Mijn man heeft klachten over de vakantiefoto’s. Ze zijn bijna allemaal bewogen, zegt hij, waarom staan jullie ook nooit eens twee seconden stil. Ik neem de stapel foto’s van hem over en moet hem gelijk geven. We zijn schimmen in plaats van mensen met duidelijke contouren. Mijn oog blijft plakken op een strandfoto. Een baai in Portugal, drie silhouetten, mijn twee kinderen en ikzelf. Mijn dochter draait haar gezicht, wordt geroepen door de zee. Bij de rennende voeten van mijn zoon stuift het zand omhoog. Ikzelf sta op mijn kop, mijn omhooggestoken benen tekenen een kromme V in de lucht. Bewogen, het valt niet te ontkennen.
“Voor hen was het alsof die hele reis zonder de foto’s nooit had bestaan.”
Foto’s willen ons zo graag laten geloven dat het kan, het leven op pauze zetten. De wind. De zomer. De mode. Daarom vloeken we als het beeld bewogen is, want het legt een pijnlijke wonde bloot, dat verandering aan de tijd van een seconde al genoeg heeft. Op mijn zeventiende reisde ik samen met twee vriendinnen door Andalusië. In Sevilla, al bellend in een telefooncel, liet ik het fototoestel liggen. Er zat een vol filmrolletje in. We waren al in een andere stad toen ik het besefte. Mijn vriendinnen hebben een dag niet meer tegen me willen praten. Met veel ophef treurden ze om het verloren archief van onze vriendschap. Voor hen was het alsof die hele reis zonder de foto’s nooit had bestaan.
Zelf heb ik het gevoel dat ik die foto’s wel nog heb. Ik hoef mijn ogen niet eens dicht te knijpen om me te herinneren hoe we moesten rennen om sneller te zijn dan de zelfontspanner. Er was een groene jurk en een paarse hoed, een fontein op een plein, appels in onze bikini. En er waren de oude zussen in Puerte Serrano die op het dorpsfeest dansten alsof ze zelf nooit gestopt waren zeventien te zijn.
Op al die foto’s staat het grote geluk in onze ogen te lezen. In onze blote platte buiken hebben nog geen kinderen gezeten. De vriendschap is nog niet verwaterd. Tijd is al kostbaar, maar nog net betaalbaar.
“We found this camera 20 years ago in Sevilla. Please share and help us find these girls.”
Op Facebook zie je weleens foto’s rondgaan, geplukt van verloren geraakte toestellen. Op die manier kunnen de mensen op de foto hun spiegelbeeld terugvinden. Ik ben altijd als de dood dat ik ineens onze jonge gezichten voorbij zal zien komen. We found this camera 20 years ago in Sevilla. Please share and help us find these girls. Drie malloten, verbrande neuzen, lelijke sandalen, pukkel op ons voorhoofd, vettig haar. Wat als zou blijken dat de zomer van ons leven eigenlijk in flets licht baadde, dat er geen vuur en beloftes, maar wel ontgoocheling en droefenis in onze ogen te lezen stond? En die ene foto, je weet wel, die ene die had kunnen bewijzen dat we bloedmooi waren, dat het leven vol overgave aan onze voeten lag, die ene foto, je zou het zien, die zou natuurlijk weer bewogen zijn.
1 reactie
schoon