Who run the world?

“Mannen en vrouwen zijn even capabel om leiding te geven”

Marleen Temmerman over vrouwelijk leiderschap

“Mannen en vrouwen zijn even capabel om leiding te geven”

Vlaamse vrouwen met talent en leiderschapskwaliteiten bereiken zelden de top. In deze reeks vraag ik tien inspirerende vrouwen die vandaag topposities bekleden, waarom dit nog steeds zo is en hoe dat beter kan. En ook: hoe denken zij dat de wereld eruit zou zien met meer vrouwen op sleutelposities?

Wanneer het over vrouwelijk leiderschap gaat is Marleen Temmerman ervaringsdeskundige, op zijn minst. Toen ze in de jaren ’80 naar Kenia vertrok om er te gaan werken, had ze als een van de eerste vrouwelijke geneeskundestudenten de weg naar de toen ‘mannelijke specialisatie’ gynaecologie vrijgemaakt. Vandaag is Marleen internationaal een van de invloedrijkste voortrekkers op vlak van vrouwengezondheid en vrouwenrechten. Hoewel er tijdens haar loopbaan al veel veranderd is, wordt ze nog dagelijks geconfronteerd met ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, ook aan de top.

Onze arbeidscultuur kan gelijkwaardiger

“Ik merk heel vaak, overal ter wereld, dat je als vrouw harder moet werken dan mannen om als evenwaardig beschouwd te worden en om carrière te kunnen maken,” vertelt Marleen. “De weg omhoog is moeilijker. Het aantal vrouwen in leidinggevende functies is dan ook bedroevend laag. En wanneer vrouwen dan toch promotie maken. is dat meestal in “zachte” functies en sectoren. Dat klopt niet. Het zou volgens mij nuttig zijn om meer vrouwen het roer in handen te geven in alle sectoren en domeinen van de samenleving. Ook de harde economische sectoren, de politieke en financiële wereld hebben baat bij de aanwezigheid van vrouwelijk talent. Het omgekeerde geldt evenzeer: zo zetelen in de VN-commissie Bevolking en Ontwikkeling bijna enkel vrouwen. Waar zijn de mannen? Ook zij horen betrokken te zijn bij dergelijke thema’s, toch?”

“Wanneer de echte ‘beslissingen’ in de late uren op restaurant vallen, zijn de meeste vrouwen naar huis om voor de kinderen te zorgen.”

“Ik zie het als een bijkomend probleem dat als een vrouw de leiding heeft, ze zich nog steeds moet aanpassen aan de mannencultuur waarin ze meestal terecht komt. Je kan wel degelijk over een ‘mannencultuur’ spreken. Mannen hebben in mijn ervaring andere noden dan vrouwen. Mijn mannelijke collega’s hebben meer schouderklopjes nodig en ze willen zich bewijzen. En hoewel leidinggevende vrouwen pragmatischer zijn en minder dan mannen op prestatiedrang drijven, moeten ze toch deels meegaan in die mannenwereld om geloofwaardig over te komen.”

“Ik merk ook dat vrouwen nog buiten de tradities vallen die mannen doorgaans op werkvlak vooruit helpen. Zo is het ‘old-boys netwerk’ nog bijzonder ontoegankelijk voor vrouwen. Het is niet makkelijk voor vrouwen om die muur te doorbreken, want wanneer mannen traditioneel na een belangrijke meeting nog een glas gaan drinken en de echte ‘beslissingen’ in de late uren op restaurant vallen, zijn de meeste vrouwen al lang naar huis om voor de kinderen te zorgen. Het klopt niet dat vrouwen zich hier aan zouden moeten aanpassen om evenveel kansen te krijgen. Ze moeten zichzelf kunnen zijn. Eerder dan dat ze hun waarden of levensstijl omgooien om na de werkuren mee dat glas te heffen, is het essentieel dat ze nadenken over manieren om hun positie steviger te verankeren. Het is in dat opzicht essentieel dat vrouwen een eigen stevig netwerk opbouwen, dat past bij een levensstijl die voor veel vrouwen nu eenmaal nog steeds anders is dan die van de meeste mannen.”

Meer zelfvertrouwen bij vrouwen

“Het grootste probleem is in mijn ogen dat vrouwen nog te veel aan zichzelf twijfelen. Veel vrouwen hebben inzicht en kwaliteiten, maar het ontbreekt hen aan zelfvertrouwen om stappen naar een leidinggevende functie te zetten. Daardoor lopen ze ofwel kansen mis in hun carrière, ofwel passen ze zich te veel aan aan de mannencultuur. Ze vragen zich af of ze hun werk wel aankunnen en of ze het goed zullen doen. Ook twijfelen ze eraan of ze in een mannelijke omgeving kunnen overleven. Dat is jammer. Opvoeding speelt hierin een grote rol. Er wordt nog steeds niet voldoende duidelijk gemaakt aan jonge meisjes dat ze over evenveel talenten beschikken als jongens en dat ze even geschikt zijn om carrière te maken en leidinggevende functies op zich te nemen. We groeien nog te veel collectief op met het idee dat de premier van het land logischerwijs een man is, dat multinationals eerder door mannen bestuurd worden en dat vrouwen eerder dan mannen een stap opzij doen om hun huishouden te runnen. Er is de laatste jaren een mentaliteitswijzing aan de gang, maar het gaat volgens mij erg traag. Daarom moeten we vrouwen meer dan één duwtje in de rug geven om tot een beter evenwicht te komen.”

“Ik merk dat wantrouwen tegenover vrouwelijke leiders snel kan omslaan in vertrouwen.”

“Ik denk dat we vrouwen in de eerste plaats op hun capaciteiten moeten wijzen. Er ligt daarbij een grote rol in de opvoeding van onze kinderen en in de waarden die we onze dochters, maar ook onze zonen via onderwijs meegeven. Want zonder het geloof van mannen in vrouwelijke leiders, wordt het een moeilijk verhaal. Daarbij hebben vrouwen naast meer bewustzijn ook veel meer praktische ondersteuning nodig. We kunnen niet ontkennen dat het nog steeds de vrouwen zijn die meestal de zorg van de kinderen en het huishouden op zich nemen. Dus veel kleine maatregelen kunnen voor hen op korte termijn een groot verschil maken. Bij mijn eigen organisatie, The International Centre for Reproductive Health (ICRH), vergaderen we bijvoorbeeld nooit op woensdagmiddag en hanteren we flexibele werkuren. Verder pleit ik voor meer kinderopvang, winkels in de buurt van het werk en was- en strijkdiensten in bedrijven.”

“Ik zie ook quota als een essentieel middel om tot meer gendergelijkheid in leidinggevende functies te komen. Binnen de WHO bijvoorbeeld hebben we gesteld dat geen enkele man nog in een expertenpanel zou mogen zetelen wanneer er enkel mannen aanwezig zijn, hetzelfde geldt voor vrouwen bij een volledig vrouwelijk panel. Normaal zouden we geen beroep moeten doen op quota en moeten we kunnen vertrouwen op de natuurlijke gang van zaken die ervoor zorgt dat er evenveel vrouwen als mannen leiding in handen nemen. Maar wachten op de natuurlijke evolutie duurt te lang, dus quota zijn belangrijk. Want dankzij de verplichte aanwezigheid van vrouwen in raden van bestuur, in topfuncties en op stemlijsten wordt hun meerwaarde ook als snel duidelijk. Ik merk dat wantrouwen tegenover vrouwelijke leiders snel kan omslaan in vertrouwen wanneer hun capaciteiten en talent zichtbaar en ervaarbaar worden. De meerwaarde van hun aanwezigheid wordt daardoor op termijn als een essentieel onderdeel van goed bestuur gezien in de politiek of het bedrijfsleven. Als quota deze omslag teweeg kunnen brengen, dan is dat een goede manier.”

Mannen en vrouwen vullen elkaar aan

“Eigenlijk is het maatschappelijk onverantwoord om vrouwen uit te sluiten van leidinggevende functies. In mijn ervaring zijn de leiderschapskwaliteiten van mannen en vrouwen zeer aanvullend. Vrouwen leggen andere accenten dan mannen en daarom zijn ze complementair. Vrouwen weten even goed als mannen waar ze naartoe willen en hoe ze het willen bereiken, maar ze bedenken op een andere manier hoe ze er moeten geraken. Vrouwen zijn doorgaans meer begaan met de noden van mensen, mannen hebben een dominantere stijl, dat zijn beide waardevolle talenten. Mannen zijn recht door zee en daarom soms efficiënter, vrouwen durven dan weer makkelijker hun grote gelijk opzij te zetten waardoor ze diplomatischer zijn. Over het algemeen merk ik ook dat vrouwen flexibeler zijn dan mannen, ze staan open voor incentives zoals glijdende uren en thuiswerk. Daar krijg je mannen moeilijker in mee.”

“Ik pleit voor meer kinderopvang, winkels in de buurt van het werk en was- en strijkdiensten in bedrijven.”

“Zo heb ik bijvoorbeeld lang als enige vrouwelijke gynaecoloog gewerkt in een team van enkel mannen. Het diep ingebakken systeem van wachtdiensten zat er vreemd in elkaar: iedereen moest dag en nacht paraat staan voor zijn eigen patiënten. Samen met jonge, vooral vrouwelijke artsen die doorheen de jaren werden aangeworven, hebben we dat systeem omgebogen, zodat iedereen slechts 1 nacht op 10 ’s nachts paraat moest staan. Dat lukte omdat we de mentaliteit binnen het team konden laten evolueren van individueel denken naar groepsdenken, met aandacht voor het privéleven van de werknemers. Voor mannen is dat minder vanzelfsprekend dan voor vrouwen, maar de mannelijke collega’s konden daar na verloop van tijd wel de meerwaarde van inzien. Ze stonden daarna ook open voor andere voorstellen die vrouwen deden om de efficiëntie van de dienst te verhogen. In dergelijke zaken nemen vrouwen eerder het voortouw, maar dat komt dan weer omdat vrouwen veel minder vast zitten in tradities. Eens de schroom overwonnen is, kunnen mannen de samenwerking met vrouwen ook echt appreciëren.”

“We moeten naar zulke samenwerking streven, want mannen en vrouwen zijn even capabel. Het is belangrijk dat we ons bewust zijn van de meerwaarde van hun complementariteit. We hebben die complementariteit nodig om tot algemeen beter leiderschap te komen in alle sectoren van de samenleving. Wanneer vrouwelijk leiderschap meer kansen zou krijgen en er bijgevolg meer evenwicht komt, zouden we op termijn een positief effect ervaren, daar ben ik van overtuigd. Ik denk zelfs dat als er evenveel mannen als vrouwen leiding zouden geven in bedrijven, universiteiten, media, politiek enzovoort, dit zou leiden tot beter beleid en een betere leiding van het land.”

Alleen vrouwelijke leiders, moeten we dat willen?

“We moeten nog veel meer durven experimenteren met mannelijk versus vrouwelijk leiderschap, maar ik vermoed dat een evenwicht tussen beide het beste werkt. Exclusief vrouwelijk leiderschap is voor mij een brug te ver. Er zijn wereldwijd enkele matriarchale culturen waar praktisch geen geweld heerst, waar harmonieus wordt samengeleefd met elkaar en met de omgeving en waar gendergelijkheid de norm is. Maar ik weet niet of dat veralgemeenbaar is. We zouden dan leven zoals in de bijenwereld, waar de koninginnen bepalen wat er gebeurt en waar de mannelijke werkers voor alle arbeid instaan. Een mooie fantasie misschien, maar onhaalbaar en ook niet wenselijk.”

“Het gaat er om dat we goede leiders in alle domeinen van de samenleving opleiden en dus draaien benoemingen in de eerste plaats om talent.”

“Het is wel goed om over dit soort utopieën na te denken om een stevige mentaliteitswijziging op gang te brengen. Maar de logica gebiedt ons om te stellen dat er evenveel mannen als vrouwen op deze wereld leven, dat ieder zijn capaciteiten heeft en dat mannen en vrouwen evenwaardig zijn om in leidinggevende functies te zetelen. Het gaat er om dat we goede leiders in alle domeinen van de samenleving opleiden en dus draaien benoemingen in de eerste plaats om talent, niet om geslacht. Niet iedereen is een geboren leider. Maar sommigen wel. En die mensen moeten we ondersteunen. Vrouwen vandaag iets meer dan mannen, want vrouwen zijn onzekerder, ze nemen nog steeds veel meer dan mannen de verantwoordelijkheid op voor het feit dat zij de kinderen krijgen en ze botsen veel vaker op vooroordelen en wantrouwen. En daarom hebben ze andere noden wat hulp en begeleiding betreft in hun ontwikkeling dan mannen. Daar moeten we rekening mee houden tot er een evenwicht bereikt is.”

Wie is Marleen Temmerman?
Marleen is een spilfiguur in het verbeteren van de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van jonge meisjes en vrouwen wereldwijd. Naast hoogleraar verloskunde in het Universitair Ziekenhuis in Gent is ze na een carrière als Senator in België en bij de WHO momenteel actief bij het Aga Khan Development Network in Kenia, waar ze aan het hoofd staat van het departement gynaecologie en verloskunde van de Aga Khan University en leidinggevende is bij het Oost-Afrikaanse Aga Khan-netwerk voor vrouwengezondheid en onderzoek. Marleen heeft al enkele awards in ontvangst mogen nemen waaronder van de FIGO, British Medical Journal en Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging en de ze de Marie Popelinprijs.
Foto’s: Valérie Van Den Eynde
Video: Mona De Brauwer
Lees de hele reeks over vrouwen op topfuncties
Deze reeks kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos

Schrijf je reactie

Tine kroop drie jaar geleden in de journalistieke pen. Ze schrijft voor Knack Weekend en Sabato en liet inmiddels twee boeken op de wereld los. Voor Charlie Mag zoekt ze graag de rimpels in de vijver. Want achter de kleinste feiten zitten de belangrijkste verhalen.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen