Column

Boekenflop

Ann-Marie Cordia schreef een boek

Boekenflop

Mijn goede vriend: ‘Weet je hoeveel kennis X van zijn boek heeft verkocht?’

Ik: ‘Geen idee.’

Mijn goede vriend, een beetje kwaadwillig: ‘Ik denk dat ze bij zijn uitgeverij toch op meer hadden gerekend, nee? Zou dat geen flop zijn? Of nee, een flop, dat was jouw boek, zeker? (bulderlacht)’

Ik. ‘Mmmm.’

Auw.

Ik heb ooit een boek uitgebracht. Ik vertel dat met enige schroom. Omdat er minder dan duizend exemplaren van verkocht zijn. Hoeveel precies minder, weet ik niet.

Ik geef toe, ik heb dat aantal al wel eens verbloemd, als mensen me er iets over vroegen. Tegen de duizend, zeg ik dan. Maar eigenlijk waren het er maar een stuk of 800. Of was het tegen de 800?

Een flop dus, in termen van mijn eerlijke vriend. Naar Belgische normen normaal.

Altijd als ik terugdenk aan mijn boek, krijg ik soms een knoopje in mijn maag.

Ik word er nog op aangesproken. In het Leuvense.

‘Had jij niet zo’n boek geschreven?’

‘Ja.’

Soms komt er dan niks. Soms komt er dan een vraag. ‘Ging dat niet over…’

‘Mijn ex-lieven.’

‘Ah.’

‘En?’

‘En wat?’

‘Heb je daar geen spijt van?’

‘Nee, eigenlijk niet.’

Niet van het schrijven zelf. Omdat – ja, ik zeg dat zelf – het goed geschreven was. Het was allesbehalve rancuneus. Ik was mild voor mijn ex’en, zelfs de minder leuke. Het ging over de zoektocht naar liefde en hoe je je daar schromelijk in kan vergissen. Over volwassen worden of doen alsof. Over foute mannen en wat die zeggen over jou. Over onbereikbare mannen loslaten en denken dat je dan écht lief hebt. Over hoe je telkens probeert de fouten van je vorige relatie recht te zetten in je volgende. Over hoe zeldzaam goede onenightstands zijn en hoe je die moet koesteren.

Sommige dachten dat het een boek was over seks met senioren. Lach daar gerust mee.

Maar. Er is een grote maar.

Ik heb in feite wel spijt.

Spijt dat het niet beter heeft verkocht.

Spijt dat het die titel had, hoewel ik hem zelf had verzonnen. Ik werkte toen nog als eindredacteur op een krant en steek het daar op. Het was wel een goede krantenkop maar wie gaat er nu met dat boek naar de kassa stappen? Sommige dachten dat het een boek was over seks met senioren. Lach daar gerust mee.

Spijt dat ik niet meer inspraak had in het lettertype op de kaft en het ontwerp van de cover. Alsof het boek bedoeld was voor dertienjarigen, terwijl ik toch echt wel minstens op zestienjarigen mikte.

Spijt dat ik het niet heb uitgebracht in een tijd waarin sociale media helemaal waren ingeburgerd. Ik heb reclame gemaakt op Myspace, maar dat was niets in vergelijking met wat ik had kunnen doen op Facebook, denk ik soms. Mensen taggen, vrienden van vrienden die het hadden kunnen zien…

Spijt dat, hoewel mijn krant er een hele pagina aan heeft besteed, veel van mijn kennissen bij de media, toen ik hen een mail stuurde met het heuglijke nieuws van mijn boek, amper reageerden. Ik denk dat ze het toch een te gênant onderwerp vonden.

Spijt dat de regisseur die er misschien een film over wilde maken, er uiteindelijk niet genoeg in zag.

Ik denk dat mijn kennissen bij de media het toch een te gênant onderwerp vonden.

En dan blijf je met een hoopje boeken achter.

Daar had Jean-Paul Mulders, toen een collega bij de krant, me al voor gewaarschuwd. Ik denk dat ik toen een boek van hem cadeau heb gekregen. Hij had ook zo’n stapeltje. Ik was maar half aan het luisteren, op dat moment. Maar intussen heb ik nog een paar dozen vol staan in mijn kelder. Tegen inkoopprijs gekocht.

‘Is er dan geen voorstelling van je boek?’, vroeg de schrijver-ombudsman Tom Naegels me destijds toen ik vertelde dat ik een boek zou uitbrengen. ‘Dat zou toch moeten.’ Nee, dat hadden ze niet voorgesteld bij de uitgeverij. Misschien had ik toen al moeten weten dat ik niet zo’n schrijver zou zijn voor wie men boekenvoorstellingen zou organiseren. Maar kijk. Dankzij Van Halewyck mag ik nu toch al jarenlang naar de opening van de Boekenbeurs.

Als ik langs die standjes loop, moet ik altijd terugdenken aan dat ene uur dat ik zelf achter een tafeltje zat, naast Showbizz Bart – wat een lieve mens – en Yurek Onzia – idem dito.

Ik heb toen twee handtekeningen moeten zetten. Twee.

Schrijf je reactie

1 reactie
  • willem ouwerkerk says:

    maar er staat toch een leuke vogel op die doos. en kijk uit met onderlopende kelders, dan ben je alles kwijt. en gewoon doorschrijven.

Als journalist weigert Ann-Marie Cordia al vijftien jaar lang te kiezen tussen de serieuze schrijfsels, de curieuze en de amoureuze. Ze schreef al voor Het Laatste Nieuws, NINA, Goedele en De Morgen, maar haar ziel blootleggen doet ze alleen op Charlie.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen