Reportage

Eindelijk verlost van keuzestress

Wat als iemand anders al jouw beslissingen nam?

Eindelijk verlost van keuzestress
Deze reportage werd gepubliceerd in bookzine 6 (najaar 2017) met als het thema Overdaad. Je kan het bestellen in de webshop.

Keuzes, keuzes, keuzes: elke dag maken we er naar schatting zo’n 35.000, waaronder alleen al 226 keuzes over eten. Misschien niet verwonderlijk dat 60 procent van de Vlaamse jongeren zegt last te hebben van keuzestress. Komt keuzewijsheid met de jaren? Wij namen de proef op de som: in dit experiment liet redactrice en zelfverklaard keuzestress­patiënt Emilie (29) voor een dag al haar keuzes maken door Ilse (49). “Zalig, eindelijk rust.”

Wat is dat nu eigenlijk, keuze­stress? Socioloog Barry Schwartz, bekend van de TEDtalk The Paradox of Choice, definieert het als een vorm van stress die ontstaat wanneer je wordt overspoeld met informatie die je moet overwegen om een ‘­goede’ keuze te kunnen maken. Toegenomen individualisering zorgt voor meer keuzevrijheid – druk van familie of maatschappij wegen minder zwaar op hoe we ons leven inrichten. Het internet geeft bovendien toegang tot almaar meer informatie waarop we onze keuzes kunnen baseren – en een gigantisch aanbod aan producten en diensten om uit te kiezen. Deze vrijheid en de mogelijkheid om ons eindeloos te informeren, brengen een verpletterende verantwoordelijkheid met zich mee: slechte keuzes zijn onze eigen dikke schuld.

Of zoals Emilie het uitlegt: “Wanneer ik ’s morgens opsta, ligt de wereld voor mij open: ik kan in een yogaretraite gaan zitten in Nepal, straatmuzikant worden, voor een productiehuis gaan werken, ik kan foto’s maken, een idee pitchen bij Charlie, de hele dag in mijn bed liggen stinken, of een opleiding tot heftruckchauffeur volgen. De ­mogelijkheden zijn eindeloos. En ik word er gek van.”

“Krijgt een personal ­decision maker dan ook last van ­keuzestress-by-proxy?”

Niet alleen in de grote levenskeuzes, maar ook in de dagelijkse kleine beslissingen kan Emilie zich verliezen. Van het kiezen van wc-papier tot een maaltijd, elke optie wordt aan een resem parameters afgetoetst. Goedkoop of ecologisch? Gezond of comfortfood? Ook achteraf kan de twijfel over bepaalde keuzes nog lang blijven rondspoken.

Ilse daarentegen zegt weinig last te hebben van keuzestress: “Ik maak keuzes op buikgevoel. Dat stelt me meestal in staat gemakkelijk te beslissen, behalve als het gaat over tijdsbesteding: ergens wel of niet naartoe gaan. Dat komt, denk ik, omdat ik al iets ouder ben en bang ben om mijn tijd slecht te gebruiken.”

Is het een oplossing om ­iemand anders jouw keuzes te laten maken? Krijgt die personal ­decision maker dan ook last van ­keuzestress-by-proxy? En hoe lang duurt het voor je je keuzevrijheid mist? Wij nemen de proef op de som: gedurende een dag beslist daadkrachtige Ilse alles voor ­twijfelaar Emilie. Van outfits tot ontbijt, maar ook met welke vrijgezel ze afspreekt via Tinder. Emilie staat professioneel op een kruispunt, dus ook daar valt wat te beslissen.

Het experiment

Het experiment begint op een zonnige zaterdagochtend bij Emilie thuis. Ze mag vanaf het moment dat Ilse haar appartement binnenstapt geen keuzes meer maken. Ilse moet naar eigen goeddunken alle knopen doorhakken die het pad van Emilie kruisen. Emilie, nog in pyjama, heeft er zin in: “Ik ben zo blij dat iemand anders het even van mij overneemt. Dus zeg maar wat ik moet doen, jij bent de baas.” De eerste halte is de kledingkast. Ilse kiest doelgericht een outfit uit de kast van Emilie. Vooral bij het ondergoed heeft ze zichtbaar lol: ze laat zich gaan in Emilies uitgebreide collectie en kiest iets bijzonders. Ook met de rest van de outfit – hemdje, jeans, witte laarsjes – zijn Emilie en Ilse allebei tevreden.

Voor het ontbijt gaan ze naar een – uiteraard door Ilse gekozen – ­koffiebar. Emilie: “Als ik een menu­kaart in mijn handen krijg, toets ik alle opties af aan een heleboel parameters. Als ik ‘verkeerd’ kies, is dat keihard balen, want uiteten gaan is iets dat ik mezelf maar af en toe gun.” Helaas, Ilse kiest heel resoluut voor de French toast. Emilie: “Mijn eerste gedacht is: shit, dat zou ik echt nooit bestellen, zo zoet en vettig. Maar eigenlijk is dat allemaal niet zo belangrijk. Eten is eten. Waarom steek ik toch zoveel energie in zulke triviale keuzes?”

Het illustreert perfect wat socioloog Schwartz zegt: we geloven dat meer keuzemogelijkheden leiden tot meer vrijheid en dus meer geluk, maar in de praktijk valt dat tegen. Te veel opties leiden ons niet alleen af van de essentie van onze keuze, ze zijn bovendien geen garantie dat we een betere keuze maken. Sterker nog, we kunnen helemaal niet goed omgaan met te veel verschillende mogelijkheden. De kans is bijvoorbeeld groter dat je de beste fles wijn kiest uit vijf opties dan uit dertig. Schwartz geeft het voorbeeld van de Levi’s jeansbroeken: vroeger bestond er maar één model, dat oncomfortabel was en dat niemand flatteerde, maar je moest het er maar mee doen. Nu zijn er honderden varianten in model, kleur en stijl, en het is aan jou om je ideale broek te vinden. Als je verkeerd kiest, is het je eigen schuld.

Als de keuze eenmaal gemaakt is, volgt vaak teleurstelling. De oneindige reeks opties zorgt er namelijk voor dat onze verwachtingen torenhoog zijn en dat we steeds geconfronteerd worden met alle – mogelijk betere – opties die we niet gekozen hebben. Hoe vaak gebeurt het niet dat je een reis boekt, om een week later een advertentie voor een leukere, goedkopere bestemming te zien? Waar je eerst blij was met je reis, heb je er nu een slecht gevoel over.

De kleine keuzes: tandpasta voor wittere of gevoelige tanden?

Emilie en Ilse nemen de proef op de som in het walhalla van de keuze­stress: de supermarkt. De stress die we daar ervaren door het enorme aanbod creëert de illusie dat alles een belangrijke keuze is. Emilie: “Het wordt onmogelijk om hoofdzaak van bijzaak te onderscheiden. In de supermarkt wordt iets als de juiste tandpasta een hoofdzaak. Omdat er 48 soorten in de rekken liggen denk ik: dan moet dat wel een belangrijke beslissing zijn.”

Voor het eerst voelt Emilie zich echt ongemakkelijk. Ook Ilse schiet in de stress: “Er zijn zoveel factoren waar je rekening mee moet houden tijdens het winkelen. Je geeft toch iemand anders’ geld uit, dus ik keek veel meer naar de prijzen dan anders. Voor producten waar het aanbod eindeloos is, zoals yoghurt, koos ik gewoon wat ik voor mezelf zou nemen. Als ik mij probeerde in te beelden wat Emilie zou kiezen werd het te moeilijk, dus dat heb ik losgelaten.”

Dit legt het belangrijkste mechanisme achter keuzestress bloot: Ilse denkt de ‘juiste’ keuze te kunnen maken als ze genoeg informatie heeft over wat Emilie wil of nodig heeft. Maar wat bleek al meermaals: dat Emilie, die wél in het bezit is van de nodige informatie, ook daarmee niet in staat is om stressvrij een keuze te maken. Het idee dat die informatie kan zorgen voor een feilloze beslissing is een illusie, temeer omdat Emilie vaak zélf niet weet wat ze wil. En veel belangrijker: wanneer het gaat om wat er gekocht wordt in de supermarkt, zou geen enkele keuze écht impact hebben op het geluksniveau van Emilie.

“Je wil wat te kiezen hebben, maar ook niet te veel, lijkt de vuistregel.”

Zouden we dan gelukkiger zijn als er minder keuzemogelijkheden waren? Niet overal ter wereld heeft men zoveel te kiezen als in het Westen. In het communistische Cuba bijvoorbeeld is de productie van bijna alle verbruiksproducten in handen van de staat en zijn de invoerwetten streng, waardoor er van elk ding vaak maar één variant verkrijgbaar is. Eén soort water, één soort cola, hooguit twee soorten bier op café. Het is dus geen kwestie van Evian of Vittel of Spa of toch liever Contrex? Een klein flesje of medium flesje, of ineens een grotere fles met een sportdop? En dan plat of bruis?

In de Happy Planet Index staat Cuba op de twaalfde plaats, en België op de 87ste. Deze alternatieve index definieert welzijn in termen van ‘lange en gelukkige levens in het heden, en het potentieel voor gelukkige levens in de toekomst.’ We weten natuurlijk niet of dat verhoogde geluk vooral komt doordat men minder hoeft te kiezen, maar het valt op dat in deze lijst de rijkste landen niet bovenaan staan. Je wil wat te kiezen hebben, maar ook niet te veel, lijkt de vuistregel.

Niet iedereen is een geboren twijfelaar

Hoeveel last je hebt van keuze­stress, is niet enkel afhankelijk van het aantal keuzes en mogelijkheden dat je hebt. Sommige mensen hebben meer last van keuzestress dan anderen. Volgens Emilie is de hoeveelheid keuzestress in haar geval een barometer voor haar algemeen welzijn: “Kunnen loslaten of relativeren vraagt zelfvertrouwen. Tijdens periodes in mijn leven waarin ik verliefd was, had ik veel minder keuzestress. Toen mocht je mij een hoop stront geven als ontbijt, het maakte mij geen fluit uit.” Omdat op zulke momenten hoofdzaak heel duidelijk gescheiden wordt van bijzaak, wegen triviale keuzes ineens een pak minder zwaar.

“Ik weet snel wat ik wil. Waarschijnlijk omdat ik al vaker foute keuzes gemaakt heb, en ze ook telkens al heb overleefd.”

Er zijn bepaalde karaktertrekken die mensen meer of minder vatbaar maken voor keuzestress. Wie efficiëntie vooropstelt en goed kan relativeren, zal sneller beslissen en ook achteraf minder twijfelen. Emilie: “Een van mijn vriendinnen is super­praktisch ingesteld. Ik was laatst met haar in de supermarkt. Ik zag haar gewoon blind een ­paprika uitkiezen, zonder zelfs te kijken naar het assortiment. Zelfs bij de wasmiddelen nam ze gewoon iets uit het rek. Ik dacht: jouw leven is zo chill. Zij begreep niet dat ik aan él-ke bus wasmiddel ga ruiken. Ik moet toch het wasmiddel vinden dat het beste bij mij past?”

Gelukkig is er goed nieuws: iedereen kan de skills kweken om minder gestresseerd te raken door alledaagse beslissingen. Volgens Bart Soenens, professor ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Gent, kunnen we leren om meer naar onze innerlijke stem te luisteren. Het heeft geen zin om elke keuze rationeel uit te spitten, want het enige dat echt telt bij een beslissing is de afweging tegenover je eigen diepste waarden. Zo leer je voelen welke keuze goed is voor jou. Een nog eenvoudigere oplossing die psychologen aanreiken: leer genoegen nemen met ‘goed genoeg’. Volgens Ilse komt die vaardigheid er sowieso met de jaren: “Ik weet snel wat ik wil. Waarschijnlijk omdat ik met meer jaren op de teller al vaker foute keuzes gemaakt heb, en ze ook telkens al heb overleefd.”

De Grote Keuzes: van liefde tot ­loopbaan

Tot zover de kleine keuzes, maar hoe zit het met de Belangrijke ­Levenskeuzes? Partnerkeuze bijvoorbeeld. Jonge mensen stellen hun definitieve partnerkeuze steeds langer uit, want wat als je plots de kans krijgt om in het buitenland te gaan werken? Of toch iemand beter tegenkomt? Zoals gezegd geeft het internet ons de mogelijkheid om élke keuze eindeloos te researchen. Dat heeft de illusie gecreëerd dat er van alles een beste variant is voor ons – inclusief liefjes, zo stelt Aziz Ansari in Modern Romance, zijn boek over de invloed van moderne technologie op onze liefdeslevens. En als er een ‘beste ding’ is, dan zijn er ook een heleboel inferieure dingen die we absoluut niet mogen kiezen. Online dating geeft daarnaast toegang tot een gigantisch aantal singles, waardoor we door de bomen soms het bos niet meer zien.

Misschien niet vreemd dus dat er vraag is naar diensten die onze keuze­opties weer inperken; alsof we steeds minder zelf willen beslissen hoe we ons kleden, wat we eten, of hoe we onze vrije tijd besteden. Maaltijdboxen, verrassingsreisjes en persoonlijke styling: bedrijven die in onze plaats selecties maken zijn succesvol omdat ze ons verlossen van de druk van alledaagse beslissingen. En ook op de datingmarkt wordt less stilaan more. Naast Tinder met zijn schijnbaar eindeloze opties zoeken mensen hun toevlucht in apps als Once, waar er slechts één match per dag aan jou wordt aangeboden. In de veelheid van dingen gaat er immers veel waarde verloren, of zo percipiëren we het toch.

“Blijkbaar heb je binnen de dertig seconden na een ontmoeting al beslist of je met iemand naar bed zou gaan.”

Ook op Tinder geeft Emilie vandaag de teugels  aan Ilse. Die voelt zich duidelijk als een vis op het droge: “Kevin, 28, 1 meter 90 en 20 cm, wat zou hij daar nu mee bedoelen? Wel of niet rechts swipen? Ik kan het zo moeilijk inschatten: wie moet je kiezen en waarop moet je afgaan? En wat zég je in godsnaam tegen zo’n match?” Gek genoeg is Emilie net daarin erg relaxed: “Als het gaat om matters of the heart geloof ik: wat moet, dat zal. Ik wil niet te snel iemand afschrijven, maar je krijgt wel meteen een vibe binnen. Blijkbaar heb je binnen de dertig seconden na een ontmoeting al beslist of je met iemand naar bed zou gaan. Zo werkt dat bij mij ook.”

Kiezen met het hart gaat dus goed, maar kiezen met het hoofd, dát is moeilijk voor Emilie. Zo ook de nakende carrièrekeuzes: “Dat vind ik zo moeilijk, ik kan erover blijven piekeren. Als ik één ding kies, sluit ik andere dingen uit. Alsof er een stukje van mezelf niet mag bestaan, terwijl ik weet dat het wel bestaat.” Ilse beslist voor Emilie: ze moet een parttimejob aannemen die haar in haar levensonderhoud voorziet zodat ze daarnaast haar creatieve passies kan uitvoeren. Waarom zou je je beperken tot één professionele bezigheid? Soms is kiezen wel degelijk verliezen.

Het verdict?

De dag is bijna ten einde. Nog maar een drankje dan. Ilse moet alweer voor Emilie bestellen. In de hoop ‘juist’ te kiezen, blijft ze twijfelen en kiest uiteindelijk alweer iets dat Emilie nooit zelf zou bestellen. ­Emilie maakt het weinig meer uit: “Ik vind het aangenaam om niet het heft in handen te hebben. Als Ilse beslist moet ik mij niet meer druk maken. De beslissing is genomen en die definieert mij niet meer. Dit experiment doet me beseffen dat ik geen keuzestress ervaar als ik goed in mijn vel zit. Voel ik me minder goed, dan twijfel ik sneller aan mezelf en ben ik vatbaarder voor het idee dat de keuze tussen een latte of een gemberthee mij voldoening zal brengen. Elke keuze draagt dan die torenhoge verwachting in zich, en wordt disproportioneel belangrijk.”

Heeft Ilse last van plaatsvervangende keuzestress? “Het was veel moeilijker dan ik dacht om voor iemand anders te kiezen. Je mist veel essentiële informatie. Ik wilde telkens inschatten wat Emilie zou willen, maar dan merkte ik dat dat het veel moeilijker maakte en heb ik dat losgelaten. Tegelijk voelde ik me er raar bij dat ik moest beslissen wat Emilie ‘s avonds zou eten. Wat als ze dat gisteren al had gegeten?”

“Soms is de stress vooraf erger dan de gevolgen van een slechte keuze.”

Maar Emilie wil best nog een stapje verder gaan: “Ik zou weleens een week in de gevangenis willen proberen, waarbij er niks te bepalen valt. Je krijgt gewoon je plunje en je eten en doet de voorziene activiteiten en that’s it. Ik vind dat ik moet leren dat mijn geluksniveau niet bepaald wordt door welk drankje ik bestel op een terras.”

Eten wat de pot schaft, gekleed worden en iemand die je activiteiten bepaalt en zegt hoe laat je moet gaan slapen? Dat doet sterk denken aan onze kindertijd. In tegenstelling tot een volwassene die er 35.000 per dag maakt, maakt een kind maar 3.000 keuzes per dag. Moeten we dan allemaal weer een beetje meer kind worden? Ook in het bestrijden van burn-outs wordt er steeds meer gesproken over het belang van ‘spelen’, of tijdsbesteding waarbij je geen doelen vooropstelt. Tijdens het spelen hebben keuzes geen gevolgen, dus dat zouden ook momenten moeten zijn waarop we vrij zijn van keuzestress.

Ilse geeft Emilie nog een ­afsluitende raad voor minder keuzestress: “In plaats van te blijven twijfelen en keuzes uit te stellen, moet je vaker beroep doen op je ‘komt-wel-goed gevoel’ en niet bang zijn.” Soms is de stress vooraf erger dan de gevolgen van een slechte keuze. Of toch als het om het kiezen van ­tandpasta gaat; soms is beter de vijand van goed.

Foto’s: Sarah Van Looy, Video: Soe Nsuki & Sarah Van Looy

Schrijf je reactie

Louise Vanderputte is een pragmatische idealist met een passie voor taal en mensen. Liefst van al verdiept ze zich telkens in een nieuw fenomeen dat haar fascineert, om het beter te proberen begrijpen. Vaak vloeit daar dan een niet te stoppen informatie-binge uit voort, maar soms gelukkig ook eens een tekst of een ander idee.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen