De kleinkinderen van Congo

“Klasgenoten vroegen waarom mijn moeder bruin was en ik wit”

“Klasgenoten vroegen waarom mijn moeder bruin was en ik wit”

“De kolonisatie, dat is zo lang geleden. Congo, dat is ver van huis.” Voor deze mensen is niets minder waar: Congo is een deel van hen, ook al kan je het niet altijd op het eerste gezicht zien. Redactrice Sabrine sprak met kleinkinderen van Congo over hun roots. Vandaag: Manon, 25 jaar. Foto’s: Doortje Van Herwaarde. Styling: Jonathan Zegbe

“Mijn opa kwam in de jaren 60 van Kinshasa naar België om te studeren, samen met enkele andere Congolese studenten. Hij ontmoette hier mijn oma, en ze zijn jong getrouwd. Het was best komisch omdat de hele gemeente toen kwam kijken: hij was één van de eerste zwarte mannen in Merksem. Ook op zijn werk was hij de enige zwarte persoon. Hij was ongelukkig hier, dus keerde hij terug naar Congo met mijn oma. Mijn moeder en haar zus vlogen hen achterna toen mijn mama drie was. Ze bleven er twee jaar.

“Mama zat tussen twee vuren: niet zwart genoeg voor Congo, niet wit genoeg voor België.”

Mijn mama werd grotendeels grootgebracht door mijn overgrootouders in Vlaanderen, maar heeft wel tussendoor enkele jaren in Congo doorgebracht. Ze vond het moeilijk zich aan te passen aan de cultuur en de tradities daar; soms staarden mensen naar haar op straat omdat ze mixed was. Dat waren ze in Congo niet gewend. Maar ook in België paste ze niet helemaal. Ze zat tussen twee vuren: niet zwart genoeg voor Congo, niet wit genoeg voor België.

Ook de relatie met mijn grootouders was niet goed: ze hebben na enkele jaren twee van hun kinderen naar België teruggestuurd, naar mijn overgrootouders, terwijl zij in Congo bleven. Het was erg onstabiel omdat mijn mama soms jaren in Congo doorbracht en dan weer meerdere jaren in België… Dat was ook geen goede omgeving om een hechte band te vormen met haar broers en zussen en dat voel je tot op vandaag: door een chaotische opvoeding tussen twee landen en culturen is er nu een breuk in onze familie.

De relatie met mijn overgrootouders was wel heel goed. Dat merk je ook: mijn mama heeft veel meer overgehouden aan haar Vlaamse opvoeding dan aan haar tijd in Congo. Ze heeft echt geen band met het land. En dat is dan weer helemaal anders dan bij mij: ik ben maar een kwart Congolees, maar ik voel me wel echt verbonden met het land. Omdat mama slechte ervaringen had tijdens haar jeugd, heb ik bijna niets meegekregen van de Congolese cultuur.

Soms is het moeilijk om mijzelf te positioneren in een gesprek: ik zie er helemaal wit uit, waardoor mensen zich comfortabel voelen om racistische dingen te zeggen in mijn bijzijn. Het zijn mensen die denken tegen een witte medeburger te praten en niet beseffen dat ik ook Congolees ben. Ik maak er daarom een punt van te zeggen waar mijn roots zijn en dat mijn moeder mixed is. Ik wil écht dat ze het weten, ik ben er ontzettend trots op.

“Toen ik jonger was, vroegen klasgenoten waarom mijn moeder bruin was en ik wit.”

Ik wou dat mensen zouden beseffen dat ‘Congo’ nu in alle tinten komt. Toen ik jonger was, vroegen klasgenoten waarom mijn moeder bruin was en ik wit. Sommigen vroegen of ik geadopteerd was. Ook mijn mama kreeg deze vraag. Dat was best pijnlijk, vooral omdat wij een erg goede band hebben. Daarom word ik zo blij wanneer mensen zien dat wij ondanks onze verschillende huidskleur eigenlijk wél op elkaar lijken.

Toch zijn onze levenservaringen anders door onze huidskleur. Mijn moeder heeft heel haar leven racisme meegemaakt, ik niet. Ze vertelde dat racisme in het verleden eerder onwetendheid was, hoewel ze op school gepest werd. En toch vindt ze het tegenwoordig venijniger dan vroeger: nu hebben mensen die op Vlaams Belang stemmen geen excuus meer – diversiteit is en zal een feit blijven. Gevallen zoals op Pukkelpop, in Aarschot of met Schild & Vrienden kan men niet meer steken op onwetendheid.

“Door de kolonisatie heb je kinderen zoals ik, die op identiteitszoektocht zijn, die niet weten waar ze vandaan komen.”

Ik neem die voorvallen heel persoonlijk op en ik zou mijn mama ertegen willen beschermen. Ooit heeft een jongen haar na een kamp beledigd en heb ik hem geslagen. Maar ook mijn mama wil me beschermen: ze zegt dat ze blij is dat ik wit ben en een Vlaamse naam heb. Ik wilde vroeger mijn achternaam veranderen en de hare nemen, maar ze liet het niet toe: met een Congolese achternaam zou ik minder kansen krijgen. Ook wanneer ik een appartement zocht, wilde ze niet meekomen.  Ze vreesde dat ik zo minder kans op een huurcontract zou maken. Dat zijn dingen waar zij als mixed vrouw altijd bij stil moet staan, en ik niet. Zelf zou ik haar toch meenemen: ik wil nergens huren onder een racistische huisbazen.

We hebben geheel andere ervaringen en toch zijn wij allebei het product van de kolonisatie. En zelfs daar weet ik weinig over – het is alleen dankzij Kinderen van de Kolonie dat ik eindelijk mijn geschiedenis ontdek. Mijn mama begon ook pas onlangs erover te lezen en leren, terwijl ze zowel in België als Congo heeft gewoond en les heeft gevolgd. Door de kolonisatie heb je kinderen zoals ik, die op identiteitszoektocht zijn. Ik merk dat ik daardoor op zoek ga naar mensen met dezelfde ervaringen als ik. Deze zoektocht is voor mij een zaadje voor iets groter – voor mij en voor mijn familie.”

Lees hier de hele reeks Kleinkinderen van Congo
Foto boven: Doortje Van Herwaarde. Van links naar rechts: Manon, Brugitte (moeder van Anaïs), Kaena (broer van Anaïs) en Anaïs
Styling: Jonathan Zegbe

Schrijf je reactie

1 reactie
  • Jeroen Elsen says:

    “En toch vindt ze het tegenwoordig venijniger dan vroeger: nu hebben mensen die op Vlaams Belang stemmen geen excuus meer – diversiteit is en zal een feit blijven. Gevallen zoals op Pukkelpop, in Aarschot of met Schild & Vrienden kan men niet meer steken op onwetendheid.”

    -Ik denk dat dat na deze verkiezingen meer blijkt dan ooit. Hoewel je onwetendheid niet kan meten natuurlijk.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen