“IT’S RAPING TIME!”
Mijn achtjarige zoon zit op de iPad YouTube filmpjes te kijken en brult vrolijk mee met zijn helden op het scherm.
“Wat zei je daar?” reageert mijn man geschrokken. “Weet je wel wat dat betekent?”
Mijn zoon zet zijn hoofdtelefoon af. “Gewoon, dat ze cool willen doen. Dat ze gaan vechten ofzo.”
“Niet dus. Raping betekent verkrachting.”
“Wat betekent ‘verkrachten’?”
Ik sta achter de hoek in de woonkamer en spits mijn oren. Mijn man probeert op kindermaat uit te leggen wat dat is en waarom het niet oké is om zulke dingen zomaar na te zeggen. Ook al bedoelt de YouTuber het niet letterlijk, hij heeft het toch maar mooi gezegd. Hij catalogiseert verkrachting als iets cool en stoer, alsof het, ironisch of niet, gewoon de shit is.
“Hoe kan het dat een volwassen man ‘It’s raping time’ gebruikt als soundbyte bij game video’s voor kinderen en tieners?”
Het gesprek zindert al een paar dagen na in mijn hoofd. En daar zat het al vrij vol na het hele Weinsteinschandaal en de honderden #MeToo verhalen van de afgelopen weken. Pano deed er nog een schepje bovenop met hun reportage over seksueel geweld in de sportwereld. Bijna één op de vijf minderjarige sporters krijgt te maken met ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag. Een hallucinant cijfer.
Aanranding en seksueel geweld, het is hét topic vandaag. En dat is goed. Doordat slachtoffers het zwijgen doorbreken, wordt eindelijk duidelijk hoe wijdverspreid het probleem is. En toch hebben we nog een boel gesprekken voor de boeg. Want hoe ontstaat zulk gedrag? Wie doet deze dingen en waarom? En hoe kan het dat een volwassen man “It’s raping time” kan gebruiken als soundbyte bij game video’s waar dagelijks miljoenen kinderen en tieners naar kijken en niemand daar wat van zegt?
Volgens onderzoek van het Centrum Seksueel Geweld is in meer dan 90% van de gevallen de dader een man. Jonge mannen zijn oververtegenwoordigd in de criminaliteitscijfers. Waarom praten we daar niet meer over? We beschrijven seksueel geweld vaak als iets passiefs, als iets dat mensen ‘overkomt’ in plaats een bepaald gedrag dat een oorzaak en dader heeft en dat kan gedijen in een bepaald klimaat. Nu lijkt het alsof we er met z’n allen van uitgaan dat sommige mannen nu eenmaal zo zijn en dat de samenleving daar mee moet leren omgaan. Boys will be boys, weet je wel. Maar daar ben ik, als moeder van 2 boys van 8 en 11, intussen helemaal klaar mee. Het is tijd voor een ander verhaal over hoe jongens horen te zijn.
“Hoe ouder mijn zonen worden, hoe vaker ik zie dat ze in de richting van een bepaald gedrag geduwd worden dat me niet vrolijk maakt.”
In dit uitstekende stuk op Knack.be toont Jeroen Meuleman het verband tussen hoe we jongens opvoeden en ‘toxische mannelijkheid’, een bepaalde set van stereotype mannelijk gedragingen die schadelijk is voor de (mentale) gezondheid, in de eerste plaats die van mannen en jongens zelf. Denk aan: altijd stoer moeten zijn, geen emoties tonen behalve woede en conflicten altijd oplossen met geweld.
Ouders van zonen weten vast waarover ik het heb. Probeer maar eens een goeie game te zoeken waarbij het enige doel NIET is zoveel mogelijk mensen overhoop te schieten. Of kijk maar eens in de jongensafdeling van de speelgoedwinkel, je ziet er vooral gespierde action figures met super blasters en mega swords. De liedjes op de Spotifylijst van mijn zonen gaan over bitches en hoes scoren en niggas neerknallen. Dit zijn maar hele kleine voorbeeldjes van toxische mannelijkheid, maar je moet maar kijken naar de relletjes in Brussel om te beseffen dat zulk gedrag verstrekkende gevolgen kan hebben als het niet wordt bijgestuurd.
Hoe ouder mijn zonen worden, hoe vaker ik zie dat ze in de richting van een bepaald gedrag geduwd worden dat me niet vrolijk maakt. Dat ze aangemoedigd worden om hun rijke persoonlijkheid te verbergen achter een eendimensionaal macho-masker. Op een avond, wanneer ze bedtijd proberen rekken door zo lang mogelijk met me aan de praat te blijven, vertelt de oudste hoe dat komt. “Meisjes zijn gewoon veel gevoeliger dan jongens,” oppert hij. Wanneer ik hem vraag of dat echt wel zo is (hij voelde ooit medelijden voor een sok met een gat erin die ik in de vuilbak gooide), stuurt hij zijn antwoord bij. “Nee, misschien zijn meisjes en jongens even gevoelig, maar jongens stoppen dat weg. Ik zou me kapot schamen als iemand op school me zou zien huilen, terwijl dat bij meisjes normaal is.”
Auch.
Voor kleine jongens ligt de lat dus ook erg hoog. Net zoals er van meisjes verwacht wordt dat ze de perfecte maten hebben, moeten jongens al heel erg vroeg stoer, sterk en onkwetsbaar zijn. Ze moeten te allen tijde vermijden om ‘zwak’ over te komen. En zwak wordt hier bijna een synoniem voor ‘vrouwelijk’ of ‘meisjesachtig’. Nee, zij moeten de Winnaar zijn, de Baas, de Vechter, de Veroveraar.
“Jongens moeten al heel erg vroeg stoer, sterk en onkwetsbaar zijn. Ze moeten te allen tijde vermijden om ‘zwak’ over te komen.”
Extrapoleer dat gedrag naar seksueel contact en je hebt een recipe for disaster. “Aanranding, verkrachting en seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn uitingen van toxische mannelijkheid, de wil om koste wat kost te domineren, te winnen, te scoren. Het zijn symptomen van een cultureel model dat geen andere uitlaatklep aan mannen toestaat omdat ze anders zwak lijken,” zegt Meuleman in zijn pleidooi voor een andere kijk op mannelijkheid.
Niet dat met action figures spelen en gewelddadige games spelen van mijn zonen meteen aanranders of relschoppers zal maken. Zo’n vaart loopt het allemaal niet en de realiteit is ontzettend veel complexer dan dat. Maar ik denk dat het geen kwaad kan eens wat bewuster te kijken naar welke kwaliteiten we aanmoedigen in jongens en welke we afwijzen.
De cultuurshift van de voorbije maanden is het ideale moment om met onze tieners te praten over seks en toestemming, in detail en met de juiste woorden, zoals Dokter Bea deed in de uitzending over grenzen stellen (Tip: gooi al die afleveringen op YouTube, Ketnet! Daar zitten alle kinderen die je wil bereiken.). Onderzoek toont aan dat jongeren die degelijke seksuele voorlichting kregen beter opgewassen zijn tegen seksueel geweld, omdat ze weten wat normaal is en wat niet. Ook al vinden ze dat nu cringy, they will thank you later.
“We moeten jongens leren dat ze evenveel recht hebben op een rijke gevoelswereld als meisjes.”
Maar we moeten vooral het lef hebben om onze zonen te leren dat mannelijkheid niet hetzelfde is als machismo. We moeten hen leren dat ze evenveel recht hebben op een rijke gevoelswereld als meisjes. We moeten hen tonen dat twijfel, verdriet, teleurstelling of opwinding op andere manieren geuit kunnen worden dan via agressie. We moeten andere dingen in hen aanmoedigen dan enkel jagen en winnen. We moeten hen leren omgaan met afwijzing, een life skill waar iedereen vandaag baat bij heeft als je het mij vraagt.
Afgelopen weekend kwam mijn jongste zoon thuis van de voetbalmatch. De kapitein van de ploeg had hem uitgelachen omdat hij tijdens de penalty’s niet had kunnen scoren tegen ‘een meisjeskeeper’. “En dat is twee keer seksistisch,” zei mijn zoon overtuigd. “Een keer omdat hij mij uitlacht omdat ik verlies van een meisje. En een tweede keer omdat hij denkt dat meisjes slechter kunnen keepen dan jongens.”
Ik heb hoop voor de nieuwe generatie.
4 reacties
Goed geschreven artikel, zoals gewoonlijk, maar toch vind ik het veel te kort door de bocht.
Persoonlijk vind ik, om te beginnen, dat we veel te onkritisch kijken naar emoties en emotionaliteit.
Ik vind dat we maatschappelijk eerder juist meer rationaliteit en beheersing nodig hebben, dan emotionaliteit . In wat moet doorgaan voor emotionaliteit, zit verder zoveel theater en onechtheid ; doorleefde emoties zijn waardevol, maar een eerder zeldzaam goed. Ik heb de indruk dat jongens en mannen al vroeg behoedzaam omspringen met emoties juist omdat ze het belang en de kracht ervan misschien beter aanvoelen. Wat niet wil zeggen dat de slinger daar niet door kan slaan en ze te behoedzaam worden en niet genoeg durven luisteren en uiting geven aan hun emoties, daar niet van.
Ik denk verder dat jongens al vroeg leren hun emoties niet zozeer te beleven, dan wel te hanteren en te kanaliseren in het met nieuwsgierigheid en durf vorm geven aan de wereld en de dingen waarmee we ons omringen. Als je dan toch in vedertremen wil spreken, wel dan zijn het in overgrote meerderheid mannen die de gebouwen, huizen en flats ontwerpen en bouwen waarin we leven, de straten waarover we rijden, de dingen waarmee we ons omringen, de hele entertainment – industrie , theater en kunst zijn grotendeels mannenwerk, en dat is ook het geval voor de meeste wetenschappelijke verworvenheden en de manier waarop we de wereld beleven in mythes en religie: daar zit een ontzaglijke – maar evenzeer niet erkende – emotionele en zorgende kracht in besloten. Tijd dat we het niet enkel over masculinity hebben, als het toxisch is, maar ook als vormtaal van de wereld .
Tenslotte vrees ik dat het kijken met een monofocale genderbril naar maatschappelijke problemen, enorm simplistisch en reductionistisch kan zijn. Straatrellen in Brussel hebben mijns inziens zoveel meer – en meer valabele – oorzaken, dan “toxic masulinity”. Maar de tijd is nu eenmaal rijp voor simpele en catchy verklaringen, als het effe kan zo polariserend mogelijk, en waarbij alle problemen miraculeus enkel aan de overkant lijken te ontstaan, of het nu om terreur gaat, om straatgedrag of om rellen (relletjes?). En dat zal de aanpak van die problemen niet ten goede komen, wel integendeel.
Dankjewel voor dit krachtige artikel.
Ik hoop met je mee.
Krachtig artikel dat goed verwoordt wat ik al heel lang denk over de kwestie cultuur/ toxische mannelijkheid. We hebben steeds opnieuw moedige mensen nodig die tijd maken, in hun pen kruipen en duidelijke, genuanceerde, niet schofferende, verdiepende artikels te schrijven met goede argumenten. Proficiat.
Hartjes voor de laatste paragraaf 🙂 Zo schattig & lief!