Getuigenis

“Als je altijd alles zomaar krijgt van je ouders, dan ga je later toch minder zelfstandig zijn?”

“Als je altijd alles zomaar krijgt van je ouders, dan ga je later toch minder zelfstandig zijn?”
Uit ons archief maar nog steeds relevant

Redactrice Margit is leerkracht en staat vaak versteld van de veerkracht van veel jongeren, maar ziet ook veel ongelooflijk getalenteerde jongeren die gebukt gaan onder zware bagage. Zoals opgroeien in armoede. Margit wil het taboe wegnemen en ging op zoek naar de menselijke verhalen achter de krantenkoppen. Ze sprak met vier tieners die door verschillende omstandigheden opgroeien in armoede. Welk effect heeft armoede gehad op hun schoolleven? Hoe zien zij de toekomst?

“De 10 procent leerlingen van vijftien jaar oud met de hoogste socio-economische achtergrond heeft 79 procent kans om in een ASO-school te zitten. Voor de 10 procent leerlingen met de zwakste socio-economische achtergrond is dat maar 22 procent. Slechts 8 procent van de ‘rijkste’ leerlingen heeft al een jaar overgedaan. Bij de ‘armste’ leerlingen is dat 45 procent”, schreef De Standaard. Bijna nergens anders is de financiële afkomst zo doorslaggevend in de schoolresultaten van de leerlingen als in Vlaanderen. Vier tieners met een armoede-achtergrond vertellen in deze reeks hun verhaal.

Deze keer het verhaal van Mario en Anna.

Mario* is 15 en zit in het derde jaar elektriciteit (BSO)
Zijn vriendinnetje Anna* is 14 en zit in het vierde jaar automechanica (BSO)

Mario: “Toen ik in het tweede middelbaar zat, kreeg ik in juni een C-attest. Dat jaar had ik niks gedaan voor school, ik was absoluut niet gemotiveerd om te werken. Mijn ouders zeggen nochtans altijd dat ik mijn best moet doen voor later. Maar ik had er gewoon echt even geen zin in. Ik heb dat tweede jaar dus overgedaan, maar ineens in het beroepsonderwijs. Nu ga ik graag. Ik vind dat ik op de juiste plek ben beland: ik werk veel liever met mijn handen dan met mijn hoofd. Dat zal wel genetisch zijn: mijn papa werkt in de tuinaanleg, en mijn oudere broer volgt een schildersopleiding. Mijn jonger broertje is pas acht, hij zit nog in het basisonderwijs.

Mama is drie jaar geleden gestopt met werken: ze werkte in nachtshiften en had het moeilijk omdat ze ons zelden zag. Ook al moeten we met vijf mensen rondkomen met het loon van papa, toch vind ik dat we alles hebben wat we nodig hebben. We hebben nooit te veel, maar er is wel altijd genoeg. Ik beschouw ons dus niet als arm.

“Als we nieuwe kleren nodig hebben, krijgen we die als cadeau met Kerst of nieuwjaar. Zakgeld krijgen we ook niet elke week.”

Al zijn er veel dingen die voor veel mensen vanzelfsprekend zijn, en voor ons niet. Zo gaan we bijvoorbeeld nooit op reis. Alleen in de zomer trekken we een aantal dagen naar zee. Maar da’s ook plezant, toch? Mijn broers en ik worden ook niet rotverwend met nieuwe spullen: als we nieuwe kleren nodig hebben, krijgen we die als cadeau met Kerst of nieuwjaar. Zakgeld krijgen we ook niet elke week. We schrijven dat wel op een briefje, en als er dan op het einde van de maand wat over is, krijgen mijn broers en ik wel een beetje geld. Daar kunnen we dan een drankje of een snoepje mee kopen. Ik schaam me daar niet voor. Niet iedereen in de wereld heeft het even breed.

Uitgaan doe ik nog niet. Op woensdag en in het weekend kom ik wel met de tram naar Betonne Jeugd (jeugdwerking in Antwerpen die zich vooral tot kansarme jongeren richt). Anders zit ik me thuis toch te vervelen. Hier heb ik veel nieuwe vrienden gemaakt. Ik ben zo dankbaar dat dit initiatief bestaat. Hier amuseer ik me altijd. Betonne Jeugd organiseert verschillende activiteiten voor ons, die niet zo veel kosten. Hier kunnen we echt gewoon jong zijn. En meedoen met de rest. Ook mijn vriendinnetje Anna gaat vaak naar de activiteiten. We kennen elkaar al drie jaar, van school, en zijn sinds twee weken een koppel.”

“Sinterklaas is voor ons niet echt een belangrijke dag. We krijgen wel wat snoep en chocolade.”

Anna: “Vroeger wilde ik van alles, maar dat kon niet altijd. Dus ik heb geleerd om creatief te zijn: als er geen bal was om te spelen, dan voetbalde ik met een prop papier. Ik vind dat veel jongeren alles zo vanzelfsprekend vinden. Als ik iets niet krijg, zeg ik oké maar toch bedankt om het te proberen. Maar ik zal nooit beginnen te zeuren.”

Mario: “Ik ben ook altijd blij met wat ik krijg en met wat ik heb. Dat hoeft niks duur te zijn. Zolang ik maar iets heb om mij bezig te houden. Sinterklaas is voor ons niet echt een belangrijke dag. We krijgen wel wat snoep en chocolade. Maar cadeautjes zijn er al lang niet meer bij. Al is er voor mijn broertje van acht natuurlijk wel wat speelgoed. Ik vind dat niet erg. Ik ben dat gewoon.”

Anna: “Ik vind Sinterklaas eerlijk gezegd maar een stom feest. Alleen het snoep is tof. Vroeger kreeg ik altijd iets nuttigs van de Sint: een rekenboek, een schrijfboek, een pyjama. Erg teleurgesteld was ik dus niet toen ik ontdekt dat die heilige man maar een verzinsel was. Ik ken iemand die was beginnen wenen omdat hij een horloge had gekregen. Kan je je dat voorstellen?”

“Ik ben al van kinds af gefascineerd door het leger. Daar wil ik echt bij horen.”

Mario: “Trouwens, als je altijd alles zomaar krijgt van je ouders, dan ga je later toch minder zelfstandig zijn? En sneller opgeven als iets niet lukt? Als je altijd wordt bediend, dan ga toch nooit iets bereiken? Mijn droom is om – als ik afgestudeerd ben – een aantal jaren binnen een bedrijf te werken, en zo ervaring op te doen, en misschien daarna mijn eigen zaak op te starten. Misschien kunnen we er wel een familiezaak van maken, wie weet.”

Anna: “Ik zou dolgraag in het leger belanden, en met tanks rondrijden. Da’s toch cool? Ik ben al van kinds af gefascineerd door het leger. Daar wil ik echt bij horen. Het leger, dat is mijn roeping.”

* Volledige naam bekend bij de redactie
Illustraties: Valérie Van Den Eynden
Lees de hele reeks Jong & Arm hier

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen