De Energiereeks

“Als mijn kinderen elkaar graag zien en elkaar helpen, geeft me dat energie”

Soe Nsuki ondervraagt zot drukke mensen over hun energielevel

“Als mijn kinderen elkaar graag zien en elkaar helpen, geeft me dat energie”

Je kent ze wel, van die mensen die op twee dagen evenveel doen als jij in een week. Voor de Energiereeks ga ik op zoek naar zulke drukbezette mensen, en vraag hen: Hoe doen jullie het toch? Vandaag is Marieken Van Damme aan het woord, alleenstaande moeder van vijf kinderen, psychiatrisch zorgkundige en eeuwige positieveling. Toevallig is ze ook mijn mamaatje!

Nou mama, laat ik maar met de deur in huis vallen: hoe heb je dat gedaan, ons vijf opvoeden?
“Die vraag krijg ik vaker (lacht). Voor mij is mama zijn één van de meest dankbare jobs in de wereld. Je krijgt veel terug voor je inspanningen. Dat betekent niet dat het gemakkelijk is. Ik ben lang werkloos geweest, en financieel was dat op z’n zachtst gezegd een hele uitdaging. Te weinig geld hebben is niet leuk. Je hebt het gevoel dat je tekort komt als ouder. Maar op menselijk vlak was dat een heel goede periode, ik kon er altijd zijn voor mijn koters. Dat heeft een positieve impact gehad op hen én op mij.”

“Op vlak van zorg en aandacht heb ik hen alles kunnen geven. Ook met vijf kinderen kan dat. Kinderen worden vanzelf groot. Je moet aandacht hebben voor het kind dat op dat moment het meeste zorg nodig heeft. Ik heb ze altijd geleerd dat ze ook op elkaar kunnen rekenen, niet alleen op mij. Harmonie is belangrijk, ze moeten leren samenleven. Iedereen komt aan bod. Als je je kinderen vertrouwt, komen ze ook naar je toe als het echt nodig is.”

“Opvoeden loont op de lange termijn. De energie die je daarvan krijgt is een langgerekt, overheersend gevoel. Je geeft alles, je krijgt alles. De grote inspanningen beginnen pas als ze geen echt kind meer zijn: in de puberjaren. Dan komen ze stilletjes aan in de volwassen wereld terecht. Ze moeten zelf verantwoordelijkheden nemen, zelf kiezen. Volwassen zijn is constant proberen om de juiste keuzes te maken. Dat leer je in je adolescentie. Op dat moment is begeleiding van de ouder heel hard nodig.”

Opvoeden loont op de lange termijn. De energie die je daarvan krijgt is een langgerekt, overheersend gevoel.

Hoe kreeg jij het huishoudelijk werk voor elkaar?
“Schoonmaken is een ramp, ik doe enkel het hoogstnoodzakelijke. Ik heb een droogkast en een wasmachine. Vroeger, als alle kinderen thuis waren, was het elke dag een paar machines was doen, zeven dagen op zeven. Nu is dat enkel nog in het weekend. Ik heb een geen-strijk-methode. Als je je was recht uit de droogkast opvouwt, is dat net als strijken. Met mijn handen strijk ik de nog warme stoffen glad. Dan hoef je niet te strijken! En zeg, keukenhanddoeken en zakdoeken moet je echt niet strijken hoor.”

“Je kan met minder moeite evenveel werk verzetten. Je moet de dingen gewoon soms anders aanpakken. Met zo weinig mogelijk moeite, zoveel mogelijk werk verzetten. Lees ‘Minder Doen, Meer Bereiken’ van Shaa Wasmund maar eens. Doe enkel het werk dat nuttig is voor je kroost. Ze moeten gevoed worden op fysiek en mentaal vlak, je moet weten wat hen interesseert en wat er bij hen leeft, je moet ze positief bekrachtigen, een vertrouwensrelatie met hen opbouwen, niet bang zijn om een heftige discussie aan te gaan. Jongeren zetten zich altijd af tegen hun ouders, ook als het goed gaat thuis. Dat is de normale gang van zaken. Ontvang die verandering met open armen, en verrijk je geest daarmee. Je kan elke dag iets leren.”

Hoe knoopte je de eindjes aan elkaar als we geen geld hadden?
“Je moet durven toegeven dat je hulp nodig hebt. Ik heb al meermaals bij het OCMW moeten aankloppen om periodes financieel te overbruggen. Leuk is anders, maar je doet wat je moet doen. Praktische dingen kunnen altijd opgelost worden. Er zijn ook best wel veel steuninitiatieven, maar daar moet je echt zelf naar op zoek gaan. Ik ben gelukkig iemand met genoeg bagage op vlak van onderwijs en intelligentie om het zelf te vinden. Maar er zijn veel mensen die die weg niet vinden.”

“Ik heb al meermaals bij het OCMW moeten aankloppen om periodes financieel te overbruggen. Leuk is anders, maar je doet wat je moet doen.”

“Ik heb nog steeds een budgetmeter voor de gas & elektriciteit. Je kan het vergelijken met een herlaadkaart op je telefoon: je zet er op voorhand wat geld op, en je verbruikt alleen wat je al hebt betaald. Domiciliëring kan ik niet doen, dat lukt me nog steeds niet. Want dat is altijd op een andere datum in de maand. Zo heb ik geen zicht op het geld dat ik heb. Ik kan wel een doorlopende opdracht doen, dan kan ik zelf de datum kiezen.”

Heb je ooit het gevoel dat er iets is waar je niet aan toegekomen bent?
“Het doet me soms pijn dat ik geen moeder en vader tegelijk kon zijn. Dat heb ik niet kunnen geven. Maar ik heb altijd mijn best gedaan, en meer kan je niet doen. En ik zie nu allemaal ontluikende jongvolwassenen die allemaal hun weg aan het zoeken zijn. Die allemaal gestudeerd hebben, gewerkt hebben, hun best gedaan hebben, ondanks hun moeilijk parcours.” 

Vertel eens over je werk, mams?
“In 2008 ben ik afgestudeerd als logistiek medewerker in de zorg, een knelpuntberoep in de tijd. Ik ben meteen beginnen werken in de psychiatrie. Later, in 2011, heb ik me omgeschoold tot psychiatrisch zorgkundige. Bijna negen jaar heb ik op de gedwongen opname afdeling gestaan. Dat is een beetje de spoeddienst van de psychiatrie. Elke nieuwe patiënt was iemand die net een crisismoment had doorstaan, en toen een gevaar voor zichzelf of anderen vormde. Concreet betekent dat mensen die een zelfmoordpoging hebben ondernomen, of zich verbaal of fysiek zeer agressief hebben getoond. Meestal in een staat van zinsverbijstering, sommigen weten achteraf niet meer wat er is gebeurd. Via gerechtelijk bevel komen ze bij ons terecht.”

“Je leert omgaan met die agressie. Maar het moeilijkste is het inschatten: wanneer komt het tot uiting?”

“Je krijgt op die afdeling met agressie te maken, zowel fysiek als verbaal. Dit komt doordat vele van onze patiënten onredelijk grote angsten hebben. Sommigen wantrouwen alles en iedereen, en aanvaarden geen hulp. Aan het crisismoment is een geschiedenis voorafgegaan. Vaak hebben ze zichzelf al meermaals vrijwillig opgegeven op een andere afdeling. Je leert omgaan met die agressie. Maar het moeilijkste is het inschatten: wanneer komt het tot uiting? Je moet die uiting proberen voor te zijn, geruststellende zorg verlenen. Dan kan het soms nog zijn dat je denkt dat ze gekalmeerd zijn en ze alsnog doorslaan. Je moet steeds op je qui-vive zijn.”

Hoe combineer je zo’n heftige job met je gezinsleven?
“Alle mensen die in de zorg werken zijn moe na een dag werken. Werken met mensen is altijd vermoeiend, ook in het onderwijs bijvoorbeeld. Zeker als je het goed wil doen en mensen graag ziet. De sleutel is om je professioneel- en privéleven goed te scheiden. Dat is heel moeilijk. Je kan je werk niet mee naar huis nemen, anders kun je niet functioneren. Ten tweede mag je niet bang zijn. Angst is een slechte raadgever. Als je snel bang wordt, moet je hier niet werken.”

“Ik was het al gewend om thuis altijd in groep te zijn. Als elk van mijn kinderen al één vriendje meebracht, waren er al tien koters in huis. De sociale vaardigheden die ik daar heb geleerd, zeker als leider van de groep, heb ik meegenomen naar mijn werk. Dat vult elkaar aan. Je blijft steeds leren over de gedragingen van mensen. Uiteindelijk probeer je het zo aangenaam mogelijk te maken voor de personen rondom je, waar je ook bent.”

“Je mag voor je patiënten echter niet proberen een soort moeder te zijn. Door mijn leeftijd zien sommige jonge patiënten me wel als moederfiguur. Ik moet dan mijn grens afbakenen, professioneel zijn. Maar ik kan wel een luisterend oor en raadgevende zijn op vlak van medicatie, voeding, nachtrust.”

Ben je nooit moe?
“Ik kan altijd en overal slapen, maar ik ben niet constant moe ofzo. Mijn werkuren zijn onregelmatig, dus mijn slaapuren ook. En dat lukt altijd. Gelukkig heb ik weinig slaap nodig, minimum vijf uur per nacht. En als het nodig is neem ik even een siësta of een powernap van vijf à tien minuutjes. Ik sta heel gemakkelijk op, maar ik neem er wel de tijd voor. Ik wil rustig wakker worden, rustig kunnen douchen en eten voor ik vertrek. De ochtend is heerlijk, de dag ligt voor je uitgestrekt. Maar de avond is ook leuk, ik kan nooit vroeg gaan slapen. Dat is altijd al zo geweest. Een dag is zo kort. Je bent al een groot deel ervan op je werk, daarnaast wil ik ook nog tijd maken voor mezelf om me even te ontspannen. Dat is essentieel.”

Wat doet jouw energie dalen?
“Gek genoeg zijn praktische problemen niet het vermoeiendst. Die pak ik vastberaden aan: van dag tot dag, stap per stap, één probleem tegelijk. We komen er wel! Het zwaarste om te verdragen is de commentaar van anderen die pretenderen een ideaal gezinsleven te hebben. Mensen zijn soms blij als iemand anders moeilijkheden heeft. Omdat ze dan kunnen zeggen: wij zijn niet zoals jij. Ze vragen je ook graag uit over je problemen en genieten daarvan. Het heeft jaren geduurd eer ik dat kon loslaten. Ik zal me steeds respectvol gedragen tegenover die commentatoren. Ondertussen denk ik lekker bij mezelf: laat ze maar zeveren.”

“Opvoeden schept plezier. Als mijn kinderen elkaar graag zien, goed zijn voor elkaar en elkaar helpen, dan geeft me dat energie.”

Wanneer kom je toe aan ontspanning?
“Ik kom tot rust door mijn verplichtingen met plezier te proberen doen. De dingen die je moet doen, leuk maken. Alles is perspectief: bekijk je huishoudelijke taken eens met een positieve blik. Afwassen is bijvoorbeeld ook tijd om na te denken. De was vouwen kan je combineren met een stom programma kijken op televisie. Kuisen kan met de radio aan voor een muziekje of een leuk praatprogramma. Koppel het nuttige aan het aangename.”

“Vroeger wist ik nog niet zo goed hoe ik rust moest vinden. Ik ben nu de vijftig voorbij, en ik voel me zo veel kalmer dan toen ik een twintiger was. Ouder en wijzer, zeggen ze altijd. Dat klopt. Niet dat ik nooit meer stommiteiten bega (lacht), maar de chaos van je jeugdige jaren is weg. Je kan veel beter relativeren.”

“Opvoeden schept plezier. Als mijn kinderen elkaar graag zien, goed zijn voor elkaar en elkaar helpen, dan geeft me dat energie. Pas op, ik kon lichamelijk echt bekaf zijn, maar mentaal me heel goed voelen. Ik probeerde altijd ook nog kleine dingen voor mezelf te doen. Ik ging bijvoorbeeld een tijd lang elke week salsa dansen. Als het weer donderdag was zeiden mijn kinderen zelf al ‘Mam, maak dat je weg bent, je gaat te laat komen op de salsa les!’ Zij zagen dat het me goed deed. Het lukte niet altijd om tijd uit te rekken voor mezelf, soms wel soms niet.”

Merk je dat je meer rust nodig hebt nu je ouder wordt?
“Ouder worden heeft niets veranderd aan de hoeveelheid energie die ik heb. Je moet je lichaam wel beter verzorgen, dat wel. Op tijd rustpauzes inlassen, luisteren naar je lichaam. Anders ga je eraan ten onder. Ik heb op een gegeven moment een hernia gekregen, heel hard van afgezien. Ik noemde het ook ‘mijn hernia’. Dat was fout besefte ik na een tijdje, want ik maakte het een onderdeel van mijzelf door het zo te noemen. Weer probeerde ik er anders tegen aan te kijken en oplossingsgericht te werken. Ik ging op m’n houding letten, werd me bewust van hoe ik bewoog. Dingen oprapen deed ik bijvoorbeeld niet meer door aan m’n heupen te buigen, maar door door m’n knieën te gaan. Mijn dagelijkse handelingen moesten anders, en dat was best moeilijk. Want je doet die dingen al heel je leven zo. Daar komt dan nog eens bij dat de juiste lichaamshoudingen er soms belachelijk uitzien! (lacht) Maar daar trek ik me niets van aan.”

“Sociale contacten staan centraal voor mij. Goeie contacten hebben met mensen, daar haal ik erg veel uit.”

En je sociale leven?
“Ik krijg energie van mijn kinderen, mijn familie, mijn vrienden. Ik kom ook uit een gezin waar warmte en liefde belangrijk zijn. Sociale contacten staan centraal voor mij. Goeie contacten hebben met mensen, daar haal ik erg veel uit. Op het werk ook: goede relaties met collega’s en patiënten, daar is het me om te doen.”

“Mensen die klagen en zagen, die putten me uit. Mensen die heel hard leunen op mij omdat ik blijkbaar een sticker op mijn hoofd draag met ‘ik zal u wel helpen.’ Ik word altijd aangesproken. Zelfs in de winkel vragen ze me om te helpen iets van op het bovenste schap te nemen. Ter info: ik ben 1 meter 65, geen idee waarom ze het aan mij vragen (lacht).”

Volgende keer: acteur en vader van drie, Sven De Ridder

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen