column

“Afgang is ook maar een manier om je voort te bewegen”

“Afgang is ook maar een manier om je voort te bewegen”

Het is uw taak als mens om op uw gezicht te gaan. Zo vaak en zo hard dat er barsten komen in het masker dat je zo zorgvuldig en succesvol droeg. Want er zit zoveel moois achter verstopt. Laat dit een pleidooi voor falen zijn.

Want oh, wat willen we het allemaal graag goed doen. Alle ballen tegelijk omhoog houden. Maar dit is de adder: Wie alles alleen maar perfect wil doen kan eenvoudigweg niets leren. Probeer maar eens jongleren onder de knie te krijgen, zonder te mislukken. Eerst moet je honderd, nee duizend keer alle ballen laten vallen. Steeds weer beginnen, de ballen uit je handen voelen wegglippen en weer oprapen. Plat op je buik gaan, om de ballen vanonder de kast te graaien, waardoor naast stof, pluis en losse muntjes ook oude herinneringen en patronen het daglicht zien. Om succes te boeken hoeft niet elke stap succesvol zijn. Integendeel.

“Ik maakte van mezelf een circuspony, met trucjes, voor vermaak van allen.”

Het grootste deel van mijn leven had ik daar hoegenaamd geen zin in. Ik wou gewoon schitteren en bekwaamde me dus vrolijk verder in waar ik vanzelf in uitblonk. Toevalligerwijs. En eens ik dat gevonden had, bleef ik het opnieuw en opnieuw doen, als een kindje dat geleerd heeft dat iedereen vertederd lacht als ze ‘Handjes draaien’ zingt of op commando een handkus werpt. In het circus van het leven bleek ik mijn eigen dompteur. Ik maakte van mezelf een circuspony, met trucjes, voor vermaak van allen. Steeds dezelfde rondjes, buigingen en sprongetjes. Geen wonder dat mijn ogen dof leken in de spiegel, onder de glimmende hoofdtooi. Het was een veilig vangnet, gemaakt uit wat ik kende en beheerste. Maar het net slibde steeds meer dicht en sloot zich rond me. Veilig en verstikkend liggen soms akelig dicht bij elkaar.

De trukendoos werd een gouden kooi. Ik wapperde met mijn verenkleed en floot er prachtige liedjes in, maar voelde er zelf geen enkele vreugde bij. Het voelde als een maskerade. Ik liet niet zien wie ik ook nog kon zijn, noch probeerde ik dat uit te vissen. Het voelde oneerlijk. Ik fopte iedereen. Liet hen denken dat ik mijn best deed, terwijl het een automatische piloot was. Tijd dus om het stuur zelf weer in handen te nemen.

Vergis je niet, ik wou niet ‘de beste versie van mezelf’ zijn. Ik wou gewoon meer dan één versie van mezelf zijn. Het ging me erom ook andere dingen te mogen doen van mezelf. Niet enkel de succesnummertjes, maar ook andere, eerder middelmatige vormen. Een vollediger en echter mens zijn, kortom.

“Daar was het dan, het zo gevreesde falen. Groot was mijn verbazing dat niemand zo streng voor mij als ik voor mezelf.”

Ik besloot stap voor stap niet meer aan de vermoede verwachtingen van het publiek te beantwoorden. Geen ‘best off’ meer. Ik ontdekte plekken in mezelf waar ik nog nooit geweest was, voelde me anders reageren. Niet alles ging even vlekkeloos. Maar in de rorschachtest van kapotgevallen pogingen zag ik plots de mooiste dingen verschijnen. En had ik geen idee wat ik aan moest, met dat monster dat ik gecreëerd had, wisten mijn geliefden er wel een plek voor. In hun zog ging ik mee, naar onbekende oorden. En soms ging het mis. Vielen de puzzelstukken niet op hun plaats maar op mijn hoofd.

Daar was het dan, het zo gevreesde falen. Groot was mijn verbazing dat niemand zo streng voor mij als ik voor mezelf. Om niet te zeggen dat ze het vaak niet doorhadden, of er onverschillig bij bleven. Het bleek niet zo dramatisch als gevreesd. Het was maar wat het was. Mislukt. Falen was niet het omgekeerde van stralen. Het bleek soms een eerder ingewikkelde weg daarnaartoe, en andere keren even je trots inslikken. Niets erg. Recht krabbelen, stof van je knieën vegen, een kus, een knuffel en weer doorgaan. Wie vaak genoeg op zijn neus gaat, ziet dat het eigenlijk weinig om het lijf heeft. En dat je met zo’n rode neus best mag lachen.

Zo probeer ik het nu te zien: afgang is ook maar een manier om je voort te bewegen – misschien niet altijd voorwaarts, maar met zijsprongen en dwaalwegen die dan ook weer naar elders of mezelf leiden. In ieder geval beter dan ter plaatse te blijven trappelen. En mijn mooie masker hoeft niet persé kapot. Het zal vast nog nuttig blijken. Maar ik krijg er een ruime garderobe bij vol andere maskers, ooglapjes, hoedjes, sluiers, juwelen, een gekke pruik en rimpels. Van clown over kassadame tot stalknecht. Zo ben ik niet gewoon meer een paradepaardje, maar het hele circus geworden.

Foto: Carmen De Vos

Schrijf je reactie

2 reacties

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen