Wie mij kent weet dat ik sinds mijn zestiende op dieet ben. Dat is bijna mijn halve leven. In het zesde middelbaar raakte ik meer dan tien kilo kwijt door een strikt regime van rijstkoeken en light confituur. De aanleiding? Opmerkingen als: “Hebben ze je op de klasfoto aan het andere uiteinde van die (dikke) leraar gezet om de bank in evenwicht te houden?” Ik schaamde me voor mijn lichaam en dus viel ik af. Op mijn negentiende was ik op mijn slankst: 72 kilo voor 1 meter 81. Ik zat ergens tussen een maat 40 en 42. Wanneer ik foto’s van toen zie, kan ik niet geloven hoe goed ik eruit zag. En toch vond ik mezelf niet mooi. Ik vond mezelf lelijk en dik. Ik schaamde me nog altijd, zelfs al had ik BMI-gewijs een gezond gewicht. Het studentenleven gooide er weer wat kilo’s aan, tot mijn toenmalige lief er opmerkingen over begon te maken. De paniek én de schaamte sloegen toe. Tien jaar en minstens even veel jojodiëten later schurk ik aan tegen het hoogste gewicht dat ik ooit al ben geweest. Ik vind mijn lichaam lelijk. Ik ben dik.
Ik maak bewust een opdeling tussen de termen lelijk en dik, want daar wil ik het eigenlijk over hebben. Dat ik mezelf lelijk vind, zit tussen mijn oren, maar hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik besef dat een deel van het probleem ook buiten mezelf ligt.
Volgens Van Dale is ‘dik’ een bijvoeglijk naamwoord met de volgende betekenis: ‘niet dun’ of ‘van aanzienlijke omvang’. Een adjectief als een ander, zoals groot of klein of smal of groen of driehoekig. En toch.
“Waarom kan je niet én dik én mooi zijn? Waarom kan dik niet gewoon de objectieve bepaling zijn die het is?”
“Je bent toch niet dik, je bent mooi!” Goedbedoelde uitspraak, dat wel, maar een essentieel onderdeel van het probleem. Ja, ik ben dik. Daar kan je niet omheen. Billen als poutrellen, armen als gendarmen, veel volk in de statie, een achterste als een broodmand. Het West-Vlaams kan de dingen des levens toch heerlijk plastisch formuleren. Ik kan het negeren zo veel ik wil, maar het is wel zo. En aangezien ik groot ben kan ik me al helemaal niet verstoppen. Maar waarom zou dat moeten? Waarom kan je niet én dik én mooi zijn? Waarom wordt schoonheid bij dikke mensen altijd beperkt tot ‘je hebt mooi haar’ of ‘je hebt een leuk gezicht’? Waarom kan dik niet gewoon de objectieve bepaling zijn die het is?
Ik heb een geweldige huisband die zegt dat ik mooi ben. En grappig. En intelligent. En handig. En een prinses in de keuken en een godin op heel wat andere plaatsen. Als ik alleen bij hem ben, geloof ik dat. Soms. Maar in het dagelijkse en professionele leven is dat heel wat lastiger. En nee, je zelfwaarde zou niet mogen afhangen van wat anderen denken, maar laten we eerlijk zijn. Wie dik is, is nooit alleen maar dik, maar ook lui, een veelvraat en nog heel wat andere clichés. Wie dik is moet zich schamen, want dikke mensen doen pijn aan de ogen. Of zoiets. Ik wil hier trouwens niemand dwingen om dikke mensen mooi te vinden, schoonheid is subjectief. Maar dik én mooi zijn is op dit moment nauwelijks een optie.
“Ik denk niet dat vrouwen met overgewicht op straat lopen met hun mond vol taart terwijl ze roepen: “Word dik! Het is fantastisch!””
Er zijn heel wat geweldige vrouwen die opkomen voor body positivity. Iemand die 120 kilo weegt zou even veel waard moeten zijn als iemand die 80 of 60 of 40 weegt. Ik heb het dus niet over skinny shaming, nee. Magere vrouwen hebben ook absoluut geen boodschap aan uitspraken als “Eet toch eens wat meer!” of “Echte vrouwen hebben vormen!” Wat ik nu zeg, kan voor sommige mensen schokkend zijn, maar dat gewicht doet niet ter zake. Omdat gelukkig zijn met jezelf het belangrijkst is.
Wanneer vrouwen met overgewicht in de media komen, worden ze opgevoerd als rariteiten. Het gesprek gaat altijd over hun gewicht, niet over hun talenten of hun verwezenlijkingen. Ze krijgen ook vaak het verwijt dat ze obesitas promoten. Ik denk nochtans niet dat ze op straat lopen met hun mond vol taart terwijl ze roepen: “Word dik! Het is fantastisch! Iedereen dik! Vet vet vet vet vet, yeeeeaaaaaahhhhh!”
“Het zou ongelofelijk verfrissend zijn om eens een dikke vrouw te zien die over iets anders mag praten dan haar gewicht.”
Al te vaak wordt de gezondheidskaart getrokken. “Weet je wel hoeveel mensen als jij de sociale zekerheid kosten?” “Ik zeg het alleen omdat ik bezorgd ben om je gezondheid!” “Als je je leven niet verandert, heb je binnen tien jaar diabetes!” Ik denk in alle eerlijkheid dat ik na al die diëten meer weet over de principes van gezond eten dan mensen die nog geen nacht hun slaap hebben gelaten over hun gewicht. En bovendien is het ook niet relevant. Wanneer ik naar het nieuws kijk, wil ik horen wat voor nieuws er is en zit ik me niet af te vragen hoe het met de gezondheid van het anker is gesteld. En dan nog dit: schaamte heeft nog nooit iemand gezonder gemaakt.
Er wordt in ons land wel degelijk aan de weg getimmerd, dankzij vrouwen als model Marianne Nykjaer, visagiste Sabine Peeters of auteur Anke Wauters. Zij komen op voor zelfliefde, maar worden vaak gereduceerd tot postermeisjes van de vrouwen met overgewicht. Het zou ongelofelijk verfrissend zijn om eens een dikke vrouw te zien die over iets anders mag praten dan haar gewicht.
Waar blijft die grappige, intelligente tv-presentatrice met een maat 48? Die it-girl van 100 kilo? Waar zijn de diepte-interviews-met-veel-grote-foto’s met jong talent dat toevallig ook overgewicht heeft? Wanneer een hoofdrol in een politieserie voor een vrouw van formaat, zonder dat het een persiflage op Fat Sweaty Coppers wordt? Zijn ze er niet omdat er geen getalenteerde mensen met overgewicht zijn? Omdat ze geen kansen krijgen? Of omdat ze ervan uit gaan dat ze toch niet in aanmerking komen? Wat het ook is, het steekt me dik tegen.
En nu kom ik van mijn appelsienkist af, straks zak ik er nog door.
8 reacties
En weet je wat treffend is? Kinderen kunnen dat wel, iemand dik zien en dat niet gelijk stellen met lelijk. Ik kom elke week in de kleuterklas. En daar wordt al eens gezegd dat de juf een dikke poep of een dikke buik heeft, maar daar krijg ik evenzeer te horen dat ik “zo mooi ben vandaag” of dat “ik een hele mooie broek heb” of “mooi haar”. Daar is ‘dik’ gewoon een adjectief zonder negatieve bijklank. Dan hoop ik altijd uit het diepste van mijn ziel dat die kids die heldere kijk mogen behouden, voor zichzelf en voor anderen. Waar gaat het toch mis?
Wat mij betreft mag de media overspoeld worden door mensen die iets te vertellen hebben of erg goed zijn in iets, maakt niet uit hoe ze eruit zien. Uiterlijke schoonheid wordt naar mijn bescheiden mening veel te hard als een soort waarde gezien terwijl het eigenlijk weinig bijdraagt aan een inhoudelijk discours. Komt daarbij wat media laat zien ons sterk beÏnvloedt in wat al dan niet mooi is. Dus graag meer mensen die afwijken van uiterlijke idealen en meer focus op inhoud. Véél meer aub.
Als antwoord op je laatste vraag denk ik aan de Amerikaanse actrice Melissa McCarthy: http://www.imdb.com/name/nm0565250/. Goed voorbeeld?
Ik ben het absoluut eens met wat je allemaal schrijft! Ik ben dik, en ik vind mezelf ook mooi. Mag ik dat van mezelf zeggen? Ik vind van wel. Mooi is trouwens relatief, niet iedereen vindt dezelfde kenmerken mooi. Ik kan niet controleren hoe andere mensen over mij denken (met vooroordelen enal), maar ik kan wel controleren hoe ik over mezelf denk. En zolang ik met mezelf kan leven, kan het mij geen barst schelen wat andere mensen over mij denken. #teamilikemyselfforthewin
Touché Lou. Maar je reactie verwart me. Je lijkt in te gaan tegen al te wollige (en valse) praatjes alsof iedereen mooi kan worden bevonden. Er is wel degelijk zoiets als ‘algemeen erkend en onveranderlijk lelijk’. Ik ben het met je eens.
Dat is hard. Een onzinnige ongelijkheid. Bruut geweld vanwege Heks Natuur.
Maar waar wil je naartoe met je reactie hierboven? Dat er in de plaats van mediaoptredens zoals die van Sieglinde, waar een best mooie, niet-pokdalige of lodder-ogige portretfoto onder wordt gezet, ook ruimte wordt gemaakt in onze visuele media voor manifest lelijke mensen?
Ik vind jouw uitspraak (hoorde je net ook op Radio 1) “Waarom staat dik gelijk aan lelijk” kwetsend voor lelijke mensen zoals ik. Ja, ik heb een normaal gewicht (niet te dun, niet te dik), maar ik ben lelijk en daar ben ik ook absoluut niet blij mee. De laatste tijd heb ik de indruk dat zowat heel bloggend Vlaanderen een “gewichtsprobleem” heeft en daar zijn zegje over wil doen. Telkens wordt dan aangehaald dat dik toch niet per definitie lelijk is, waar ik het alleen maar mee eens kan zijn. Er zijn mooie en lelijke dikke mensen en mooie en lelijke dunne mensen. Ik voor mijn part zou er wat voor over hebben om dik en mooi of dun en mooi te zijn…
Touché Lou. Maar je reactie verwart me. Je lijkt in te gaan tegen al te wollige (en valse) praatjes alsof iedereen mooi kan worden bevonden. Er is wel degelijk zoiets als ‘algemeen erkend en onveranderlijk lelijk’. Ik ben het met je eens.
Dat is hard. Een onzinnige ongelijkheid. Bruut geweld vanwege Heks Natuur.
Maar waar wil je naartoe met je reactie hierboven? Dat er in de plaats van mediaoptredens zoals die van Sieglinde, waar een best mooie, niet-pokdalige of lodder-ogige portretfoto onder wordt gezet, ook ruimte wordt gemaakt in onze visuele media voor manifest lelijke mensen?
Ik herken je reactie. Als puber was ik graatmager, maar ook echt niet knap. Als ik dan dingen las dat het probleem van het schoonheidsideaal ’te magere modellen’ waren, en er gejuicht werd als Dove met iets vollere maar superknappe vrouwen adverteerde, dan voelde ik me ook erg alleen.