Net terug van een bezoekje aan de oncoloog. Ook al moet ik daar enkel voor een spuitje zijn, mijn hele lijf gaat in verzet als ik daarheen moet: ik word misselijk, moet vaak naar het toilet en mijn hartslag schiet de hoogte in.
Begin 2015 kreeg ik namelijk de diagnose van borstkanker. Na weken van herhaaldelijke onderzoeken en specialisten die me op het hart drukten dat er waarschijnlijk niks aan de hand was, kletste die diagnose als een natte dweil in mijn gezicht. Mijn eigen statistische analyse bracht me ook al snel de zekerheid dat het niks zou zijn. Ik had enkele weken ervoor eerst een collega en daarna een vriendin verloren aan borstkanker. Dit rare gevoel in mijn borst zou ongetwijfeld hypochondrie zijn.
Maar helaas. Een amputatie volgde. Het vreselijke nieuws was de eerste klap, de aanblik van mijn nieuwe, gehavende lichaam de tweede. Wekenlang kon ik het niet aan te douchen of mezelf te bekijken in de spiegel. De aanblik wende uiteindelijk, ik aanvaardde de verminking en ondertussen onderging ik zelfs al succesvol een borstreconstructie.
Mijn kinderen aaiden mijn kale knikker en lachten er lief mee.
Amper bekomen van de operatie startte de chemokuur. Het leek een onbeklimbare berg waar ik over moest. Na de eerste sessie was ik verbaasd over het gemak waarmee ik de medicatie onderging. Oké, ik had slechte momenten van misselijkheid, vermoeidheid en ja, ook mijn haar viel uit. Met een pruik voelde ik me net Barbie, bovendien was ik bang dat het gevaarte zou scheefzakken in het bijzijn van een groot publiek. Ik koos dus voor een comfortabel mutsje waarbij het voor iedereen duidelijk was wat er met me aan de hand was. Mijn kinderen aaiden mijn kale knikker en lachten er lief mee. Mijn lieve echtgenoot was mijn steun en toeverlaat en vond het heimelijk zelfs aantrekkelijk me ‘overal’ kaal te zien.
Uiteraard had ik ook dipjes. Ik miste mijn job waar op dat moment allerlei interessante veranderingen gebeurden die ik mee vorm wou geven. Collega’s kwamen gelukkig op bezoek om me te briefen. We hadden goede, diepgaande gesprekken, die je op de werkvloer niet voert. Oude vrienden doken op om me te steunen, verre vrienden brachten maaltijden om mij en mijn gezin te voeden en werden goede vrienden. Bloemenwinkels uit de wijde omtrek vinden me nu moeiteloos want het aantal afgeleverde boeketten met steunkaartjes was ontelbaar.
Nog in volle behandeling begon ik aan een revalidatieprogramma in het ziekenhuis. Ik ging weer fietsen en stappen om mijn conditie snel op peil te krijgen.
Dat verliep prima. Het probleem waar ik nu nog mee kamp, zit dan ook niet in mijn lijf, maar in mijn hoofd. Het is de angst voor kanker.
De kanker heeft zich in mijn hoofd genesteld. Omdat ik niet weet wat de oorzaak was, blijf ik denken dat het weer terug kan komen.
5 augustus 2015 stond met stip in mijn agenda als de dag dat alles achter de rug zou zijn. Dan was mijn laatste bestraling voorbij en kon ik mijn oude leven weer oppakken, dacht ik. Zo ziet het er ook uit: ik heb een dikke bos donkere krullen, ik werk weer, fiets rond, plan vakanties, run mijn huishouden, heb een leuk sociaal leven en doe alles wat mijn leeftijdsgenoten doen. Helaas heeft de kanker zich in mijn hoofd genesteld en beheerst het soms mijn leven.
Ik blijf me afvragen waarom ik als jonge, gezonde vrouw borstkanker kreeg. Volgens de literatuur behoor ik niet tot een risico-groep. Omdat ik niet weet wat de oorzaak was, blijf ik denken dat het weer terug kan komen. Mijn schrik voor herval is zo groot.
Tijdens de behandeling kreeg ik het boek ‘Antikanker’ cadeau. Ik hoopte daarin tips te vinden om gezond te blijven. Helaas moest ik het boek gefrustreerd wegleggen, want de lijst van do’s en don’ts is overweldigend. Ik koos voor een paar quick wins: ik laat deo achterwege en gebruik alleen iets uit de natuurwinkel als de nood het hoogst is (sorry hiervoor aan mijn gezelschap), eet bijna geen suiker meer, koop vooral bio-producten om schadelijke stoffen te vermijden, laat geen plastiek flessen of potjes opwarmen, … Ik probeer vaker groene thee te drinken en broccoli te eten, geprezen om hun uitzonderlijke voedingswaarden (maar zeker niet de favoriete groente van mijn kinderen). Daarbij vraag ik me af hoeveel liters groene thee of hoeveel kilo’s broccoli ik nodig heb om gezond te blijven.
Uiteindelijk kun je niet alles altijd onder controle hebben.
Ik vraag me af hoeveel liters groene thee of hoeveel kilo’s broccoli ik nodig heb om gezond te blijven.
Wat met al die onheilsberichten over wat er allemaal schadelijk is en kankerverwekkend zou zijn? Zo is de luchtkwaliteit in Antwerpen barslecht door fijn stof. Mijn kantoor ligt aan één van de meest vervuilde straten. Op de fiets adem ik dagelijks fijn stof in. Wat nu? Adem inhouden, een gasmasker dragen?
Alcohol zou zelfs bij de minimaalste innames al kankerverwekkend zijn, vooral voor vrouwen. Het weekend inzetten met een gin tonic of een glaasje bubbels is er dus niet meer bij. Als je ook gesuikerde drankjes schrapt, schieten er nog bitter weinig gezelligheidsdrankjes over.
In een boek van Pascale Naessens las ik dan weer dat het gezond is om af en toe een glaasje alcohol te nuttigen. Olijfolie daarentegen kun je beter niet gebruiken om te koken omdat de opgewarmde olie, ja ja, kankerverwekkend kan zijn.
Bij zo’n zaken knettert het helemaal in mijn hoofd. Ik weet niet meer wat ik wel of niet moet doen en laten om mijn lijf gezond te houden. De obsessie heeft me in zijn greep maar ik kan geen antwoorden vinden.
Ik besef dat ik enkel kan berusten in mijn onwetendheid, mijn trauma de tijd moet geven om te slijten en weer vertrouwen moet krijgen in mijn lijf.
Soms ebt de angst wat weg, bijvoorbeeld door te sporten, een leuke uitstap of een fijne avond uit. Maar ’s nachts heb ik af en toe vreselijke nachtmerries. In die dromen verschijnt mijn – in het dagelijkse leven overigens vriendelijke – oncologe als een soort heks met slecht nieuws, waarna verval en aftakeling wachten. Na zo’n nachtmerrie kom ik natuurlijk weer een artikel tegen over kankerverwekkende hormoonverstoorders in cosmetische producten, chemische stoffen in shampooflessen en lijkt het alsof kanker me uit elke donkere hoek beloert.
Laatst had ik bijna twee oude besjes uitgescholden. De dames vroegen me bij de uitgang van de Delhaize: ‘Mevrouw, wilt u misschien de kankerpatiëntjes steunen?’, waarbij ze me een pakketje wenskaarten wilden verkopen. De vraag had zo’n impact op mij dat ik helemaal agressief werd. Gelukkig wist ik snel iets te mompelen en mezelf tot kalmeren te dwingen.
Het bewees nog maar eens hoe diep de kanker zich in mijn brein heeft genesteld.
Ik besef steeds meer dat ik enkel kan berusten in mijn onwetendheid, mijn trauma de tijd moet geven om te slijten en weer vertrouwen moet krijgen in mijn lijf. Want alle stress die ik mezelf aandoe, is volgens gespecialiseerde literatuur – uiteraard – kankerverwekkend!
Vanuit die berusting klink ik toch maar even op het leven, in goed gezelschap, met een klein glaasje wijn en een bio-olijfje…
5 reacties
Zo goed geschreven.
Je maakt het heel tastbaar.
Dankjewel voor je eerlijke, openhartige verhaal.
Veel moed!!!
Beste Michèle,
Kanker treft inderdaad je hele zijn. Zodra je door je behandelingen heen bent (o, wat was je een ferme madam), begint het mentale pas echt op te spelen (alles is toch achter de rug nu?). Ook ik maak me zorgen over de toekomst. Wat als die verdomde tumor terugkomt? Wat als ik helemaal niet oud en wijs mag worden? Ik tracht gezond te eten, te bewegen, te onthaasten. Maar ik weiger me te laten meeslepen door al die do’s en don’ts.
Als ik merk dat mijn molen overuren draait, dan dwing ik mezelf terug naar de simpele basisgedachte: “Ik leef, hier en nu!” Als een mantra herhaal ik dit zinnetje tot ik me weer opgepept voel. Misschien helpt het voor anderen ook?
Dus, Michèle, ik klink mee met een (grote!) mojito ter hand en wat borrelnootjes (what the heck). Op ons en al wie tegen dezelfde demonen opbokst!
Die angst is er niet alleen bij kanker, maar ik vermoed bij zowat elke ingrijpende gebeurtenis, en zeker ziekte. Mijn man belandde vorig jaar in het ziekenhuis, na maanden gestaag achteruitgaan, vermoeider worden, niets meer kunnen en geen oorzaak vinden. Voor twee dagen uitgebreide controle. Pas dik vier weken, een hoop antibiotica en een spoedoperatie aan het hart later was hij weer thuis: endocarditis of ontsteking aan de hartklep. Hij was toen 41, twintig tot dertig jaar jonger dan de andere patiënten op de afdeling hartchirurgie. En ja, hij is intussen goed hersteld en kan/mag zowat alles weer. Maar hij zit wel met levenslange medicatie waardoor dat ‘alles’ qua voeding weer relatief wordt. En ja, we zijn heel blij dat het niet erger is. Maar die angst, he. Het komt heel zelden voor, endocarditis. Pech, een bacterie die toevallig in je lijf terecht komt en zich toevallig op de klep genesteld heeft. Pech heb je niet in de hand, dus het kan gewoon opnieuw gebeuren. Je kunt wel iets doen om het te voorkomen, maar een garantie heb je niet. En die angst, die blijft. Soms heel aanwezig, soms zit die in een hoekje stilletjes mee te kijken om dan ineens als een duiveltje uit een doosje naar omhoog te springen. Ik was niet de zieke, maar ik heb het allemaal zien gebeuren: mijn geliefde zien afglijden, naar de operatiekamer zien rijden, hem op intensieve bezocht, alle doktersbezoeken meegemaakt. Het was de akeligste periode van mijn leven. Je loopt een trauma op, want je wordt keihard met je eigen sterfelijkheid en/of die van je geliefde geconfronteerd. Dat is hard, en dat is niet zomaar meteen ‘voorbij’ als je lijf genezen wordt verklaard …
Wat een eerlijke en verfrissende getuigenissen. Dank je wel! Ik heb nood aan eerlijke getuigenissen van vrouwen in dezelfde situatie als ik. Het troost om te weten dat je sterk kunt zijn maar toch af en toe hard op kunt zeggen dat het allemaal *#%&” is. Zelf heb ik al 2,5 jaar borstkanker. Het was ook waarschijnlijk niks en het bleek na chemo en bestraling toch uitgezaaid te zijn in mijn botten; dat is niet te genezen, maar wel onder controle te houden, meestal. Hoe hou je dat monster in bedwang? Juist eten, geen suiker, veel sporten? Als dat zou werken,… Of al die alternatieve dokters? Hoe weet je nu waarheen. Ik heb ontelbare telefoons en links gekregen met mirakel verhalen/dokters/behandelingen/diëten…
Wat doe je als je bloedresultaten voor de zoveelste keer slecht zijn en je gewoon moet wachten tot de volgende scan of bloedname om te weten of het nu echt slecht nieuws is en het ergens zit waar je ze een einddatum geven? Je staat erbij en je kijkt ernaar als een koe die naar een aankomend treinongeluk kijkt. Ik kom nu veel mensen tegen die ‘leven met kanker’, waar het zogenaamd een chronische aandoening is. Toch is het onuitstaanbaar vervelend om niet te weten wanneer je noodlot gaat toeslaan. Ik heb nood aan een houvast, om te weten hoe ik zo moet leven. Het is een moeilijk evenwicht om te vinden. Doe ik aan struisvogel politiek en gaat het leven zijn gang of moet ik aan mijn bucketlist beginnen en die zo snel mogelijk afwerken? Ik probeer in ieder geval niet te veel tegen mijn zin te doen en wat beter stil te staan bij het leven. Je kindjes extra knuffelen, al die lieve vrienden koesteren en je leven invullen met dingen die voor jou belangrijk zijn ( de juiste job, die ene hobby en dat avondje uit en niet al die andere dingen die je doet om mensen plezier te doen waar je zuchtend naartoe gaat).
En af en toe het juiste artikel lezen dat je weer wat moed geeft. Laten we elkaar op de hoogte houden als iemand het geheime recept heeft gevonden. Veel moed allemaal!
Dit verhaal komt me herkenbaar voor. Alleen hield het bij mij niet op na een operatie en acht maand chemo. Bij elke controle testte ik terug positief, inmiddels had ik reeds vier operaties en wacht ik op een nieuwe chemokuur waarvan de effectiviteit bewezen is met 0%.
Vaak blijf ik er behoorlijk zen bij, maar bij het minste lichamelijk signaal sla ik in paniek, bij elk doktersbezoek verlies ik de controle over mijn hartslag. De angst is vaak erger dan de kanker zelf.
Ik interesseer me al heel mijn leven in gezonde producten, at vooral bio, groenten, fruit, bijna geen vlees. En toch kreeg ik een zeldzame dunnedarmkanker, die de dokters niet echt weten te behandelen.
De dokters wijzen me er op dat er tussen de meeste kankers en voeding geen oorzakelijk verband te vinden is. Maar toch lees je steeds opnieuw artikels in de media over gezonde voeding die kanker zouden kunnen voorkomen. Dit geeft je een gevoel dat je kanker in de hand hebt. Sommige mensen geven me belerende tips over gezonde voeding, alsof hen dit niet zou kunnen overkomen en ze mij nog veel te leren hebben. Dit is pijnlijk.
Ik word steeds bozer op kanker-artikels die gebaseerd zijn op “wetenschappelijke” studies. Nooit wordt in deze artikels aangegeven hoeveel procent bewijskracht er is. Soms is het effectieve procent miniem. Maar een overtuigende krantenkop als “Ginseng is een wonderproduct” klinkt interessanter dan “In de studiegroep van mensen die dagelijks ginseng gebruiken, kreeg 5 procent minder kanker”.
De artikels geven je de valse geruststelling dat je zelf alles in de hand hebt, maar ons leven is een mysterieuze puzzel van toevallige gebeurtenissen die je kan proberen sturen, maar je in eerste instantie moet aanvaarden.
Er is een duidelijk verband tussen longkanker en roken, ook is er een verband tussen rood vlees en dikke darm, maar bij de meeste kankers weten we het niet. Onze hersenen zijn voorgeprogrammeerd om bij elke tegenslag een oorzaak of schuldige te zoeken, maar misschien zijn de dingen gewoon zo omdat ze zo zijn.
Ik heb het gevoel dat een gezonde levensstijl me helpt me om algemeen fit te blijven, de behandelingen te doorstaan, maar niet om de kanker uit mijn lijf te houden, dat staat er precies los van.
Ik heb in elk geval geleerd om meer in het nu te leven, te genieten van elk moment!