind.
Oktober 2013
‘De Papa’ spookt al een paar weken door mijn hoofd. Ik bedoel niet de vader van mijn kind. Maar De Mooie Papa. De recentelijk gescheiden mooie Papa.
Sinds de recentelijk-gescheiden-mooie-papa en ik her en der nerveuze, onderzoekende blikken en dito glimlachjes naar elkaar toewierpen (omringend door duizend en een kinderen), sta ik niet langer ongeschminkt aan de schoolpoort. Hoe puberaal kan een dertiger zijn? Zo puberaal dus.
De-recentelijk-gescheiden-mooie-papa heeft geen naam. Althans, ik ken zijn naam niet.
Ik durf het hem eerlijk gezegd ook niet vragen. Ik, met mijn grote muil. Ik, die er om bekend sta dat ik erg luid kan zijn, graag het hoge woord voer in gezelschap en liever naar mijn eigen moppen luister dan naar die van een ander, durf zijn naam niet te vragen. Evenmin durf ik losjesweg te vragen hoe het gaat met zijn zoon of dochter, met het weer, met het leven, of met iets. Gewoon iets. Niets dus.
Immers, alles wat ik zou zeggen zou zo belachelijk beladen klinken. Ik weet dat hij weet dat ik weet dat we elkaar aantrekkelijk vinden, begrijpt u?
Die schoolmuren fluisteren mij in dat ik mij moet gedragen. Zo normaal mogelijk moet doen.
Dus wat mijn eerste zin ook zou zijn. Het zou iets anders zijn. Hij zou klinken als: ‘Ik wil u leren kennen’. Of erger nog: ‘Ik vind je leuk.’ Waarop ik in gedachten al de onderliggende: ‘Vind jij mij leuk ?’, hoor weerklinken. Enzovoort. Ik bedoel, het voelt bijna even onbeschaamd aan als op mijn voorhoofd ‘neuk mij’ te schrijven en voor hem te gaan staan. En dat in een schoolomgeving. Hoe onaangepast.
Niet dat ik bang ben om onaangepast te zijn. Dat ben ik wel vaker. Maar niet binnen de muren van D E S C H O O L dus. Die schoolmuren fluisteren mij in dat ik mij moet gedragen. Zo normaal mogelijk moet doen. Doen alsof ik net ben zoals alle andere moeders daar: in de fleur van mijn gezellig bestaan met gezellige kinderen, gezellig huis, gezellige man en gezellige gesprekjes zoals ‘ Wat eten we vanavond?’ En niet: ‘Neuk mij.’ Alles onder controle.
Ik weet ook nog niet wat er op tafel komt te staan vanavond. Maar ik zou wel veel kunnen verzinnen – voor hem, of iemand anders – en lieve woorden kunnen fluisteren tijdens het eten. Woorden, zo warm, zoals een gezellige witloof met hesp, bedenk ik dan. Ik kan ook gezellig zijn. En witloof maken.
Voorlopig blijf ik echter braafjes glimlachend aan de schoolpoort en klasdeur staan. Voorlopig hou ik mij aan de onhandige, binnensmondse doch witloofwarme… ‘hey’ en ‘hallo’.
Alles onder controle.
4 reacties
Om het even met een populaire term te zeggen: YOLO! Doen, gewoon, spreek tegen die vent. Begin simpelweg met “hey”. Echt hé! Ik duim voor een “hey” terug en een dikke vette glimlach.
Heerlijk … herkenbaar! Zelfs bij het lezen voelde ik me ‘betrapt’
Ha! Zalig en herkenbaar en vooral verderdoen met de witloofwarme ‘hey’!
Eindelijk! En ook wel *gniffel*