Topgriet

“Wetenschap is voor mij een onuitputtelijke bron van informatie, inspiratie, schoonheid en troost”

“Wetenschap is voor mij een onuitputtelijke bron van informatie, inspiratie, schoonheid en troost”

Krijg je popcorn als de bliksem op maïs inslaat? Hoeveel weegt een wolk? Op de website Ikhebeenvraag.be, die 10 jaar bestaat, kun je zulke vragen stellen aan wetenschappers. Het jubileum wordt gevierd met een boek met de leukste en boeiendste vragen. Wij spraken met illustratrice Stephanie Dehennin die intensief aan het boek werkte en haar talent als illustrator combineert met een passie voor wetenschap.

Waarom wilde je dit boek zo graag maken?
“Toen mijn uitgever zei dat ze iemand zocht voor een boek over weetjes, wist ik dat het iets voor mij was. ‘Ik heb een vraag’ is een boek voor nieuwsgierige mensen. Het moet kleine en grote wetenschapsliefhebbers inspireren om zelf vragen te stellen en dingen uit te gaan proberen. Een mooi boek waar je iets van leert, aangevuld met kleine weetjes, citaten en activiteiten” 

Je illustreert ook voor internationale opdrachtgevers. Hoe is dat gelukt?
“Ik heb altijd al willen illustreren, maar dacht lang dat het niet mogelijk was. Ik heb dus een heel grillig parcours afgelegd: ik heb gestudeerd, gewerkt in de horeca en als ambulancier, ben daarna verpleegkunde gaan studeren. Allemaal met het idee van ‘ik moet iets nuttig doen’. Tot ik besefte dat ik rond de pot aan het draaien was. Ik ben illustratieve vormgeving gaan studeren en ben beginnen lay-outen bij de magazines, met af en toe een illustratie-opdracht on the side. De typische Vlaamse mentaliteit maande me aan om voor zekerheid te kiezen. Want van illustreren en kunst kan je niet leven, toch? Tot op het moment dat ik besliste dat ik niets anders meer wilde doen dan illustreren. Ik heb mijn portfolio samengesteld en rondgestuurd naar internationale agentschappen. Ik kreeg ongeveer 99 nee’s en één ja. Toen is de bal beginnen te rollen.”

Hoe combineer je je artistieke talent met je passie voor wetenschap?
“Ik heb een tijdje enkel illustraties voor kinderboeken gemaakt. Mijn interesse in wetenschap is er altijd al geweest, maar dan eerder als hobby. Tot ik een vorig jaar voor een opdracht voor de Zoo een doorkijkbeeld van een drachtige olifant moest tekenen. Dat wilde ik wel vaker doen.

Naast het tekenproces vind ik het leuk dat je altijd iets bijleert. Ook voor een kinderboek moet je research doen. Wanneer ik een tekening moet maken van een Pools kerstfeest of een boerderij in Iowa, moet ik opzoeken hoe dat eruit ziet. Als je wetenschappelijke illustraties maakt, is het belangrijk dat je alles juist hebt en erg complexe dingen heel duidelijk kunt maken. Dat heeft te maken met informatie synthetiseren én met vormgeving. Die combinatie vind ik geweldig.”

Je hebt je niche gevonden.
“(lacht) Ik denk het wel ja. Pas op, echt wetenschappelijk illustreren, da’s nog iets anders. Dat moet tot op de millimeter juist zitten. Want ik doe is populair wetenschappelijk; het moet toegankelijk en aantrekkelijk zijn. Het mag niet fout zijn, maar het is geen studiemateriaal.”

Je wil wetenschap aantrekkelijker maken?
“Ja. In het boek worden wetenschappers geportretteerd. Ik heb ervoor gekozen om hen voor te stellen als superhelden, als een soort Science League. Niet dat wetenschap een personencultus heeft, de wetenschappelijke methode zelf is de held in het verhaal.”

“Wetenschap is altijd een group effort en stopt nooit bij dat ene genie. Gelukkig maar.”

Hoezo?
“Wat ik zo cool vind aan wetenschap is dat je geen mensen verheerlijkt, je verheerlijkt het zoeken en vinden zelf. Neem bijvoorbeeld Kip Thorne, die samen met drie collega’s een Nobelprijs won voor de ontdekking van zwaartekrachtsgolven. Uiteraard is die man alle lof waard, maar hij heeft voortgebouwd op Einstein’s werk, die op zijn beurt Newton’s werk bestendigde. En Newton zei dan weer: “If I have seen further it is by standing on the shoulders of Giants.” Wetenschap is altijd een group effort en stopt nooit bij dat ene genie. Gelukkig maar.”

Je werkt ook mee aan Nerdland, de podcast van Lieven Scheire over wetenschapsnieuws. Wat moeten we ons daar bij voorstellen?
“Het format van Nerdland is een soort Extra Time, maar dan voor wetenschappers. In plaats van uitgebreid na te praten over voeltbalmatchen, bepaalde spelfases en transfers, bomen wij een uur door over de laatste ontwikkelingen in de wetenschap. Het leuke is dat iedereen zijn of haar eigen stokpaardje heeft. Mijn stokpaardjes zijn neurologie, medische wetenschappen en robotica. Je hoeft geen wetenschapper te zijn om de podcast te beluisteren, je hoeft zelfs geen wetenschapper te zijn om aan de podcast deel te nemen. Het is een nabeschouwing van wat er de afgelopen maand gebeurd is op wetenschapsgebied. We praten ook altijd veel te lang (lacht).”

Is er te weinig plaats voor wetenschap in onderwijs en de media?
“In het onderwijs komt er steeds meer plaats voor, kijk maar naar de STEM-richtingen. Ons onderwijs was altijd gericht op kennisoverdracht, maar nu zie je scholen die ervaringsgericht en projectmatig gaan werken, zodat kinderen zelf dingen gaan onderzoeken en bouwen.

“Wil jij als medium moeite doen om een juist artikel te publiceren dat mensen iets bijbrengt of wil je gewoon dat mensen het artikel lezen?”

In de media krijgt sport en cultuur vrij veel zendtijd of pagina’s in de krant, maar wetenschap komt minder aan bod. Er zijn de niche kanalen zoals Futurism, Wired Magazine of New Scientist, maar de ruimte tussen gespecialiseerde pers en mainstream media is een gigantisch onontgonnen terrein. Veel redacties proberen er wel iets mee te doen, maar krijgen de tijd niet om zich in een thema in te werken. Ze schrijven gewoon de persberichten over. Daardoor krijg je vervelende clickbait-titels als: “Van koffie leef je langer” en een maand later “Van koffie drinken ga je sneller dood”. Hoe komt het dat er over koffie al zoveel artikels zijn geschreven met allemaal een verschillende conclusie? Omdat journalisten vaak de publicatie niet lezen. Als ze dat wel zou doen, zouden ze zien dat de resultaten veel genuanceerder zijn. Maar de pers gaat kort door de bocht want het moet verkopen, mensen moeten klikken op een artikel. Ik vind dat media hun lezers onderschatten. Ze maken de informatie te gemakkelijk, te hapklaar, maar daarmee verdwijnen ook de nuances. Ik denk dat je dat net niet mag doen. ”

Hoe moet het dan wel?
“Het is je taak als journalist om iets heel moeilijk op een begrijpelijke manier uit te leggen. Ik denk dat het ook niet onmogelijk is om mensen te leren kritisch na te denken. Als het gaat om wetenschappelijk onderzoek, zijn er een aantal basisdingen die niet zo moeilijk zijn. Hoe groot is de sample size van een experiment? Wie hebben ze getest in een onderzoek? Als dat bijvoorbeeld 32 verpleegsters uit Ohio zijn, weet je dat de resultaten waarschijnlijk niet extrapoleerbaar zijn naar de rest van de wereld. Hoe hebben de onderzoekers iets gemeten? Is dat wel een goeie methode en wat is de foutenmarge daarin? En het verschil tussen causaliteit en correlatie, mensen, dat zouden we toch stilaan moeten weten. De vraag is: wil jij als medium moeite doen om een juist artikel te publiceren dat mensen iets bijbrengt of wil je gewoon dat mensen het artikel lezen?”

Hoe zit het met de positie van vrouwen in de wetenschap?
“Ze spreken over een leaky pipeline in plaats van een glazen plafond. Eigenlijk werken er best veel vrouwen in de wetenschap, in sommige takken zoals de medische wetenschap zelfs meer dan mannen. In onderzoekposities is er geen grote ondervertegenwoordiging van vrouwen, maar veel minder vrouwen schoppen het van onderzoeker tot professor of hoofdonderzoeker.

De reden daarvoor is dezelfde als in andere sectoren. Het moment waarop er verondersteld wordt dat je carrière gaat maken, valt samen met het moment dat je kinderen krijgt. De wereld van de wetenschappelijke publicaties is heel competitief. Er zijn altijd mensen die hetzelfde aan het onderzoeken zijn als jij, maar jij wilt eerst zijn. Je kan er dus niet zomaar een paar jaar uitstappen en weer instappen.

“Heel de set-up van onze carrières is gemodelleerd naar een mannelijk model.”

Een andere reden zou zijn dat mannelijke wetenschappers vaker een vrouw hebben die niet werkt of minder werkt. Vrouwelijke wetenschappers hebben voornamelijk een mannelijke wetenschapper als partner. En dan zit je met twee mensen die carrière willen maken en maar één iemand die zwanger wordt en moet bevallen.

Het zou vandaag echt mogelijk moeten zijn om carrière te maken én kinderen te hebben. Heel de set-up van onze carrières is ook gemodelleerd naar een mannelijk model. Daarnaast heb je ook de gebruikelijke dingen zoals misogynie op de werkvloer, niet serieus genomen worden, seksistische grapjes. Vrouwen hebben ook veel minder voorbeelden of rolmodellen. Het is niet zo dat vrouwen minder goed zijn in wiskunde, maar er wordt hen wel verteld dat wiskunde meer iets voor jongens is.”

Waarom ben je zo gepassioneerd door wetenschap?
“Voor mij is wetenschap een techniek, een methode om de fysieke wereld te begrijpen. Maar ook hoe je zelf werkt en hoe menselijke relaties werken, want psychologie is ook een wetenschap. Wetenschap is de uitvoering van nieuwsgierigheid en ik ben een heel nieuwsgierig persoon. Wetenschap is voor mij een onuitputtelijke bron van informatie, inspiratie, schoonheid en troost.”

Troost?
“Ja. Wanneer ik bijvoorbeeld iets lees over zwarte gaten en ik probeer dat te begrijpen, dan voel ik hoe nietig ik ben. Dan voel ik me klein in een grote wereld. Dat vind ik fijn, want dan heb ik het gevoel dat ik niet veel mis kan doen, want ik ben maar één klein persoon. If I screw up, that’s okay. Maar er zit ook een soort schoonheid in falsifieerbaarheid en meetbaarheid.”

Leg eens uit.
“Weten dat water kookt op 100 graden, hier toch, dat is een zekerheid. Dat is gewoon zo. Je kan het telkens opnieuw meten en je zal altijd op hetzelfde uitkomen. Dat vind ik ongelooflijk troostend. Geen eindeloos gebekvecht van ‘ik vind dat’ of ‘ik voel dat’. Dat kan allemaal zijn, maar er is iets dat ons allemaal overstijgt en dat is iets dat je kan meten en berekenen.”

Links: Lien Speleers, archeobotanist aan het KBIN. Rechts: neurogenetica Jolien Roovers

Het is bijna spiritueel, zoals je het omschrijft.
“Eigenlijk wel, ik ben nochtans niet gelovig. Soms ben ik wel eens jaloers op religieuze mensen, bijvoorbeeld wanneer er iets heel ergs gebeurt. Atheïsten hebben daar geen rituelen of script voor. Wij missen iets waarop we kunnen terugvallen, iets dat er is en altijd zal zijn, iets dat ons overstijgt. Ik vind dat terug bij de wetenschap. Dat is er ook altijd en zal er altijd zijn. We weten dat we altijd meer en meer gaan te weten komen en kunnen toepassen.

We zijn het ook goed aan het doen als mensheid, al lijkt het vaak van niet. Kindersterfte is spectaculair gedaald, polio is bijna de wereld uit. We recycleren, nog niet genoeg, maar we zijn nieuwe energiebronnen en groene energie aan het exploreren. We proberen het altijd wel een beetje beter te doen, dat mag je niet vergeten in het grote plaatje. En dat is dankzij de wetenschap.”

“Mensen moeten geïnformeerde beslissingen nemen op basis van feiten.”

Er is vandaag wel een trend van mensen die zich lijken af te keren van feiten.
“Dat zie je ook terug in de verspreiding van fake news. Daar moeten we echt iets aan doen. Mensen moeten geïnformeerde beslissingen op basis van feiten kunnen nemen en niet op basis van een buikgevoel in combinatie met iets dat ze lazen op Facebook.

Neem nu de groeiende groep mensen die hun kinderen niet willen laten vaccineren. Die mensen zijn heel wantrouwig geworden tegenover de moderne geneeskunde. Dat is gevaarlijk. Er gaan effectief kinderen aan dood. Dat wantrouwen is wel ergens op geënt, want er zijn wantoestanden in de farma-industrie. Maar om dan het kind met het badwater weg te gooien en geen antibiotica meer te nemen en kinderen niet meer te vaccineren, dat is echt geen goed idee. Vaccineren werkt. Wederom, wetenschap is geen industrie, wetenschap is een methode.”

Een methode om dichter bij de waarheid te komen.
“Een van mijn favoriete quotes van Stephen Hawking is: We are life, we are intelligent, we must know. Dat vat het voor mij goed samen. Ik voel dezelfde drang om te weten, de drang om dingen uit te zoeken. Daar kunnen we altijd mee vooruit.”

 

Stephanies portfolio vind je hier: www.poodlesoup.be
Je hoort haar ook elke maand in de podcast van Nerdland. Op 27 mei kan je de Nerdland podcast live bijwonen op het eerste openlucht wetenschapsfestival in België (www.soundofscience.be).
Stephanie was vroeger ook ‘Geek redactrice’ bij Charlie. Lees hier al haar artikels.
‘Ik heb een vraag’ door Bart Coenen en Stephanie Dehennin is uitgeven door Uitgeverij Van Halewyck en ligt vanaf deze week in de winkel. Onze abonnees maken kans op een gratis exemplaar van het boek en houden best de nieuwsbrief van 19 mei in de gaten.

Schrijf je reactie

1 reactie
  • Rob says:

    “Heel de set-up van onze carrières is gemodelleerd naar een mannelijk model.”

    Als je dat zo formuleert dan maak je je toch even goed schuldig aan stereotypering? De set-up is uitermate competitief, akkoord. En mannen hebben een oneerlijk voordeel in die competitie, ja. Maar dat maakt de set-up niet mannelijk.

Jozefien was in een vorig leven art-director bij de vrouwenbladen en is nu kapitein van het Charlie-schip. Haar stokpaardjes zijn gendergelijkheid, beeldvorming in de media en het opvoeden van twee luidruchtige jongens.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen