Vlaamse vrouwen met talent en leiderschapskwaliteiten bereiken zelden de top. In deze reeks vraag ik tien inspirerende vrouwen die vandaag topposities bekleden, waarom dit nog steeds zo is en hoe dat beter kan. En ook: hoe denken zij dat de wereld eruit zou zien met meer vrouwen op sleutelposities?
Anne Chapelle bekijkt het debat rond vrouwelijk leiderschap kritisch. De vraag of er meer vrouwen aan de top moeten is voor haar niet relevant. “Ik wil slimme, volhardende mensen aan de top. Wie talent heeft en er wil geraken, die moet er alles aan doen om zijn doel te bereiken, man of vrouw.”
De genderkwestie is passé
Ze wordt in internationale modekringen wel eens de ‘godmother’ van de fashion-industry genoemd. Want Anne Chapelle staat al 23 jaar aan het hoofd van bvba 32. Wat eerst een vriendendienst was voor mode-ontwerpster Ann Demeulemeester, groeide in korte tijd uit tot een ijzersterk bedrijf waaronder de labels van Haider Ackerman, Ann Demeulemeester en sinds kort ook het eigen jonge huismerk UCWHY gehuisvest zijn. Anne ondersteunt gevestigd en jong modetalent. Ze houdt daarbij vast aan de basiswaarden van het bedrijf: authenticiteit en kwaliteit. “Anne is heel gedecideerd,” zegt haar assistent Martijn. “Maar ze toont ook veel openheid en emotionaliteit naar haar werknemers toe.”
“In mijn job ervaar ik dat mannen en vrouwen anders denken en handelen. En dus elkaar aanvullen en inspireren.”
Anne hoort hem praten en lacht. “Martijn kent me goed. Ik vind het fijn om met hem samen te werken. In mijn job ervaar ik dat mannen en vrouwen anders zijn, dat ze anders denken en handelen. En dus kunnen we elkaar inspireren en aanvullen. Zo is het ook met Martijn. Hij is rationeler, ik ben emotioneler, waardoor we elkaar bestuiven en op een middenweg terecht komen.”
Maar daar houdt een gesprek over ‘gelijkheid dan wel ongelijkheid’ tussen man en vrouw wel op. Voor Anne zijn mannen en vrouwen, zeker wat leiderschapsposities betreft en hoe er te geraken, over dezelfde kam te scheren. “We mogen vandaag geen stigma creëren rond gender en te conservatief vasthouden aan discussies rond emancipatie. Iedereen maakt zijn eigen weg, zowel mannen als vrouwen. Ik geloof sterk in de mens en ik ben ervan overtuigd dat de mens in staat is om veel zelf te veroorzaken. Voor mij draait een debat over talent en ambitie om individuen. Er moet in mijn ogen geen bijzondere aandacht gaan naar extra kansen voor vrouwen. Verandering begint bij jezelf, in welke cultuur dan ook. Als je wil gedijen in wat gangbaar is, dan gedij je. En anders zorg je ervoor dat er iets beweegt. Iedere vrouw maakt die keuze zelf.”
“Onze tieners en twintigers moeten nadenken over wat ze in hun leven het liefste zouden doen.”
“Ik begrijp dat niet alle vrouwen carrière willen maken. Sommige vrouwen worden liever directeur van hun gezin of willen een rustige job. Dat vind ik een even mooi doel als een topfunctie in het bedrijfsleven of de politiek. Het lijkt mij in de eerste plaats belangrijk dat vrouwen en ook mannen weten wat ze willen. Opvoeding is essentieel. Onze tieners en twintigers moeten nadenken over wat ze in hun leven het liefste zouden doen. Dan kijken ze wat ze in hun rugzak van hun ouders hebben meekregen en hoe ze zichzelf kunnen bijsturen om hun doel te bereiken. Ze moeten informatie zoeken en goede coaches. De genderkwestie is daarbij volgens mij niet relevant. De zelfbewustheid waarmee alle kinderen, ongeacht hun geslacht, door hun ouders en via het onderwijs opgevoed worden, dàt is relevant.”
“Laat kinderen en jongeren zoveel mogelijk ontdekken, zodat ze bijleren en zich bewust worden van zichzelf en de ander. Zodat ze weten wat ze willen en ze in staat zijn om de lucht voor een ander te laten bestaan zodat iedereen zijn eigen ambities kan volgen. We hebben in onze samenleving mensen nodig met hersenen, mensen met handen, mensen met goede wil, en we hebben vraagstellers nodig. Niet iedereen wil de kar trekken, sommige willen er op zitten en weer anderen willen duwen. Iedereen is nodig. En welke weg iemand zoekt, is up to him or her.”
“Een vrouw die hogerop wil, moet daar goed over redeneren, ze moet in discussie gaan, de confrontatie durven aangaan.”
“Wie de kar uiteindelijk wil trekken, die mag niet bang zijn,” benadrukt Anne. “Als een vrouw de top wil bereiken moet ze alles uit haar valies halen om er te geraken. Ze moet kunnen zien waar haar talent ligt, wat haar capaciteiten zijn en wat ze er mee doet. Wie ben je, wat wil je, wat is je intellectueel en pragmatisch bereik, kan je een grote visie hebben en buiten je comfort zone treden? Een vrouw die hogerop wil, moet daar goed over redeneren, ze moet in discussie gaan, de confrontatie durven aangaan. Als haar opponenten mannen zijn, moet ze proberen om in hun schoenen te staan en te bedenken hoe die mannen redeneren. Ze denkt probleemoplossend. En zo groeit ze. Ze groeit met de mogelijkheden die ze heeft en iedere vrouw maakt zelf uit hoe ze daar mee omgaat. Net als iedere man.”
Kiezen voor een ambitieus plan
Anne trekt meteen de parallel tussen de door haar opgesomde opvoedingsprincipes en haar bedrijf. “Want dit bedrijf is als een gezin. Ik kijk wat er gebeurt, wie er in mijn team zit en ik neem maatregelen en beslissingen zodat iedereen kan groeien. Ik blijf als leider van mijn team benadrukken hoe belangrijk zelfbewustzijn en kennis zijn, daarover moeten mijn mensen blijven nadenken. Werknemers komen hier binnen in een wereld van vrijheid. Ze kunnen zijn wie ze zijn, maar ze mogen de anderen niet belemmeren. Ik wil geen blokkades. Als ik die kleine oase van bescherming kan geven is het goed, want dan groeien mensen tot waar ze willen en kunnen. Ik begeleid hen daarin.”
“Je bent of directeur van je bedrijf, of directeur van je huisgezin.”
“Als een jonge vrouw met visie en talent bijvoorbeeld hogerop wil, is dat haar beslissing die ze voor zichzelf moet aanvaarden. Maar ik bereid die stap samen met haar zorgvuldig voor. Ik verwittig haar over de tijd die ze zal moeten vrijmaken. Mijn bedrijf moet niet plooien naar de gemoederen van haar gezin. Als ze kiest voor een ambitieus plan, dan moet ze daarvoor staan. Dan moet ze inleveren. Dan gaat ze niet om 17 uur naar huis, dan gaat ze niet naar de winkel, dan gaat ze niet vaak meer op restaurant. En thuis lost ze het zelf op. Daar moet ze evenwicht vinden met haar partner, familie en nanny’s. Ze moet bewust weten waar ze voor staat. Anders werkt het niet. Je bent of directeur van je bedrijf, of directeur van je huisgezin. Het gaat om haar keuzes en de manier waarop ze die keuzes organiseert. Wij helpen onze jonge werknemers om daarover na te denken. Er kan een jaar voorbereiding aan een promotie vooraf gaan.”
Geen quota voor vrouwen, maar voor slimme mensen
Anne heeft een sterke persoonlijkheid. Ze gelooft in zichzelf en ze is er ook van overtuigd dat iedereen die daarvoor kiest zelfbewustzijn en doorzettingsvermogen kan ontwikkelen. Vrouwen kunnen in haar ogen even makkelijk ambities najagen als mannen. Ze gelooft dan ook niet in quota om meer vrouwen verplicht op politieke lijsten of in topfuncties te krijgen. “Ik vind het een heel slecht idee om op te leggen hoeveel vrouwen er aanwezig moeten zijn in een raad van bestuur. Stel dan eerder quota over hoeveel slimme mensen je in je bestuur wilt.”
Wanneer ik haar vraag waarom we ondanks haar geloof in de zelfredzaamheid van vrouwen aan de top nog nooit een vrouwelijk premier hadden, antwoordt ze rustig: “Omdat het misschien tot nu niet de keuze van een vrouw was om premier te worden. Is het een doel om een vrouwelijke premier te hebben? Ik vind van niet. Ik wil de slimste premier die de beste keuzes voor mijn land maakt. Tot nu toe was dat blijkbaar geen vrouw. Pas op, het premierschap is geen simpel beroep. Je moet rationeel kunnen denken, je moet heel hard werken, je moet het aankunnen. We onderschatten soms heel erg wat de inhoud van de stoel betekent. Er staan ook niet veel vrouwen aan het hoofd van bedrijven in de mode-industrie. Het lijkt een glamoureuze industrie, maar het is een keiharde business waar je klokje rond werkt. Als ik vandaag twee kleine kinderen zou hebben, zou ik dat zeer moeilijk met mijn job kunnen verenigen.”
“Net onder de top, waar de echte sturing zit, zetelen echt wel vrouwen. En dat is goed.”
Anne zegt verder dat ze dan wel niet gelooft in een voorkeursbehandeling voor vrouwen, maar dat ze wel een groot voorstander is van gedeeld leiderschap. “Een leider wordt geleid door de mensen onder hem. Die groep moet gemengd zijn en in de realiteit is dat vaak ook al zo. Daar mogen we ons niet in vergissen. We hebben een vertekend beeld van hoe leiding in elkaar zit. Net onder de top, waar de echte sturing zit, zetelen echt wel vrouwen. En dat is goed. Want mannen denken rationeler, strategischer, minder in contact met hun gevoel. Vrouwen handelen wel volgens hun gevoel. Ze hebben vaak kinderen, dus ze kregen dat talent van nature uit mee. Als ik met iemand overleg, zeker met jonge mensen, dan voel ik mij verantwoordelijk tegenover hen, maar ook tegenover hun kinderen en hun families. Iemand krijgt bijvoorbeeld ook verschillende herkansingen in het bedrijf, we proberen zoveel mogelijk te begeleiden, want hun gezin hangt van hun inkomen af. Mannen denken daar rationeler over na. Mannen en vrouwen vullen elkaar dus heel goed aan. Als het er op aankomt luisteren mannen echt wel naar vrouwen en willen ze overleggen. Ze stellen wel kritisch in vraag in welke mate ze zich moeten laten leiden door die kruisbestuiving. Maar dat vind ik dan weer gezond.”
“Het voordeel dat ik als vrouw heb, is dat ik op twee manieren kan denken. Ik kan mij verplaatsen in een man, en ik kan denken als vrouw. Ik overleg, maar ik ben heel gedecideerd. Ik luister altijd naar argumenten. Ik wil leren van een ander, daar word je meer mens van. Mijn ratio mag niet primeren op mijn emotie, tenzij ik met een strategisch plan bezig ben. Dan draai ik op pure ratio en wilskracht, dan komt de man in mij naar boven. Tot ik dan weer met mensen overleg, dan schakel ik terug. Heel fascinerend. Ik blijf leren.”
Schrijf je reactie