Openhartig

“Jef had schrik vergeten te worden. Ik ben heel blij om te zien dat dat absoluut niet zo is”

“Jef had schrik vergeten te worden. Ik ben heel blij om te zien dat dat absoluut niet zo is”

Iemand die op een warme manier herdacht wordt. Met nieuwe symbolen. Met jaarlijks terugkomende rituelen. Zo iemand is Jef. Vijf jaar geleden stierf hij aan de gevolgen van huidkanker. Hij was 27 jaar oud. Hoewel zijn leven veel te kort was, was het rijk gevuld met waardevolle ervaringen en liefdevolle mensen. Na zijn dood houden zij Jefs herinnering levend. Zijn zussen Charlotte (31), Rosa-Lie (29) en Anna (26) vertellen.

Charlotte: “’Ze hebben vlekjes gevonden op mijn longen,’ zei hij nonchalant. We zaten samen in de auto, op weg naar een feestje. Hij, mijn broer Jef, 26, net afgestudeerd als maritiem officier aan de zeevaartschool van Rotterdam. Over enkele weken zou hij vertrekken op zijn eerste reis, waarvoor hij enkele medische standaardtesten had moeten afleggen. Met deze vlekjes als onverwacht resultaat. Ik schrok, maar hij hield het luchtig.

‘Laat ons nu gewoon genieten van het feestje vanavond. Waarschijnlijk is het niets.’ Maar het was wél iets. Een uitzaaiing van een melanoom, namelijk. Huidkanker in de vierde fase. De prognose was slecht. Dokters plakten er geen termijn op, maar ze gaven aan dat de kans op genezing erg klein was. Jef bleef tegenover ons echter positief en nuchter. Zolang er een kans bestond dat hij zou genezen, hoe klein ook, wilde hij zich daarop richten. Hij maakte mopjes, had het over reizen en leningen om een huis te kopen later. Afscheid of de dood kwamen nauwelijks ter sprake. Achteraf knaagt dat soms wel. Dan vraag ik me af of hij écht zo optimistisch was of dat hij zich sterk hield voor ons. Zeker in die laatste weken moet hij ook beseft hebben dat het niet goed zou aflopen.”

“Hij kreeg steeds vaker slecht nieuws in het ziekenhuis en de confrontatie met zijn zieke lichaam was moeilijk.”

Rosa-Lie: “Zijn ziekteproces heeft acht maanden geduurd. We waren alle vier twintigers en bouwden elk aan ons eigen leven. Jef was de oudste, was vaak maandenlang op zee. Charlotte was beginnend architect. Ik deed vluchtelingenwerk. Anna studeerde rechten in Gent. Onze levens waren natuurlijk verweven met elkaar, maar ze liepen elk hun eigen kant op. Jef zijn ziekte heeft ons weer heel dicht bij elkaar gebracht. Elk weekend trokken we naar ons ouderlijk dorp, in de Kempen en waren we samen. Onze papa bouwde een studio in ons huis, waar Jef kon wonen tijdens zijn behandelingen. Hij maakte Jefs ziekte zo draaglijk en comfortabel mogelijk door van alle praktische zaken te regelen.

Onze mama nam dan weer meer de zorg en verpleging op zich. De eerste maanden hebben we nog veel gedaan samen. We gingen zeilen, we babbelden, we lachten. We lééfden. In die periode is Jef zelfs nog op skivakantie geweest. Maar stukje bij beetje ging hij achteruit. Hij kreeg steeds vaker slecht nieuws in het ziekenhuis en de confrontatie met zijn zieke lichaam was moeilijk. De laatste twee weken van zijn leven, hebben we allemaal vrijaf genomen om onafgebroken bij hem te zijn. Er bleven ook vrienden van Jef slapen, bij hem, op de zetel. Het was een heel intense periode.”

“Hoe contradictorisch ook: ons huis was tussen het overlijden en de begrafenis vol leven.”

Anna: “Hoewel we al maanden wisten dat Jef zwaar ziek was, was het toch een schok toen hij stierf. Overdag raakte hij in coma. Omringd door vrienden en familie, zijn we bij hem blijven waken tot hij ’s nachts overleed. Daarna is hij nog 24u thuis mogen blijven. Dat klinkt misschien vreemd, maar dat deed echt deugd. Zo konden we allemaal op ons eigen tempo afscheid van hem nemen. De dagen erna zijn we hem ook gaan bezoeken in het mortuarium, maar het is toch anders als hij gewoon thuis in de zetel ligt.”

Charlotte: “De dagen tussen het overlijden en de begrafenis, heb ik beleefd als in een roes. Hoe contradictorisch ook: ons huis was vol leven. Er liepen constant mensen rond die ons kwamen helpen. Op een heel organische manier. Iemand maakte soep. Iemand hielp met het ontwerpen van de begrafenisviering. Iemand opperde om uit blauw papier bootjes te maken, als symbool voor zijn grote passie. Voor we het wisten, zaten er tien mensen rond onze tafel bootjes te vouwen. Dagenlang. Er was veel verdriet, maar ook veel liefde en steun. Elke avond stroomde ons huis leeg. Elke ochtend druppelde het weer vol.”

Het blauwe papieren bootjes werd een symbool voor de grote passie van Jef

Rosa-Lie: “De begrafenis ging door in de kerk. Niet omdat Jef zo gelovig was, maar omdat het een mooie locatie was waar veel mensen binnen konden. De pastoor stemde ermee in om enkel de inleiding van de viering te doen. De rest was in onze handen. Het werd een begrafenis die Jef helemaal typeerde. Foto’s van zijn leven, dat veel te kort maar wel rijk en gelukkig was, werden uitvergroot en opgehangen. Honderden papieren bootjes vormden een blauwe golf doorheen de kerk. Familie en vrienden vertelden over Jef en wat ze samen beleefd hadden. Verschillende mensen brachten een stukje live-muziek. Bepaalde nummers waren zelfs speciaal voor Jef gecomponeerd.”

“Zonder dat we het wisten, hadden vrienden van Jef een vlot gebouwd. Als kind had Jef namelijk de droom om kapitein te worden.”

Anna: “Er was veel volk. Meer dan achthonderd man. Dat gaf ook een heel steunend gevoel, vond ik. Mensen stonden tot buiten om de viering mee te kunnen volgen. Achteraf was er dan de zogenaamde ‘koffietafel’, maar dan met pintjes en hapjes. Het vond plaats in een zaal aan het water.  Zonder dat we het wisten, hadden vrienden van Jef een vlot gebouwd en het ‘De Oude Belg’ gedoopt. Als kind had Jef namelijk de droom om kapitein te worden en dan met zijn boot, De Oude Belg, heel de wereld af te reizen. De dag eindigde met Jef zijn vrienden die poedelnaakt in het meer sprongen en samen met het vlot gingen varen.”

Charlotte: “Jef ligt begraven op het kerkhof van ons ouderlijk dorp. Soms voel ik echt de nood om ernaartoe te gaan. Toen ik ontdekte dat ik zwanger was bijvoorbeeld, moest ik dat eerst aan Jef gaan vertellen, voor ik dat aan mijn zussen en ouders kon zeggen. Zo maakt hij het toch ook voor een stuk mee.”

Het blauwe bootje aan de Foz do Iguaçu

Rosa-Lie: “Ik heb helemaal niet die nood om naar een bepaalde plek te gaan om bij hem te zijn. Het heeft meer te maken met ruimte in mijn hoofd. Als ik bijvoorbeeld ga fietsen in de natuur, voel ik me meer met hem verbonden. Dan vertel ik hem soms dingen en stel ik me voor wat hij zou antwoorden. Niet dat ik geloof in een soort leven na de dood. Daar ben ik erg rationeel in. Maar op die momenten is Jef toch dichter bij mij dan anders.”

Anna: “Ik draag regelmatig een goudkleurige pin van een bootje op mijn blouse. Mensen die me goed kennen weten intussen dat die symbool staat voor Jef. Soms spreken ze me er dan spontaan over aan. Dat is wel fijn, want zo hoef je niet de moed te verzamelen om er zelf over te beginnen.”

Het blauwe bootje in Firenze

Rosa-Lie: “Erover praten is niet altijd makkelijk. Als ik nieuwe mensen leer kennen, vertel ik wel dat ik twee zussen heb en een broer, die overleden is. Ik heb er zelf geen probleem mee om dat te benoemen, maar je merkt dat mensen ervan schrikken en soms dichtklappen. Dan wenste ik dat overledenen in onze cultuur wat meer aanwezig zouden mogen zijn in het dagelijks leven. Dat het minder ‘vreemd’ zou zijn om hen ter sprake te brengen, foto’s of andere herinneringen in je huis openlijk een plaats te geven. Soms houd ik me in om over Jef te spreken omdat ik niet wil dat mensen denken ‘Daar is ze weer, met haar overleden broer.’”

“Als vrienden reizen, nemen ze zo’n bootje mee en posten er een foto van. Op al die plekken is Jef dus ook een beetje geweest.”

Charlotte: “Onder Jef zijn familie en vrienden is wel een hele sfeer van nieuwe symbolen ontstaan. Zijn passie voor de zee en varen staat daarin centraal. Na de viering hebben veel mensen één van de blauwe, papieren bootjes meegenomen naar huis en je ziet ze nu regelmatig opduiken op sociale media. Als vrienden gaan reizen, dan nemen ze zo’n bootje mee en posten er een foto van in alle uithoeken van de wereld.

Het blauwe bootje in Yellowstone Park

Zo zijn er blauwe bootjes gespot op de Chinese muur, in Alaska, op de een berg in Nepal, in de dode zee en nog veel meer. Op al die plekken is Jef dus ook een beetje geweest. Maar ook bijvoorbeeld de avocadoplant die hij zelf plantte, toen hij nog maar net vernomen had dat hij ziek was. In de maanden die daarop volgden, werd Jef steeds zwakker, maar het plantje steeds sterker. Op het moment dat Jef stierf, was het al een halve meter groot. Ik ben er zeker van dat die plant altijd in ons ouderlijk huis zal blijven staan.”

“Ik denk dat het beter is om Jef te herinneren tijdens zijn leven, en niet aan de hand van zijn ziekte”

Rosa-Lie: “Het is soms ook een dubbel gevoel: hoeveel waarde hecht je aan bepaalde dingen? Is het altijd goed om iets te koppelen aan die persoon? Zo heeft Jef zijn ziektebed nog twee jaar op dezelfde plek in de living gestaan. Dat is wel erg confronterend. Maar het was te moeilijk om het weg te halen. Al denk ik dat het beter is om Jef te herinneren tijdens zijn leven, en niet aan de hand van zijn ziekte.”

Anna: “Maar er zijn veel manieren waarop Jef nog aanwezig is. Zo organiseren zijn vrienden elke zomer, in de week van zijn overlijden, een vissersprijskamp. Jef ging met zijn vrienden graag vissen en elk jaar doen we dat nu in grote getalen samen. Dat is eigenlijk altijd een warme, leuke dag.”

Het blauwe bootje in Venetië

Rosa-Lie: “In december organiseren wij, het gezin, een wandeltocht voor Kom op tegen kanker. Ook dat is een heel sociale, liefdevolle dag. De tocht start en eindigt bij ons in de tuin, en onze papa installeert een grote tent. Er is soep en drank en altijd véél volk.”

Charlotte: “Jef had schrik dat hij vergeten zou worden. ‘Over vijf jaar ben ik nog maar een verre herinnering voor jullie’ liet hij zich ooit ontvallen. Ik ben heel blij om te zien dat dat absoluut niet het geval is. Nu, vijf jaar later, organiseren we nog steeds momenten waarop honderden mensen samenkomen, die hem gekend en liefgehad hebben. Zowel voor ons, zijn dichte familie en vrienden, als voor andere mensen zijn dat heel fijne dagen.  We zijn er samen, en waar wij samen zijn, is hij ook.”

Lees ook: “De noodzaak van een goed afscheidsritueel is niet te onderschatten”
Alle foto’s: vrienden & familie van Jef

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen