Interview

De Mode-doctor in spe

De Mode-doctor in spe

Aurelie van de Peer werkt al meer dan drie jaar aan een doctoraatsverhandeling over tendensen in de mode. Ze heeft de ambitie om de eerste Mode-doctor in België te worden en onderzoekt hoe de professionals onze visie op wat modieuze kledij nu eigenlijk is vormgeven. Charlie is haar uitlaatklep voor haar avonturen buiten de academie. Hier zal ze vooral ingaan op wat mode is en doet, in plaats van wat in de mode is. Tijd voor een eerste kennismaking!

 

Je wil de eerste Mode-doctor worden in Vlaanderen. Vertel.
“Inderdaad, en die Doctor mag je letterlijk nemen. Binnenkort zal ik mijn doctoraatsproefschrift afronden dat mode (in kledij) als thema heeft. Laat me eerst duidelijk stellen dat, afgezien van wat avonturen met naaimachine en breinaald als jonge vrouw van mijn tijd, ik niet ben opgeleid in het creëren van kledingmode. Wat mij boeit is het concept van de mode, zoals het zich voordoet in kleding. Dit bekijk ik door een filosofische en sociologische bril.

Om te begrijpen wat een Mode-doctor doet, is een vergelijking tussen de medische dokter en de modejournalist verhelderend. Beide beroepen schrijven namelijk zaken voor bij ziekte. De dokter schrijft medicatie voor bij ziekte van het inwendige lichaam, de modejournalist schrijft voor wat in de mode is bij ziekte van de tweede huid op je uitwendige lichaam, ofwel wanneer je er ouderwets gekleed bijloopt.

Ik vraag me af wat mode is en doet met mensen en wat er nodig is vooraleer wij concluderen dat kledingmode goed of slecht is.

Maar het verschil tussen medische dokter en modejournalist is wel dat de eerste jaren van intense studie achter de kiezen heeft om te begrijpen waarom hij net deze pillen voorschrijft. De medische dokter begrijpt het functioneren van het systeem van het menselijke lichaam. De modejournalist, daarentegen, schrijft voor hoe je jouw mode-ziekte kan genezen, maar heeft geen kaas gegeten van de vraag waarom het nu net de Birkin-bag van Hermès is die je gaat redden van de modedood of een outfit in de laatste ‘nieuwe’ tint roze. In tegenstelling tot medische dokters, begrijpen modejournalisten amper het systeem dat achter hun voorschriften ligt; het systeem van de modeproductie en -consumptie. Kortom, modejournalisten weten wat in de mode is, maar begrijpen niet wat mode is en doet met mensen. Ik zie de nood voor Modedoctors om meer uitleg te bieden waarom trends worden voorgeschreven en wat deze prescripties doen met mensen.”

Wat onderzoek je precies in je doctoraat?
“Ik vraag me af wat mode is en doet met mensen en wat er nodig is vooraleer wij concluderen dat kledingmode goed of slecht is. Dit alles bekijk ik longitudinaal, wat betekent dat ik bestudeer of goede mode van vandaag ook de goede mode van vijftig jaar geleden is. Hiervoor trok ik na mijn studies in Gent naar Stockholm, waar ze sinds 2006 een Masteropleiding in Fashion Studies aanbieden.

Mijn project ging van start in de Koninklijke bibliotheek in Stockholm. Toen ik voor onderzoek over een nummer van Vogue gebogen zat uit 1919, merkte ik op dat journalisten toen heel anders spraken over wat mode is en doet dan dat zij dat vandaag doen. In het begin van de 20ste eeuw legden ze enorm de nadruk op de idee dat goede kledingmode niet erg mag veranderen qua silhouet, coupe en stof. Al wie recente modejournalistiek leest, vindt dit een bizar idee. Daar is het credo immers ‘hoe meer verandering, hoe beter’.

Er heerst nog steeds de gangbare idee dat modejournalisten de troela’s van de journalistiek zijn, omdat zij rapporteren en recenseren in een domein dat al lang wordt aanzien als iets heel oppervlakkig.

Het concept van verandering is de centrale as door mijn werk, met vragen zoals ‘waarom vinden modejournalisten verandering vandaag toch zo essentieel?’, ‘als zij voorheen meer continuïteit vereisten in kledij, kunnen we dan nog spreken van de gangbare definitie dat mode in essentie verandering is?’. Maar ook ‘wat voor effect hebben deze journalisten eigenlijk op het concept van de mode?’ en ‘wat voor effect heeft dit op al wie hun werk leest?’.

Er heerst nog steeds de gangbare idee dat modejournalisten de troela’s van de journalistiek zijn, omdat zij rapporteren en recenseren in een domein dat reeds vele eeuwen wordt aanzien als het meest oppervlakkige waar een mens zich mee bezig kan houden. Het feit dat mode zogezegd een traditioneel vrouwendomein is, ‘helpt’ natuurlijk bij deze perceptie. Ik wil de mogelijkheid niet uitsluiten dat de meeste hedendaagse modejournalisten troela’s zijn, maar wil wel aankaarten dat zij verre van invloedloos zijn. Modejournalisten zijn politieke subjecten, en mode is politiek.”

Waarom net dit thema? Wat heb je met mode?
“Met wat in de mode is heb ik niet zoveel. Eigenlijk kan het me worst wezen, wat andere mensen aantrekken. Ik heb natuurlijk wel interesse naar wat er gaande is in modeland – en volg Belgische mode op de voet – maar dit is voornamelijk een persoonlijke interesse. Wat in de mode is, is geen professionele interesse van me. De sociologe Joanne Entwistle verwoordde dit mooi toen ze in haar etnografische studie naar fashion buyers in Selfridges (London) schreef over het verschil dat ze ervoer tussen de inkopers en haarzelf. Zij was ‘een modieus geklede academica’. Maar die interesse om in de mode gekleed te gaan is een persoonlijke keuze, geen professionele. Bij mensen die in de modewereld zelf aan het werk zijn, is zich in de laatste mode kleden deel van hun job. Je kan echter gerust een baan hebben aan de universiteit, zonder in de mode te zijn op kledingvlak.”

Beïnvloedt je kennis de manier waarop je zelf kleren koopt, of hoe je naar anderen kijkt?
“Laten we zeggen dat hoe meer ik bestudeer wat dé mode doet met mensen – en met dé mode bedoel ik hier ons ietwat verouderde idee dat het referentiepunt in Parijs, Milaan en andere modesteden ligt – hoe meer ik individuen die de gidssteden links laten liggen bewonder. Eén van de belangrijke argumenten in mijn werk is dat kledingmode meerdere tijden heeft, maar dat allerlei technieken en strategieën trachten te zorgen dat de gidssteden de referentietijd blijven aangeven. Zestig jaar geleden was Parijs inderdaad het belangrijkste referentiepunt om in de mode te zijn, maar vandaag staat dat serieus onder druk. Op momenten dat een systeem onder druk komt te zijn, komen de vaak geijkte formules en impliciete steunpilaren duidelijk in het vizier, net omdat ze verdedigd moeten worden. Daarom is de studie van het luxe modesysteem vandaag de dag zo interessant!”

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen