Women To Watch

“Met mijn muziek wil ik onze gemeenschappen samenbrengen”

Marie Daulne van Zap Mama over muziek als bindmiddel en het nut van volharding

“Met mijn muziek wil ik onze gemeenschappen samenbrengen”

In de reeks ‘Women To Watch’ praten we met leading ladies van wie we iets kunnen leren. Dit keer: componiste, activiste en lerares vocale polyfonie Marie Daulne, die met Zap Mama al 28 jaar wereldwijd succes geniet. Foto’s: Sarah Van Evercooren

Hoe begon je liefde voor muziek?
“Muziek was deel van mijn familie, van mijn cultuur. Mijn Belgische familie bestaat uit klassieke muzikanten en ook mijn Congolese moeder zong graag. Buitenshuis viel het me op dat muziek niet zo’n vanzelfsprekendheid was voor mijn leeftijdsgenoten. Ik zong voor hen en vond het als tiener al leuk om mensen te dirigeren. (lacht) Het begon als een hobby; Belgische vrienden en vrienden met Congolese roots kwamen samen om te zingen. Ik denk eraan terug als een liefdevol samenkomen van twee culturen, ongeacht de pijnlijke episodes uit onze gedeelde geschiedenis.

Toen ik later werk zocht, besloot ik te proberen om zangles aan kinderen te geven. Er was op dat moment niemand die dit soort muziek – fusion zou je het kunnen noemen – onderwees. Al snel kwamen ook ouders vragen of ik les kon geven aan volwassenen. Het was een gelukkige tijd en het vroege begin van wat later Zap Mama zou worden. Ik had toen echter nog geen idee dat muziek mijn werk zou worden.”

“Ik wist dat er schoonheid huisde in mijn twee families, mijn Belgische en Congolese.”

Toch gaf je op je twintigste muziekles aan meer dan vijftig volwassenen.
Ik moest wel. Destijds waren Belgen bang om werk te geven aan mensen van Afrikaanse afkomst. Het systeem was nog steeds gestoeld op de koloniale mentaliteit. Veel mensen waren bang voor het onbekende, er was hen op school niets geleerd over de samenlevingen van de Afrikaanse gemeenschap. Voordat ik naar een sollicitatiegesprek ging, zei ik altijd dat ik oorspronkelijk uit Afrika kom. Vaak was het antwoord: we hebben je hier niet nodig. Ik had dat liever meteen uit de weg.

Met andere vrouwen van kleur lachten we om dergelijke situaties. Humor was de enige manier om ermee om te gaan. Maar het voedde ook mijn missie om mensen te helpen op een andere manier naar elkaar te kijken. Ik wist dat er schoonheid huisde in mijn twee families – mijn Belgische en Congolese – en ik wilde dat meer mensen de schoonheid van beiden konden zien. Mijn moeder heeft me altijd geleerd dat wie die schoonheid niet ziet, iets mist. Muziek die kleur overstijgt is een geweldige manier om mensen bij elkaar te brengen, om hen te verbinden via emoties die we allemaal voelen.”

Hoe maakte je de stap van zanglerares naar artiest met een deal bij een groot platenlabel?
“Ineens waren de rollen omgekeerd: platenlabels boden mij een contract aan en aanvankelijk zei ik nee. De zanglessen hadden een buzz gecreëerd en platenlabels kregen interesse in wat ik deed. Ik kende de muziekindustrie niet en had geen idee wat ze precies van mij wilden. Tot dan droomde ik ervan Olympisch kampioen hardlopen te worden. Ik wist echter ook dat een sportcarrière nooit lang duurt, na je dertigste tel je niet meer mee. Ik besefte dat ik muziek serieus moest overwegen – ook omdat ik merkte dat ik met muziek een boodschap kon uitdragen, nog meer dan met sport.

“Zap Mama is altijd groter geweest dan ik, het gaat niet om het bevredigen van mijn eigen ego.”

En dus begon ik jazzlessen te volgen, reisde en deed onderzoek naar het gebruik van de stem in verschillende culturen, organiseerde audities voor zangeressen en oefende nummers en choreografieën. Zo ontstond Zap Mama. Na een optreden in Brussel kwamen er steeds meer telefoontjes van labels. Vrienden overtuigden me uiteindelijk om de showbusiness in te gaan.”

Wat hield je aanvankelijk tegen?
“Zap Mama sprak over menselijke emoties, het verbinden van mensen. Ik vroeg me af of die humanistische boodschap wel kon samengaan met commercie. Zap Mama is altijd groter geweest dan ik, het gaat niet om het bevredigen van mijn eigen ego. Zap Mama luistert naar de gemeenschappen van mensen uit de Europese en Afrikaanse culturen die met elkaar uitwisselen en ideeën ontwikkelen. Dat wilde ik behouden.”

Je zapt graag tussen instrumenten, maar komt toch altijd terug bij de stem. Wat maakt de stem zo bijzonder voor jou?
“De stem is een spiegel van de ziel. Ik had gisteren mijn dochter aan de telefoon, terwijl we in gesprek waren hoorde ik hoe zij werd aangesproken door iemand op de achtergrond. Haar toon veranderde toen ze antwoordde, haar stem klonk ineens een octaaf hoger. Zelf merkte ze dat niet. We doen dat allemaal: we veranderen onze stem om vriendelijker te klinken. Als we moe of boos zijn klinkt onze stem vaak lager. De frequentie waarin we spreken representeert onze emoties. Dat vind ik zo mooi aan de stem; het is een instrument op zich, dat bijna iedereen bij geboorte krijgt.

“De frequentie waarin we spreken representeert onze emoties.”

Ik maak daarnaast veel gebruik van de stem als instrument omdat muziek zonder ritmesectie moeilijker te categoriseren is. In de begindagen van Zap Mama hadden mensen geen idee wat ze hoorden! Soms verving ik Afrikaanse woorden door Franse of Engelse woorden, om mensen nog nieuwsgieriger te maken. Het was muziek die mensen konden voelen, waar velen iets in herkenden. Ik ben later meer instrumenten gaan integreren in mijn muziek, maar de stem blijft voor mij essentieel, de andere instrumenten dienen om de stem te ondersteunen.”

Speelde er in die begindagen ook een angst mee dat platenlabels zouden proberen de muziek te veranderen?
“Ik was zo koppig dat niemand dat hoefde te proberen. (lacht) Ik liet in mijn eerst contract opnemen dat ik de finale verantwoordelijkheid over mijn muziek zou behouden. Daarna ging het snel. Ik trad op in New York en Japan en stopte, ook vanwege een blessure, definitief met trainen als atleet. In plaats daarvan rende ik over de hele wereld met mijn muziek. Ik was alsnog een winnaar, ook al was ik gestopt met sport, want ik kon het geluk en de schoonheid van de Afrikaanse gemeenschap tonen. Dat voelde als het winnen van de hoofdprijs.

Toen mijn dochter achttien jaar oud was, ben ik met haar teruggekeerd naar Brussel, waar ik wil blijven totdat ze klaar is met haar studie Communicatie. Mijn dochter was verbaasd, zij is gewend dat we de wereld rondreizen met een nanny. Als ik haar vraag wat ze wil eten, kan ze dat nog steeds nauwelijks geloven: “Wat, ga jij iets koken?” (lacht) Zij reist ook graag en ze heeft dezelfde drijfveren als ik. We staan al verder dan toen ik 18 jaar oud was en de jongere generatie ziet al meer menselijkheid in ieder van ons, maar er is nog steeds veel werk in de twee gemeenschappen. We hebben een meer begripvolle mentaliteit nodig en meer kennis en acceptatie van de Afro-Europese gemeenschap.”

“Deze generatie ziet al meer menselijkheid in ieder van ons, maar er is nog steeds veel werk in de twee gemeenschappen.”

Je wordt vaak genoemd als de bedenker van het woord Afro-Europees. Wat houdt het precies in?
“In de VS gebruikt men het woord Afro-Amerikaans en bestaat er een levendige Afro-Amerikaanse cultuur van jazz, beeldende kunst, literatuur, geschiedenis, … elk met hun eigen helden. In Europa hadden we ook succesvolle mensen met Afrikaanse roots, maar zij werden niet op dezelfde manier erkend. Er waren veel minder Afro-Europese rolmodellen en er bestonden nauwelijks passende woorden om onze gemeenschap te benoemen. We konden ook niet altijd naar de VS kijken: veel Franstaligen, waaronder ikzelf, spraken weinig Engels. Ik heb in Amerika Engels geleerd.

Toen ik meer dan 25 jaar geleden voor het eerst met Zap Mama in de VS was, was ik onder de indruk van de manier waarop Afro-Amerikanen hun cultuur vierden en benoemden. Ik heb mijn Afro-Europese vrienden toen opgeroepen om het woord Afro-Europees hier te introduceren. Sommige mensen haten dat woord, maar haters zijn er altijd; niemand is verplicht om het woord te gebruiken. Anderen hebben er baat bij om hun afkomst te kunnen benoemen.  Mijn zoon heeft een lichte huid en een afro. “Mensen weten niet wat ik ben, ik vind het soms moeilijk om ertussenin te zitten”, zei hij laatst tegen me. Een woord als Afro-Europees kan helpen om je roots te benoemen. Ook jezelf herkennen in anderen, het hebben van rolmodellen, is van onschatbare waarde.”

Ook jij bent een rolmodel en hebt heel wat deuren geopend. Weinig artiesten slagen erin wereldwijd weerklank te vinden.
“Weet je, voor mij was vrouw-zijn in de muziek misschien nog een grotere uitdaging dan zwart-zijn. Zwarte zangers waren destijds al cool. De grootste strijd was tussen de mannen die in de sector de touwtjes in handen hadden en vrouwelijke artiesten die onder hun eigen voorwaarden wilden werken.

Dat geldt nog steeds. Hoeveel vrouwelijke muzikanten kun je noemen die ouder zijn dan vijftig en nog echt zichtbaar zijn? Ik denk aan Madonna, Cher en Patti Smith in de VS en Sade in de UK. Daarna wordt het zoeken, terwijl ik zo tien mannen kan opnoemen die na hun zeventigste nog optreden en veel op de radio te horen zijn. Voor mij is dat een drijfveer om door te blijven gaan. Ik wil vrouwelijke artiesten tonen dat er geen leeftijdslimiet zit op muziek maken.”

“Vrouw-zijn in de muziek was misschien nog een grotere uitdaging dan zwart-zijn.”

Je hebt de muziekindustrie in 28 jaar tijd ingrijpend zien veranderen. Hoe ga je daarmee om?
“Dat is een enorme uitdaging. Het waren gouden tijden voor muzikanten toen ik begon. Alles werd voor jou gedaan wanneer je eenmaal onder contract stond, jij moest je vooral bezighouden met je kunst. Nu is het helemaal anders, veel meer do it yourself. Vandaag moet je kunstenaar én ondernemer zijn. Mijn dochter heeft me een hoop geleerd, vooral over sociale media. (lacht) Ik heb geleerd veel meer persoonlijk betrokken te zijn bij de marketingkant van muziek.

Maar de basis is denk ik onveranderd: om als muzikant te slagen, moet je je omringen met de juiste mensen, mensen die geloven in jouw muziek. We hebben nu allerlei digitale tools om ons te verbinden met anderen, maar die persoonlijke, offline community die rond muziek kan groeien, blijft belangrijk. Dat geldt trouwens ook voor de muziek zelf: zoveel artiesten werken met autotune. Ze kunnen niet zingen, maar drukken op een paar knoppen en produceren een nummer. Gelukkig zie ik dat underground scenes, waar mensen hechten aan authenticiteit, weer opbloeien. Ik denk aan kleinschalige huiskamerconcerten, waar publiek en artiest heel direct contact hebben; dat vind ik geweldig.”

Als je je jongere zelf advies zou kunnen geven, wat zou je dan zeggen?
“Wat ik kan delen, is hetgeen ik leerde van mijn moeder en de liefdevolle gemeenschap waarin ik opgroeide: wanneer mensen racistisch zijn of je veroordelen, zegt dat meer over hen dan over jou. Ze proberen hun eigen problemen bij jou neer te leggen. Je kunt mensen aanhoren, zonder wat ze zeggen persoonlijk te nemen. Ik heb een comfortzone om me heen waarin ik me gelukkig voel, en ik kies zelf wat ik daarin binnenlaat. Dat betekent niet dat ik een muur optrek tegen anderen, of dat ik me afsluit, maar wel dat ik de issues van anderen niet internaliseer. Ik laat niet aan mijn zelfvertrouwen knagen.”

Foto’s: Sarah Van Evercooren
Zap Mama treedt dit jaar meermaals op in België, houd http://www.zapmama.com/#ontour in de gaten voor nieuwe data.
Lees ook de andere interviews in de reeks Women To Watch.

Schrijf je reactie

Selma Franssen is freelance journalist en auteur van 'Vriendschap in tijden van eenzaamheid' (uitgeverij Houtekiet, 2019). Haar werk verscheen onder meer bij Charlie Magazine, OneWorld, De Morgen, De Standaard, The New Statesman, VPRO en Vice. Ze volgde het postgraduaat Internationale Onderzoeksjournalistiek, ontving een beurs van het Fonds Pascal Decroos voor haar werk en presenteert journalistieke lezingenreeks 'Moeilijke Dingen Makkelijk Uitgelegd'.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen