Buitengewoon

“Over 60 jaar ben ik die hakkende oma die de scene onveilig maakt”

“Over 60 jaar ben ik die hakkende oma die de scene onveilig maakt”

Sophie houdt van mensen die buiten de lijntjes kleuren en een buitengewone job, passie of levenswijze hebben. Ze is ervan overtuigd dat elk verhaal de moeite waard is en deinst dan ook niet terug voor een openhartig gesprek. Deze maand ontmoet ze Gabber With Attitude Britt. Foto’s: Sandra Mermans

Britt Bailey (19) gaat al sinds haar dertiende los op hardcore feestjes en zweert dat dat voor altijd zo zal blijven. De mensen die ze daar ontmoet noemt ze haar hardcore family. Maar Britt heeft ook een eigen familie waar ze enorm veel van houdt. Die twee combineren is niet altijd even makkelijk. Want wat vertel je thuis en wat niet? Zijn je hardcore vrienden er ook in het dagelijks leven zonder drugs? Hoe lang hou je dit vol? Deze zelfbenoemde Gabber With Attitude, nodigt ons uit voor een eerlijk gesprek en dus rijden we op een koude zondagochtend richting het pittoreske Grobbendonk om Britt en haar ouders te ontmoeten.

“Vroeger associeerde ik de term hardcore altijd met porno, maar dat doe ik al lang niet meer!”, Britts vader, Bill, staat lachend in de deuropening van het gezellige huisje. “Nu weet ik dat het gaat over van die boenke boenke-muziek.” Britts moeder, Heidi, valt hem bij: “In het begin wisten we nooit zo goed waar ons Britt mee bezig was als ze uitging. We zijn enorm bezorgd om onze dochter, maar gelukkig vertelt Britt ons alles. Dat heeft ze altijd gedaan, maar toch blijven we nog steeds elk weekend tot in de vroege uurtjes wakker om met eigen ogen te kunnen zien dat ze veilig thuis komt. ”

Britt wil op haar slaapkamer verder praten. “Ik vertel mijn ouders niet echt alles”, fluistert ze lachend zodra de deur dicht valt. “Dat doet toch niemand?” Britt ploft neer op haar bed. “I love them so much, maar af en toe heb ik gewoon een uitlaatklep nodig”, zucht ze terwijl ze met haar handen haar nek omklemt. “Ze zijn soms een beetje verstikkend.”

Voel je je bij je hardcore-familie anders dan bij je echte familie?
“Ja. Het zijn twee verschillende werelden. Voordat ik naar een hardcore-feest vertrek heb ik altijd enorm veel stress, een soort adrenaline-kick of zo, maar als ik daar eenmaal ben, voelt het als thuiskomen. Bij mijn echte familie is het soms moeilijker. Ze zijn nogal bezorgd. Hoe kan ik dit verwoorden? Ik ben altijd al dat ‘rare kind’ geweest. Ik had allerlei verschillende fases. Toen ik mijn communie deed droegen mijn klasgenoten nette witte kleedjes en ik stond er tussen met mijn pikzwarte gothic outfit met skelethandschoenen. Ik ben gepest en heb me veel alleen gevoeld. Sinds ik in de hardcore-scene zit, weet ik hoe het voelt om te kunnen zijn wie je bent. Daar maakt het niet uit wat je doet of wat je hobby’s zijn. Je komt er voor de muziek, om plezier te maken en mensen zijn er voor elkaar.”

“Het lijkt inderdaad wel alsof mensen daar allemaal een verhaal hebben, maar tegelijkertijd hebben zij ook een heel normaal leven.”

Heb je het idee dat er op dat soort feesten voornamelijk mensen komen die zich op de een of andere manier buitengesloten voelen?
“Dat zou wel kunnen. Het lijkt inderdaad wel alsof mensen daar allemaal een verhaal hebben, maar tegelijkertijd hebben zij ook wel weer een heel normaal leven.”

Hoe bedoel je ‘normaal leven’?
“Ik heb ooit op harddancefestival The Qontinent een man van 30 ontmoet. Hij werkte in het gesticht en hardcore was zijn uitlaatklep. Hij had zelf kei veel coke op en was helemaal van de kaart. Maar door de week is hij dus die persoon met een serieuze job die mensen met een drugsprobleem helpt. Zo ken ik best veel mensen. Zoals mijn buitenlandse vriendinnen bijvoorbeeld, van wie er drie in de psychiatrie werken. Die snuiven er in het weekend ook gewoon kei hard op los. Mijn ouders weten dat ook.”

Wat vertel je je ouders nog meer?
“Ik vertel ze niet alles, maar wel veel. Als er dingen gebeuren waar ik me rot over voel, dus bijvoorbeeld als ik ruzie heb gehad op een feest. Of als een vriend van mij slecht gaat en ik met hem op de EHBO beland. Daar zit ik dan zo erg mee dat ik er over moet praten.”

Hoe vaak ga je uit?
“Er is een tijd geweest dat ik elk weekend uitging. Stiekem naar Holland, want daar waren de goeie feestjes. Nu ga ik nog zo’n twee keer per maand. Ik heb niet altijd tijd en je bent ook altijd brak na zo’n feestje. Ik werk op een interimkantoor dus je moet hele dagen mensen onder ogen komen. Feestjes kosten ook heel veel geld. Inkom voor een festival alleen al is 50-60 euro en dan heb je nog niks gedronken.”

En niks gebruikt…
“Niet iedereen gebruikt daar drugs, maar je ziet het wel veel. Als ik het zo hoor kan je voor 10 euro klaar zijn. Een gram speed is gegarandeerd hard gaan en is goedkoper dan dronken worden op bier.”

Wat gebruik jij?
“Ik ga hard op Dextro.”

Dextro?
“Ken je dat niet? Da’s druivensuiker.” (lacht)

Is dat duur?
“Een euro voor tien!”

Wow. De goedkopere party drug. Ok, even serieus nu?
“Het is de muziek die me aantrekt in hardcore. En de mensen. De hele sfeer is gewoon zo fijn. Ik kan zo heerlijk mezelf zijn en dat is het beste dat er is.”

“Het heeft even geduurd, maar ze lijken steeds meer te accepteren dat hardcore een belangrijk onderdeel van mijn leven is.”

Kan je dat niet in het echte leven?
“Nee. Ik durf niet met mijn hardcore kleding over straat. Het trekt te veel aandacht en dat vind ik niet fijn. Ik ben blond, ik draag veel schmink. Ik ben nog te onzeker om dat vrijuit te doen. Zeker in België heb ik het gevoel dat mensen sneller over me oordelen. In Nederland is dat veel minder. Maar mijn angststoornis zal daar ook wel mee te maken hebben.”

Hoe uit je angststoornis zich?
“Als ik in de auto zit bedenk ik een heel gedetailleerd scenario over hoe we verongelukken, hoe de personen gewond raken en hoe dat allemaal stap voor stap verloopt. Dat soort dingen. Altijd. De hele dag door. Daarom is die uitlaatklep zo belangrijk. Die angst zit in de familie. Ik denk dat ik het van hen heb. Ik ben wel heel blij dat ik merk dat mijn ouders me steeds meer nemen zoals ik ben. Het heeft even geduurd, maar ze lijken steeds meer te accepteren dat hardcore een belangrijk onderdeel van mijn leven is.”

Snap je dat je ouders het in het begin moeilijk vonden?
“Ja, ik snap het. Ik ben me er van bewust dat er een groot vooroordeel heerst naar hardcore toe. Dat het allemaal marginalen zouden zijn die daar samenkomen. Vroeger dacht ik dat soms ook. Zeker als ik bepaalde dingen op social media voorbij zag komen dacht ik soms ‘wat een debielen’. Maar als je er dan midden in staat, merk je dat het allemaal hele fijne mensen zijn met het hart op de juiste plek. Op zo’n feestje is het niks dan good vibes. En dat begrijp je pas als je er geweest ben. Dan weet je pas echt wat hardcore is.”

“Er zijn natuurlijk wel drugs, maar er is vooral veel liefde.”

Hoe denk jij dat dat negatieve imago van hardcore tot stand is gekomen?
“Vroeger werden gabbers vaak geassocieerd met skinheads, racisten en/of fascisten, maar dat is al lang niet meer. Nu zijn er zelfs logo’s met spreuken als ‘Gabbers against racism and fascism’. Er lopen niet enkel witte mensen rond, maar ook mensen van kleur. Mijn vrienden en ik zijn allesbehalve racistisch. Er zijn, net zoals in andere scenes, altijd wel een aantal mensen die het voor de rest verpesten en ik denk dat je dat imago er daarom nooit helemaal af krijgt. Maar met de echte gabbers krijg je geen ruzie. Die hebben helemaal geen zin in ambras. Er zijn natuurlijk wel drugs, maar er is vooral veel liefde. Als ik hier naar een chirofuif ga en ik stoot per ongeluk iemand zijn bierglas om, heb ik gegarandeerd lappen vast. Op een hardcore feestje is het dan juist zo van ‘Hoi, wie zijde gij? Pakt een pintje, geef je Facebook.’ En voor je het weet heb je er weer een nieuwe vriend bij.”

Zijn dat dan echte vrienden? Ik bedoel, ook in het dagelijks leven, zonder drugs?
“Hmm, dat hangt er vanaf wie je voor je hebt. De ene zie je enkel op feestjes, de ander zie je ook erbuiten. Ik heb veel vrienden gemaakt via social media. Als je die dan tegenkomt aan het begin van het feestje, zijn ze vaak nog nuchter, maar naarmate het feest vordert zie je hun gedrag wel veranderen, afhankelijk van wat ze gebruikt hebben. Ik heb vriendinnen van wie ik weet dat als ze drugs gebruikt hebben, ze lam rond mijn nek hangen maar als ze nuchter zijn weet ik dat ik op ze kan rekenen. Ik moet wel zeggen dat ik weinig echte vrienden heb. Ik ken veel mensen maar echte vrienden kan ik op een hand tellen. Ik ben nog steeds wel eenzaam met momenten.” (Britt slikt met moeite haar opkomende tranen weg).

Eenzaam? Er lijken een hele hoop mensen om je heen te staan. Je echte familie, je hardcore family, bijna 5000 volgers op je Instagram.
“Die mensen zijn er inderdaad en op social media doe ik altijd leuk en grappig en ik ben over het algemeen wel gelukkig. Maar mensen mogen best weten dat er soms ook verdriet achter dat masker schuilt. Ik denk omdat ik gewoon niet alleen kan zijn. Als een relatie stopt, stort mijn leven in. Ik ben zo aanhankelijk dat het zielig is. Dat ik gewoon niet zo gelukkig met mezelf kan zijn. Ik weet nu al dat als het uitgaat met mijn huidige vriend, ik weer door een heel diep dal moet.”

Je hebt een vriendje. Is hij into hardcore?
“Ja, zeker! Dat moet wel! Anders werkt het niet hoor. Ik heb hem leren kennen op een hardcore feest en sindsdien zijn we onafscheidelijk.”

Kan het zijn dat die drugs soms liefde tussen mensen versterkt?
“Ja, je merkt dat als iemand XTC heeft gepakt, ze rond je nek hangen en je knuffelen. Je ziet ook dat mensen elkaar te hulp schieten als iemand slecht gaat op drugs in plaats van die uit te staan lachen. Laatst stond ik kei hard te zweten, beginnen er opeens twee vreemde vrouwen mijn haren in te vlechten zodat mijn haar niet tegen mijn hoofd zou plakken. Dat is misschien een combinatie van drugs en liefde.” (lacht)

“Ik zie soms vrienden van wie ik denk ‘dat komt niet goed’.”

Zou opgaan in zo’n scene je individuele ontwikkeling in de weg kunnen staan?
“Ja, dat zou wel kunnen. Ik zie soms vrienden van wie ik denk ‘dat komt niet goed’. Zij zijn ouder dan ik, maar hebben geen werk, doel, ambitie of motivatie. Ik denk dat de manier waarop ik ermee omga zeker oké is. Ik functioneer in het dagelijks leven en ben kei gelukkig op mijn job. Maar ik heb ook periodes gehad waarin het niet zo goed ging.”

Hadden je ouders dat dan niet door?
“Nee. Ik had in de periode dat ik veel uitging wel slechte punten waar ze vanaf wisten, maar dat kon ook weer door mijn onzekerheid komen.”

Heb je hier hulp voor?
“Nee. Psychiaters enzo daar geloof ik niet in. Even babbelen, 50 euro betalen en weg. Nee. Ik heb mijn familie, vriendje en vrienden. En natuurlijk mijn uitlaatklep. Zo lang ik die heb, zal ik er altijd wel door geraken.”

“Als ik 80 ben ga ik zeker nog uit. Al zal ik dan wel minder snel hakken.”

Dus voor jou is het echt Hardcore Till I Die? Hoe zie je jezelf als oma in the scene?
Hardcore Till I Die is sowieso mijn levensmotto. Hardcore is ook de enige muziek die ik echt goed blijf vinden, dus dit is voor altijd. Ik ga soms uit met een koppel van eind in de 30 en hun kind en dat zijn echt topmensen. Die vermaken zich echt. Alleja, zij zijn niet oud he, maar je snapt het plaatje wel, toch? Als ik 80 ben ga ik zeker nog uit. Al zal het hakken dan wel minder snel gaan. Maar als ik niet dement ben, zal ik het zeker nog nice vinden en iedereen mee proberen te sleuren in mijn wilde gedrag!”

Foto’s: Sandra Mermans
Lees alle portretten in de reeks Buitengewoon
of
Bekijk wie Sophie nog meer ontmoette in de reeks Buitengewoon

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen