Mindfood

Waarom het zo moeilijk is om jouw smartphone te temmen

Mijn smartphone en ik: een hedendaags drama in drie delen

Waarom het zo moeilijk is om jouw smartphone te temmen

Sinds de opmars van de iPhone in 2007 is ons internetgebruik enorm gestegen, wat steeds vaker leidt tot ‘digitale ziektes’ zoals hyperconnectiviteit en smartphoneverslaving. We zijn always on en voortdurend afgeleid door meldingen en ping-berichtjes waardoor we ons steeds slechter kunnen concentreren. In deze reeks onderzoekt hoofdredactrice Jozefien de oorzaken en gevolgen van dit hedendaags fenomeen en gaat ze op zoek naar oplossingen. Illustratie: Valérie Van den Eynde

In het vorige artikel in deze reeks vertelde ik over mijn problematisch smartphonegebruik. Ik ben snel afgeleid en voel me rusteloos door die continue stroom van berichten waarop ik moet reageren (of denk dat ik moet reageren). Volgens de resultaten van de nieuwe Digimeter van het onderzoeksinstituut Imec ben ik lang niet de enige.

(BIJNA) ALLEMAAL VERSLAAFD

8 op de 10 Vlamingen geeft aan zich zorgen te maken over hoe vaak de smartphone gebruikt wordt. Door de constante stroom aan prikkels krijgen mensen het gevoel dat hun smartphone “een dier is dat ze niet getemd krijgen”. Dat klinkt herkenbaar. Ik heb het gevoel dat ik na vijf jaar intensief smartphonegebruik nog steeds geen goeie modus vivendi heb gevonden. Ik voel me echt fysiek verslaafd aan het ding en kan niet zonder.

“Onze smartphones en de social apps die erop staan, zijn ontworpen om ons zo verslaafd mogelijk te maken.”

“Stel je niet zo aan, doe dan gewoon een digital detox”, zal je denken. Maar zo eenvoudig is afkicken van je smartphone helemaal niet. Veel mensen, waaronder ik, kunnen hem simpelweg niet wegleggen. Of krijgen, als ze hem opzij leggen, een jeukend gevoel in hun handen omdat ze stiekem willen gaan checken of er geen berichtjes of meldingen zijn binnengekomen. Herkenbaar? Wees gerust, dat ligt niet alleen aan jou, dat ligt aan die toestellen. Onze smartphones en de social apps die erop staan, zijn namelijk ontworpen om ons zo verslaafd mogelijk te maken. Ze doen dat door het creëren van gewoontevorming of ‘habits’. Met hulp van psychologen en wetenschappers onderzoeken techbedrijven als Facebook, Google en Apple wat de beste technieken zijn om mensen steeds opnieuw terug te laten keren naar hun apps en hen zo lang mogelijk daar te houden.

Een paar voorbeelden:

  • Mensen houden intrinsiek van orde. Daarom laten de apps zien hoeveel ongelezen mails je hebt of hoeveel meldingen er binnengekomen zijn. Die cijfertjes wil je gaan ‘wegwerken’ om orde te scheppen in je hoofd en op je telefoon.
  • De bolletjes van die meldingen op je smartphone zijn rood omdat dit de kleur is die mensen het meest triggert en waar ze het snelst op reageren.
  • Eens je op de meldingen klikt, zit je in de app. Daar willen ze je zo lang mogelijk houden. Als je wil, kan je eindeloos blijven scrollen op zoek naar leuke info of ‘beloningen’.
  • Die beloningen krijg je in de vorm van likes en shares, die net voldoende uitgedeeld worden om je tevreden te houden. Wanneer je bijvoorbeeld je profielfoto op Facebook verandert, zal die altijd bovenaan in het nieuwsoverzicht komen te staan van je vrienden, waardoor je meer likes zal krijgen, waardoor jouw ego gestreeld wordt en je een goed gevoel krijgt bij het platform. Resultaat: je zal vaker terugkeren en foto’s delen.
  • Facebook zal je direct aansporen om dingen te delen. Wanneer je lang niets gepost hebt, krijg je een melding hoeveel dagen het al geleden is dat je nog iets van je liet horen en dat ‘je vrienden je missen’.

Tristan Harris, voormalig ontwerpethicus bij Google en productfilosoof, legt uit dat onze social apps gebaseerd zijn op het mechanisme van gokautomaten in casino’s. Designers en ontwikkelaars gebruiken korte beloningen en onvoorspelbare slingerbewegingen tussen belangrijke (een nieuwe mail!) en betekenisloze meldingen (iemand liket je comment). “Wanneer we onze telefoon uit onze zak halen, is dat vergelijkbaar met spelen op een gokautomaat om te zien welke meldingen we hebben. Als we onze e-mail vernieuwen, maken we dezelfde beweging als op een gokautomaat om te zien welke nieuwe e-mail we hebben gekregen. Als we met onze vinger over de Instagram-feed schuiven, is het als het bespelen van en gokautomaat om te zien welke foto erna komt. Wanneer we gezichten naar links of rechts vegen op dating-apps zoals Tinder, bespelen we een gokautomaat om te zien of we een match hebben.” De truc is om mensen net genoeg beloningen te geven om hen tevreden te houden en net niet genoeg zodat ze hongerig blijven naar meer.

WIJ AFGELEID, ZIJ SLAPEND RIJK

Want bij elke like, match of retweet krijgen we een shotje dopamine, het belangrijkste stofje in het beloningssysteem van onze hersenen. Dat voelt lekker en zorgt ervoor dat we de handeling die voor dat shotje zorgt steeds vaker willen herhalen. Het is dezelfde stof die vrijkomt wanneer we drugs nemen of goeie seks hebben. En het is de reden waarom we ’s avonds vaak uren hersenloos al onze social apps blijven refreshen op zoek naar een leuke post, een like of een hartje. Een Silicon Valley start-up, opgericht door een neuropsycholoog en een neuro-economist, met als doel om technieken te ontwikkelen om apps meer verslavend te maken, noemt zichzelf zelfs koudweg ‘Dopamine Lab‘. Je moet het maar durven.

“Wij denken dat we Facebook gebruiken als communicatiemiddel, maar eigenlijk zijn wij het product dat verkocht wordt.”

Maar waarom doen die techbedrijven dat dan? “Mensen verslaafd maken is ontzettend lucratief”, legt technologiejournalist Wouter Van Noort uit in zijn boek ‘Is daar iemand? Hoe de smartphone ons leven beheerst.’ “In de permanente strijd om kliks en eyeballs van klanten heb je als bedrijf een enorm voordeel als ze uit zichzelf naar je terugkomen zodat je ze niet de hele tijd zelf hoeft binnen te lokken. Bedrijven in de appeconomie zijn voor hun inkomsten zeer afhankelijk van onlineadvertenties en het verzamelen van data over hun gebruikers. Hoe langer wij doorbrengen in een app, hoe meer tijd de bedrijven hebben om ons advertenties voor te schotelen en gegevens van ons te verzamelen.”

Terwijl wij steeds verslaafder geraken, worden techbedrijven dus slapend rijk. Wij denken dat we Facebook gebruiken als communicatiemiddel, maar eigenlijk zijn wij het product dat verkocht wordt. Laat deze mindfuck even goed tot je doordringen.

“Jullie realiseren het je niet, maar jullie worden geprogrammeerd.” Net als Tristan Harris heeft Chamath Palihapitiya, ex-topman bij Facebook, spijt van zijn bijdrage aan het succes van het bedrijf. Hij laat zelfs zijn kinderen geen gebruik maken “van die shit”. In een interview roept hij mensen op om te stoppen met sociale media. Want, zo zegt hij: “ De snelle, door dopamine aangedreven feedbackloops die we hebben gecreëerd, vernietigen de manier waarop de maatschappij werkt. We hebben tools gecreëerd die het sociale weefsel van hoe de maatschappij werkt, uit elkaar halen.”

“Sinds de komst van de iPhone komen tieners minder buiten, daten ze minder, voelen ze zich vaker eenzaam en krijgen ze minder slaap.”

Dat zijn harde woorden. Maar ze bevatten veel waarheid. Onze conversaties en interacties worden steeds meer online gevoerd. We worden getriggerd door reacties van mensen die we nauwelijks kennen en leven op door bevestiging in de vorm van een like of een hartje van vage kennissen op onze foto of statusupdate. Zelfs politiek wordt tegenwoordig voor een groot deel op Twitter gevoerd. Online nieuwssites rapporteren quasi elke dag over welke rel er die dag op Twitter is ontstaan en wie wat over wie getweet heeft. Vermoeiend.

Voor jonge mensen is het extra belangrijk dat zij op een gezonde manier leren omgaan met al deze nieuwe communicatietools. Ik kocht mijn eerste gsm op mijn twintig en was bijna dertig toen ik een Facebookaccount aanmaakte. Ik groeide dus op in een wereld zonder internet. Mijn zoon van elf kent geen wereld zonder. Hij heeft sinds kort een smartphone en staat daardoor voortdurend in verbinding met de buitenwereld. Met zijn klasgenoten heeft hij een Whatsappgroepje waarin ze dingen bespreken: van huiswerk tot het nieuwste koppeltje op school. Hij krijgt voortdurend meldingen, tot ver na bedtijd. Wanneer hij is gaan slapen, blijft het ding in de woonkamer oplichten als een tierelier. School is ook nooit voorbij voor hem, de conversaties blijven binnenstromen ’s avonds en in het weekend. En elke week is er wel een klein drama of iets dat verkeerd begrepen wordt in de Whatsappgroep, waar hij zich lastig over voelt.

Er is steeds meer bewijs dat de toestellen die jonge mensen voortdurend in hun handen hebben een diepe impact hebben op hun leven en hun geluksniveau. Dit Amerikaans onderzoek toont aan dat sinds de komst van de iPhone tieners minder buiten komen, minder daten, zich vaker eenzaam voelen en minder slaap krijgen.

“Ik zou nu geen tiener willen zijn, geketend aan een portaal dat me bombardeert met de mening van anderen.”

Acteur Russell Brand, zelf een ex-drugsverslaafde, vat het gevaar van de hedendaagse verslaving aan onze smartphones, in het bijzonder voor de jongere generatie, mooi samen. In zijn nieuwste boek ‘Recovery’ vertelt hij hoe je los kan komen van schadelijke gewoontes, zoals drugs- en alcoholverslaving, maar ook constant verdoofd door je smartphone zitten swipen. Hij prijst zich gelukkig dat hij tijdens zijn jeugd geen smartphone had. “Ik zou nu geen tiener willen zijn met de onbeholpenheid en onzekerheid die ik toen voelde, en geketend zijn aan een verdomd portaal dat me bombardeert met de mening van andere mensen – dat me zegt dat ik er niet goed genoeg uitzie, dat mijn lichaam niet de juiste vorm heeft, dat ik dit product, dit product, dit product zou moeten hebben.”

En dan hebben we nog niet gehad over andere kwalijke neveneffecten van onze online media zoals haatcomments, trolls en fake news, die de polarisatie in onze samenleving voeden en waarschijnlijk meer kapot maken dan we nu beseffen. Maar laten we die beerput vandaag niet opentrekken. Je bent waarschijnlijk al aangeslagen genoeg na het lezen van al het vorige. En we moeten nog vooruit, op naar de oplossingen!

HET LIGT NIET ALLEEN AAN ONS

We worden ons gelukkig steeds bewuster van de kwalijke gevolgen en mechanismes van de apps en toestellen die ons op het eerste zicht gewoon helpen of plezier en ontspanning verschaffen. De provincie Antwerpen, UGent, UAntwerpen, Mediawijs en de Gezinsbond lanceerden vorige week de campagne ‘Kop op‘ om mensen aan te zetten om bewuster om te gaan met hun smartphone. Zulke bewustmakingscampagnes zijn een goeie zaak. Vroeger was roken stoer en cool en schijnbaar zonder gevaren, vandaag weten we wel beter. Dankzij bewustmakingscampagnes en nieuwe regelgeving beseffen de meeste mensen dat de tabaksindustrie mensen opzettelijk verslaafd maken aan hun ongezonde producten. Tabaksproducenten werden steeds rijker, omdat hun klanten steeds verslaafder en zieker werden. Je kan hierin een parallel zien met de producten uit Silicon Valley vandaag. Al hebben deze nieuwe technologieën ook ontzettend veel goeie dingen mogelijk gemaakt en kunnen we niet meer zonder.

De vraag is nu: moet de overheid individuen beschermen tegen de verslavende producten die de bedrijven maken, of is het ieders eigen verantwoordelijkheid? We kunnen zelf proberen digiminderen door notificaties af te zetten of onze social apps te verwijderen (daarover volgende keer meer), maar het probleem reikt verder dan het individu alleen. Het is ontzettend belangrijk dat we met z’n allen beseffen hoe deze nieuwe technologieën werken en hoe hard we ons werkelijk laten manipuleren. We moeten onszelf durven afvragen: willen wij onze smartphone gebruiken of gebruikt onze smartphone ons?

 

Volgende week probeer ik op zoek te gaan naar oplossingen en meer breinrust.

Hoe verslaafd ben jij? Vertel hier (anoniem) over jouw relatie met je smartphone!

 

Dit artikel kwam tot stand met steun van een projectsubsidie Innovatieve Media van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, Afdeling Cultuur en Media.

Schrijf je reactie

1 reactie
  • DE GEBELGDE BELG says:

    Zo stond ik enkele jaren geleden te wachten voor een stoplicht in Antwerpen. Voor mij pak 20 auto’s. Plots ging het licht op groen, in de verte dus. BOENK reed het vrouwmens die achter mij stond tegen mij. HEEL HARD, verwachtte zoiets niet. Je verschiet je echt rot. Zij ook dus. Het mens was in alle staten. Haar zoontje heeft het voor mij opgenomen… Mijn oldtimer waar ik zo hard aan gewerkt had om zeep… Die was bezig met haar telefoon met één oog en LAP. In die tijd had je dus die smartphones zo nog niet echt zo ik dacht dat het wijf, allez dat er iets aan was??

Jozefien was in een vorig leven art-director bij de vrouwenbladen en is nu kapitein van het Charlie-schip. Haar stokpaardjes zijn gendergelijkheid, beeldvorming in de media en het opvoeden van twee luidruchtige jongens.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen