Elke maand laat fotografe Sylvia Konior het beste van zichzelf zien in een absurd zelfportret. Deze keer liet ze zich inspireren door Brigitte Bardot. Redactrice Ann-Marie Cordia zag er een modern sprookje bij.
‘Ik heb altijd een voorkeur gehad voor een hoerig type.’
Hoerig. Het woord was eruit. Als voormalig sekssymbool begreep Brigitte wat de journalist daarmee bedoelde, maar toch schrok ze van zoveel eerlijkheid. Mannen – of nee, mensen – zijn meestal niet zo rechtuit. Zelfs als ze de waarheid willen vertellen, doen ze het in bedekte termen. Mannen die al lachend zeggen over De Vrouwen: ‘Het zijn allemaal sletten!’, die menen dat echt. Net zoals de vrouwen die over De Mannen grappen dat het allemaal varkens zijn. Dat wist Brigitte omdat ze het zelf altijd lachend verkondigde tegen al wie het horen wilde: ‘Mannen zijn varkens!’
Zij had alle mannen afgezworen. Al jaren. Op haar echtgenoot na, maar die telde niet mee, want dat was meer een broer-zusrelatie en hij was toch nooit thuis. De varkens hadden plaats gemaakt voor verwaarloosde honden. Er liepen er thuis een stuk of zeven rond. Alleen zij konden haar hart nog sneller doen slaan, en dan nog.
Deze journalist was anders. Wanneer Brigitte in Hugo’s vermoeide ogen keek, zag ze iets van een nooit gestilde honger. Naar hoeren, inderdaad. Maar je zag dat hij al zo lang niks meer had gegeten dat zijn eetlust vanzelf was verdwenen. Hij raakte haar. Er was niks vulgairs aan hem. Vulgair, dat waren de mannen die in haar gezelschap een slaatje bestelden omdat ze wisten dat Brigittes liefde voor dieren zo groot was dat ze er geen meer opat.
“Je kon je nooit genoeg insmeren. En de zon zou nog meer gaan branden straks.”
Ze zaten samen op het strand. Zwijgend. Hugo bestudeerde haar aandachtig, dat wel. Zij had meer vragen over haar vorig leven als filmdiva verwacht en toen hij er geen stelde, begon ze zich in te smeren, voor de derde keer al die ochtend. Je kon je nooit genoeg insmeren. En de zon zou nog meer gaan branden straks. Het was bijna middag.
Uit haar tas nam ze het tijdschrift dat ze had meegenomen uit het appartement van haar nicht, die haar had overtuigd om te komen logeren aan zee. ‘Neem nou maar een weekje vakantie’, had ze aangedrongen. ‘Ik ga naar jouw huis en zorg wel voor de honden.’ Haar geliefde honden.
Brigitte begon te lezen. Over glitter en glans, op zijn Amerikaans, net als de sterren, onverwijld. ‘Doe het nú!’ ‘Jij kan het ook!’ ‘Je moet in jezelf geloven! Als jij al niet in jezelf gelooft, geraakt je ziel en al nog sneller gedoofd!’ Haar besluit stond vast.
Ze vroeg de journalist om hun interview uit te stellen naar ’s avonds. Want ze moest er nu snel vandoor. Hugo keek haar hoopvol aan. De vrouw is het mooiste wezen dat is uitgevonden, bedacht hij. Dat verplicht tot esthetiek. En dat vraagt werk. Brigitte stond recht en wandelde snel terug naar het appartement van haar nicht. In de living zette ze de radio op. Het nummer ‘Everybody’s free to wear sunscreen’ van Baz Luhrmann weerklonk door de hele flat: ‘Enjoy the power and beauty of your youth. Or never mind. You will not understand the power and beauty of your youth until they’ve faded.’
“De vrouw is het mooiste wezen dat is uitgevonden, bedacht hij. Dat verplicht tot esthetiek. En dat vraagt werk.”
Brigitte stapte vastberaden de badkamer binnen. Had ze zich nu niet lang genoeg verwaarloosd? Uit het kastje boven de wasbak nam ze de lippenstift. Perzikkleurig. Mat. Rouge Interdit nº 59 van Givenchy. Voor 24 euro gekocht in de parfumerie, had haar nicht verteld.
Brigitte keek in de spiegel. De lippenstift kwam tot ver rond haar lippen. Het was goed zo. Hoerig does the trick.
In de woonkamer ging het nummer verder. ‘Do not read beauty magazines, they will only make you feel ugly!’ hoorde ze nog juist, terwijl haast op hetzelfde moment ergens in de verte een hond begon te blaffen. Een keffertje.
Journalisten zijn honden, bedacht Brigitte plots. Als zij bloed ruiken, maak je je beter onmiddellijk uit de voeten. Ze pakte haar spullen en nam een taxi terug naar het station, voor de trein richting huis.
***
Op het strand piepte de telefoon van Hugo. In het sms’je stond: ‘J’ai donné ma jeunesse et ma beauté aux hommes et maintenant je donne ma sagesse et mon expérience aux animaux.’ De journalist moest glimlachen. Zo’n mooi citaat voor zijn artikel.
Hugo zag dat het al ver na de middag was en kreeg ineens reuzehonger. Hij ging maar eens eten.
Schrijf je reactie