Columniste/cartooniste/journaliste Fleur van Groningen (35) is de laatste week niet uit de media weg te branden. ‘Leven zonder filter’, haar boek over hooggevoeligheid, is nog maar net uit en al toe aan de derde druk. De verkoop loopt als een trein. Omdat alle gewone vragen ondertussen al gesteld zijn, ging Charlie naar haar toe met acht ‘ongewone’, stoute en zelfs foute vragen. Omdat redacteur Annelies zelf HSP is, en het anders snel een veel te gezellig inteeltgesprek wordt, vond Fleur dat helemaal goed! Foto’s: Seppe Van Groeningen
Dag Fleur, kort vooraf voor de leek die meeleest: hoe zou jij hooggevoeligheid omschrijven in max. vijf zinnen?
Fleur van Groningen: “Niet-hoogsensitieve mensen hebben een filter die de belangrijkere informatie van de minder belangrijke informatie scheidt. Hoogsensitieve mensen hebben minder tot geen filter – hoogsensitiviteit bestaat in gradaties. Ze ontvangen veel meer zintuiglijke indrukken, hebben een rijke innerlijke wereld, voelen alles heviger en denken daar diep over na. Zo veel prikkels binnenkrijgen en telkens moeten verwerken, behoeft regelmatige rustpauzes om overprikkeling te voorkomen.”
Vraag 1: Ben je niet gewoon een overgevoelige seut?
“Ja, ik ben zeker een overgevoelige seut (lacht)! Alles hangt natuurlijk af van wie de norm bepaalt. Wat is gevoelig en wat is overgevoelig? Voor mij is die hooggevoeligheid een dagelijkse realiteit, die me voor problemen stelt waar ik oplossingen voor moet zoeken. Je kunt daar natuurlijk een oordeel over vellen, en zeggen dat ik een flauwe ben. Maar wie ben jij om te oordelen over andermans emoties? Je kunt maar beoordelen wat je zelf voelt. Voor een ander beslissen is sowieso grensoverschrijdend.
“Als je vanuit je hart je grens aangeeft, met respect voor zowel de ander als jezelf, accepteert men dat.”
“Ik ben er ook de persoon niet naar om me te wentelen in drama’s. Ik heb mijn eigen praktische handleiding uitgezocht, en mijn vriend Seppe is me daar dankbaar voor. Maar ook andere mensen uit mijn omgeving heeft het geholpen dat ik mijn hooggevoeligheid nu durf te benoemen. Bijvoorbeeld mijn stiefvader, die altijd dacht dat ik een ietwat huilerig kind was met lange tenen. Hij zegt dat hij vroeger fouten heeft gemaakt, en ik hoor hem nu aan mensen in geuren en kleuren uitleggen wat hooggevoeligheid is.”
“Het blijft een oefening, je grenzen bewaken naar de buitenwereld toe. Je moet durven communiceren. In het begin toen ik samen was met Seppe (van Groeningen, nvdr.) stemde ik me helemaal af op de noden van zijn dochter. Haar geluk stond voorop omdat ik haar op haar gemak wilde stellen. Nu durf ik al eens aangeven dat ik een stil moment nodig heb, omdat ik anders overprikkeld raak. Als je vanuit je hart je grens aangeeft, met respect voor zowel de ander als jezelf, accepteert men dat.”
Vraag 2: Er lijkt een plotse boom te zijn wat hooggevoeligheid betreft. De indigokinderen rijzen als paddenstoelen uit de grond. Swingt die zelfdiagnose niet wat uit de pan? Het lijkt wel of iederéén plots HSP is.
“En toch is dat niet zo. Ik heb eens op een feestje de vragenlijst van Elaine Aron (de pionier wat betreft hooggevoeligheid, nvdr.) voorgelegd. Ik haal daar de maximumscore, maar veel mensen antwoordden: nee, dat ben ik niet, dat herken ik niet. En bovendien, wie ben ik om te zeggen dat de zelfdiagnose van iemand niet klopt? Zelf heb ik dat laten bevestigen door een psychologe, waar ik al lang naartoe ging, en die het al lang doorhad, dat ik HSP was. Maar meestal voelen mensen dat zelf feilloos aan, als ze het zijn. Boeken over hooggevoeligheid zijn voor hen een openbaring. Dat was voor mij ook zo, toen ik het ontdekte op mijn 26e. Het was een opluchting, een bevrijding.”
“Nochtans had ik een serieuze weerstand tegen het etiket. Ik heb lang gewacht om het boek van Aron te lezen. Ik wilde niet in dat vakje gestopt worden. Evenmin wilde ik me, zoals sommige HSP’s wel eens durven, superieur voelen. Het uitverkoren ras tegenover de afgestompte boeren. Nee, dat is niet hoe ik het zie. Ik wil met dit persoonlijkheidskenmerk niet koketteren, maar het uitstralen in de goeie daden die ik doe. Want ik ben zoveel meer dan HSP. Mijn artistieke drang, mijn humor: ze zijn even belangrijk.”
“Iedereen ontvangt héél veel prikkels. Het maakt dat wij allemaal een beetje hooggevoelig worden, vandaar ook de vele burn-outs en depressies.”
“Ik geloof ook dat gemiddeld gevoelige en hooggevoelige mensen allebei nodig zijn, en dat ze elkaar kunnen aanvullen. In mijn vriendenkring zitten zeker niet alleen HSP’s. Ik zie dat als Koning Arthur en Merlijn: de oorlogszuchtige strijders die van weinig bang zijn, en de filosofische raadgevers, ze zijn beiden van belang. We kunnen niet zonder elkaar.
“Wat die overdiagnose betreft en die plotse opgang van hooggevoeligheid: ik denk dat het veel te maken heeft met deze veel te drukke wereld. De sociale media, altijd bereikbaar moeten zijn, de voortdurende ratrace. Ieder van ons ontvangt héél veel prikkels, wellicht meer dan de gemiddelde mens kan verwerken. Het maakt dat wij allemaal in zekere zin een beetje hooggevoelig worden, vandaar ook de vele burn-outs en depressies. Het daagt mensen uit hun eigen gevoeligheid in de ogen te kijken.”
Vraag 3: Hoe wetenschappelijk is dit alles eigenlijk? Weinig klassieke psychologen krijgen in hun opleiding te maken met het kenmerk hooggevoeligheid. Laat staan dat het in de medische wereld gekend is.
“De eerste die hier gedegen onderzoek naar verrichte is de Amerikaanse psychologe Elaine Aron. Zij ontdekte dat de hersenen van HSP’s effectief anders in elkaar zitten. De prikkelverwerking zou diepgaander zijn. Dus hoe hard ik het ook zou willen om minder gevoelig te zijn, ik kan mijn hersenen niet veranderen. Er wordt steeds meer onderzoek naar verricht, o.m. ook bij ons door Prof. Elke Van Hoof aan de VUB. Zij stelde een vragenlijst op die veel uitgebreider is dan de test van Aron die je online vindt.”
“Het is jammer dat er in de klassieke opleidingen nog zo weinig aandacht is voor hooggevoeligheid. HSP’s hebben een gevoeliger zenuwstelstel, zijn hierdoor meestal stressgevoeliger en reageren ook heftiger op medicijnen. Het zou fijn zijn als hier rekening meer wordt gehouden. Ik had bijvoorbeeld erg veel last van de pil, en volgens mijn dokters kon dat niet. Er is in ieder geval nog veel onontgonnen terrein in de breinwetenschap. We weten nog zo weinig over onze hersenen.”
Vraag 4: Zijn HSP’s lastiger in de liefde, veeleisender in vriendschappen?
“Ik kan in deze enkel voor mezelf spreken. Ik vrees, misschien door wat ik in mijn jeugd heb meegemaakt, dat ik geleerd heb problemen in mijn eentje het hoofd te bieden. In vorige relaties was ik vooral gevend en cijferde ik mezelf regelmatig weg. Het is voor het eerst met Seppe dat ik echt voor mezelf durf op te komen. Maar ik ga hem zelden belasten met mijn problemen of besognes. Ik ga bij mezelf te rade en probeer de zaak te analyseren. Zo kom ik er meestal zelf uit. Hij steunt me natuurlijk wel, net zoals ik hem steun bij tegenslag. Tenslotte hebben we een liefdesband.”
“Ik heb me nooit gewenteld in mijn slachtofferrol, ook al heb ik te maken gehad met seksueel misbruik en depressie.”
“Wat vriendschap betreft: ook daar ben ik een beetje een einzelgänger. Mijn vriendinnen klagen soms dat ze zo lang niets van me horen. Zelfs als ik me héél slecht voel ga ik mijn hart niet snel bij een ander uitstorten. Ik heb dat ooit eens gedaan bij een vriendin in een zware periode en toen zei ze algauw dat ik ook eens over leuke dingen moest gaan praten. Zo’n ervaringen weerhouden me om vaak op een ander beroep te doen als het niet goed met me gaat.”
“Ik denk zeker dat vorige partners me soms een beetje labiel vonden, als ik overprikkeld was. Zonder mijn handleiding zou ik een vrij onleefbaar persoon zijn vermoed ik. Maar ik ben een selfmade woman en neem mijn verantwoordelijkheid op. Ik heb me nooit gewenteld in mijn slachtofferrol, ook al heb ik te maken gehad met seksueel misbruik en depressie.”
“Inzichten en oplossingen vinden, steeds evolueren in persoonlijke groei, dat is waar ik naartoe streef. Ik heb mijn intuïtie door de jaren getraind als een spier, en als ik het moeilijk heb kom ik makkelijk terecht bij mijn ziel. Het pad hakken door de jungle was best heftig, maar nu gaat dat eigenlijk moeiteloos.”
Vraag 5: Het schijnt dat HSP’s er nogal een rigide seksleven op na houden, met veel herhaling, om de overprikkeling tegen te gaan. Is dat bij jou ook zo?
“Oh nee, helemaal niet, ik ben avontuurlijk op seksgebied. Met Seppe wil ik alles proberen, als het maar geen perversiteiten zijn. Dat is uiteraard omdat ik me erg veilig voel bij hem. Vroeger heb ik wel enkele onenightstands gehad, maar dat vond ik eigenlijk maar niks: al die nieuwe prikkels, dat was te overweldigend voor mij.
Het continue vertrouwen is dus erg belangrijk. Seppe is meer dan gemiddeld gevoelig en ik hooggevoelig, maar wees gerust: van herhalingsdwang hebben we in bed geen last (lacht).”
Vraag 6: Narcistische persoonlijkheden vallen nogal vaak op HSP’s, valt in je boek te lezen, maar waarom vinden HSP’s narcisten zo aantrekkelijk?
“Alweer kan ik alleen voor mezelf spreken. Ik heb een hechte vriendschap gehad met iemand die volgens mij een narcist is. Hij bewierookte me aanvankelijk, droeg me op handen, werd wonder boven wonder een kopie van mij. Je eindelijk zo begrepen voelen doet heel veel deugd, zeker als je een laag zelfbeeld hebt, en onzeker bent van nature. Hij streelde mijn ijdelheid, en ik trapte in de val. Daarna werd de vriendschap beduidend minder gezellig.”
“Als je de échte HSP’s wilt herkennen, moet je je altijd afvragen hoe empathisch iemand is. Dat is het onderscheidend kenmerk.”
“Daarnaast heb je een tweede aspect: het feit dat je als HSP heel empathisch bent maakt dat je graag voor mensen zorgt als ze het moeilijk hebben. Ik trachtte hem te helpen. Dat voelt als een roeping. Je voelt je nuttig. Ik ben hierin veel te ver gegaan en heb mijn eigen grenzen overschreden. Ik bleef maar geven. Het was een wijze levensles: soms is zorgen voor een ander ook vluchten voor het zorgen voor jezelf. En als je niet aan zelfzorg doet, kan je op een dag niet meer blijven zorgen voor een ander.
“Bestaat blijkbaar ook: de hoogsensitieve narcist. Zeer gevoelig maar zonder empathisch vermogen. Als je de échte HSP’s wilt herkennen, moet je je dus altijd afvragen hoe empathisch iemand is. Dat is het onderscheidend kenmerk.”
Vraag 7: Je bent HSP maar hebt een erg veeleisende job met veel deadlines. Hoe doe je dat eigenlijk?
“Ik verkeer in een luxepositie omdat ik thuis kan werken. Ik woon in een mooie omgeving midden in de natuur en dat geeft me veel rust. Ik probeer mijn gsm en e-mailprogramma ook soms af te zetten want die continue prikkels maken me verstrooid. Het vergt een zekere discipline. Zeker nu met het boek ben ik helemaal over de schreef aan het gaan, al die fantastische en hulpbehoevende reacties van mensen, al die aanvragen voor signeersessies, het is een drukte die ik niet gewend ben, maar uiteraard is het wel fijn om er even helemaal in op te gaan. Daarna zal ik me even moeten terugtrekken om van de overprikkeling te herstellen.
“Weerzin voel ik vooral bij synthetische geuren. De Action, de Decathlon, Primark, ik vind het vreselijk om erbinnen te gaan.”
“En voor de rest: die deadlines wennen. Ik schrijf vier tot acht columns per week. Dat is veel. In het begin had ik veel faalangst. Maar het betert. Na verloop van tijd heb je door dat je in zowat alle omstandigheden kunt presteren, dat de inspiratie altijd komt. Dan besluit je: ik kan wat ik kan, punt. Natuurlijk ben ik soms nog eens bang, arrogant zal ik nooit worden. Maar de positieve feedback die ik krijg van mijn chefs en van mijn lezers, helpt enorm.”
Tot slot, een uitsmijter: welke geur vind jij als HSP helemaal verrukkelijk? En wat doet je kokhalzen?
“Ik hou enorm van bloemengeuren. Mijn neus in zo’n Engelse roos stoppen en diep snuiven, dat is het summum! Of de geur van mijn geliefden: mijn moeder, mijn man. Weerzin voel ik vooral bij synthetische geuren. De Action, de Decathlon, Primark, ik vind het vreselijk om erbinnen te gaan, ik doe dat bij voorkeur niet. Iemands adem kan ook ruiken, en dat is zeer onaangenaam, maar dat is tenminste nog van menselijke oorsprong. Dode, kunstmatige geuren maken me instant onpasselijk.”
Schrijf je reactie